Inleiding
Dit boek heb ik gekozen omdat de achterkant me meteen aansprak.
Het boek ziet er zielig uit en ik houd wel van zielige verhalen.
Ik vond het geweldig om het boek te lezen en heb er ook zoveel mogelijk in gelezen.
Het boek is fijn om te lezen want je kunt aan een stuk doorlezen en hoeft niet steeds te denken wat iets is, er kwamen niet heel moeilijke woorden in het boek voor.
Over de schrijver.
De schrijver heet Joost Heyink.
Hij is geboren in 1946 in Scheveningen.
Daar overkwam hem in 1953 de watersnoodramp.
Tijdens die ramp hield hij de hand van zijn vader vast terwijl hij stond te kijken hoe het water over de boulevard sloeg.
Hij heeft daarna nog op veel verschillende scholen gezeten bijvoorbeeld: in Den Haag, Leeuwarden en Zeist en zo in nog veel meer plaatsen verdeelt over heel Nederland.
Hij is èèn keer van huis weggelopen, hij was zestien en werd opgepakt door de politie.
Hij zat in de trein naar parijs en had geen kaartje hij deed daarom of hij sliep.
De politie heeft hem wakker gemaakt en om zijn kaartje gevraagd.
Hij werd opgepakt en naar huis gebracht.
Na een aantal jaren kon hij aan de slag in Groningen op de universiteit.
Hij moest er eigenlijk voor 6 maanden heen maar dat werd 13 jaar.
Hij deed een wetenschappelijk onderzoek, het leukste eraan vond hij het schrijven van de artikelen, hoofdstukken en boeken.
Nu is hij getrouwd met Jolanda en heeft hij in 1993 een zoontje gekregen, zijn zoontje heet Joep.
Hij is sinds vijf jaar huisman en kan dus schrijven wat hij wil: jeugdboeken, 12+, jongeren romans en romans.
Hij houdt heel veel van honden en heeft nu ook nog steeds een hond.
Ook zit hij op hockey en tennis.
Morgen sla ik terug.
De moeder van Rob wordt regelmatig door zijn vader geslagen. Op de dag dat zijn vader ontslagen wordt, draait hij helemaal door en wordt verschrikkelijk boos en onaardig tegen zijn moeder, Rob probeert tussen beide te komen. Samen met zijn moeder vlucht hij, ze proberen onder de naam Sanders een nieuw
leven te beginnen. Rob vindt het heel leuk op zijn nieuwe school en wordt verliefd op Maria. Zijn moeder gaat in de bibliotheek werken. Robs vader weet het
onderduikadres te vinden en dan gebeurt er van alles.
De personen in het boek zijn:
- Rob: Rob is de hoofdpersoon in het boek, Hij zit op de middelbare school en is rond de leeftijd van 15 jaar oud.
- Jenny: Jenny is de moeder van Rob en is een bang persoon. Ook probeert ze al het goede uit mensen te halen, maar dat lukt niet altijd.
- Berend Franke: Berend Franke is de vader van Rob, heeft een alcoholverslaving en is een agressief figuur.
- Maria: Maria is het vriendinnetje van Rob. Ze is een blij en vrolijk meisje.
- Klaas: Klaas is een nieuwe vriend die Berend ontmoet in de kroeg toen hij al weer aan het drinken was.
- Hanneke: Hanneke is de zus van Jenny en is een vrouw die goed is te vertrouwen.
Over de personen in het boek.
De hoofdpersoon is heel levendig, omdat er veel wordt gesproken over hoe hij zich voelt en door de gebeurtenissen gaat hij zelf ook leven.
De andere personen zijn ook vrij levendig, want door de gebeurtenissen kun je hun ook goed volgen.
Ik vind dat Rob en Jenny zich logisch gedragen.
Rob slaat zijn vader als het niet anders kan en Jenny doet er alles aan om te ontsnappen.
Wat ze doen in het boek zou in het echt ook zo gebeuren.
Taalgebruik
Ik vond het makkelijk om te lezen.
Ik denk dat het taalgebruik daar ook mee te maken had, maar ook de opbouw.
Het verhaal bevat precies genoeg beschrijvingen om de nodige dingen te weten te komen, maar de overbodige dingen achterwege te laten.
Er zitten best veel dialogen in het verhaal, wat ik wel leuk vind, want zo ben je overal direct bij betrokken.
REACTIES
1 seconde geleden