Otto's oorlog door Koos van Zomeren

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover Otto's oorlog
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2250 woorden
  • 6 mei 2002
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
17 keer beoordeeld

Boekcover Otto's oorlog
Shadow
Otto's oorlog door Koos van Zomeren
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij een maatschappelijke studie?

Misschien is een studie Sociologie of Antropologie dan wel iets voor jou! Bij beide opleidingen ga je aan de slag met maatschappelijke vraagstukken. Wil jij erachter komen welke bachelor het beste bij jou past? Kom naar de VU Bachelordag op zaterdag 8 februari.

Meld je aan!

Ik heb gekozen voor het boek: Otto’s oorlog van de schrijver Koos van Zomeren. Ik heb deze keuze gemaakt omdat de titel van het boek me aansprak en omdat het boek 3 punten waard is zodat ik de volgende keer een dunner boek kan lezen.

Er zijn vele ruzies tussen de drie mannen, ze bekijken veel vogels en twee mannen vallen in een ravijn. Ik vind dit wel redelijk geloofwaardige gebeurtenissen, ik bedoel, dit kan ook in het echte leven gebeuren.

Het onderwerp van dit boek was voor mij totaal oninteressant. Dat vogeltje kijken enzo boeit mij niet echt. Ik had meer gedacht dat het een soort oorlogsboek zou zijn, want als je naar de titel kijkt ga je daar ook vanuit.

De opbouw van dit boek vond ik moeilijk. Er zaten veel flashbacks in dit boek. Ik heb liever een boek met wat minder flashbacks. De flashbacks die gebruikt zijn, zijn wel goed gebruikt, tenminste naar mijn mening.

De verhaalfiguren reageren niet helemaal voorspelbaar. Ten eerste had ik niet gedacht dat er zoveel ruzie was: Hij smeet zijn glas aan diggelen. Hij balde zijn vuisten.

Ik vond het een leuk boek. Het verhaal is niet-chronologisch verteld en dat vond ik soms vrij moeilijk en lastig. Dat kwam door de spanning die er de hele tijd hing door de onderdrukte haat van de hoofdpersoon en de ruzies die er gemaakt werden. De dialogen waren op sommige momenten erg boeiend en soms ook wel grappig. Het boek had een verrassend einde vond ik omdat achter in het boek een stukje tekst stond over wat sommige mensen van het boek vonden en ik las dat Otto Stein (hoofdpersoon) een verschrikkelijk vervelend persoon was en erg negatief. Zelf vond ik dat ook wel een beetje. In het boek is geen sprake van een ik-verteller. De gebeurtenissen worden niet echt spannend omschreven zoals in een jeugdboek. Voor de rest, was het wel een leuk boek.

Tekstbestuderingsverslag
A. Voorwerk

1. Koos van Zomeren, Otto’s oorlog, uitgegeven door Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1983
2. Otto’s oorlog is een psychologische roman bestaande uit 7 genummerde hoofdstukken met titel. Het boek bestaat uit 263 bladzijden. Het boek begint met een voorschrift. Op de achterflap staat een foto van Koos van Zomeren, een korte samenvatting en een aantal meningen over de vorig boeken van Koos van Zomeren. Op de voorkant staat een vogel met een klok die op 13.28 stilstaat. Deze illustratie hoort bij: “De zon weerkaatste op zijn horloge, een ouderwets Zwitsers horloge met een vergeelde wijzerplaat. Het stond stil op 13.28 uur. Otto’s laatste seconde was voorbij.”

B. Samenvatting

Als de oorlog uitbreekt is Otto een jongetje van tien jaar. Otto’s vader wordt door de Duitsers opgepakt. Otto zal hem nooit meer weerzien en hij vindt dit zo schokkend dat zijn hele leven in het teken staat van deze gebeurtenis. Hij heeft drie broers en een zus en zij hebben hun verleden wel goed verwerkt en daarom verschillen zij van hem. Stein vindt het erg dat Simon en Wessel goed met elkaar kunnen opschieten, hij is erg jaloers. De gebeurtenissen uit de oorlog zijn bepalend voor de rest van zijn leven. Stein ziet in Wessel een soort vaderfiguur tegen wie een kind opkijkt en van wie een kind wat kan leren. De gebeurtenissen beginnen op 14 mei 1940 in Rotterdam, de dag van het grote bombardement, en eindigen op een paradijselijk, maar van alle mensen verlaten eilandje voor de kust van Mauritanië. Het verhaal gaat over expedities naar exotische plaatsen in Turkije, Senegal, Spanje en Mauritanië waarin Otto Stein filosofeert over de oorlog. De drie mannen die onderweg zijn: Wessel Matser, die het leven bestudeert, Simon Jorna, die het leven fotografeert en Otto Stein, die het leven ondergaat en alles financiert. Stein was inmiddels steenrijk en financierde een expeditie naar Turkije van Wessel, hijzelf en Simon, zijn neef die fotograaf is. In Turkije is het vooral heet en ze moeten een behoorlijk eind rijden naar een vogeltrekroute waar ze heel veel vogels zien, ook komen ze enkele jagers tegen. Later wordt Stein gevraagd een expeditie van Wessel en een paar andere vogelliefhebbers/biologen naar Senegal gedeeltelijk te financieren. Stein en Simon zoeken hen tijdens hun maandenlange verblijf gedurende een korte periode op. Stein maakt opmerkingen dat Simon en Wessel elkaar ook in Nederland vaker ontmoeten. Stein ligt in deze warme landen vaak te woelen en slaapt vaak slecht en niet alleen vanwege het warme weer maar meer vanwege woordenwisselingen en nachtmerries over de tweede wereldoorlog (flashbacks). De volgende uitstap ook al geheel op Steins kosten was naar het ook al warme Spanje. Op zoek naar de ook al uitstervende gieren. Ze trekken op met iemand van het Wereldnatuurfonds. Deze weet een geitje te kopen en te slachten en deze wordt bij een hut neergelegd waar Simon een dag lang foto’s kan nemen. Stein gaat met Wessel vanaf een berg naar gieren kijken. Ze hebben een meningsverschil en Stein gaat terug naar de auto. Als Wessel terug komt lopen over het smalle pad glijdt hij uit en stort hij naar beneden, hij breekt zijn nek en belandt in een rolstoel. Stein blijft zich sinds deze gebeurtenis dikwijls afvragen of hij geen schuld had aan het ongeluk. Wessel was immers de kwiekste van hen, degene met de beste conditie en de meeste ervaring. Stein gaat later nog eenmaal op ‘expeditie’ samen met Simon naar Mauritanië (Banc d’Arguin). Ze lopen veel vertraging op in dit warme land. Stein vraagt zich meerdere keren af of hij in staat is Simon te vermoorden, maar hij moet steeds met nee antwoorden. Ze missen de toelichtingen en bijzonderheden die Wessel altijd gaf als ze een vogel zagen. Stein overleeft Mauritanië niet. Als Simon zijn tas over de rand van een ravijn laat vallen en Stein hem wil pakken (Simon is dikker) valt Stein het ravijn in. De schrijver laat in het midden of dit Steins of Simons schuld is (Simons ogen glinsteren).

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

B. Analyse en interpretatie
1. Titel en ondertitel

De titel “Otto’s oorlog” wijst naar Otto. Otto heeft vroeger de tweede wereldoorlog meegemaakt en heeft gezien dat de Duitsers zijn vader meenamen. In de tijd waar het boek zich in afspeelt, is de tweede wereldoorlog voorbij. Maar Otto voert nog een oorlog, de oorlog met zichzelf, hij zit helemaal met zichzelf in de knoop. Ook voert hij samen met zijn neef Simon een oorlog om Wesesl, ze willen allebei zijn aandacht. Simon wint dit.

Een ondertitel is er niet.

2. Motto

Het boek heeft wel een motto, namelijk:

Gerechtigheid en barmhartigheid
zijn mensendromen, ze gaan de vogels niet aan, noch de vissen, noch de eeuwige God.

John Robinson Jeffers

3. Genre

Otto’s oorlog is een psychologische roman.

4. Thema, idee en motieven

Het thema is (of eigenlijk \'zijn\') de reizen die de hoofdpersoon samen met twee anderen maakt, en de verhoudingen, ruzies en belevenissen van die personen.

Motieven: Er waren best veel motieven in dit verhaal. Een erg duidelijk motief was dat de schrijver telkens maar weer terugdacht aan de oorlog, of anderen erover vertelde, waarbij het dan steeds hoofdzakelijk over \'die eerste bom\' ging, die \'voor hem bedoeld was\'. Een ander motief is dat de hoofdpersoon de hele tijd denkt aan het ongeluk dat met een van zijn reisgenoten is gebeurd, en steeds doet voorkomen dat hij de schuld is. Er worden ook vaak door personen in het boek opmerkingen gemaakt over \'het ongeluk\'. Ook valt het op dat de hoofdpersoon (vooral aan het eind van het boek) steeds maar er aan denkt zijn neef te vermoorden. Nog een motief zijn natuurlijk de vogels die ze bekijken, en duidelijk in verband staan met de vogel uit het verleden van de hoofdpersoon. Als laatste motief wil ik noemen dat de hoofdpersoon voortdurend het gevoel heeft dat zijn beide reisgenoten tegen hem zijn, en zijn strijd met zijn neef om de \'aandacht\' van de andere reisgenoot.

5. Opbouw, structuur en spanning

De roman heeft zeven hoofdstukken. Er zitten veel flashbacks in dit boek, hierdoor werd het een moeilijk boek (naar mijn mening). Het boek begint in de oorlog met het bombardement die er voor zorgt dat de stationsklok op 13.28 uur blijft stilstaan. Het boek eindigt met Otto, die van een berg afvalt. Ook zijn horloge staat stil op 13.28 uur. Er zat niet echt een bepaalde spanning in het boek.

6. Personages

Otto Stein: ± 50 jaar oud. Donkerbruin haar. Geldschieter voor \'organisaties\'. Lid van arme \'oorlogsfamilie\'. Gemeen, zielig, laat zich voor andermans karretjes spannen, vreemd, onsympathiek. Hij wil dat Wessel hem respecteert. Hij ondervindt tegenwerking van Wessel en Simon (zijn neef). Otto Stein is een zeer rond karakter.

Wessel Matser: ± 30 jaar oud. Blond haar. Wetenschapper (vogelexpert) en dichter. Een beetje beroemd. Arrogant, opschepperig, slim, nieuwsgierig, plagerig. Hij wil dat iedereen hem goed vindt en zijn kennis verbreden. Hij is een \'vijand\' van professor Lelieveld. Simon kijkt naar hem op. Hij is een rond karakter.

Simon Jorna: ±25 jaar oud. Klein, dikke nek, breed. Fotograaf. Neef van Otto. Een beetje dom, onnozel, huilerig, en op het eind is hij gemeen en een beetje waanzinnig. Hij wil de \'oorlog\' van Otto winnen, en dus de aandacht en respect van Wessel. Hij ondervindt tegenwerking van Otto, die hem probeert te treiteren, wat hij overigens ook terug doet. Hij is eigenlijk een beetje een vlak karakter, met een paar kleine rondingen.

7. Tijd

De precieze tijd waarin het verhaal zich afspeelt weet ik, maar ik weet wel dat het verhaal eindigt in 1983 (tevens de tijd waarin het boek werd geschreven) omdat dat aan het eind van het verhaal staat. Ik denk dat het verhaal in 1975 begint, en dan is de tijdsduur dus acht jaar (van 1975 t/m 1983). Het verhaal is niet chronologisch verteld: Alle stukken worden door elkaar vertelt, zodat je soms iets te weten komt terwijl het pas later in het boek echt gebeurt. Er is echter wel een schema in het tijdsvolgorde van het verhaal te ontdekken: Het begint bij het punt dat de hoofdpersoon zijn laatste expeditie gaat maken. Daarna is er een stuk dat over de hele eerste expeditie gaat, gevolgd door een stuk over een deel van die laatste expeditie, daarna een stuk over de hele tweede expeditie, een stuk over een deel van de laatste expeditie, een stuk over de hele derde expeditie, en het eindigt met het einde van de laatste expeditie. Er worden dus eigenlijk twee verhalen (twee eenheden) met wel dezelfde hoofdpersonen verteld: Het ene gedeelte gaat alleen over de laatste expeditie, en is verdeeld over vier hoofdstukken, die telkens gescheiden worden door een hoofdstuk over de voorafgaande drie expedities. Het verhaal begint met een herinnering van de hoofdpersoon aan het bombardement van Rotterdam door de Duitsers. Er zijn veel flashbacks in het verhaal te vinden. De grootste flashbacks gaan allemaal over de tweede wereldoorlog. Andere flashbacks gaan over het terugdenken naar voorafgaande expedities, of over de dromen waar een van de reisgenoten van de hoofdpersoon over vertelt. Vooruitwijzingen zijn er wel, maar dan in de indirecte vorm. Doordat het verhaal namelijk niet chronologisch is verteld lees je soms over een gebeurtenis die chronologisch eerder heeft plaatsgevonden, maar in het boek nog later moet voorkomen. Van dat \'soort\' vooruitwijzingen zijn er erg veel.

Een grote tijdsverdichting vindt in het begin plaats, waarin een erg groot deel van het verhaal in een paar zinnen wordt samengevat. Een tijdsvertraging vindt telkens plaats als de hoofdpersoon zicht ergens kwaad over maakt, en daarover gaat denken, waarbij alles wat hij denkt beschreven wordt. Ook vindt er een tijdsvertraging plaats als de hoofdpersoon op het eind van het verhaal van een berg is geduwd.

8. Perspectief en vertelsituatie

Het boek is personaal geschreven vanuit de derde persoon. De verteller zelf speelt geen rol in het verhaal. De schrijver heeft dit perspectief gekozen omdat de hoofdpersoon eigenlijk een hele vervelende vent is, dus wilde de schrijver hem ook erg negatief laten overkomen, en dat gaat het best vanuit de derde persoon. Ook een reden om in dit perspectief te schrijven was misschien omdat de schrijver zich niet goed kon identificeren met de hoofdpersoon, en daarom niet vanuit de eerste persoon schreef. Een reden om niet als de \'alwetende verteller\' te schrijven voor de schrijver was, dat het doel van het boek was die ene hoofdpersoon goed te beschrijven, en misschien zelfs dat de lezers sympathieke gevoelens voor deze persoon zouden krijgen. Als de lezer echter gedachten van andere personen uit het verhaal zou weten, dan zou de hoofdpersoon helemaal erg negatief overkomen omdat (bijna) iedereen in het verhaal hem niet mag.

Het boek is personaal geschreven vanuit de derde persoon. De verteller zelf speelt geen rol in het verhaal. De schrijver heeft dit perspectief gekozen omdat de hoofdpersoon eigenlijk een hele vervelende vent is, dus wilde de schrijver hem ook erg negatief laten overkomen, en dat gaat het best vanuit de derde persoon. Ook een reden om in dit perspectief te schrijven was misschien omdat de schrijver zich niet goed kon identificeren met de hoofdpersoon, en daarom niet vanuit de eerste persoon schreef. Een reden om niet als de \'alwetende verteller\' te schrijven voor de schrijver was, dat het doel van het boek was die ene hoofdpersoon goed te beschrijven, en misschien zelfs dat de lezers sympathieke gevoelens voor deze persoon zouden krijgen. Als de lezer echter gedachten van andere personen uit het verhaal zou weten, dan zou de hoofdpersoon helemaal erg negatief overkomen omdat (bijna) iedereen in het verhaal hem niet mag.

9. Ruimte

Er zijn zeer veel flash-backs, die zich onder andere afspelen tijdens expedities, zoals naar Arhavi, Nouadhibou, Richard Toll, Iouik en Montfragüe. Ook zijn er flash-backs die zich afspelen in Rotterdam, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een klein deel van de flash-backs speelt zich hierna af in Rotterdam. Soms heeft de plaats waar de gebeurtenissen zich afspelen invloed op het verhaal, op andere momenten is dat niet zo. Rotterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft natuurlijk een grote invloed op de gebeurtenissen, het beheerst Otto’s leven. Maar de verschillende exotische plaatsen hebben niet zo’n grote invloed. Deze plaatsen bepalen natuurlijk wel de expeditie, maar niet Otto’s eenzaamheid en verdriet. Het maakt voor zijn gevoelens en gedachten niet uit of hij zich in Arhavi of in Iouik bevindt. Het maakt ook niet uit of Wessel in Montfragüe of in Nouadhibou van een berg viel, de gevolgen zijn dezelfde.

10. Taalgebruik en stijl

De schrijver heeft een moeilijk taalgebruik. Er staan veel moeilijke woorden in. Hij heeft wel een mooie stijl van schrijven. Kort maar krachtig.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Otto's oorlog door Koos van Zomeren"