A Beschrijving
1 Geef een complete titelbeschrijving van de gebruikte editie.
L. Couperus, Langs lijnen van geleidelijkheid, Veen uitgevers Utrecht 1980 (8ste druk)
2 Geef de korte inhoud in ongeveer 250 woorden.
Cornélie de Rez is een vrouw van drieëntwintig jaar. Ze is opgevoed met als enige doel het trouwen van een goede man. Ze trouwt met een luitenant, Rudolf Bronx. Na enige ongelukkige jaren gehuwd te zijn, scheid Cornélie van Rudolf. Ze vertrekt naar Italie, omdat ze niet meer door familie en vrienden geaccepteerd wordt. In Italië ontmoet ze Duco Van der Staal, waar ze een relatie mee begint. Duco en zij houden erg veel van elkaar. Ze zijn arm, maar hun liefde voor elkaar en voor de kunst overwint alles. Cornélie sluit vriendschap met een Amerikaans meisje, Urania Hope, die trouwt met prins Gilio de Forte Brachiolli. Eigenlijk valt Gilio meer voor Cornélie dan voor Urania, maar Cornélie wijst hem telkens af. Cornélie is tegen het huwelijk en trouwt daarom ook niet met Duco. Ze schrijft een brochure over de maatschappelijke toestand van gescheiden vrouwen voor een vrouwenbeweging in Holland en word hiermee bekend. Wanneer zij Rudolf Bronx weer ziet, kan ze niet anders dan toegeven dat ze nog altijd zijn vrouw is. Eigenlijk wil ze niet meer terug naar hem, maar ze voelt dat het niet anders kan. Het is haar noodlot om de rest van haar leven bij hem te zijn.
(205)
B Verdieping
3 a Uit welke literaire stroming komt het door jou gelezen boek?
Het naturalisme is de stroming waartoe het door mij gelezen boek hoort.
b Beargumenteer je antwoord bij 3a.
Er zijn een aantal kenmerken van het naturalisme die je in dit boek vind.
Determinisme: Cornélie was opgevoed in een milieu, waarin alles draaide om het trouwen van een goede man. Dit huwelijk mislukte en zij scheidde van haar man. Binnen haar kringen werd een dergelijke scheiding niet geaccepteerd. Dat had voor haar als gevolg, dat zij niet meer in Den Haag kon blijven.
Ook lag het in haar aard om zich coquet te gedragen. Door deze erfelijke eigenschap kwam ze nogal eens in de moeilijkheden met Gilio.
desillusie: Cornélie strijd het hele boek door, om onafhankelijk en een moderne vrouw te zijn, maar op het eind van het boek geeft ze toch toe aan de overheersing van haar ex-man.
maatschappijkritische houding: Cornélie, de hoofdpersoon, dus ook de schrijver, is tegen de positie van de vrouw in de maatschappij. Ze is tegen het huwelijk en alles wat daar bij hoort, daarom schrijft ze een brochure over de maatschappelijke toestand van gescheiden vrouwen.
Taboe-onderwerp: Cornélie woonde wel samen met Duco, maar zij waren niet getrouwd. In het einde van de 19de eeuw was dit absoluut niet toegestaan, daarom ook een taboe-onderwerp.
c Geef bij elk argument een relevante tekstpassage.
Determinisme: “Zij voelde voor de vrouw, zij voelde voor het Meisje: zij was zelve het Meisje geweest, opgevoed met alleen sallon-educatie, om te schitteren, als mooi en bevallig, en dan wel te trouwen. En zij was mooi geweest, en bevallig, zij had geschitterd en was getrouwd, en nu was zij drie-en-twintig, gescheiden van die man, die eens haar enige doel was geweest, en, haar terwille, het doe harer ouders: nu was zij alleen, verloren, wanhopig en stervens-troosteloos: zij had niets om zich aan vast te klemmen, zij leed. Zij had hem nog lief, een ploert, een ellendeling; en zij had gedacht al heel flink te zijn: te gaan reizen, om kunst, naar Italië. Maar zij begreep geen kunst, zij voelde Italië niet.” (blz. 49)
In deze tekstpassage lees je dat het milieu waar zij uit kwam Cornélie dwong tot het huwelijk.
“Ik weet het ik ben coquet. Ik vond het prettig met Gilio te praten; noem het flirten, als je wilt. Ik heb er nooit een geheim van gemaakt, noch voor Duco, nog voor jou. Ik beschouwde het als amusement niet meer. Misschien heb ik verkeerd gedaan; ik heb je er vroeger al mee geërgerd. Ik heb je beloofd het niet meer te doen, maar het schijnt sterker dan ik. Het ligt in mijn natuur, en ik zal me er niet om verdedigen. Ik beschouwde het als zo weinig, als aardigheid en amusement. Maar misschien is het slecht. Vergeef je het mij? Ik ben zoveel van je gaan houden: het zou me leed doen, als je me niet vergaf…” (blz. 154)
Dit is een fragment is een gesprek dat Cornélie met Urania voert, nadat Gilio Duco uit jaloezie met een mes had bedreigd. Door haar geflirt met Gilio is Cornelie in de problemen gekomen.
desillusie: “En zij wachtte hem af, ze luisterde naar zijn pas, zij verlangde, dat hij komen zou, haar vlees trilde hem tegemoet. En toen hij binnen kwamen haar naderde, sloten haar armen zich om hem heen met een gebaar van diep in zich bewuste zekerheid, en wist zij, twijfelloos, aan zijn borst, in zijn armen, de wetenschap zijner manachtig overheersing, terwijl voor haar ogen in een duizeling en weemoed van zwart de droom van haar leven – Rome, Duco, het atelier – verzonk…” (blz. 221)
Dit fragment is het aller laatste deel van het boek. Je leest hier dat Cornélie zich toch helemaal overgeeft aan haar ex man. Je zou dit kunnen zien als de ondergang van een karaktereigenschap van opstandigheid in haar. Vanaf dit punt zal zij zich aanpassen aan de levenswijze van haar ex man.
Maatschappijkritische houding: “En eensklaps sprak zij over zichzelve, en gaf zij zich geheel, vertelde zij haar leven: haar Haagse-jongemeisjes-bestaan , haar opvoeding om wat te schitteren, en aardig en mooi te zijn, zonder een ernstige blik op haar toekomst, alleen afwachtende een goed huwelijk, met een flirtation hier, en een verliefdheidje daar, tot zij getrouwd was; een goed huwelijk in haar kringetje; haar man eerste luitenant van de huzaren, een mooie flinke jongen, goede notabele familie, een beetje geld, - op wie zij verliefd was geworden om zijn mooie gezicht en zijn flink figuur in zijn uniform, die hem goed stond; die op haar verliefd was, zoals hij op een ander meisje ook had kunnen worden, omdat zij een aardig snoetje had: toen, de openbaring al dier allereerste dagen: de dadelijk uitbarstende disharmonie hunner karakters. Zij thuis verwend, delicaat, fijngevoelig, maar egoïst fijngevoelig, maar prikkelbaar voor haar eigen verwende ik-je; hij, niet meer hofmakerig, maar dadelijk grofweg man met rechten hier op en rechten daar op, met een vloek nu en een gedonder dan weer; zij, zonder enige tact, zonder enig geduld nog te maken van hun verongelukkende levens wat er misschien nog te maken zou zijn: nerveus, driftig, drift tegen grofheid in, wat zijn ruwheid zo oprazen deed, dat hij haar mishandelde, uitschold, sloeg, schudde en kwakte tegen de muur aan…” (blz. 52 en 53)
Dit is een deel van de brochure van cornélie. Zij vertelt hier waarom zij zo tegen het huwelijk is. Je ziet dat zij de maatschappelijke positie van de vrouw in de gegoede burgerij van die tijd niet goed vond.
Taboe-onderwerp: “En Cornélie behield alleen één onaangename herinnering: haar ontmoeting tijdens die feestdagen met mevrouw Van der Staal, die haar geniëerd had op die feesten, haar de rug had toegedraaid en haar had doen begrijpen, dat alle vriendschap uit was. Zij had er zich in geschikt; zij had begrepen hoe moeilijk het was – zelfs al had mevrouw Van der Staal haar te woord willen staan – aan een vrouw als deze, vastgegroeid in haar sociale en wereldse conventie, te verklaren haar eigen hoogmoedige ideeën van vrijheid, onafhankelijkheid en geluk.”
In deze tekstpassage lees je dat mevrouw Van der Staal het niet eens was met de manier waarop Cornélie me Duco samenleefde. Het paste niet in het denkbeeld van de gegoede burgerij om ongehuwd samen te wonen.
4 a Wat is volgens jou het thema van het boek?
Het thema van het boek is het noodlot.
b Beargumenteer je interpretatie m.b.v. de verhaallaag van het boek.
Het lot van Cornélie was trouwen met een goede man en de rest van haar leven bij hem blijven. Ze wijkt echter af van haar levenslijn, door van haar man te scheiden en naar Italië te vertrekken. Daar begint ze aan een nieuw leven, een vrije relatie met Duco. Maar zij houd het gevoel dat de nieuwe weg die zij ingeslagen is, niet de goede is. Deze twijfel lees je in het volgende fragment.
“En zij hielden elkaar vast omhelsd, als voelden zij iets, dat hen zou kunnen scheiden, een onafwendbare noodzakelijkheid, of handen zweefden rondom hen heen, hen duwende, hen leidende, hen tegenhoudende en verdedigende, een strijd van handen, als een wolk om hen beiden; handen, die met geweld zochten te splitsen hun glinsterende levenslijn, hun samengesmolten levenslijn, als was die te smal voor hun beider voeten, en de handen ze wringen zouden uiteen, om twee in spiralen de grote lijn uiteen te laten slingeren.” (blz. 166)
De levens van Cornélie en Duco moesten door het lot uiteen gaan. Zij konden daar zelf niets aan veranderen. Het verbreken van de continue levenslijn zoals Cornélie meende te kunnen doen, is onmogelijk. Het lot bepaald haar terugkeer naar haar ex man.
5 a Tot welk soort roman hoort het door jou gelezen werk?
Langs lijnen van geleidelijkheid is een psychologische roman.
b Beargumenteer je antwoord bij 5a.
De gevoelens van de hoofdpersonen staan centraal. De hoofdpersoon maakt ook een psychologische ontwikkeling door. Cornélie was eerst het onbevangen meisje dat de wereld nog niet begreep. Ze ontdekte dat het huwelijk niet ideaal was en ook niet haar enige doel hoefde te zijn, daarom scheidde ze van haar man. In Italië leert ze echte liefde kennen, maar uiteindelijk beland ze toch weer bij haar eerste man. Ze is tot de conclusie gekomen, dat haar opstandige gedrag geen nut had. Ze erkent dat het verstandiger is om de rest van haar leven het gezag van haar man te aanvaarden. Dat is de ontwikkeling die ze doormaakt.
6 a Bij welk onderdeel van de verdieping heb je secundaire literatuur gezocht?
Ik heb bij het beantwoorden van de vraag over het thema secundaire literatuur gebruikt.
b Geef een correcte beschrijving van de gebruikte secundaire literatuur.
Brems H. Vandeel T. Zuiderent A. Kritische lexon van de Nederlandstalige literatuur na 1945, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1980
REACTIES
1 seconde geleden