Morgen sla ik terug door Joost Heyink

A. Zakelijke gegevens

1. Titel van het boek of de film.
Morgen sla ik terug.

2. Naam van de auteur of regisseur.

Joost Heyink.

3. Naam van de uitgever of filmmaatschappij.
Van Holkema & Warendorf.

B. Eerste persoonlijke reactie

Je vertelt in het kort waarom je het boek of de film hebt gekozen. Ook geef je je eerste indruk van het boek of de film in een stuk of tien regels. Daarbij kun je gebruik maken van de lijst van beoordelingswoorden achter in het theorieboek.

Ik heb dit boek gekozen, omdat de titel, de achterkant en het thema mij aansprak. Ik houd van boeken die waar gebeurd kunnen zijn. Dit boek is een voorbeeld ervan, alleen het einde van dit boek is een beetje nep. Je gaat ook echt meeleven met dit boek en je verplaatst je in de hoofdpersoon zelf.

C. Boekbespreking

1. a. Probeer uit te leggen wat de titel van het boek met het verhaal te maken heeft

.
Ik vind de titel “Morgen sla ik terug” wel goed gekozen. Berend gaat op zoek naar Jenny en Rob om ze te straffen voor wat ze bij hem gedaan hebben.

b. Wat voor een soort verhaal is het boek? (bijv. oorlogsverhaal of liefdesverhaal)

Genre geweld, avontuur, detective, spanning en liefde.

2. a. Wie is de hoofdpersoon/zijn de hoofdpersonen in het verhaal?

Rob.

b. Beschrijf in het kort het uiterlijk en het karakter van de hoofdpersoon/hoofdpersonen.
Rob - Rob is de hoofdpersoon in het verhaal en is de zoon van Jenny en Berend. Hij zit op de middelbare school en is rond de leeftijd van 14/16 jaar oud. Het is een jongen die veel geeft om zijn moeder vanwege dat zijn vader haar slaat.

3. a. Wie zijn de belangrijkste andere personen in het verhaal?

, Jenny, Berend Franke, Maria, Klaas en Hanneke.

b. Wat is de relatie tussen de hoofdpersoon en de andere personen?
Jenny - Jenny is de moeder van Rob en is een bang.

Berend Franke - Berend Franke is de vader van Rob en is een agressief figuur. Hij reageert zijn woedde af op zijn Jenny.

Maria - Maria is het vriendinnetje van Rob. Ze is blij en vrolijk

Klaas - Klaas is een nieuwe vriend die Berend Franke ontmoet in de kroeg. Het is een aardige man maar wel op de verkeerde manier.

Hanneke - Hanneke is de zus van Jenny en is een vrouw die goed te vertrouwen is.

4. a. Wat is het probleem van de hoofdpersoon/hoofdpersonen?
Het probleem van Rob is dat zijn moeder geslagen wordt door zijn vader. Hij moet ervoor zorgen dat zijn vader zijn moeder niet meer slaat. Hij lost het probleem op door samen met zijn moeder te vluchten voor zijn vader en ervoor te zorgen dat zijn vader hen niet vindt.

5. a. Waar speelt het verhaal zich af?
Dit verhaal speelt zich eerst in een dorp af. Later speelt het zich op een camping af in een vakantiehuisje op de hei, 100 kilometer verderop.

D. Samenvatting van het verhaal

Schrijf in je eigen woorden een samenvatting van het verhaal. Vertel in het kort de belangrijkste gebeurtenissen na. (minimaal: half A-4, maximaal: één A-4)

Het verhaal gaat over Rob, zijn moeder (Jenny) en zijn vader (Berend). Zijn vader slaat zijn moeder als ze weer eens iets fout heeft gedaan. Maar de fouten van Jenny, zijn eigenlijk helemaal geen fouten. Berend kan zich bijvoorbeeld heel erg irriteren als het toetsenbord een paar cm verschoven is.

En dan gaat hij maar slaan, want anders leert ze het nooit..

De volgende ochtend heeft hij er altijd spijt van. Hij zal veranderen maar dan moest zij dat ook. Het probleem is dat de moeder helemaal niet kan veranderen omdat ze dus eigenlijk niks fout doet..

Rob heeft zijn moeder al vaak geadviseerd weg te gaan van hem. Maar ze deed het niet. Tot dat hij te ver ging. Ze had al een heel plan bedacht van hou ze konden vlucht.

Ondertussen zat Berend weer eens in de kroeg. Dit keer ontmoete hij daar een nieuwe vriend, genaamd Klaas. Klaas was een aardige kerel maar wel op de verkeerde manier. Hij wist veel van computers af en wou Berend wel helpen om zijn gezin terug te vinden. Klaas vraagt aan Berend of Rob het wel eens over msn of chatten had. Ja zei Berend. Hij heeft 1 chatvriend: Berry. Na veel uitzoeken kwamen ze op Rob’s msn en kregen ze van Berry een paar antwoorden te weten. Eerst dacht Berend dat hij daar nog niet zo heel veel aan had en hij ging naar familie en vrienden. Hij dreigde met van alles en haalde alle spullen overhoop maar bij Jenny’s zus, Hanneke, kreeg hij ook niks los, terwijl die best wist waar Jenny was. Na lang denken en zoeken kwam hij oude agenda’s van Jenny tegen. Hij had een paar aanwijzingen van Berry gekregen. 100 kilometer, bos of hei, huisje, oude schoolvriendin. Hij heeft alle oude agenda’s van Jenny na gekeken en toen bleven er nog maar een paar vriendinnen over. Hij heeft alles afgebeld maar kon het niet vinden. Berend is naar campings in de buurt gegaan om te zoeken en had er een aantal gevonden. Helaas wilden de campings niks over hun klanten loslaten, totdat Berend zich voordeed als de politie. Hij zei dat hij een plotselinge inval moest doen om bepaalde reden en zo kwam hij er achter waar Jenny en Rob zich schuilhielden.

Ondertussen bij Jenny in de bibliotheek liep alles goed. Ze hadden genoeg geld om rond te komen en bij Rob op school ging het ook goed. Hij zit in een leuke klas en met een meisje, Maria, kan hij goed opschieten. Aan het einde van het boek krijgt hij ook verkering met Maria. Als op een rustig avondje Jenny en Rob bij de openhaard televisie zitten te kijken horen ze ineens gebonk op de deur. Ze vragen zich af wie dat nou kan zijn, en doen niets. Totdat Berend ineens in de huiskamer staat. Hij grijpt Jenny bij haar keel en dwingt haar mee te gaan of anders haalt hij de politie erbij. Hij dreigt met van alles en Rob is het zat. Hij pakt de openhaardpook en slaat z’n vader daarmee op z’n hoofd. Hij valtl neer en Jenny en Rob gaan er met de auto vandoor. Net toen ze dachten dat hij hun niet achtervolgde dook er een auto achter hun op. Jenny rijdt zo hard ze kan maar ze heeft geen idee waar ze zit. Na een lange achtervolging hebben ze een auto met een paar deukjes meer en een kapotte vooruit. Ze rijden vol gas recht op een T-splitsing af, maar Jenny kan niet meer remmen en probeert de bocht nog te halen. Hierdoor knallen ze tegen een boom en doet hun auto het niet meer. Berend rijdt nog steeds vol gas achter hun aan en wil op ze inrijden. Net op dat moment doet Jenny’s auto het weer, en Berend rijdt vol gas het kanaal in dat er achter zat. Hij vliegt door de vooruit en is terplekke dood.

Een paar weken later zijn ze nog hartstikke blij op de plek waar ze wonen en daar blijven ze ook wonen.

E. Lees- en kijkervaringen

Onderwerp

1. a. Wat is het onderwerp van het verhaal (bijv. verslaving of pesten)?

Mishandeling.

b. Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat?

Ja, ik hou wel van een boek met een beetje actie.

Personages

1. a. Met wie kijk je mee in het verhaal? Leg uit.

De ik-verteller vertelt het verhaal. Er staat iedere keer ik in.

b. Wie van de personen uit het verhaal zou je het liefste willen zijn? Leg uit.
Rob want die is op het einde een soort van held.

Spanning

1. a. Welke manieren heeft de schrijver gebruikt om het verhaal spannend te maken?
- De schrijver maakt het verhaal spannender door het antwoord uit te stellen of te vertragen.
- De schrijver maakt het verhaal spannender doordat de hoofdpersoon in een gevaarlijke situatie terecht komt.

Opbouw

1. a. Op welke manier begint het verhaal: met een inleiding of middenin de
gebeurtenissen? Leg uit.

Het begint met een inleiding want op de eerste bladzijde staat hoe het verhaal begint.

b. Hoe eindigt het verhaal: goed of slecht? Leg uit.

Het verhaal eindigt goed want de vader gaat dood en Rob en zijn moeder leven nog lang en gelukkig.

c. Heeft het verhaal een open of een gesloten einde? Leg uit.

Een gesloten einde want er staat niet wat er later gebeurd.

d. Vind je dat de gebeurtenissen logisch op elkaar volgen? Leg uit.

Ja de gebeurtenissen volgen wel logisch op elkaar. Soms staat er wel eens een tijdsprong in en dan staat er voor en na de tijdsprong een gebeurtenissen.

Tijd

1. a. In welke tijd speelt het verhaal zich af? (bijv. verleden/heden/toekomst).

Ik het heden.

b. Hoeveel tijd verloopt er tussen het begin en het eind van het verhaal(bijv. dag/maand/jaar)?

Ongeveer 10 jaar.

F. Informatie over de auteur/regisseur

Zoek in de bibliotheek of op internet enkele gegevens op over het leven en het werk van de auteur/regisseur.

Geboortedatum :14 juni 1946

Geboorteplaats : Scheveningen

Joost Heyink verhuisde in zijn jeugd heel erg veel. Hij heeft onder andere in Scheveningen, Leeuwarden, Antwerpen, Rotterdam, Garderen, Apeldoorn, Utrecht en Niersen gewoond. Hij wilde toen geen schrijver worden maar ontdekkingsreiziger. Helaas was hij daarvoor te laat geboren. Hij studeerde van alles in Groningen, waaronder psychologie. Daarin studeerde hij ook af. In 1992 promoveerde hij in de geneeskunde. Hij had heel veel baantjes en reisde de wereld over in zijn oude Eend. Aan de Universiteit van Groningen deed hij dertien jaar wetenschappelijk onderzoek. Toen hij vijftig was begon hij met schrijven. Eerst korte verhalen, en in 2000 verscheen zijn eerste boek voor jongeren. Na een aantal jaren stopte hij met werken, werd huisman en legde hij zich toe op het schrijven. Joost Heyink is getrouwd met Jolanda en ze wonen samen met hun zoon Joep en hun hond in het dorpje Zuidwolde in Groningen. Zijn hobby's zijn hockey en tennis.