Philip en de anderen - Cees Nooteboom
©1955, 1959, 1981 C. Nooteboom, Amsterdam
uitgegeven in 1999 in Penta Pocket met een licentie van Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam
Titel
Philip en de anderen.
De titel verwijst naar de hoofdpersoon Philip Vanderley en de mensen die hij ontmoet op zijn tocht door Europa.
Ondertitel
n.v.t.
Motto
1) Ces povres resveurs, ces amoureux enfants. Constantijn Huygens
2) Je rêve que je dors, je rêve que je rêve. Paul Eluard
Opdracht
Pour Nicole et pour notre ami aux cheveux gris.
Genre
Roman
Subgenre
Psychologische roman?
Thema
De werkelijkheid achter de herkenbare werkelijkheid.
Idee
Zonder verbeelding geen zinvolle realiteit.
Motief
inwijding - Philip wordt ingewijd in de wereld door het ontmoeten van anderen
muziek - zowel bij zijn oom als bij het chinese meisje komen klassieke componisten 'op bezoek'
bloemen - Overal komen bloemen voor. Philip brengt zijn oom bloemen, legt bloemen op de graven van de begraafplaats waar hij Maventer ontmoet.
dood - De componisten die op bezoek komen zijn dood, Philip komt op een begraafplaats.
regen - Waar Philip ook is, het regent vrijwel altijd.
Volgorde van de gebeurtenissen
De gebeurtenissen worden niet chronologisch verteld, er worden nl. verhalen van anderen d.m.v. flash-backs verteld.
Verhaallijnen
1. Philip zoekt het Chinese meisje
2. Philip wordt ingewijd in het leven.
Spanning
De spanningsboog duurt van hoofdstuk 2 van het eerste boek, als Maventer Philip vertelt over het Chinese meisje, tot het allerlaatste hoofdstuk, als Philip het Chinese meisje heeft gevonden.
Climax
De climax is als Philip het chinese meisje voor de tweede keer vindt.
Motorisch moment
Het moment dat Maventer Philip vertelt over het chinese meisje.
Begin en eind van het verhaal
Het begin is ab ovo, het einde is gesloten. Philips zoektocht is ten einde en hij is ingewijd.
Personages hoe leer je ze kennen? Hoofd- of bijpersonen?
De hoofdpersoon in Philip Emmanuel Vanderley die door Europa trekt en mensen ontmoet.
Bijpersonen zijn: Antonin Alexander, Philips oom; Maventer, de man die Philip vertelt over het Chinese meisje; het Chinese meisje;
Verder komt Philip nog veel anderen tegen die hem verhalen vertellen, maar verder niet echt belangrijk zijn.
Periode waarin het verhaal zich afspeelt
Van ongeveer 1945 tot ergens in de jaren '50.
Vertelde tijd
Zo'n tien jaar?
Verteltijd
130 bladzijdes
Verhouding tussen verteltijd en vertelde tijd
De vertelde tijd is langer dan de verteltijd, omdat er tijdsprongen in het boek voorkomen.
Tijdvolgorde
Het verhaal verloopt niet chronologisch, er komen flash-backs en tijdsprongen voor in het verhaal.
Op blz. 87 een retroversie: "ik deed mijn rugzak af en legde die achterin, terwijl zij omdraaide en we reden terug, weer door Luxemburg, naar dit huis ('dat is geen huis,' zei ik toen we de oprijlaan opreden, 'en ik weet niet eens hoe je heet.' 'Fey,' zei zij. Het was een ruïne!) naar deze galerij, waar ik nu zit, nadat we bloemen hebben geplukt en ik kijk naar de regen als naar een vriend".
Op blz. 9 een anticipatie: "Aan elke hand droeg hij twee ringen, en pas later, toen ik er na zes jaar voer de tweede keer kwam om er te blijven, kon ik zien dat het goed koper was, en de rode en de groene stenen (ik heb een oom, die draagt robijnen en smaragden) gekleurd glas."
Flash-backs komen veel voor, vrijwel altijd als iemand zijn levensverhaal aan Philip vertelt.
Tijdsprong: Tussen alle hoofdstukken zitten tijdsprongen.
Tijdsperspectief
Vision par derrière.
Perspectief
Ik-perspectief vanuit Philip Vanderley.
Ruimte
De ruimte is vrijwel altijd buiten, het regent vaak.
Taalgebruik en stijl
Het taalgebruik is overdadig. Nooteboom gebruikt lange zinnen met veel beeldspraak en veel bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. Zijn zinnen zijn soms onduidelijk en hij heeft ook fouten gemaakt.
Beeldspraak: Op blz. 57 een synesthesie: gemeen wit-groen gras; een personificatie op blz. 57: angstige pilaartjes
De fouten: op blz. 41 een germanisme: voor drie jaar; op blz. 57 een woordfout: afgebladerde verf (het moet afgebladderde verf zijn). Op bladzijde 61 een foutieve samentrekking. 'Ik volgde haar - maar hield ineens stil, toen ik een van de balken zag wankelen - ik zette mijn nagels in de binnenkant van mijn hand en hoopte, dat ik de moed zou vinden om verder te gaan, voor zij bij de andere oever zou zijn - en omkijken.'
Dan maakt Nooteboom nog een fout in het verhaal. Op blz. 63 vertelt Philip hoe hij over Parijs naar Luxemburg is gegaan, op blz 64 staat dat hij over Reims gekomen is en dat hij naar Parijs wil omdat hij dat rechts had laten liggen op de heenweg. (ik dacht trouwens dat je dingen links liet liggen…).
Nog een foutje op blz. 64: 'tot een camion mij achterop kwam'
blz. 66: 'en aan de zinken bar waste de patron kletterend de glazen'. M.i. wast de patron niet kletterend, maar kletteren de glazen.
Bibliografie
1955 Philip en de anderen
1956 De doden zoeken een huis (poëzie)
1958 De verliefde gevangene (verhalen)
1959 Koude gedichten (poëzie)
1960 Het zwarte gedicht (poëzie)
1963 Een middag in Bruay
1964 Gesloten gedichten (poëzie)
1965 Een nacht in Tunesië
1968 Een ochtend in Bahia
1968 De Parijse beroerte
1970 Gemaakte gedichten (poëzie)
1971 Bitter Bolivia-Maanland Mali
1978 Open als een schelp, dicht als een steen (poëzie)
1978 Een avond in Isfahan
1981 Een lied van schijn en wezen (novelle)
1981 Voorbije passages
1982 Mokusei!
1982 Aas (poëzie)
1983 Waar je gevallen bent, blijf je (reisverslagen)
1984 In Nederland
1985 De zucht naar het Westen
1989 De wereld een reiziger
1989 Het gezicht van het oog (poëzie)
1990 Berlijnse notities
1991 Het volgende verhaal (boekenweekgeschenk)
1991 Vreemd water
1992 De omweg naar Santiago
1993 Zelfportret van een ander
1993 De ontvoering van Europa
1993 De koning van Suriname
1995 Van de lente de dauw
1997 De filosoof zonder ogen
REACTIES
1 seconde geleden