Titel Otto\'s Oorlog
Uitgever Wolters-Noordhoff / Wolters Plantyn
Datum oorspronkelijke uitgave 1983
Datum gebruikte uitgave 1996
Aantal bladzijden 218
Aantal hoofdstukken 7
Aantal delen 1
Vorm Het boek is een roman
Genre Het genre van het boek is \'psychologisch\', want het belangrijkste onderdeel van het boek is (volgens mij) dat je de hoofdpersoon, zijn gedachten en gedragingen, en zijn goede en slechte gewoontes; dus eigenlijk zo veel mogelijk over hem te weten leert komen.
Thema Het thema is (of eigenlijk \'zijn\') de reizen die de hoofdpersoon samen met twee anderen maakt, en de verhoudingen, ruzies en belevenissen van die personen.
Plaats van handeling Het verhaal speelt zich af in:
-Arhavi, een stad in Turkije
-bij de Senegalrivier in Afrika
-de Extremadura in Spanje
-Banc d\'arguin in Mauritanië
-Rotterdam
De eerste drie plaatsen (Turkije, Afrika en Spanje) zijn waar de eerste drie expedities die de hoofdpersoon samen met twee anderen onderneemt plaatsvinden. Bij de vierde plaats (Mauritanië) is een expeditie die de hoofdpersoon samen met één van de twee anderen onderneemt, en de laatste plaats (Rotterdam) is de plaats waar de herinneringen van de hoofdpersoon zich afspelen, en waar de hoofdpersoon woont.
Tijd van handeling Het verhaal speelt zich in de jaren \'70, en het begin van de jaren \'80 af. Die laatste datum (1983 om precies te zijn) weet ik omdat dat aan het eind van het verhaal staat, maar waar het verhaal precies begint heb ik moeten gokken omdat dat niet helemaal duidelijk in het boek stond. Je kunt ook zeggen dat de vroegste tijd uit het verhaal 1940 is (het bombardement van Rotterdam), maar dat heb ik niet meegerekend omdat de stukken die zich in die tijd afspelen hoofdzakelijk herinneringen zijn, en dus niet bij het eigenlijke verhaal horen.
Tijd De precieze tijd waarin het verhaal zich afspeelt weet ik niet precies, maar ik weet wel dat het verhaal eindigt in 1983 (tevens de tijd waarin het boek werd geschreven) omdat dat aan het eind van het verhaal staat. Ik denk dat het verhaal in 1975 begint, en dan is de tijdsduur dus acht jaar (van 1975 t/m 1983). Het verhaal is niet chronologisch verteld: Alle stukken worden door elkaar vertelt, zodat ze soms iets te weten komt terwijl het pas later in het boek echt gebeurt. Er is echter wel een schema in het tijdsvolgorde van het verhaal te ontdekken: Het begint bij het punt dat de hoofdpersoon zijn laatste expeditie gaat maken. Daarna is er een stuk dat over de hele eerste expeditie gaat, gevolgd door een stuk over een deel van die laatste expeditie, daarna een stuk over de hele tweede expeditie, een stuk over een deel van de laatste expeditie, een stuk over de hele derde expeditie, en het eindigt met het einde van de laatste expeditie. Er worden dus eigenlijk twee verhalen (twee eenheden) met wel dezelfde hoofdpersonen verteld: Het ene gedeelte gaat alleen over de laatste expeditie, en is verdeeld over vier hoofdstukken, die telkens gescheiden worden door een hoofdstuk over de voorafgaande drie expedities. Het verhaal begint met een herinnering van de hoofdpersoon aan het bombardement van Rotterdam door de Duitsers. Er zijn veel flashbacks in het verhaal te vinden. De grootste flashbacks gaan allemaal over de tweede wereldoorlog (blz. 9 en 10). Andere flashbacks gaan over het terugdenken naar voorafgaande expedities (blz. 20), of over de dromen waar een van de reisgenoten van de hoofdpersoon over vertelt (blz. 102 en 103). Vooruitwijzingen zijn er wel, maar dan in de indirecte vorm. Doordat het verhaal namelijk niet chronologisch is verteld lees je soms over een gebeurtenis die chronologisch eerder heeft plaatsgevonden, maar in het boek nog later moet voorkomen. Van dat \'soort\' vooruitwijzingen zijn er erg veel.
Een grote tijdsverdichting vindt in het begin plaats, waarin een erg groot deel van het verhaal in een paar zinnen wordt samengevat (blz. 15).
Een tijdsvertraging vindt telkens plaats als de hoofdpersoon zicht ergens kwaad over maakt, en daarover gaat denken, waarbij alles wat hij denkt beschreven wordt. Ook vindt er een tijdsvertraging plaats als de hoofdpersoon op het eind van het verhaal van een berg is geduwd (blz. 218 en 219).
Schrijfstijl Aan het eind van dit boekverslag vindt U een gekopieerde bladzijde uit het boek, waarop goed de schrijfstijl te zien is.
-Perspectief: Het boek is personaal geschreven vanuit de derde persoon. De verteller zelf speelt geen rol in het verhaal. De schrijver heeft dit perspectief gekozen omdat de hoofdpersoon eigenlijk een hele vervelende vent is, dus wilde de schrijver hem ook erg negatief laten overkomen, en dat gaat het best vanuit de derde persoon. Ook een reden om in dit perspectief te schrijven was misschien omdat de schrijver zich niet goed kon identificeren met de hoofdpersoon, en daarom niet vanuit de eerste persoon schreef. Een reden om niet als de \'alwetende verteller\' te schrijven voor de schrijver was, dat het doel van het boek was die ene hoofdpersoon goed te beschrijven, en misschien zelfs dat de lezers sympathieke gevoelens voor deze persoon zouden krijgen. Als de lezer echter gedachten van andere personen uit het verhaal zou weten, dan zou de hoofdpersoon helemaal erg negatief overkomen omdat (bijna) iedereen in het verhaal hem niet mag.
-Woordgebruik: Achterin het boekverslag, bij de kopie uit het boek, kunt U commentaar op het woordgebruik vinden.
-Motieven: Er waren best veel motieven in dit verhaal. Een erg duidelijk motief was dat de schrijver telkens maar weer terugdacht aan de oorlog, of anderen erover vertelde, waarbij het dan steeds hoofdzakelijk over \'die eerste bom\' ging, die \'voor hem bedoeld was\'. Een ander motief is dat de hoofdpersoon de hele tijd denkt aan het ongeluk dat met een van zijn reisgenoten is gebeurd, en steeds doet voorkomen dat hij de schuld is. Er worden ook vaak door personen in het boek opmerkingen gemaakt over \'het ongeluk\'. Ook valt het op dat de hoofdpersoon (vooral aan het eind van het boek) steeds maar er aan denkt zijn neef te vermoorden. Nog een motief zijn natuurlijk de vogels die ze bekijken, en duidelijk in verband staan met de vogel uit het verleden van de hoofdpersoon. Als laatste motief wil ik noemen dat de hoofdpersoon voortdurend het gevoel heeft dat zijn beide reisgenoten tegen hem zijn, en zijn strijd met zijn neef om de \'aandacht\' van de andere reisgenoot.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden