Primaire gegevens
Auteur: Koos van Zomeren
Titel: Otto\'s Oorlog
Jaar van uitgave: 1996
Uitgever: Wolters-Noordhoff Groningen, Wolters Plantyn Deurne
Eerste uitgave: 1983, Uitgeverij De Arbeiderspers
Aantal blz.: 218
Verantwoording keuze Ik heb dit boek gekozen omdat het een van de Lijsters was en omdat ik de tekst op de achterkant wel aansprekend vond.
Verwachtingen vooraf Na het lezen van de achterkant verwachtte ik dat de oorlog een heel belangrijke rol zou spelen in het verhaal. Waarschijnlijk zouden een aantal expedities van de drie genoemde personen beschreven worden.
Eerste reactie achteraf Ik vond het wel een boeiend boek, omdat je allerlei onverwachte details uit het leven de hoofdpersoon te weten komt door de talrijke flashbacks. Je wordt niet vrolijk van zijn intense eenzaamheid, maar het is wel erg afwisselend geschreven met veel dialogen, wat het prettig maakt om te lezen. Het einde is een echte afsluiting, ook wel weer eens prettig tussen alle boeken met een open einde. De oorlog werd veel minder besproken dan ik eigenlijk had verwacht, want vrijwel het gehele verhaal speelt jaren later. De oorlog is alleen steeds op de achtergrond aanwezig in de gedachten van de hoofdpersoon, omdat zijn hele verdere leven getekend is door die oorlog.
Samenvatting Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Otto Stein een jongetje van ongeveer tien jaar. Zijn vader wordt door de Duitsers opgepakt omdat hij een kraai de tekst \'Hitler is dood\' heeft leren zeggen. Otto, die als enige van de vijf kinderen echt contact had met de altijd werkende vader, kan anders dan zijn broers en zus dit verlies niet verwerken. Verward probeert hij erachter te komen wat zijn vader nu eigenlijk precies voor hem betekende. Later – hij is inmiddels een steenrijke zakenman – loopt hij achter allerlei mannen aan die hij misschien wel zou kunnen bewonderen als de vader die hij niet lang genoeg gehad had. Zo ontmoet hij als hij 48 is Wessel Matser, een uitzonderlijk vogelexpert en dichter. Stein besluit Wessels expeditie naar Turkije om de vogeltrek te bestuderen, te financieren. Zelf gaat hij ook mee, net als zijn neef Simon, die fotograaf is. Deze drie mannen ondernemen samen nog een aantal door Stein betaalde reizen, waarbij deze zich erg ongelukkig voelt. Hij bewondert Wessel namelijk heel erg en wil graag bevriend met hem zijn, maar Simon krijgt veel meer aandacht. Vanwege Steins jaloezie ontstaat er grote haat tussen oom en neef. Behalve met zijn eenzaamheid en de ruzies worstelt Stein tijdens de expedities met de hitte, slapeloosheid en zijn oorlogsherinneringen. Tijdens een expeditie naar Spanje, op zoek naar zeldzame gieren, krijgt Stein weer ongelofelijke ruzie met Simon en Wessel. De dag erna splitsen ze zich op: Simon blijft foto\'s maken van gieren die een speciaal geslachte geit opeten, terwijl Stein met Wessel op pad gaat. De sfeer tussen hen is erg gespannen, omdat de ruzie van de vorige dag nog niet was uitgepraat. Voordat ze hier echter aan toe komen, maakt Wessel een misstap op een smalle bergrichel en stort in een ravijn. Hij breekt zijn nek en belandt voor de rest van zijn leven in een rolstoel, niet meer in staat ook maar ergens op te reageren. Zowel Stein als Simon blijven zich hierna afvragen of het Steins schuld was dat dit ongeluk gebeurde. Ondertussen blijft de haat tussen hen bestaan, ook al is Wessel er niet meer bij op de volgende expeditie. Stein bedenkt talloze manieren om Simon te vermoorden, maar durft ze geen van alle uit te voeren. Uiteindelijk wordt hij zelf in een ravijn wordt gegooid door zijn neef.
Tijd en ruimte De vroegste flashbacks spelen zich af in 1940, tijdens de oorlog. Het verhaal dat het laatste speelt, over de expeditie van Stein en Simon alleen, speelt zich af in de vroege jaren \'80, want Stein is dan iets over de vijftig en hij is in 1930 geboren. Het verhaal wordt absoluut niet chronologisch verteld; het is een aaneenschakeling van gebeurtenissen en gedachten in het \'heden\' (laatste expeditie), \'verleden\' (expedities met Wessel) en het \'verre verleden\' (de levensloop van Otto, in de oorlog en daarna). Soms worden de eerder gebeurde zaken verteld als gedachten van Stein, waarna je als lezer weer plotseling in het \'heden\' terugkomt. Soms begint ook een nieuw hoofdstuk een aantal jaren voor het vorige hoofdstuk. De plaatsen waar het verhaal zich afspeelt, worden iets duidelijker gemaakt door de titels van de hoofdstukken. Dit zijn namelijk allemaal bestemmingen van expedities, behalve het hoofdstuk \'Rotterdam\' waarin vooral over het leven van de hoofdpersoon vóór de reizen, o.a. tijdens de Tweede Wereldoorlog, wordt verteld. Een beetje duidelijkheid over de plaatsen is ook wel nodig, omdat de hoofdpersonen de halve wereld afreizen en de plaatsen die ze bezoeken, ook nogal onbekend zijn, zoals Arhavi in Turkije; Nouadhibou, Iouik, Arel en de Banc d\'Arguin in Mauretanië en Montfraguë en de Extremadura in Spanje.
Wijze van vertellen Alles is in de derde persoon verteld. Er wordt heel veel gebruik gemaakt van flashbacks. Alles speelt op een duidelijke plaats en vrij duidelijke tijd; af en toe worden zelfs jaartallen of leeftijden van mensen genoemd.
Spanning Ik vind dat er veel spanning in het boek zit, omdat de verhaallijn telkens onderbroken wordt door flashbacks, omdat de hoofdpersonen elkaar zo haten dat ze bijna tot moord in staat zijn en omdat je als lezer ook wilt weten wat er precies met Wessel gebeurd was.
Thema en motieven Ik denk dat het thema van het boek de zoektocht naar een vaderfiguur is. Alles staat hier namelijk mee in verband: de Tweede Wereldoorlog, die ervoor zorgde dat Otto zijn echte vader verloor; zijn verdere leven, waarin hij wildvreemde mannen achternaliep en de verhoudingen tussen hem en de andere twee reizigers, waarbij hij zo graag bewonderd wil worden door Wessel, de \'vaderfiguur\' die hij zelf zo bewondert. Ondertussen worstelt hij met zijn gevoelens voor zijn overleden echte vader en voor Wessel. Hij mist een \'vader\' in zijn leven die er voor hem is als hij het moeilijk heeft. Hierbij is een motief de Tweede Wereldoorlog. Stein denkt hier heel veel aan terug en de eerste bom op Rotterdam is een obsessie van hem. Blz. 52: Die eerste bom was voor ons huis bedoeld, daar ben ik absoluut van overtuigd. Ik heb er natuurlijk geen bewijzen voor, maar die gedachte heeft me nooit losgelaten.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden