Originele titel: Liberty, of een Nederlandse Amerikaan
Titel: Liberty, of een Nederlandse Amerikaan
Auteur: Anton Haakman
Gebruikte druk: 1e druk, 1982
Aantal bladzijden: 222
Uitgegeven bij: De Bezige Bij, Amsterdam
Plaats en tijd
De herinneringen van de hoofdpersoon gaan terug tot de periode kort na de Tweede Wereldoorlog; het boek speelt in het heden (1982).
Personen
De ik-verteller, Ben Dieben, is werkzaam als redacteur bij de uitgeverij van meneer Schenk, net als zijn echtgenote Julia. Bens\' echtgenote Julia, zijn vorige vriendin Mona, zijn dochtertje Nini, huisvriend Totteren en zijn werkgever Schenk worden genoemd maar niet sprekend opgevoerd.
Julia is voor de hoofdpersoon onbegrijpelijk: hij weet weinig van haar verleden, haar motieven, hij weet niet zeker of ze wel echt om hem geeft en hij weet niet of hun dochtertje wel van hem is - Totteren lijkt ook een goede kandidaat. Ook over zichzelf is de hoofdpersoon erg onzeker.
Oom Sjaak had een schoenenwinkel annex pedicure. Hij, zijn vrouw Tante Wil zijn met hun kinderen Rob en Wim naar Amerika geëmigreerd toen de hoofdpersoon 16 was, in navolging van een oom van Rob (oom Sjors), een banketbakker die er een geslaagd nieuw bestaan heeft opgebouwd. Pag. 65: Oom Sjaak, gewiekste scharrelaar, jij bent mijn ware vader geweest. Lag het niet in de lijn der verwachting dat je je zakentalent zou gaan botvieren in dit Land van de Onbegrensde Mogelijkheden?
Samenvatting
Ben vertrekt alleen voor een maand naar IJsland. Omdat de reis dan goedkoper is reist hij via Amerika, waar hij een week moet verblijven.Het idee voor de reis is vaak geopperd door de hoofdpersoon, maar dat hij vertrekt is op initiatief van zijn vrouw Julia. Het lijkt om de een of andere reden goed als Ben een maandje rustig nadenkt en tot zichzelf komt, uitrust, rust heeft. De reis begint met een treinrit naar Luxemburg. De hoofdpersoon observeert zijn omgeving en reisgenoten, hij haalt herinneringen op aan zijn jeugd in Rotterdam. Hij komt naar voren als een eenzelvig kind, dat alleen met z’n neefjes speelden tot die emigreerden. Ben schrijft zijn observaties en herinneringen in een reisdagboek: een dummy van de uitgeverij waar hij werkt, van de titel ‘Algemene Gebruiksaanwijzing’. Van Luxemburg vliegt hij in een wrak toestel, niet in het geplande toestel van een Amerikaanse maatschappij, naar Amerika, met een tussenstop in IJsland; op de terugweg zal de hoofdpersoon hier uit kunnen stappen, eerst moet hij zeven dagen in Amerika blijven. Wat de reis op elfduizend zevenhonderd kilometer brengt, terwijl Amsterdam/Reykjavik hemelsbreed niet meer dan 2000 kilometer is. Bij aankomst is het nog eindeloos wachten op het vliegveld omdat de transportband stuk is. Het vliegtuig is om onduidelijke reden op een ander vliegveld geland dan gepland.De hoofdpersoon had piloot willen worden maar omdat hij geen goede ogen heeft is dat niet gebeurd. Het vliegen vind hij nu onaangenaam.
In Amerika gaat Ben, omdat hij nu eenmaal zeven dagen moet stukslaan, halfslachtig op zoek naar familie die 40 jaar geleden is geëmigreerd: oom Sjaak - die hem haast naderbij stond dan zijn eigen vader - en zijn vroegere speelmaatjes en neefjes Wim (niet helemaal goed snik) en Rob. Van Rob heeft hij nog brieven gekregen over het succesvolle nieuwe bestaan in Amerika. In 1954 moet Rob in dienst, en het lukt hem om in Duitsland gestationeerd te worden, niet in Korea. Hij zoekt de hoofdpersoon op maar ze zijn volkomen van elkaar vervreemd. Sindsdien is er geen contact meer geweest. De vader van Ben was ‘regenmaker’, uitvinder, en is jong overleden.
De reis gaat met vele kleine ongemakken gepaard: deuren van de bus die niet dicht kunnen, onaangename reisgenoten, kapotte airco’s. Contant betalen is een probleem en de hoofdpersoon heeft geen creditcard. Hij neemt verkeerde bussen, als bij een tussenstop wat gedronken kan worden moet de bus weer verder voor hij aan de beurt is enzovoorts. Na een aantal dagen heeft Ben in feite nog geen voet op Amerikaanse bodem gezet - hij heeft alleen in bussen, vliegtuigen en in een gehuurde auto gezeten. Hij heeft nauwelijks gesproken met Amerikanen. Amerika lijkt meer een decor, vol armoede en verval. ‘Dit land kan zonder veel moeite in bordkarton worden geïmiteerd.’ (pag. 66). Al met al is hij vooral bezig met het ophalen van herinneringen dan met het beleven van zijn omgeving.
De streek waar de hoofdpersoon doorheen reist wordt heter en heter. Hij veroorzaakt bijna een frontale botsing als hij schrikt omdat een sprinkhaan in z’n nek gaat zitten. De tegenligger reageert vriendelijk - een van de weinige contactmomenten.
Uiteindelijk komt hij toch bij zijn familie aan. Alleen tante Wil blijkt nog te leven; Rob, Wim en oom Sjaak zijn overleden. Rob heeft zelfmoord gepleegd. Het hele succesverhaal blijkt een fabeltje, de familie heeft nooit echt kunnen wennen aan Amerika. Alle spullen die vroeger in het Rotterdamse huis stonden, staan nu in het Amerikaanse huis.
Op de terugreis naar New York raakt Ben het spoor helemaal bijster in het gloeiend hete landschap. Half expres half uit onhandigheid sticht hij brand, raakt zijn papieren kwijt, de auto komt zonder benzine te staan in een gloeiend heet landschap. Met lege handen e zonder water loopt hij de woestijn in. Met achterlating van zijn reisdagboek.
‘Ik heb geprobeerd mijn lotgevallen te overzien en te bundelen, om vervolgens mijn werkelijkheid als een tovenaar naar mijn hand te kunnen zetten. Kan het alsnog? Door een theatraal gebaar? Door te verdwijnen? Dit is het juiste tijdstip. Ze zijn al aan mijn afwezigheid gewend. Totteren zal mijn plaats innemen en mij op waardige wijze vervangen. Door te verdwijnen en alleen dit notitieboek achter te laten. Waarin ik verslag doe van een reis geleid door een zucht naar samenlopende omstandigheden en schijnbaar toevallige ontmoetingen. Maar alles was gearrangeerd als in een roman, en door niemand minder dan mijzelf. Was ik niet van meet af aan op weg naar het verleden met de bedoeling de cirkel rond te trekken?’
Genre
Roman
Schrijfstijl
Korte tekstfragmenten, ongekunsteld taalgebruik, als reisnotities.
Vertelperspectief
Er is een ik-verteller, hoofdpersoon Ben. Alles wordt vanuit zijn perspectief waargenomen.
Titelbeschrijving
Liberty - vrijheid, de hoofdpersoon is een maand lang vrij van werk en gezin om zichzelf te vinden, maar raakt alleen maar verder van huis. ‘Vrij zijn, het komt vanzelf een keer. Wanneer ik de echte Grote Reis ga maken,’
De ondertitel ‘Een Nederlandse Amerikaan’ slaat op een bekend kinderliedje. De Nederlandse Amerikaan valt uit de toon en is een lachertje. Zo blijft de hoofdpersoon in Amerika een rare vreemde, en vervreemdt hij ook van zijn thuis. Hij is een man van weinig gewicht; iemand die thuis niet gemist zal worden, waarvoor al een waardige plaatsvervanger klaarstaat in de vorm van huisvriend Totteren.
Thema, motieven
De hoofdpersoon is niet goed thuis in de wereld: in zijn baan en gezin niet, in de nieuwbouwwijk waar hij woont te midden van het boerenland niet. Hij vindt zichzelf een mislukking, een overbodig mens. Het reizen brengt hem geen stap dichter bij zichzelf; overal is hij een vreemdeling, een ‘Nederlandse Amerikaan’.
Auteur
Anton Haakman debuteerde in 1979 met ‘Uitvluchten’, een verhalenbundel. Naast schrijver is Haakman ook cineast, filmcriticus en vertaler van vooral Italiaanse literatuur. Hij is vooral gefascineerd door alchemie en uitvinders van bijzondere machines, waarmee illusies kunnen worden opgewekt.
Van hem verschenen onder andere Helse Machines (1990), De onderaardse wereld van Athanasius Kircher (1991) en De derde broer (1995).’
Bron: http://boeken.vpro.nl/personen/22542821/
Eigen mening
Liberty is nogal een treurig boek. De hoofdpersoon gaat op reis om zichzelf terug te vinden, maar uiteindelijk raakt hij zichzelf meer en meer kwijt. Hij twijfelt of zijn kind wel echt van hem is, of zijn vrouw hem trouw is. De familie die in Amerika succesvol was blijkt helemaal niet succesvol, de bewonderde neef heeft zelfmoord gepleegd, de oom die een vader was is dood. De reis is geen bewuste actie maar een door toeval bepaald zwalken. Uiteindelijk trekt de hoofdpersoon zonder water de woestijn in; pleegt dus ook zelfmoord. Hij is zo overbodig dat hij zichzelf ongedaan maakt. Kortom een somber, moedeloos boek. Alleen lezen als je stemming zo goed is dat hij niet door zoveel treurnis te bederven is.
REACTIES
1 seconde geleden