Recensie Wim Vogel beweerd in zijn recensie dat Jan Siebelink ‘de kleuren van het Brusselse hof, kleding, voedsel, vreedheden, lusten en uitspattingen zwierig en met gevoel voor het juiste detial presenteerd’. Hier heeft Win Vogel zeker gelijk in. Jan Siebelink weet heel goed een mooi beeld te scheppen van de 16de eeuw, bijvoorbeeld door uitvoerig de kleding te beschrijven. ‘Dat vrouwen niet telden, spreekt uit iedere alinea van deze roman.’ Deze stelling vind ik heel erg overdreven. Er wordt in het verhaal alleen duidelijk gesteld dat ‘normale’ vrouwen niet telden, dus die uit lagere standen. Margaretha telt juist wèl. Ze is juist de persoon waar veel mannen tegen op kijken. Wim Vogel noemt dit boek een ontroerende roman. Daar heeft hij gelijk in. De momenten waarop Margaretha terugdenkt aan haar tijd in Brussel, en haar verlangen naar de prins, zijn heel gevoelig. Het eindoordeel van Wim Vogel is positief, die van mij ook. Het boek is in het begin moeilijk, omdat het heel erg onduidelijk is, maar naar mate je verder leest wordt het steeds duidelijker. Het is een mooi boek, en de lezer leert tegelijkertijd ook nog wat over de geschiedenis van Nederland. Thomas van den Bergh zegt in zijn recensie dat Siebelink heeft gekozen voor ‘een vrouwelijke heldin die zich in haar vrijheid beknot voeld’. Dit klopt zeker. In de tijd dat Margaretha als landvoogdes in Brussel woont, heeft ze alles behalve vrijheid. Elke dag heeft ze een vast progamma, en je merkt dat dit haar meer en meer gaat irriteren. Van den Bergh maakt ook de opmerking dat een het boek vol zit met ‘een handvol plichtmatige momenten, die het boek of en toe het aanzien geven van een opfriscursus zestiende-eeuwse vaderlandse geschiedenis’. Dit klopt. Siebelink geeft bijvoorbeeld een uitvoerige beschrijving van de samenstelling van een garnizoen, waar deze ligt en hoe deze zich verplaatst. Dit is wat mij betreft onnodige informatie.
Verdiepingsopdracht
Het thema van de tekst is Margaretha zelf, haar dagelijkse gebeurtenissen. Het hele boek speelt zich of door de ogen van Margaretha, of in haar gedachten. De belangrijkste motieven zijn haar regentschap in Brussel, en alles naar wens van haar halfbroer, de koning, Phillip te laten verlopen, en aan de andere kant van Spanje. ‘Altijd die slaafse steun aan Madrid!’ ‘De keizer hield van de Nederlanden. Phillip niet. De koning zat in het verre Spanje en vertoonde zich niet.’
De plaatsen Brussel en het slot waar Margaretha nu woont, in de Abruzzen zijn het belangrijkst. ‘..in de zaal met het hooggewelfde plafond van hout, in de vorm van een scheepsromp, en met fresco’s van oudtestamentische taferelen..’ ‘ Dit vertrek tocht aan alle kanten. Slechts enkele kamers in deze bouwval, hoog boven het dal gelegen, zijn enigszins bewoonbaar gemaakt. ... Had ze in een impuls voor dit haast ontoegankelijke oort gekozen, omgeven door dichte wouden. Het boek speelt zich af vanuit het slot in de Abruzzen, waar Margaretha terug kijkt, naar onder andere haar lange periode in Brussel.
REACTIES
1 seconde geleden