Naar de overkant van de nacht door Jan van Mersbergen

Beoordeling 7.3
Foto van Cees
Boekcover Naar de overkant van de nacht
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3969 woorden
  • 1 februari 2012
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
44 keer beoordeeld

Boekcover Naar de overkant van de nacht
Shadow

Gedurende één lange met alcohol doordrenkte carnavalsnacht is niemand wie hij is, iedereen is verkleed en speelt een rol. Ralf was vroeger een schipperskind en zet nu als veerman de carnavalsgasten over naar de overkant van de nacht. Maar, zegt een als pater verklede man tegen Ralf, tijdens Vastelaovend ben je niet verkleed als iemand anders, tijdens Vas…

Gedurende één lange met alcohol doordrenkte carnavalsnacht is niemand wie hij is, iedereen is verkleed en speelt een rol. Ralf was vroeger een schipperskind en zet nu…

Gedurende één lange met alcohol doordrenkte carnavalsnacht is niemand wie hij is, iedereen is verkleed en speelt een rol. Ralf was vroeger een schipperskind en zet nu als veerman de carnavalsgasten over naar de overkant van de nacht. Maar, zegt een als pater verklede man tegen Ralf, tijdens Vastelaovend ben je niet verkleed als iemand anders, tijdens Vastelaovend ben je eindelijk jezelf. 

In de drukke straten van Venlo en in de volle cafés en bars houdt Ralf minutieus zijn score bij van biertjes, jenever en andere opwekkende middelen. Met zijn schippersbenen houdt hij het net zo lang vol als de meest doorgewinterde carnavalsvierders. Hij ontdekt dat het feest niet alleen gaat over drank en seks in een donker portiek. Af en toe denkt hij aan thuis, aan zijn vriendin Sara en haar kinderen. Sara, die als schoolmeisje al verliefd op hem was. En die hij zevenentwintig jaar later weer tegenkwam in de supermarkt als alleenstaande moeder met vier kinderen. Vanaf dat moment besluit hij haar bij te staan en samen met haar de kinderen te verzorgen.

Tegen de kleurrijke achtergrond van de Vastelaovend ontvouwt zich het verhaal van een man die niet alleen de dieperliggende lagen van het feest ontdekt – de warmte, de saamhorigheid, de serieuze ondertoon van de gein en dwaasheid - maar die ook beseft dat hij zichzelf is kwijtgeraakt in de zorg voor het gezin.

Uiteindelijk vindt hij zichzelf terug, bijna zoals de pater voorspelde.

Naar de overkant van de nacht door Jan van Mersbergen
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Feitelijke gegevens
Titel: Naar de overkant van de nacht
Oorspronkelijke titel: idem
Auteur: Jan van Mersbergen
Verschijningsdatum 1e druk: 11-11-‘11
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 176
Uitgeverij: Cossee
Verfilmd als: nvt
Verslag geschreven door: Kees van der Pol

Biografie auteur
Jan van Mersbergen (geboren in Gorinchem op 10 april 1971) is romanschrijver. Hij groeide op aan de Brabantse kant van de rivier de Merwede, ging naar de middelbare school in Gorinchem en verhuisde op zijn negentiende naar Amsterdam. Hij studeerde HBO Cultuur en Beleid en Cultuursociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte onder andere als stratenmaker, als opperman in de bouw, als proefdierverzorger, als postbode, maar voornamelijk in het theater; als producent, productieleider, decorbouwer, fondsenwerver en administrateur. Sinds 2000 houdt hij zich serieus bezig met schrijven
Hij debuteerde in 2001 met de roman De grasbijter (Meulenhoff). In het algemeen wordt hij door recensenten geroemd om zijn mooie romans en zijn fraaie stijl.

De flaptekst
Gedurende één lange met alcohol doordrenkte carnavalsnacht is niemand wie hij is, iedereen is verkleed en speelt een rol. Ralf was vroeger een schipperskind en zet nu als veerman de carnavalsgasten over naar de overkant van de nacht. Maar, zegt een als pater verklede man tegen Ralf, tijdens Vastelaovend ben je niet verkleed als iemand anders, tijdens Vastelaovend ben je eindelijk jezelf.
In de drukke straten van Venlo en in de volle cafés en bars houdt Ralf minutieus zijn score bij van biertjes, jenever en andere opwekkende middelen. Met zijn schippersbenen houdt hij het net zo lang vol als de meest doorgewinterde carnavalsvierders. Hij ontdekt dat het feest niet alleen gaat over drank en seks in een donker portiek. Af en toe denkt hij aan thuis, aan zijn vriendin Sara en haar kinderen. Sara, die als schoolmeisje al verliefd op hem was. En die hij zevenentwintig jaar later weer tegenkwam in de supermarkt als alleenstaande moeder met vier kinderen. Vanaf dat moment besluit hij haar bij te staan en samen met haar de kinderen te verzorgen.
Tegen de kleurrijke achtergrond van de Vastelaovend ontvouwt zich het verhaal van een man die niet alleen de dieperliggende lagen van het feest ontdekt – de warmte, de saamhorigheid, de serieuze ondertoon van de gein en dwaasheid - maar die ook beseft dat hij zichzelf is kwijtgeraakt in de zorg voor het gezin.
Uiteindelijk vindt hij zichzelf terug, bijna zoals de pater voorspelde.


Eerste zin van het boek
“\'Tijdens Vastelaovend ben je niet verkleed als iemand anders, tijdens Vastelaovend ben je eindelijk jezelf.\' “

Quotes
“Carnaval is een fysieke sport; voor sommigen een contactsport, maar vooral is het een kwestie van volhouden. Blijven gaan, je gedachten in je hoofd houden en die er als een stuiterbal doorheen laten testen.”

“Varen kan alleen maar gaan over het nu, al slepen de plaatsen waar je geweest bent achter je aan en is het altijd zoeken naar nieuwe bestellingen en nieuwe vrachten. Als je vaart staat de tijd stil, net zoals met de Vastelaovend merk ik.

Ik schud en wieg als een tuimelaar, van bakboord naar stuurboord. Ik ben niet alleen, want de anderen volgen deze Kraanvogel in zijn dans. Niet alleen. Ik voel weer de warmte van Sara’s gezin waarin ik ondergedompeld werd nadat ik het rijtjeshuis van mijn drinkende oom inwisselde voor haar woning. Die eerste weken, die eerste maanden. De fysieke drukte van vijf mensen. De warmte van de tast. Sara die een hand op mijn rug legde wanneer ik aan tafel stond en Helen of Nettie hielp met eten.’


Trivia
Het boek van Jan van Mersbergen verscheen officieel op 11-11-2011, de dag die het officiële begin van de carnavalsperiode is. Dat is natuurlijk heel toepasselijk want de roman gaat over drie dagen carnaval in Venlo.
\'Voor sommigen een doodnormale dag. Een dag waarop ouders hun kinderen van school halen. Een dag waarop er gewerkt of geluierd wordt. Voor anderen de start van het vastelaovesseizoen,\' aldus de website www.vastelaovendinlimburg.nl.

Van Mersbergen in een interview op nu.nl: “Deze roman moest een roes worden. Het tempo, de ingrediënten, de beleving en de associaties staan allemaal in dienst van die roes. Je kunt niet een boek over Vastelaovend in de verleden tijd schrijven. De lezer moet die nacht zelf meemaken. Alleen dan kun je de diepere lagen van het carnaval ontdekken. De warmte, de saamhorigheid en de serieuze ondertoon van alle gein en ongein.\"

Samenvatting
Ralf is de ik-verteller, afwisselend in de o.t.t. en in de o.v.t., die op de maandag van het carnavalsweekend met zijn oom Lau vanuit het noorden naar Venlo is afgereisd om carnaval te vieren. Zijn oom is hij tijdens het drinkgelag kwijtgeraakt en hij ontmoet allerlei vreemde personen tijdens de kroegentocht. Hij heeft een scheurkalender waarop 40 staat (het aantal biertjes dat hij die dag gedronken heeft) en hij ontmoet in het eerste hoofdstuk een pater die een scheurkalender bijhoudt met emotionele momenten. Ralf heeft zich verkleed als de “veerman.”(hier steekt het klassieke motief van Charon achter die de doden naar de overkant brengt tegen betaling) Hij zal de carnavalsvierders naar de overkant van de nacht brengen. Ze zijn die ochtend samen weggebracht door de oppas van Sara en daarna met de trein naar Venlo gereden. Ralf heeft zijn vriendin Sara achtergelaten en de vier kinderen die ze heeft. Sara is een jeugdvriendin van hem.

In het tweede hoofdstuk drinkt en denkt hij verder. Hij ontmoet een vrouw die hem vraagt waarom hij huilt. Hij denkt daarbij terug aan vroeger. Hij is de zoon van een zandschipper, maar omdat hij slim genoeg was, mocht hij naar het gymnasium en moest hij bij zijn oom Lau wonen. Sandra was elf toen ze een vriendinnetje aan Ralf liet vertellen dat ze op “hem was.” Hij reageerde lomp en als hij haar dan ruim zevenentwintig jaar later in een supermarkt tegenkomt, krijgt hij wroeging van die lompheid. Ze heeft een bewogen leven achter de rug met een Amerikaanse man die haar in de steek heeft gelaten, nadat ze twee kinderen had gebaard en twee bij zich droeg. De jongste tweeling is bovendien ernstig gehandicapt (nl. doof en blind). Na de hernieuwde kennismaking was Ralf bij Sara gebleven en hij zorgt goed voor de kinderen. Wanneer je de verstrekte gegevens nader bekijkt, moet hij nu ongeveer begin veertig zijn, de leeftijd waarop je nadenkt over de zin van het leven. Hij zegt namelijk dat hij al vijf jaar bij Sara is en elke nacht bij de gehandicapte kinderen zit.

Na de ontmoeting met andere mensen (oudere mannen en vrouwen), besluit hij van veerman kraanvogel te worden en een rode kap op zijn kop te trekken. Hij blijft flink drinken en de teller loopt aardig op. Het is niet alleen bier dat genuttigd wordt, maar ook kleine flesjes Flügel en glaasjes Jägermeister. Een normaal mens zou erbij neervallen, maar bij het carnaval moet je je juist staande houden. Elke keer weer krijg je als lezer meer informatie over de kinderen van Sara. Er is ook een jongen Alvin, die erg van zijn speelgoed kraanwagen geniet; het oudste meisje Maybelle heeft een probleem met eten. Ze vreet wat af, ook ’s nachts als hij haar wel eens betrapt met stelen uit de koelkast.

Ralf ontmoet een groep mannen van buiten die als Mexicanen verkleed zijn, maar zich Maxicanen noemen, omdat ze ongelimiteerd veel kunnen zuipen. Ze zijn een graag geziene gast in Venlo, omdat ze elk jaar naar het carnaval komen. Maar zijn gedachten vliegen steeds heen en weer tussen heden en verleden. Vaak naar Sara door middel van een associatie, maar ook naar zijn jaren bij oom Lau en aan de tijd dat hij nog meevoer met zijn ouders op de zandschuit. Met zijn oom heeft hij in discotheek Het Putje ook zijn eerste carnaval gevierd en zijn eerste grietje versierd dat enkele jaren ouder was.
Hij vraagt zich af waarom hij bij Sara gebleven met vier kinderen die niet van hem zijn. Hij heeft het vooral ’s nachts lastig, omdat de tweeling vaak schreeuwend de nacht doorbrengt en Sara daar eigenlijk niet meer tegen kan. Hij heeft dus veel liefde en warmte aan relatief onbekenden gegeven en hij vraagt zich wel af in de Vastelaovend of hij er genoeg voor teruggekregen heeft.

In één van de kroegen ontmoet hij een vrouw die hij Sunny noemt, ze is namelijk als zonnebloem verkleed. Ze lijkt heel gewillig en grijpt hem ook in zijn kruis. Even later is hij haar weer kwijt. Dan gaat hij weer met enkele mannen die elkaar flink trakteren op drank bij de Griek een bord gyros met friet eten. Hij gooit alvast een visje uit of hij ’s nachts ergens kan blijven slapen, want hij is oom Lau helemaal uit het oog verloren en hij weet niet waar ze logeren. Wel heeft hij een briefje met een adres op zak.

Hij krijgt ook spijt van zijn botte weigering op Sara’s “aanzoek” in het steegje, toen hij elf jaar was. Als hij toen had gezegd dat hij ook verliefd was op haar, had hij haar een leven van ellende kunnen besparen. Is dat de reden (schuldgevoel) dat hij bij Sara gebleven is, enkele jaren geleden? Hij krijgt ook de neiging steeds naar huis te bellen om te vragen of alles goed is. De ene keer krijgt hij geen gehoor, de andere keer neemt de oppas Carry op en zegt hem dat alles in orde is. Hij ontmoet een jong meisje dat ook erg open is met veel dingen en hij moet daarbij denken aan stiefdochter Maybelle, die een eetprobleem heeft en bereid was met hem mee te gaan naar het carnaval. Oom Lau had gezegd dat hij er na al die jaren met nachtelijke problemen met de tweeling er eens een weekendje uitmoest om carnaval te vieren. Sara had gezegd dat het “goed.” was.

In de Keulse Kar ontmoet hij Sunny weer, die hem duidelijk laat merken dat ze wel seks met hem wil. Tenslotte is carnaval een feest van zuipen en neuken. Hij redt ook een ander meisje van een al te vervelende aanraking met een man die een marine-uniform aanheeft. Ze bedankt hem ervoor. Met zelfmedelijden bedenkt Ralf dan dat Sara hem eigenlijk nooit heeft bedankt voor alles wat hij voor haar en haar kinderen heeft gedaan.

Intussen heeft Ralf het idee gekregen dat hij best wat met Sunny kan uitspoken als ze zich zo blijft aanbieden. Hij regelt met een van de Maxicanen dat hij een kamer van hun hotel (109) kan krijgen. Hij gaat er met haar naar toe. Maar het komt niet echt tot een seksuele handeling, omdat hij over Sara begint. “Als je iemand mist, ben je nooit alleen.”zegt Sunny. Ze is even daarna verdwenen. De mannen komen hem halen om in de kelder van het hotel een soort afterparty te houden. Hij gaat er wel heen, maar de sfeer is niet geweldig. Hij krijgt ook nog wat onenigheid , natuurlijk omdat hij teveel heeft gedronken. Dan vindt hij het tijd om naar zijn logeeradres te gaan. Hij vraagt aan één van de mannen waar het is, en een man als raaf verkleed (het symbool van Venlose carnaval) brengt hem er naar toe. Daarvoor moeten ze over de rivier die bevroren is lopen. Het is dus weer een verwijzing naar de veerman die iemand naar de overkant brengt. De gastvrouw heeft op hem gewacht en hij mag zelfs in een warm bad plaatsnemen. Zijn oom Lau ligt dronken in een bed. Wanneer hij uit bad komt, krijgt hij weer behoefte naar huis te bellen. Hij krijgt eerst zijn stiefzoon Alvin aan de lijn, maar hij vraagt naar Sara. Hij zegt heel lief tegen haar dat hij haar mist. En dat hij terugkomt.

Titelverklaring
Ralf is aan het begin van het verhaal een verman. Hij brengt de mensen tegen betaling naar de overkant van de nacht, dat wil zeggen hij moet hen veilig door de nacht loodsen. Dat betekent dat hij zelf ook tussen twee oevers moet bewegen en dat past goed bij zijn karakter: hij weet eigenlijk niet welke richting hij opmoet. Is hij gedoemd om eeuwig te blijven zwerven,. Zoals dat met de klassieke veerman uit de Griekse mythologie ging. Deze Charon zette de doden over naar de Onderwereld. Ze moesten daarvoor betalen met een muntje (een obool) dat onder hun tong werd gelegd. Dat gegeven komt ook letterlijk in het verhaal voor. Ook staat er enkele keren in de tekst ‘Who pays the ferryman?” In het laatste hoofdstuk heeft hij zelfs een biermuntje onder zijn tong gelegd wanneer hij naar de overkant van de rivier wordt gebracht door iemand die verkleed is als Raaf.

Lijst met belangrijkste personages/karakters
Ralf
Sara
Oom Lau

Analyse van de personages/karakters
Ralf is een jongen van eenvoudige komaf. Hij is zoon van een zandschipper, die heel goed kon leren. Daarom mag hij van het schip af en bij zijn oom Lau gaan wonen, die als een tweede vader fungeert. Bij hem ziet hij de vogelgids waardoor hij veel namen van vogels in het Latijn kent. Als hij elf jaar is, krijgt hij een aanzoek van Sara dat hij bot weigert, maar hij krijgt daar later spijt van. Intussen heeft hij veel losse relaties achter de rug, totdat hij Sara tegenkomt in een supermarkt. Als hij ziet dat de vier kinderen van Sara het moeilijk hebben, vooral de dove en blinde tweeling, ontfermt hij zich over het gezin. Hij doet meer dan van hem verlangd mag worden, want het zijn z’n eigen kinderen niet. Dat trekt hij zich aan, want het leven van Sara had misschien heel anders kunnen verlopen, als hij wel verkering met haar had genomen. Maar het is een relatie waarin hij veel geeft (liefde en warmte aan de stiefkinderen) en maar weinig terugkrijgt. Tijdens Vastelaovend denkt hij erover of het nog zin heeft terug te gaan. Maar hij neemt een dapper besluit, nadat hij Sara heeft opgebeld.
Wanneer je naar de verstrekte gegevens kijkt, moet Ralf aan het begin van de veertig zijn, want hij ontmoet Sara weer op zijn achtendertigste en hij is al enkele jaren bij haar. Dat betekent dat hij op de leeftijd is dat hij nadenkt over de zin van het leven: de periode van de midlifecrisis. Wat heeft het leven me gebracht?

Sara wordt natuurlijk alleen maar neergezet door Ralf. Alles wat we weten, krijgen we via Ralf te horen. Ze is een aardig blond meisje met blauwe ogen geweest dat te verlegen was om zelf haar liefde voor hem te openbaren. Ze was in haar schulp gekropen en had gehuild toen hij haar bot had afgewezen. Jaren later komt ze hem weer tegen en als ze hem duidelijk maakt dat de tweeling doof en blind is en bovendien erg afhankelijk, besluit hij te blijven. Maar Ralf vertelt dat zij de opvoeding van de kinderen eigenlijk niet aankan en dat hij zich verantwoordelijk blijft voelen. Op mij als lezer komt Sara als een labiele vrouw over.

Oom Lau wordt niet erg uitgewerkt. Hij lijkt in de jeugd van Ralf een vervangende vader die niet altijd als goed voorbeeld fungeert, maar hem toch ook wegwijs maakt in het leven. Hij gaat met hem voor de eerste keer naar het carnaval in Brabant, wat iets schunniger verloopt dan in Limburg. Onder zijn hoede (als stratenmaker) heeft Ralf ook voor de eerste keer seks met een oudere vrouw. Toch ligt hij ook vaak als zatlap op de bank naar de televisie te kijken. In Venlo verliest Ralf oom Lau al snel uit het oog: is hij daarmee zijn gids kwijt en moet hij het zelf maar uitzoeken. Aan het einde van het verhaal is Lau al op het adres waar ze zullen overnachten: hij ligt al in een “ coma” vanwege het vele drinken.

Genre
Psychologische roman

Uitgewerkte thematiek en motieven
In deze roman komt voornamelijk het thema aan de orde dat mensen gaan nadenken over het leven als ze op een bepaalde leeftijd zijn gekomen. Ralf is ongeveer veertig jaar en hij zit in het midden van zijn leven. Wanneer hij nadenkt over de zin van het bestaan, kun je hem als het ware in een midlifecrisis zien. Heeft hij er goed aan gedaan om met Sara in zee te gaan of is hij alleen maar uit een soort schuldgevoel met haar meegegaan. Toen hij jong was, had hij haar namelijk op een brute wijze afgewezen en hij heeft daar spijt van gekregen. Sara heeft veel ellende meegemaakt en Ralf wil dat goedmaken. Hij neemt de zorg van haar vier kinderen die dus niet eens van hemzelf op zich. Sara kan de opvoeding niet echt aan: vooral met de gehandicapte tweeling heeft ze moeite, als die haar ’s nachts wakker houden. Het is dus een echte opoffering van Ralf als hij al vijf jaar lang elke nacht met de schreeuwende kinderen optrekt. Ook met de andere kinderen heeft hij een redelijke band. De zin van zijn bestaan is er dus op gericht het leed van anderen te voorkomen. Hij denkt over dat offer na op de dag dat het carnaval is, een juist moment ter overweging. In de beleving van de Venloënaren is carnaval niet zoals in Brabant vaak het geval is een feest van drank en seks. Je moet bij jezelf nadenken wat je met je leven wilt. Dat doet Ralf tijdens de kroegentocht die hij onderneemt. Hij denkt tevens terug aan zijn jeugd op een zandschuit met redelijk eenvoudige ouders. Zelf heeft hij een gymnasiumopleiding gevolgd. Hij is een tijdje door zijn oom Lau opgevoed. Die heeft als een soort surrogaatvader voor hem gefungeerd. Na de carnavalsavond neemt hij een besluit.

Motieven die een rol spelen in deze kleine roman:
- Opofferende liefde
- Opvoeding en jeugd
- Terug naar het verleden (en zijn jeugdliefde)
- De zin van het bestaan
- Queeste: op zoek gaan naar jezelf.
- Drankgebruik
- Seksualiteit
- Klassieke mythologie (vgl. veerman Charon) Er wordt niet voor niets in deze roman veel aandacht besteed aan dit klassieke motief. Orpheus heeft zijn geliefde verloren en krijgt een tweede kans om haar te halen. Daartoe moet hij de veerman omkopen. Ralf heeft Sara in zijn jeugd verloren, maar hij krijgt een tweede kans om Sara te verwerven. Hoewel hij door de nacht heen moet (vgl. ook de sombere kelder van het hotel aan het eind en het oversteken van de bevroren rivier ) weet hij wel dat hij terug zal keren naar Sara, zoals de klassieke Orpheus naar Eurydice terugkeerde.

Structuur en perspectief.
Dit verhaal over de betekenis van carnaval heeft een indeling in hoofdstukken. 11 natuurlijk, want dat getal hoort immers bij carnaval. De ik-verteller Ralf vertelt zijn verhaal van die koude carnavalsavond (-15 graden Celsius) en hij doet verslag van zijn belevenissen in Venlo. Maar associatief vertrekt hij tussendoor steeds over zijn jeugd en zijn relatie met Sara en haar kinderen. Dan kan soms in één zinnetje en soms in een anekdote. De lezer moet dus erg op zijn hoede zijn, want soms is een zinnetje alleen maar een verwijzing naar het verleden.
Deze vertelstijl doet sterk denken aan Ulysses van James Joyce. Joyce hanteert de Stream of consciousness- ofwel interior monologue-techniek, een schrijfstijl die aspireert de gedachten van de personages op natuurgetrouwe wijze weer te geven
De chronologische wijze wordt op deze manier natuurlijk wel doorbroken.

Ralf is de veertiger die carnaval viert in Venlo: hij vertelt in de ik-vorm en de gebeurtenissen over de Venlose Vastelaovend worden weergegeven in de o.t.t.; de flashbacks uit het verleden vertelt hij in de o.v.t.

De tijd en het decor van de handeling
Er is wel sprake van een actueel verhaal op een maandag in de carnavalsweek, maar het wordt niet duidelijk in welk jaar dat het geval is. Misschien is daarvoor wel symbolisch de passage in het boek waarin een carnavalbezoeker Ralf wijst op het stilstaan van de klok in een café. Wie carnaval viert, moet buiten de tijd staan: het is een moment om niet aan de alledaagse dingen te denken. Het doet er eigenlijk niet toe wanneer het verhaal speelt, omdat het thema is dat je op zoek moet gaan naar jezelf en dat is een thema van alle tijden. Wel is er sprake van een modern verhaal, want er wordt verteld over euro’s en mobieltjes.

De Vastelaovend zelf speelt zich af in Venlo, de stad waarheen Ralf met zijn oom Lau gereisd is. Hij zelf komt uit het noorden, maar nergens wordt verteld uit welke stad ze afkomstig zijn.
Maar het dorp waarin hij woont, zal niet in de noordelijke provincies liggen. Er wordt namelijk gesproken dat hij in zijn jeugd alleen maar met de pont over hoefde, wanneer hij naar het carnaval in Brabant wilde gaan met zijn oom Lau.
Ze reizen op de bewuste dag met de trein naar Venlo en laten treinpassagiers uitstappen in Den Bosch en Eindhoven.

De stijl
In het algemeen worden de kleine romans van Jan van Mersbergen in recensies geroemd om zijn fraaie stijl. Dat is ook in deze roman het geval. Je moet als lezer steeds nadenken over wat hij vertelt en verwijst hij naar wat hij al eerder heeft verteld.. Soms gaat hij op de filosofische toer.

Enkele voorbeelden:
“Ik geef haar een biertje. Weer een bedankje met die jonge zachte stem en ze zet haar mond aan het bekertje en neemt een slokje. Haar bedankje laat ik heel langzaam tot me komen, niet gehinderd door de muffe nachtelijke lucht van thuis die tot op de overloop heerst en die alle bedankjes van Sara waar ik op wachtte opslokte. Ze kwamen niet. En nu pas voel ik hoeveel pijn dat deed en ik leg een hand op de bovenarm van de Aardbei, heel zachtjes en mijn stem piept. Dat stel ik zeer op prijs.” (blz. 134)\\

“Deze geüniformeerde man, met zijn zwarte kop en rode toef, heeft na duizenden kilometers vliegen en klapwieken zijn broedplaats gevonden. Mijn hoofd is vrij. Ik laat me niet meer tegenhouden. Niet door Sara, niet door de kinderen. Niet door mezelf, Halen waar je voor komt. Pakken wat je kunt. (blz. 140)

“Wat ze eigenlijk wilde weten was of er ook een moment zou komen waarop ik het op zou geven. Maar ik kom van een schip. Ik geef niet op. Ik loop van de boeg naar achteren. Het schip glijdt onder me door en ik blijf op dezelfde plek op deze wereld, met het bewegende gevaarte onder me, en de krachtige rivier. Eindelijk mezelf. (blz. 151)


Slotzin
“Ik ga liggen, knip het lampje uit en sla de slaapzak om me heen.”

Beoordeling Scholieren.com
Het is een prachtige kleine, roman over de essentie van het carnaval, maar ook over de betekenis van liefde en warmte onder de mensen. Carnaval is meer dan een feest om te zingen, zuipen en te neuken, maar in de roman van Jan van Mersbergen wordt het ook een moment van bezinning. Ralf denkt na over wat hij in zijn leven gedaan heeft: zijn jeugd als schipperskind, zijn periode op het gymnasium, zijn afwijzing van Sara en zijn terugkeer bij zijn jeugdliefde. Hij bezint zich in het verhaal op de situatie met de vier kinderen die Sara eigenlijk niet aankan. Zal hij bij haar blijven? Van Mersbergen geeft een duidelijk antwoord op de door Ralf gestelde vraag. Ralf neemt zijn verantwoordelijkheid.

Niet alleen de inhoud is mooi, maar ook de stijl van de schrijver spreekt aan. Het is een kleine roman, waarin de meeste zinnen raak zijn. De stijl van de monoloog interieur die door James Joyce in de moderne literatuur populair werd, wordt door hem onverminderd en in volle glorie toegepast. Dat vraagt wel aandachtig lezen van een welwillende lezer.

Recensies
De roman werd in de recensies volop geprezen.
http://www.volkskrant.nl/wca_item/boeken_detail/453/199391/Naar-de-overkant-van-de-nacht.html
http://www.nrclux.nl/Naar-de-overkant-van-de-nacht-Jan-van Mersbergen/nl/product/863636/
http://www.twenteuitdekunst.nl/boeken/zonder-dich-wil-ik-neet-zien-aoh-josefien
http://www.recensieweb.nl/recensie/3682/Voorbijrazende+vertelling+van+%E9%E9n+nacht.html

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Naar de overkant van de nacht door Jan van Mersbergen"

Ook geschreven door Cees