Montyn door Dirk Ayelt Kooiman

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Montyn
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 5099 woorden
  • 11 februari 2011
  • 76 keer beoordeeld
Cijfer 7
76 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Dirk Ayelt Kooiman
Lezen voor de lijst
Niveau 3 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 3 (15-18 jaar)
Genre
Oorlogsroman
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1982
Pagina's
96
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Tweede Wereldoorlog,
Vietnamoorlog,
Nasleep en verwerking Tweede Wereldoorlog

Boekcover Montyn
Shadow

Montyn is het verhaal van een jongen die wil ontsnappen aan het verstikkende milieu van Oudewater en op zoek gaat naar avontuur en kameraadschap.

Montyn is het verhaal van een jongen die wil ontsnappen aan het verstikkende milieu van Oudewater en op zoek gaat naar avontuur en kameraadschap.

Montyn door Dirk Ayelt Kooiman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!
1.1 Titel: Montyn
1.2 Auteur: Dirk Ayelt Kooiman
1.3 Gelezen druk: Zesde druk (1989)
1.4 Datum leesverslag: 11 februari 2011

Inhoud en opbouw

2.1 Typering
Het boek is een biografische roman. Dit heet ook wel faction: fact (feit) en fiction (fictie), of vie romancée. Het leven van een beroemd persoon staat centraal, maar dit wordt geschreven en gebracht als een roman. In dit geval is het leven van Jan Montyn beschreven aan de hand van feiten, maar in romanvorm. De benodigde informatie kreeg de schrijver aan de hand van vraaggesprekken die gehouden werden tussen november 1979 en juni 1982. Namen van nog levende personen werden, waar nodig, veranderd en in de beschrijving werd herkenbaarheid vermeden. Het is dus duidelijk geen autobiografie.

2.2 Samenvatting

Deel I – Het boek begint in Vientiane (Laos), waar Jan Montyn de Amerikaan Ted ontmoet. Zij herkennen elkaar meteen aan de blik in hun ogen: iemand die het front heeft meegemaakt en nu zijn leven rusteloos naar ontspanning probeert te zoeken. In het eethuisje van Ted leren de twee elkaar beter kennen. Als Ted zegt ‘Maar dat is niet alles’, moet Montyn terugdenken aan zijn leven. De napalm waar hij voor moest schuilen in Vietnam en zijn jeugd in Oudewater.

Deel II – Jan Montyn groeit op in Oudewater. Het calvinistische geloof speelt in zijn gezin een grote rol. Zijn vader is de ouderling, leest de preken voor in de kerk en neemt het geloof erg serieus. Tijd voor leuke activiteiten is er niet. Jan moet helpen in zijn vaders schildersbedrijf, naar school gaan en naar de kerk gaan. Verder is er niets. Het enige wat hij en zijn vader gemeenschappelijk hebben is zijn vaders hang naar alles dat militair was en Jan´s vaardigheid in tekenen. Jan begint rond zijn twaalfde erg te rebelleren tegen het geloof. Hij krijgt het benauwd van het geloof waarbij de nadruk alleen maar ligt op hel en verdoemenis. Als hij vijftien is breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Hij kan kiezen om zijn school af te maken, of te werken in de zaak van zijn vader. Hij kiest voor het laatste want school is maar saai. Maar door het eentonig werk in de zaak van zijn vader krijgt Jan steeds vaker de neiging erop uit te trekken. Hij fietst regelmatig hele stukken, zelfs op zondag; iets dat echt ongehoord is. Jan wordt gek van het werken bij zijn vader en meldt zich in 1943 bij de Jeugdstorm aan. Hier ontmoet hij Hein. Ze krijgen zware trainingen, maar dit bevalt hen goed.

Deel III – Als hij zijn training heeft volbracht, moet hij gaan werken in een fabriek in Hannover. Dit vindt hij niks. Samen met Hein gaan ze bij de Duitse marine. Zware opleidingen volgen, zo zwaar dat ze het eigenlijk niet aankunnen. Ze maken plannen om te vertrekken. Maar voordat deze mogelijkheid zich voordoet worden ze geplaatst op een mijnenveger in de Oostzee. Hun schip wordt getorpedeerd, maar Jan en Hein overleven het, worden opgehaald door een andere mijnenveger en naar Letland gebracht. Zij moeten nu vechten in de loopgraven tegen Rusland. Na negen weken zijn ze zowel fysiek als psychisch helemaal kapot. Hein raakt zwaar gewond en gaat dood en Jan wordt gewond naar een ziekenhuis gebracht. Het maakt hem niet meer uit of hij dood zal gaan of niet.

Deel IV – Gewond wordt hij vervoerd naar Flensburg, Noord-Duitsland. Zijn schip wordt weer getorpedeerd, maar hij weet te ontkomen en revalideert snel. Hij krijgt 2 weken verlof en gaat naar Oudewater. Hij kan zich er niet op zijn gemak voelen. Onrustig keert hij terug naar Dresden in Duitsland waar hij een bombardement mee maakt. Eerst werkt hij hier mee met de hulptroepen, maar tegen het einde van de oorlog bevind hij zich in loopgraven vechtende tegen de Russen. Als de Amerikanen aan komen zijn ze gedwongen zich met vier overlevenden over te geven. Ze worden krijgsgevangenen. Pas dan hoort hij over de Jodenvervolging en concentratiekampen van de Duitsers.

Deel V – In het gevangenenkamp ontmoet hij Luc, een Belgische student die vrijwilliger was geweest bij de Waffen-SS. Ze ontsnappen niet lang na aankomst uit het kamp en melden zich bij het Vreemdelingenlegioen. De opleiding in Algerije bevalt echter slecht. Hij deserteert en meldt zich bij een militaire post in Straatsburg. Hij vertelt dat hij is ontsnapt uit een krijgsgevangenenkamp. Hij wordt opgesloten in Vught, waar hij slecht behandeld wordt. Maar de straf is niet erg zwaar, na drie jaar, op 5 mei 1948, komt hij vrij en gaat wederom werken in de zaak van zijn vader. Na twee onrustige jaren – waarin iedereen hem met de nek aankijkt omdat hij voor de Duitsers heeft gevochten – besluit hij zich te melden als UNO-soldaat om in Korea te vechten tegen de communisten. Hij raakt zwaargewond en moet in Tokyo revalideren. De Japanse Yoshika helpt hem hier mee. Ze wordt zwanger en Jan en Yoshika trouwen, maar dit huwelijk duurt niet lang. Jan keert terug naar Oudewater waar hij dit keer als een held ontvangen wordt. Montyn blijft een beroepsmilitair en klimt op tot sergeant tijdens de watersnoodramp in 1953. Hij moet een Grenadiers museum inrichten. Jan misbruikt zijn tekentalent om schilderijen te vervalsen en te verkopen. Hij heeft last van angstdromen en aanvallen van razernij en heeft voortdurend hoofdpijn. Hij maakt uitbundig gebruik van drank en heeft een destructieve levensstijl. Zo organiseert hij orgieën voor 'hoge heren', hij probeert zelfmoord te plegen en dwingt militairen seks met hem te hebben. Als een rekruut een aanklacht indient, krijgt Jan de status -5, dat wil zeggen dat hij volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard wordt en volledig voor militaire dienst wordt afgekeurd. Hij belandt in een psychiatrische inrichting, waar hij van de arts zijn levensverhaal op te schrijven. Een jaar lang schrijft hij en langzaamaan worden zijn angstdromen en aanvallen minder. Montyn is dan 32 jaar.

Deel VI – April 1975. Na een zeer lichte straf voor wat hij had gedaan (drie weken gevangenisstraf en ontslag uit militaire dienst), gaat hij in Amsterdam wonen. Hij krijgt een relatie met de joodse wees Thom, maar Thom pleegt zelfmoord na drie jaar. Jan wordt verliefd op de twintigjarige Sonja en gaat met haar vier jaar in de Provence wonen. Ze gaan transporten met adoptiekinderen uit Zuid-Oost Azië begeleiden. Jan maakt de oorlog in Vietnam als toeschouwer mee. De laatste jaren worden nog kort door hem vertelt. Een paar weken later komen er bij een transport tien kinderen om het leven en besluit hij voorgoed te stoppen met de transporten en met schilderen. Hij wilt zijn bezit verkopen en zich in een klooster terugtrekken. Maar dan ontmoet hij in Amsterdam de 27-jarige Hi-en. Verliefd en daarna getrouwd vestigen ze zich in Frankrijk. Na een poosje wordt een dochter geboren, Carolynne.

2.3 Tijd
A In welke tijd spelen de gebeurtenissen zich af?
Deel I speelt zich in 1975. Montyn is dan 50 jaar en bevindt zich in Laos voor de kindertransporten naar Europa. Deel II sluit aan bij de flashback aan het einde van Deel I; zijn jeugd. 1934-1944. Deel III vindt plaats in 1944 en Deel IV in 1944-1945. Deel V zijn de naoorlogse jaren, de jaren 1945-1957. Het laatste deel begint weer in 1975 en hierin wordt de levensloop van Montyn tussen 1957 en 1977 vertelt. In het boek speelt de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste rol, deze neemt meer dan de helft van het boek in beslag. De belangrijkste periode uit het boek is dus Deel III en Deel IV, ofwel 1944-1945.

B Wat is de verhaaltijd en wat is de leestijd?
De verhaaltijd is 43 jaar (1934-1977). De leestijd bedroeg voor mij ongeveer 12 uur.

C Geef op z’n minst één voorbeeld van een belangrijke vertraging. Vat dit tekstgedeelte kort samen en vermeld de nummers van de bladzijden. Leg ook uit waarom de vertraging zo belangrijk is voor het boek.
Een vertraging vindt plaats in Deel III. Jan en Hein gaan naar de loopgraven in Koerland. Negen weken lang, omschreven in 28 pagina's (blz. 125 – blz. 153). Het zijn negen weken hel. Een (belangrijke) vertraging is moeilijk te vinden in het boek, omdat het een verhaal is die de gebeurtenissen vertelt maar er niet uitgebreid op in gaat. Zelfs als Hein doodgaat, wordt dat als een feit gegeven en worden er niet meer dan een paar zinnen aan vuil gemaakt. Daarom heb ik gekozen voor de 'vertraging' op bladzijde 149-150.

Het is kerst in de loopgraven van Koerland. Een gevechtspauze van vier uur 's middags tot de volgende ochtend zes uur. De Russen en de Duitsers komen tevoorschijn uit hun loopgraven, aarzelend, met een onwezenlijke stilte op het slachtveld. Ze schudden handen en wensen elkaar gelukkig kerstfeest. “Ook zij waren in lompen gehuld, ook zij waren uitgemergeld, ziek, vervuild. Midden in niemandsland ontmoetten we elkaar”. Het maakt niet uit hoe vaak ik het lees, zelfs nu, de tranen staan in mijn ogen. Hoe is het mogelijk dat er 's nachts sigaretten uitgewisseld worden, vrolijk kerstfeest gewenst wordt, gelachen en gedronken wordt en 's ochtends men elkaar overhoop schiet? Jan vraagt zich op dit kleine moment af of er ooit vrede zal komen. Maar dat lijkt hem net zo onwaarschijnlijk als 'dat ik terug zou kunnen keren in de tijd'.

Ik heb voor dit stuk tekst gekozen, omdat de schrijver in twee pagina's weet duidelijk te maken hoe verschrikkelijk de oorlog was. Ontzet moest ik het boek opzij leggen, geroerd tot op het bot.

D Noteer één belangrijke versnelling.
Het allerlaatste hoofdstuk “Slot zonder einde” geeft in het kort weer hoe de laatste jaren van Jan's leven waren verlopen. In niet meer dan anderhalve pagina wordt omschreven hoe Jan terugkomt vanuit Bangkok naar Amsterdam, zich voorneemt in een klooster te gaan wonen, naar Frankrijk gaat en weer teruggaat naar Amsterdam, het meisje Hi-en ontmoet, met haar naar Frankrijk gaat, dat ze gaan trouwen, kindertransporten begeleiden, een grotere woning nodig hebben en tot slot hoe op een stralende middag in augustus hun dochtertje geboren wordt, Carolynne. En het boek besluit: “Dit is de wereld, Carolynne. We zullen ons best doen dat je het goed krijgt”. En dan is het verhaal over Jan Montyn klaar en voel je dat alles goed komt. Je wordt, of in ieder geval: ik werd, gerustgesteld.

E Zijn er flash backs? Zo ja, geef een voorbeeld. Vermeld daarbij de bladzijden en licht de functie van de flash back toe.
In deel I is er een dubbele flashback (een flashback in een flashback). De eerste is hoe Jan Montyn moet schuilen voor napalm in Vietnam en de tweede is dat hij terugdenkt aan zijn jeugd in Oudewater. Op blz. 13 begint de flashback in Vietnam en op blz. 15 veranderd deze in de flashback in Oudewater.

De overgang van de ene flashback naar de andere: “Het is zwart geworden om mij heen. Ik zweef. Ik zweef, al tellend, in een eindeloze tunnel duisternis. Een ijskoude wind jaagt langs mij heen.

Maar er gloort licht, eerst heel ver weg, onzeker flakkerend als een ster. Dan dichterbij. Het licht komt op mij af. Of zweef ik erheen? Het schijnsel wordt feller en feller. Een zee van licht. Schitterend. Oogverblindend.

Ik lig in hoog wuivend gras, bezaaid met pinksterbloemen.”

De functie van de eerste flashback is waarschijnlijk om een soort intro in het leven van Jan Montyn te geven. Het realisme van de oorlog. Om de lezer misschien ook benieuwd te maken naar het vervolg. De tweede flashback dient als een soort intro voor het volgende deel: Montyn's jeugd in Oudewater.

2.4 Ruimte
A Waar spelen de gebeurtenissen zich af?
Het verhaal speelt zich over de hele wereld af. Te beginnen in Oudewater, dan Duitsland, Frankrijk, Letland, Laos, Vietnam enzovoorts.

B Zijn er plaatsen waar je van belangenruimte kunt spreken? Geef op z’n minst één voorbeeld en licht de betekenis kort toe.
De belangrijkste plaatsen zijn Oudewater en Koerland. Oudewater is een typisch Oudhollands dorpje. “Want in Oudewater had de tijd stilgestaan” (blz. 19). En dit heeft een grote invloed op zijn jeugd. Van de bekrompen sfeer krijgt hij het maar benauwd. Hij wil het onbekende ontdekken.

Elke keer als hij terug komt in Oudewater, heeft Jan een andere kijk op het leven. In de oorlog verlangt hij bijvoorbeeld terug naar de plek, maar eenmaal daar aangekomen is hij zelf zo erg veranderd dat hij het er maar niks vindt.

Koerland is een andere belangrijke plek in het verhaal. Hier maakt Jan kennis met de verschrikkingen van de oorlog en hij loopt hier enorme trauma's aan op. Jan noemt het ook wel 'het niemandsland'.

Zie ook voor belangenruimte, motief: benauwende ruimtes

2.5 Personages
A Beschrijf het karakter van de hoofdpersoon of hoofdpersonen. Geef voorbeelden uit het boek om het karakter te illustreren.

Jan Montyn (round character) – de hoofdpersoon uit het boek. Vanaf zijn twaalfde begint hij te rebelleren tegen de strenge calvinistische opvoeding van zin ouders: “En het eindigde ermee dat ik ronduit weigerde nog langer naar de kerk te gaan” (blz. 42). Hij wilt avontuur en zoekt vrijheid: “Achter de horizon lokte het onbekende. Vrijheid heette dat onbekende” (blz. 41). Gepaard hiermee zoekt hij het gevaar makkelijk op. Al in zijn jeugd ontwikkelt hij zijn tekentalent, iets dat meerdere malen terug komt in het verhaal. Hij heeft geen goede relatie met zijn familie, mede door de verschillende denkbeelden.

Tijdens de oorlog zie je niet veel persoonlijkheid van Jan. Hij brengt dingen als feiten, het is nou eenmaal zo. Het noodlot, daar gelooft hij niet meer in. Hij probeert zich niet teveel aan mensen te binden, ofwel vriendschappen te beginnen. Hij heeft al meerdere vrienden verloren (Piet, Hein, Carstens). Dit in tegenstelling tot vrouwen, waar hij makkelijk zijn hart aan kwijtraakt. Hij is overigens biseksueel.

Na de Tweede Wereldoorlog is Jan rusteloos en kan zijn plek niet vinden. Stilzitten kan hij niet, alleen het leger in en vechten aan het front: “De oude onrust kreeg me weer te pakken. Ik hield het nergens langer dan tien minuten uit” (blz. 193). Nachtelijke angstaanvallen houden hem wakker en overdag praat hij er met niemand over. Trauma's uit het verleden halen hem in: “De aanvallen van agressie, waarvan ik het bestaan 's ochtends af moest leiden uit de verwoestingen die ik gedurende de nacht had aangericht, kwamen steeds regelmatiger terug. De hoofdpijn bleef me onverminderd kwellen. Bovendien werd ik bezocht door angstdromen, zo hevig en langdurig dat ik vaak niet durfde gaan slapen” (blz. 283). “(...) 's nachts werd ik verteerd” (blz. 299). Hij leidt een destructief leven tot hij, na een zelfmoordactie in de cel, naar een psychiatrische kliniek moet. Hier moet hij zijn levensverhaal opschrijven. Hij schrijft langer dan een jaar en de angstaanvallen worden minder; hij kan weer slapen.

De vader van Jan – ouderling in de kerk en leest dus de preken voor. Een harde werker en streng calvinistisch. Hij heeft een hoog aanzien in het dorp door zijn schildersbedrijf. Het enige wat Jan en zijn vader gemeen hebben zijn de hang naar alles dat militair is en Jan's vaardigheid in tekenen. De vader van Jan was tijdens de Eerste Wereldoorlog vrijwilliger geweest en hier vertelt hij graag over, hoewel het in Jan's ogen niet zoveel voorstelde omdat Nederland neutraal was. Ook had de vader ooit een stille wens om kunstschilder te worden, maar zijn verplichtingen jegens gezin en bedrijf, en zijn godsdienstige roeping hadden daar een stokje voor gestoken.

Yoshika – een Japans meisje van 17 jaar die Engels studeert in Tokyo. Als Jan aan het revalideren is in Tokyo helpt Yoshika hem daarbij. Ze voelen zich erg tot elkaar aangetrokken en hij verwekt een kind bij haar, waarna ze trouwen in Korea, dit huwelijk houdt echter niet lang stand.

Hi-en – een personage geïntroduceerd op de laatste pagina van het boek. Ik denk dat het Jan's toekomstige vrouw is waar hij ook echt bij blijft. Het is een 27-jarige vrouw en ze studeert Spaans in Amsterdam. Met haar bouwt Jan een toekomst op in Frankrijk en ze krijgen tevens samen een dochter: Carolynne.

Piet – de eerste, echte, beste vriend van Jan. Ze doen alles samen. Piet is bijvoorbeeld de enige die op Jan's zolderkamer mag komen: “Piet, want die had in tegenstelling tot Pim en Chiel, vrij toegang tot mijn domein” (blz. 28). Piet gaat dood aan polio tot groot verdriet van Jan.

Hein – het avonturenmaatje van Jan. Een lange jongen met veel fantasie, die makkelijk met de vrouwen is. Jan omschrijft Hein als: “Een man van de wereld”. Ze maken samen ontzettend veel mee. De Jeugdstorm, zware trainingen van de Duitse Marine en als laatste de loopgraven van Koerland. Hier bezwijkt Hein aan zijn verwondingen en laat een geschokte Jan achter.

Thom (round character) – een joodse wees van 18 jaar. Jan ontmoet hem op 36-jarige leeftijd in Amsterdam. Thom blijkt ontsnapt te zijn uit een psychiatrische inrichting en komt bij Jan in huis wonen. Thom blijkt ook over een etstalent te beschikken. Ze krijgen een relatie die ongeveer 3 jaar duurt en gaan zelfs een jaar naar Marokko. Jan beschrijft dit als de gelukkigste tijd van zijn leven. Thom is van binnen een verdrietige jongeman, maar toont dit enkel aan Jan. “De deur was beneden nog niet in het slot gegooid of de jongen barstte in tranen uit, onstuitbaar, en naarmate het grauwe ochtendlicht naar binnen begon te vallen drong het tot me door hoe beroerd hij er ook fysiek aan toe was: broodmager lijkbleek, bevend” (blz. 318). Tegenover anderen lijkt het een vrolijke jongen: “Ik hoorde hem lachen, het hoofd in de nek, en ik wist dat dat lachen elk ogenblik kon omslaan in een bodemloos verdriet” (blz. 317). Hij voelde zich misplaatst in het leven en verstoten door de maatschappij. Als Jan zijn voogd belt zegt deze ook dat Thom iemand was die nooit iets kon. Maar Jan geeft hem een doel in het leven: etsen! Hij gaat werken en het gaat beter met hem. Op het moment dat je denkt dat het goed gaat tussen de twee, pleegt Thom zelfmoord.

C Bij wie is er (eventueel) sprake van een round character en bij wie van een flat character? Licht het round character toe.
Flat characters: Piet, Hein, de vader van Jan, Yoshika, Sonja, Hi-en, Carolynne, Pim, Chiel, de moeder van Jan, de zusjes van Jan.

Round Character: Thom, Jan Montyn. Zie omschrijving van de personages.

2. 6 Vertelwijze
Vermeld de vertelwijze (perspectief) en licht deze toe. Er kunnen verschillende vertelwijzen voorkomen! Citeer voorbeelden.
Het verhaal wordt in de ik-vorm geschreven, met als ik-persoon Jan Montyn. De lezers krijgen alleen de gevoelens en gedachten van Jan te weten. Andere personen leer je via hem kennen en behalve Thom die nog enigszins een ontwikkeling doormaakt, komen zij nauwelijks uit de verf. Zowel Jan Montyn als Dirk Ayelt Kooiman geven geen commentaar en vertellen enkel een verhaal. Het gaat om de feiten, de lezer moet hier een conclusie uit trekken: “Om vijf uur ’s ochtends werden we gewekt door het gebrom van vliegtuigen. Het was de tiende mei van het jaar 1940.” (blz 45).

2.7 Structuur
A. Hoe is het boek ingedeeld? Is het chronologisch verteld of niet? Licht toe.
Het boek is opgedeeld in zes delen, onderverdeeld in hoofdstukken. Het boek begint in 1975. Vanaf het tweede deel tot en met het vijfde deel wordt het boek chronologisch verteld. In het zesde, tevens laatste deel, zijn we weer terug in 1975. Er is dus sprake van een cyclische opbouw.

B. Welke opening heeft het boek? Licht je antwoord toe.
De opening maakt de lezer nieuwsgierig naar het verdere verloop van het boek. Er wordt duidelijk dat Montyn een militair is geweest, maar ook de flashbacks zorgen ervoor dat je verder wilt lezen. Tevens is de opening voordat het eigenlijke verhaal plaatsvindt en, zoals genoemd is er een cyclische opbouw, dus het einde is weer gelijk aan de opening.

C. Is het einde open of gesloten? Leg dit uit. Vertel ook of je het een al dan niet een prettig einde vond, licht je antwoord toe.
Het einde is open, want het is niet bekend hoe het verdere leven van Jan Montyn verloopt. Het eindigt dat hij en Hi-en een dochtertje krijgen: Carolynne. De keuze voor dit eind is logisch, want Jan Montyn leeft nog. Er kan dus eigenlijk geen gesloten eind zijn.

Ik vond het einde wel heel geruststellend. Na zo’n leven, vind ik, heb je ook recht op een beetje rust. En bij het lezen van die laatste regels (“Dit is de wereld, Carolynne. We zullen ons best doen dat je het goed krijgt”) had ik het gevoel dat het wel goed zou komen.

Motieven, thema, titel en motto
3.1 Noem de belangrijkste motieven, licht ze toe en geef enkele tekstgegevens.

Benauwende ruimtes – allereerst de bekrompen sfeer van het ouderlijk huis in Oudewater: “Aan de ene kant zag je aan de horizon het silhouet van Woerden, aan de andere kant dat van Gouda – daar eindigde de wereld, of, vanuit een ander gezichtspunt: daar begon zij” (blz. 19). De fabriek in Hannover, een symbool voor slaafsheid waar niet uit valt te ontsnappen: “Van deur naar deur, maar alle deuren waren gesloten. Alles had ik geprobeerd”. Een schuilkelder bij een bombardement: “Ik lag nu eenmaal liever boven de grond achter een muurtje dan onder de grond achter een hermetisch gesloten stalen deur (blz. 94). Een schip waar hij het gevoel heeft te varen in zijn eigen doodskist. De loopgraven in Koerland: “Dat we met andere woorden ingesloten waren tussen de Russen en de Oostzee, dat we klemzaten, als ratten in een val” (blz. 126). De kamer van Loulou waar hij het maar enkele weken uithoudt. De kazerne: “Ik ontvluchtte de omslotenheid van de kazernemuur”. Montyn vlucht voor deze benauwende ruimtes. De eerste keer dat hij in een gesloten ruimte rust ervaart is in een Boeddhatempel. En op de laatste pagina staat dat hij uitkijkt naar zijn nieuwe huis.

Angst – de angst begint in Oudewater. Angst voor de duivel, angst voor het geloof. “Want in het beginne was er angst, en die angst was allesoverheersend.” “Brandde hij nu in de hel? En hoe zat het met mezelf?De angst snoerde me de keel dicht. Was ’t maar weer licht!” (beiden blz. 36). Angst komt voordurend terug. Angst tijdens het schuilen voor de napalm in Vietnam, angst voor benauwde ruimtes, angstdromen na de oorlog, het houdt nooit op.

Onrust – Jan kan ergens niet langer dan een bepaalde periode blijven. Kortstondige relaties, zwervend opzoek naar spanning en avontuur. “Dan ging ik het gevaar opzoeken. Dan zocht ik spanning, juist om die spanning te lenigen” (blz. 284). Elke keer gaat opnieuw naar het front: “Waarom was ik gegaan. Waarom was ik opnieuw gegaan?” (blz. 197). Het begint als twaalfjarige als hij het saaie bestaan van de school en de kerk niet meer kan verduren. En uiteindelijk als vijftigjarige als hij zich wil terugtrekken in een klooster, wanhopig opzoek naar rust die hij niet kan vinden.

Dood – het verlies van zijn jeugdvriend Piet, zijn militaire vriend Hein en zijn geliefde Thom. Na dat alles is het Jan die dood wilt, maar hij gaat maar niet dood. Hij overleeft torpedo’s, hij overleeft granaatscherven, hij overleeft een zelfmoordpoging. Hij gaat maar niet dood. In het boek is hij op een punt beland dat het hem niet meer uitmaakt: “Ik hoefde niet meer, ik kon niet meer. De cel, en dat in het vooruitzicht van misschien wel jaren was teveel. Ik wilde dood.” (blz. 301).

Geweld – De verschrikkingen van het oorlogsgeweld worden onomwonden beschreven: gevechten martelingen, verkrachtingen, bombardementen. Ook indirect komen de gruwelijkheden aan bod: als psychische gevolgen. Psychisch gaan Hein en Jan er tijdens de loopgravenoorlog met de Russen bijna onderdoor. “Alleen de zwaargewonden werden afgevoerd naar veldhospitalen achter het front. (…) ‘Een schot naar huis’, werd dat genoemd. Al snel was het tot ons doorgedrongen dat dat de enige manier was om te ontkomen aan de snelle of langzame dood in de loopgraven. (…) – Of die jongen misschien voorgoed een been moest missen, of een geperforeerde long had opgelopen, deed daarbij niet terzake. Hij had een kans om er doorheen te komen. Wij niet.” (blz. 144). De bombardementen in Mannheim en Dresden maken een diepe indruk op Montyn. Na de oorlog beseft hij dat hij die weliswaar overleefd heeft, maar nog lang niet heeft verwerkt: hij krijgt angstdromen en woedeaanvallen, doet een zelfmoordpoging en wordt bijna krankzinnig. En hoewel hij wordt ontslagen uit de psychiatrische inrichting, beseft hij dat hij nooit helemaal zal 'genezen'.

3.2 Formuleer thema in één zin.
Hoe iemand door bepaalde factoren in extreme situaties terecht kan komen, waar hij de rest van zijn leven zowel psychische als geestelijke klachten van ondervind.

3.3 Verklaar de titel van het boek.
De titel is Montyn, de hoofdpersoon van het boek en tevens het (nog levende) persoon waar het boek op gebaseerd is. Een autobiografische roman over het leven van Jan Montyn. Het weglaten van de voornaam Jan komt wel vaker voor bij kunstenaars. Bijvoorbeeld Picasso of Van Gogh. Ook in militaire kringen is het vaak gewoon iemand met de achternaam aan te duiden. Een derde reden voor het weglaten van de voornaam is dat Kooiman niet alleen het levensverhaal van één oorlogsslachtoffer wilt illustreren maar Montyn als een voorbeeld wilt gebruiken van een grotere groep. Deze gedachte verwoordt Kooiman in een artikel: 'Kooiman over Montyn' (in: 'Bulkboek', nr. 175, 1989): ''’ 'Montyn’ vertelt het levensverhaal van een individu. Tegelijk is het een boek waarin universele ervaringen worden opgeroepen. Ervaringen waarin tientallen miljoenen mensen over de hele wereld gedeeld hebben. Ervaringen waarover de meeste van hen niet kunnen spreken en die hen bijgevolg vaak voor de rest van hun leven isoleren van de anderen, hun vrienden en hun gezin. Wanneer dit boek iets van het karakter van die ervaringen kan verduidelijken en zo dat isolement enigermate kan verlichten, dan heeft het een groot belang gediend.”

3.4 Is er een motto? Zo ja, citeer dit en leg de betekenis en het verband met het boek (thematiek) uit.
“Het wereldgebeuren speelde zich af op een toneel dat onmetelijk ver verwijderd was, voorbij Utrecht, voorbij Amsterdam. Van die wereld was je gescheiden door een onvoorstelbare kloof, een reis van dagen. Dat maakte de angst voor oorlog tot iets onwezenlijks. Daarvoor moest je immers helemaal naar Finland, helemaal naar Polen? – Maar op een schitterende voorjaarsmorgen bleek ook het omgekeerde mogelijk. Het wereldgebeuren ondernam die onvoorstelbare reis. Om vijf uur ’s ochtends werden we gewekt door het gebrom van vliegtuigen. Het was de tiende mei van het jaar 1940.” (motto en tevens een citaat van blz. 44-45).

Als dit stuk tekst voorkomt in het boek is Jan nog een Jantje, en beschouwt hij oorlog als iets onwezenlijks. Hij woont in Oudewater en dat is geïsoleerd van de buitenwereld, hen kan niks gebeuren. Maar hij vergist zich; met de komst van de vliegtuigen op 10 mei 1940 veranderd zijn hele leven.

Persoonlijke mening


4.1 Wat vind jij het meest treffende en mooiste gedeelte en waarom?
Zonder twijfel heeft het stuk over de loopgraven in Koerland het meeste indruk op me gemaakt. Het stuk over de kerst (die ik ook heb omschreven als een vertraging in het boek) vond ik het meest indrukwekkend:

“De gevechtspauze zou van vier uur ’s middags tot de volgende ochtend zes uur duren. Er trad een onwezenlijke stilte in. Aarzelend kropen we tevoorschijn. Wij aan onze kant. Zij aan de hunne. Stap voor stap naderden we elkaar, bijna verlegen. En de tegenstander van wie tot dat moment niet veel meer zichtbaar was geweest dan de vage beweging van een helm of de loop van een geweer, bleek opeens te bestaan uit jongens zoals wij. Ook zij waren in lompen gehuld, ook zij waren uitgemergeld, ziek, vervuild. Midden in niemandsland ontmoetten we elkaar. Er werden handen geschud, namen genoemd, sigaretten geruild. Zij probeerden hun weinige woorden Duits, wij Russisch. Er werd gelachen om een tongval. Vrolijk kerstfeest.

We legden grote vuren aan, verdeelden de kerstrantsoenen. Een paar uur zonder spanning, een paar uur geen gevaar. – Was dit nu zoiets als vrede? Ik wist het niet. De oorlog duurde nu al meer dan vier en een half jaar. Vrede was iets van lang geleden, van toen ik nog klein was. Ik kon het uitsluitend situeren in de omgeving van mijn jeugd. Konijnen voeren, slootje springen, fietsen door de polder – dat was vrede. Zou er een eind komen aan de oorlog? Die gedachte was even onwezenlijk als het denkbeeld dat ik terug zou kunnen keren in de tijd, om mijn leen vanaf mijn vijftiende jaar opnieuw voort te zetten. De wereld was een wereld in oorlog. Ik kende geen andere.

Toen we ons na middernacht terugtrokken, ieder naar zijn kant, gloeiden de vuren in het niemandsland nog na. Een paar uur hield de stilte aan. Toen kwam er trommelvuur. Was het zwaarder dan de dag tevoren? Helemaal niet. Maar er vielen meer slachtoffers dan ooit. De pauze, hoe kort ook, had bij velen de weerstand gebroken.” (blz. 149-150).

Een fragment van het boek, bevat in anderhalve pagina de gruwelijkheid van de oorlog. Jongens van 18 jaar, die vechten voor idealen waar zij niets vanaf weten, schieten elkaar overhoop. Miljoenen mensen sterven, enkel omdat…? Voorzichtig schudden ze elkaars handen, wensen elkaar een vrolijk kerstfeest en ’s morgens vermoorden ze elkaar. Ik kan er niet meer over schrijven omdat ik er geen verklaring voor heb; hoe is zoiets mogelijk?

4.2 Ken jij andere boeken over (ongeveer) hetzelfde thema? Welke?
Ik heb meerdere boeken over oorlog gelezen (The Quiet American, Catch-22, Katz und Maus, der Zug war pünktlich, The Red Badge of Courage, Helmet for my Pillow), maar geen autobiografische roman die de pure horror en de gevolgen van de oorlog laat zien. Daarom kan ik dit boek niet vergelijken met andere boeken die ik heb gelezen. Dit verhaal is nog veel indrukwekkender omdat het waargebeurd is. De andere oorlogsboeken die ik heb gelezen gaan niet zozeer over de gruwelijkheden van de oorlog, meer over een verhaal dat zich afspeelt in de oorlog.

4.3 Geef je mening over het boek. Gebruik verschillende argumenten en licht ze uitvoerig toe.
‘Montyn’ vond ik een uitermate goed boek. De schrijfstijl van Kooiman is gemakkelijk te volgen, maar ondertussen wel van hoge kwaliteit. Door het perspectief ga je ontzettend meeleven met Jan. De pijn werd bijna voelbaar. Geweld, martelingen, verkrachting, isolement, wanhoop: het boek is ermee gevuld. Kooiman weet de realiteit van oorlog zó goed te benaderen, dat het bijna too much was af en toe. Dit maakt het verschrikkelijk, maar wel verschrikkelijk mooi. Jan Montyn weet telkens te ontkomen aan de dood. De waanzin van de oorlog maakt hem krankzinnig, hij wilt dood, het maakt niet meer uit. Maar het lukt niet; weer ontkomt hij eraan. Ik kan me niet voorstellen en ik kan niet begrijpen hoe iemand zoveel in zijn leven mee kan maken en nog niet dood is. Het is ongelofelijk. Dirk Ayelt Kooiman weet met ‘Montyn’ de oorlog te omschrijven vanuit een ander gezichtspunt dan we gewend zijn, namelijk de Duitsers. Maar voor deze jongens was het even gruwelijk als voor alle andere jongens. Carstens weet oorlog met één woord te omschrijven in het boek: waanzin.

Boekenquiz 7 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Uit welk perspectief wordt het verhaal verteld?
Waar komt Jan vandaan?
In welke oorlogen heeft Jan gevochten?
Wat voor kunst maakt Jan vooral?
Hoe heet het kunstenaarspand in Amsterdam waar Jan enige tijd woont?
Het verhaal is waargebeurd. Waar of niet waar?
Hoe heet Jans dochter?

REACTIES

L.

L.

Echt superbedankt, ik heb het boek zelf ook gelezen en vond het ook echt super! Dit hielp me echter zeer bij mijn verslag.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.