1. Waarover wordt verteld?
A.
In de lente gaan Kees, Klaas, Gerson, hun vader Gerard en hun hondje Daan in de auto naar hun opa en oma. Ze nemen een omweg, omdat Gerson graag naar de perenbomen wil kijken die in bloei staan. Met Kees en Klaar krijgt hij een discussie over de kleuren van de boom. Hierdoor raakt hun vader afgeleid en krijgen ze een ongeluk. Kees en Klaas hebben kleine verwondingen en Gerard heeft grote sneeën in zijn gezicht, maar Gerson is er ernstiger aan toe. Gerson is tijdens het ongeluk beknelt geraakt. Zijn ogen hebben ernstige beschadigingen opgelopen en zijn mild was ook beschadigd.
Gerson lag hierna anderhalve week in coma. Zijn mild moest worden verwijderd en hij was blind geworden. Het eerste wat hij roept als hij wakker wordt is: perenbomen bloeien wit!
Gerson heeft nog een verjaardag nadat hij blind is geworden. Op een dag gaat hij samen met het hondje Daan lopen langs het meer. Hij blijft lang weg waardoor zijn familie hem gaat zoeken. Even later wordt hij door een duiker uit het meertje gehaald, maar dan is hij al dood.
B.
Gerson: Het hoofdpersonage uit het boek. Gerson krijgt in het boek een ongeluk waardoor hij blind wordt. Ten tijde van het ongelijk is hij 13 jaar oud. Aan het einde van het boek is hij 14 jaar oud. Na het ongeluk verandert hij. Hij slaapt veel en de band met zijn familie verslechtert.
Kees: Kees is een broer van Gerson. Hij is de tweelingbroer van Klaas. Samen hebben ze een goede band.
Klaas: Klaas is een broer van Gerson. Hij is de tweelingbroer van Kees. Samen hebben ze een goede band.
Gerard: Gerard is de vader dan de drie zoons. Zijn vrouw heeft hem verlaten voor een man in Italië. Hij heeft niet altijd een goed humeur.
Daan: Daan is het hondje van het gezin. Daan is een kleine Jack Russell Terriër.
Anna: Anna is de oma van de kinderen en de moeder van Gerard. Ze is getrouwd met Jan. Ze is zorgzaam en heeft veel voor haar kinderen en kleinkinderen over.
Jan: Jan is de opa van de kinderen en de vader van Gerard. Hij is getrouwd met Anna.
C.
Het hoofdpersoon heeft niet echt een doel. Het boek gaat gewoon over zijn leven, hoe hij blind is geworden en hoe zijn leven tot een einde komt.
D.
Gerard, Kees, Klaas en Daan. Gerard is de vader van Gerson. Kees en Klaas zijn tweeling en de broers van Gerson. Daan is de hond van Gerson. Deze mensen en dieren ondersteunen Gerson binnen het verhaal. Ze willen niets liever dan hem helpen nu hij blind is geworden.
E.
Het ongeluk is een tegenstander in dit verhaal. Als het ongeluk niet was gebeurd, dan was Gerson niet blind geweest.
F.
Het verhaal speelt zich af in de tijd dat de Euro er al was. Omdat Gerson voor zijn verjaardag een bedrag in Euro’s kreeg. Er wordt geen precies jaartal gegeven. Het verhaal speelt zich op verschillende plekken af, in huis, in de auto, in het ziekenhuis, bij het meer. Het verhaal speelt zich ergens in Nederland af. Waar in Nederland wordt alleen niet duidelijk. Er wordt niet veel vertelt in het boek over de omgeving, maar dit is ook niet echt belangrijk.
2. Hoe wordt verteld?
A.
Verteltijd: ongeveer 2 en half uur.
Vertellende tijd: Ik schat een half jaar of minder. Want in het verhaal wordt Gerson nog een keer jarig en vrij kort erna komt hij te overlijden.
Historische tijd: Ergens na het Gulden tijdperk. Er waren al telefoons en de Euro was al ingevoerd.
B.
Dit boek is voor het grootste deel chronologisch opgebouwd. Af en toe komen er kleine blackbacks in het verhaal voor. Zoals wanneer wordt vertelt over dat de kinderen voor de eerste keer zwart met elkaar spelen, maar voor de rest wordt het verhaal chronologisch vertelt
D.
Verhaalmotief: Zwart. Zwart is het spel wat de kinderen vaak met elkaar spelen. In het verhaal moet Gerson voor eeuwig zwart spelen. Dit wil hij alleen niet, maar hij heeft geen keuze.
Verhaalmotief: Stok. Voornamelijk aan het einde van het boek wordt de stok erg belangrijk. Kees en Klaas zoeken een manier om Gerson te helpen dus maken ze een stok voor hem om dingen mee te voelen. Gerson neemt de stok ook mee naar buiten voordat hij verdrinkt.
E.
Leidmotief: Perenbomen bloeien wit. Deze zin is de titel van het boek, maar ook in het boek een belangrijke terugkerende zin. Gerson benoemt deze zin vak nadat hij wakker wordt uit zijn coma en voordat hij in zijn coma terecht komt.
Voor de rest zijn er geen belangrijke leidmotieven in het boek.
F.
Het boek heeft een wisselende vertelinstantie. Het verhaal wordt vanuit alle kinderen minimaal een keer vertelt en het op een na laatste hoofdstuk wordt vertelt vanuit de hond. Dit is te zien doordat er beschreven wordt hij de hond de wereld ziet en hoort. Hoe de hond klanken van woorden herkent en hierop reageert.
G.
Het verhaal wordt zo van uit meerdere punten vertelt. Hierdoor kun je meeleven met meerdere personages in plaats van een. En krijg je een beterbeeld van de gedachten van meerdere personages.
I.
Het hebben van een handicap. Want in het verhaal krijgt een gezin een ongeluk, waaraan een van de kinderen ernstig blijvend letsel overhoud. Het grootste gedeelte van het verhaal gaat over hoe de familie ermee omgaat dat Gerson blind is geworden.
REACTIES
1 seconde geleden