Titelbeschrijving
Cor Bruijn: Sil de Strandjutter. Nijkerk, Callenbach, 1990. Oorspr. druk 1940.
1. Onderwerp
Sil, een stoere strandjutter op Terschelling, redt uit een Zweeds schip een meisje, Lobke, die hij vol liefde als
eigen kind met z’n twee zoons opvoedt.
2. thema
Volgens mij is het belangrijkste thema in dit boek de liefde. De liefde van man tot vrouw en de liefde van
ouders tot kinderen. In dit verhaal is ook liefde
de familieband heel erg belangrijk. De liefde tussen Jelle en Lobke en later de liefde tussen Wietse en Lobke
waren heel verschillend. Bij Jelle was de liefde van één kant. Bij Wietse en Lobke was het van beide kanten.
Dit merk je direct in het verhaal.
3. Genre
Het is een streekroman, (Terschellingse roman) er wordt beschreven hoe de mensen op Terschelling leven, welke feesten, hoe de kinderen opgroeien en over het strandjutten. Je zou ook kunnen zeggen dat het een boerenroman is. Over het boerenleven op Terschelling.
4. korte Inhoud
Sil Droeviger, die boer en strandjutter is, en z’n vrouw Jaakje hebben twee zonen, Jelle en Wietse, en verlangen erg naar een dochtertje. Sil wordt gewekt door een mietbrenger, die waarschuwt als er schip in nood is. Sil, de sterkste van de strandjutters, redt uit het Zweedse schip een meisje van ongeveer 3 jaar en geeft het aan Jaakje. Ze noemen het meisje Lobke. De heren uit West-Terschelling willen Lobke in beslag nemen, maar Sil weigert. Sil wil Lobke ook laten dopen, maar de dominee wil dit uitstellen. Uit woede gaat Sil niet meer naar de kerk. Sil wil Lobke van school houden omdat ze mee moet helpen met wier oogsten. Lobke leert liever en gaat daarom af en toe nog naar meester. Dit houdt Sil niet tegen. Wietse vertelt tegen Lobke dat hij later naar zee wil. Wietse piekert over de vraag wie er recht heeft op wat aan strand aanspoelt, de vinder of de strandvoogd? Jelle en Wietse vinden een vat met wijn, maar het wordt van hen gestolen. De volgende dagen spoelen er nog meer aan. Ze verkopen de vaten en ze krijgen van Sil allemaal iets, maar vreemd genoeg draagt Wietse zijn gekregen horloge niet. Jelle is verliefd op Maam. Wietse heeft besloten dat alles wat hij vindt dat het voor de strandvoogd is. Als Sil dit hoort is hij woedend. Als Lobke ook nog naar de dominee gaat en Wietse zegt dat Sil liegt, wanneer Sil zegt dat Wietse ook wil gaan, slaat Sil Wietse. Een paar dagen later loopt Wietse weg en ontvangen ze een brief dat Wietse naar zee gaat. Sil wordt gekweld door schuldgevoelens en hij probeert hem terug te halen. Maar dit mislukt.
Ze ontvangen weer een brief van Wietse met z’n verblijfadres in Friesland. Sil is de hele tijd somber om Wietse.
Lobke schrijft Wietse een brief, ondanks dat het eerst niet van Sil mocht, maar voor de zoveelste keer kon hij het dit kind niet weigeren.
Lobke gaat met Jelle mee een rit maken over het strand. Hij laat haar merken dat hij op haar verliefd is.
Lobke moet hier niets van weten.
Plotseling barst er een storm los en het water gaat al stijgen. Grauw, het paard, slaat op hol. Dus moeten ze naar het duin rennen, maar Lobkes enkel verstuikt. Dus draagt Jelle haar. Sil is ongerust en gaat hen zoeken en vindt hen in het duin. Lobke is nog een paar dagen ziek.
Na de oogst is er een opperîd-tocht, al het jongvolk gaat dan naar de Bosplaat om feest te vieren. Lobke wil niet mee want het loopt er op vrijen uit waar ze zich te jong voor voelt.
Die avond lopen er allemaal jongens verkleed buiten die iedereen pakken die buiten komt. Aan het eind van die avond wordt er gedanst waar Lobke ook heen gaat met Maam. Lobke danst met de strohoed-dame die volgens haar Aike is en Maam danst met een kater die volgens haar Jelle is. Lobke en “Aike” rusten geen
moment, Lobke houdt ongemerkt van de strohoed- dame. Als de maskers verdwijnen ziet ze tot haar verontwaardiging dat het niet Aike is maar Jelle, Jelle heeft haar voor gek gezet en ze haat hem. Ze voelt zich verraden.
Die nacht hoort ze Jelles stem bij haar bed, die zegt dat hij zo van haar houdt. Lobke wil hem wegsturen maar Sil, die wakker was geworden, is woedend op Jelle en verbiedt hem Lobke ook alleen maar aan te raken.
In de zomer is er weer een opperîd-tocht. Lobke gaat in Aikes kar en Jelle gaat in Maams kar mee. Sil is tevreden. Hij wil dat Jelle met Maam trouwt, want Maam is rijk. Lobke vindt er snel niet veel meer aan en stapt tot tegenzin van Aike uit.
Maam wordt de volgende ochtend dronken in het veld gevonden.
Na een feestje brengt Aike Lobke thuis en wil met haar vrijen. Lobke weigert, maar Maam wil wel omdat Jelle haar laat staan.
Die nacht dringt Jelle Lobkes kamer binnen en vrijt met haar. Lobke waarschuwt hem nog maar Sil ontdekt het. Sil beheerst zich niet en is woedend. Die avond loopt ook Jelle weg.
Die nacht is er weer een schip in nood. Sil ziet dat Jelle probeert het te redden, maar Jelle valt van zijn paard in zee en sterft. Ondanks zijn woede is hij trots op zijn zoon die geprobeerd heeft levens van mensen te redden.
Wel wordt Sil wordt gekweld door schuldgevoelens.
Lobke ziet op de terugweg van de markt ineens Wietse. Wietse vertelt dat hij niet voorgoed thuis wilde komen zoals Lobke hem had geschre-ven. Lobke had dit echter niet bedoeld. Maar als Wietse van Jelles dood hoort, besluit hij niet meer naar zee te gaan.
Maam Smit is zwanger en ze zegt dat het kind van Jelle is.
De Droevigers geloven dit niet. Dus gaat Wietse praten met de Smits. Als het kind van Jelle is dan zal hij met Maam trouwen om de slechte naam weer goed te maken. Als Maam dit hoort bekent ze dat het kind van Aike is.
Niet alleen Wietse is hier blij om maar ook Lobke en dus vertellen ze hun ouders dat ze van elkaar houden.
Jaakje en Sil (ook al had Sil het liever anders gezien) gaan hiermee akkoord.
Sil koopt een ander huis en Wietse en Lobke trouwen en nemen Sils boerderij.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
ha Bram,
nog bedankt voor je uitreksel. 'k was aan het zoeken op internet naar een uitreksel van Sil de Strandjutter, toen bleek dat'ie van jou was. hartstikke bedankt.
22 jaar geleden
Antwoorden