Praktische gegevens:
Titel: Van den vos Reinaarde (Reinaart de vos)
Auteur: Onbekend (Maar dit is een eigentijdse bewerking door Paul Biegel)
Uitgever: Holland.
Omvang: Het boek heeft 95 bladzijden.
Illustraties: De omslag en de tekeningen zijn gemaakt door Tieneke Schinkel.
Datum: Het is nu 19 december 2001.
Achtergronden van het boek:
Titelverklaring: Het boek heet zo, omdat het over Reinaard de vos gaat.
Plaats: In een bos ergens in Duitsland (Turingen en Saksen)
Tijd: Ik denk dat het verhaal zich rond de
Middeleeuwen afspeelt. Omdat ze ook opgehangen worden enzo.
Verhaaltijd: Ik heb er een paar uur over gedaan om het boek te lezen.
Typering: Het is, geloof ik, een soort sprookje (de dieren kunnen namelijk praten.
Oorsprong: Weet ik niet. Het is in elk geval wel een heel oud verhaal.
Inhoud van het boek:
Hoofdpersonen uit het boek:
- Reinaart, de vos
- Koning Nobel (een leeuw)
- Isegrim, de wolf
- Bruin, de beer
- Tibeert, de kater
- Grimbaart, de das
- Pancer, de bever
- Cuwaart, de haas
- Belijn, de ram, de eerwaarde
- Cantecleer, de haan
Samenvatting:
Hofdag.
1 keer per jaar komen alle dieren bij elkaar. Dan kunnen ze orde op zaken stellen en alle klachten vertellen. Dit alles onder leiding van koning Nobel.
De klachten gaan dit jaar vooral over Reinaart, die allerlei gemene streken heeft uitgehaald. Het is echter zijn neef Grimbaart, de das, die Reinaart verdedigt. Dat doet hij door de klagers op hun eigen onhebbelijkheden te wijzen.
Pas als Cantecleer, de haan, op het toneel verschijnt worden de klachten pas echt serieus. Reinaart heeft Cantecleer plechtig beloofd om zijn familie geen kwaad meer te doen. Cantecleer galooft hem en laat zijn familie buiten de omheining. Daarop doodt Reinaart o.a. Coppe, de liefste dochter van Cantecleer.
Bruin, de beer, wordt op pad gestuurd om Reinaart te halen. Hij houd erg van honing en daar maakt Reinaart gebruik van. Hij vertelt dat in een spleet van een boom veel honing zit. Als Bruin daarnaar zoekt trekt Reinaart de wiggen eruit. Bruin zit vast en als hij zich heeft losgescheurd is hij erg gewond.
Nu wordt Tibeert, de kater, opgedragen om Reinaart te halen. Reinaart vertelt Tibeert dat in de tuin van de pastoor veel muizen zitten. Hij weet van de vossenklem, die er staat bij het gat in het hek. Tibeert raakt erin vast en krijgt een geweldig pak slaag van de familie van de pastoor. De pastoor raakt zelf ook een beetje gewond. (Dit is het gedeelte waar hij in de lul van de pastoor bijt.)
Grimbaart, de das, biedt zelf aan om zijn oom Reinaart op te halen. Natuurlijk zoekt hij hem op in zijn kasteel Malperthuus. Hij gaat met hem uit wandelen en Reinaart biecht hem al zijn gemene streken op. Grimbaart gelooft hem, tegen beter weten in.
Reinaart wordt voor de rechtbank gebracht en iedereen mag zijn klachten laten horen. Uiteindelijk wordt hij ter dood veroordeeld. Isegrim, de wolf, wil Reinaart aan dezelfde strop laten hangen als waaraan zijn broers hebben gehangen. Bruin, Isegrim en Tibeert gaan op weg om vast te maken.
Op het moment dat hij wordt weggevoerd wil Reinaart voor de koning en de andere dieren zijn zonden nog eens opbiechten. Hij verzint een list door in te spelen op de hebzucht van koning Nobel. Hij vertelt hem van een schat, die hij ergens begraven heeft. Daarna vertelt hij van een moordaanslag op de koning en de koningin.
Reinaart beschuldigt Cuwaart, zijn eigen neef, en zijn eigen vader. Ook Isegrim en Bruin worden op een gluiperige manier. De vos vertelt aan de koning en de koningin waar de schat verborgen is. Ze zijn zo hebzuchtig dat ze hem op zijn woord geloven en verlenen hem gratie. Hij gaat tenslotte op pelgrimtocht om boete te doen voor al zijn zonden.
Bruin, Isegrim en Hersinde worden zwaar gestraft. Hun huid en klauwen worden afgestroopt. Daarvan worden de pelgrimstas en schoenen gemaakt voor Reinaart, op zijn verzoek.
Belijn en Cuwaart worden door Reinaart gevraagd om met hem mee naar Malperthuus te gaan. Daar aangekomen moet Belijn even buiten de poort wachten. Binnen loopt Cuwaart in de val en hij wordt vermoord. Belijn wordt gevraagd om een speciale brief in de pelgrimstas naar de koning te brengen.
Aangekomen bij het hof blijkt in de pelgrimstas het afgebeten hoofd van Cuwaart te zitten. De koning begrijpt dat hij bedrogen is en zweert wraak. Reinaart had dat al zien aankomen en is met zijn familie gevlucht. Als goedmakertje krijgen Isegrim en Bruin Belijn, de ram, aangeboden. Zij verzoenen zich met de koning.
Persoonlijk oordeel:
Hoogtepunt: Het leukste gedeelte vond ik de bladzijde die ik gekopieerd heb. Dat die kat in de lul van de pastoor bijt.
Eigen mening: Ik vond het een best wel leuk verhaal. Ik had hem ook al gelezen toen ik in de tweede zat. Toen vond ik het ook wel een grappig boek. Eerst dacht ik dat hij een beetje kinderlijk was, maar hij was eigenlijk wel komisch. Dus vandaar.
REACTIES
1 seconde geleden