De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 8.3
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 6181 woorden
  • 28 oktober 2020
  • 247 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
247 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Harry Mulisch
Lezen voor de lijst
Niveau 4 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 4 (15-18 jaar)
Genre
Oorlogsroman
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Methode
Eerste uitgave
1982
Pagina's
236
Geschikt voor
bovenbouw vmbo/havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Schuldgevoel,
Nasleep en verwerking Tweede Wereldoorlog,
Verzet in de Tweede Wereldoorlog
Verfilmd als

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Zo weet je precies wat je nog moet leren voor je examens! 📚✅

Al aan het stressen voor je eindexamens? Niet met Examenbundel! Maak per vak de gratis quickscan en check hoe je ervoor staat. Zo krijg je direct inzicht in wat je al beheerst en wat je nog moet leren en oefenen.
 

Naar de quickscan

Kop:  Mulisch,H. De Aanslag. De Bezige Bij, Amsterdam, 2010

Motto`overal was het al dag, behalve hier was het nacht, neen meer dan nacht '.

Dit motto is ontleend aan een brief van een Romeinse senator, C.Plinius Caecilius Secundus 79 na Christus, die verslag doet van een rampzalige uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79. Pompeji werd bedolven onder een laag as en kwam in een absolute duisternis terecht.

Dit Motto is een vergelijking van de asbedolving in Pompei en de `De Aanslag'. In de gevolgen van de rampen zie je ook overeenkomsten: Het terechtkomen in een langdurige en diepe duisternis.

Genre:  Het boek bevat twee genres: Het is een psychologische, maar ook een oorlogsroman. Een deel van het boek speelt zich af in de ‘Tweede Wereldoorlog’. In diezelfde periode speelt ‘De Aanslag’ af. Deze gebeurtenis heeft zo’n grote impact op Antons leven. De rest van het boek gaat daarom dus ook over zijn leven die beïnvloed is door ‘De Aanslag’.

Samenvatting:

  • Eerste episode, 1945:

Op een avond in januari 1945 wordt de familie Steenwijk opgeschrikt door zes schoten. Voor het huis van de buren Korteweg ligt het lijk van Fake Ploeg, hoofdinspecteur van de politie. Korteweg en Karin slepen het lijk voor het huis van de familie Steenwijk. Peter rent naar buiten om het dode lichaam weer weg te zeulen. De Duitsers komen: Peter vlucht weg en neemt het pistool van Ploeg mee.

Anton en zijn ouders worden uit hun huis gehaald en de villa wordt in brand gestoken, nadat eerst de ruiten kapot zijn geslagen. Anton wordt in een auto gestopt en weggevoerd. Wat er met zijn ouders gebeurt, weet hij niet. Hij wordt in een cel in het politiebureau in Heemstede geworpen. In deze cel zit al een vrouw. Ze troost Anton en praat met hem over fascisten (‘ze zullen zeggen, dat het de schuld van de illegaliteit is’) en over de noodzaak hen te haten.

Anton wordt de volgende dag overgebracht naar de Ortskommandant in Haarlem, van wie hij naar zijn oom en tante in Amsterdam mag gaan. Tijdens de rit van Haarlem naar Amsterdam wordt het konvooi door een Engels vliegtuig beschoten, waarbij enige doden vallen. In Amsterdam komt Anton bij een Duitse generaal terecht, die vriendelijk voor hem is. Oom Peter haalt hem op.

  • Tweede episode, 1952:

Anton wordt opgevoed door zijn oom en tante, een kinderloos doktersechtpaar aan de Apollolaan te Amsterdam. Na de oorlog blijkt dat zijn ouders en Peter in de fatale nacht ter plekke zijn doodgeschoten. Anton reageert beheerst; hij gaat niet op onderzoek uit.

Na het gymnasium gaat hij medicijnen studeren. Als hij tweedejaars is, wordt hij door een studiegenoot uitgenodigd op een feestje in Haarlem. Zo komt hij in 1952 voor het eerst weer terug in de stad die hij in januari 1945 heeft verlaten. Het feestje wordt voor hem een teleurstelling, omdat een paar brallerige studenten kwetsende opmerkingen maken. Anton wordt hierdoor herinnerd aan hetgeen hij in de oorlog heeft meegemaakt. De aansporingen om zich als vrijwilliger aan te melden voor de oorlog in Korea doen hem besluiten het feestje vroegtijdig te verlaten.

Op de terugweg komt hij langs de kade waar zijn ouderlijk huis heeft gestaan. Mevrouw Beumer roept hem binnen. Ze vertelt dat Antons moeder op die fatale januari-avond een Duitser is aangevlogen en dat zij en haar man daarna zijn doodgeschoten. Anton vertrekt zwijgend en loopt langs het monument dat is opgericht voor de slachtoffers van de januari-tragedie. Hij leest de namen van de gefusilleerden, waaronder de namen van zijn ouders. De naam van Peter staat er niet bij.

Bij navraag blijkt dat zijn oom hem wel verteld heeft over het monument, maar dat hij de onthulling niet wilde bijwonen. Anton voelt voor het eerst iets van angst voor het afgesloten verleden.

  • Derde episode, 1956:

Na zijn kandidaatsexamen gaat Anton op kamers wonen in de binnenstad van Amsterdam. In 1956 vallen de Russen Hongarije binnen. Dagenlang is het rumoerig rond het hoofdkwartier van de CPN in Amsterdam (het gebouw Felix Meritis). Tijdens een relletje ontmoet Anton in het portiek van zijn huis Fake Ploeg jr., die een kei in zijn hand heeft. Op de kamer van Anton ontwikkelt zich een heftig gesprek. Omdat zijn vader in de oorlog fout was, heeft Fake niet kunnen studeren. Hij werkt nu in een zaak voor huishoudelijke artikelen. Hij is fel anticommunistisch (‘Het zijn niet toevallig diezelfde rot communisten geweest, die mijn vader hebben vermoord.’). Anton verwijt Fake dat het de vrienden van zijn vader waren, die Antons familie hebben uitgeroeid. Fake wordt woedend en verbrijzelt de spiegel met zijn kei. Kort daarop ontploft de kachel, waardoor de kamer vol roet komt. (Er is sprake van een herhaling van hetgeen in januari 1945 is gebeurd: de Duitsers sloegen alle ruiten kapot en staken het huis van Antons ouders in brand.

  • Vierde episode, 1966:

In 1959 doet Anton artsexamen. Hij krijgt een assistentschap in de anesthesie en gaat in de buurt van het Leidseplein wonen. Hij werkt in het Wilhelmina Gasthuis. In Londen ontmoet hij de stewardess Saskia de Graaff. Een jaar later trouwen ze. Ze kopen een half huis in de buurt van het Concertgebouw. De vader van Saskia is ambassadeur in Athene. In de oorlog speelde hij een belangrijke rol in het verzet.

Begin juli 1966 wordt Sjoerd begraven. Hij was een bekend journalist, die in de oorlog in het verzet zat. Omdat hij een vriend was van De Graaff, gaan Anton, Saskia en hun dochtertje Sandra ook naar de begrafenis. Na afloop van de plechtigheid komt Anton in contact met de verzetsstrijder Cor Takes. Deze heeft Fake Ploeg doodgeschoten. Anton wil eigenlijk niet meer over het gebeurde uit de oorlog praten, maar Takes moet zijn hart luchten. Hij tracht zich te rechtvaardigen door te vertellen over de gruweldaden van Ploeg. Over het gezeul met het lijk van Ploeg weet hij niets. Hij vertelt over zijn vriendin Truus Coster. Zij blijkt het meisje te zijn met wie Anton een nacht in de cel heeft gezeten. Anton hoort nu dat ze drie weken voor de bevrijding is terechtgesteld. Takes geeft zijn adres en telefoonnummer aan Anton.

Anton gaat met zijn gezin en schoonouders ergens lunchen. Daarna gaat hij met Saskia en Sandra naar het strand. Door de onthullingen van Takes is hij helemaal uit zijn evenwicht. Hij wil de foto van Truus, die in het bezit is van Takes, zien. In een foto van Saskia herkent hij het beeld, dat hij sinds 1945 in zijn hoofd heeft van Truus.

De volgende dag gaat Anton naar Takes, die nog helemaal met zijn gedachten in het oorlogsverleden leeft. Het vrijlaten van de oorlogsmisdadiger Lages maakt de verzetsheld woedend. Anton ziet de foto van Truus. Takes vertelt over zijn verhouding met Truus. Zij was het die de laatste twee schoten op Ploeg heeft afgevuurd. Ploeg heeft haar daarna nog met een schot verwond. Anton is zeer geëmotioneerd.

  • Laatste episode, 1981:

Anton en Saskia zijn gescheiden en Anton is hertrouwd met Liesbeth, die kunstgeschiedenis studeert. Ze hebben een zoon: Peter (1969). Anton verdient veel en heeft vier huizen. Hij is vaak in Italië. Hij wordt neerslachtig en heeft soms ook last van een crisis.

In 1978 gaat hij met Sandra naar Haarlem. Op de plaats waar het verbrande huis heeft gestaan, is een bungalow gebouwd. Ze bezoeken het monument en het graf van Truus Coster op de erebegraafplaats in Bloemendaal. Sandra legt een roos op het graf. Door de emoties weet Anton nu plotseling wat Truus in de cel tegen hem gezegd heeft. Als Anton het aan Takes wil vertellen, blijkt het huis van de verzetsman te zijn gesloopt.

Tijdens de vredesdemonstratie op 21 november 1981 te Amsterdam ontmoet Anton Karin Korteweg. Van haar verneemt hij dat Peter in januari 1945 bij de Kortewegs is binnengevlucht. De Duitsers hebben hem neergeknald. Korteweg en zijn dochter zijn naar de Ortskommandantur gebracht. Anton herinnert zich dat hij Korteweg daar even heeft gezien Hij hoort nu ook waarom Korteweg het lijk weg wilde hebben: hij was bang voor zijn hagedissen. Toen bleek welke represaillemaatregelen de Duitsers namen, heeft hij de beestjes zelf doodgetrapt. Hij wilde het lijk niet voor het huis van Aarts leggen, omdat daar drie joden ondergedoken zaten.

Nu weet Anton alles. Hij laat Karin hulpeloos achter en wordt opgenomen in de stroom demonstranten. Samen met Peter loopt hij verder.

Personen:

Anton Steenwijk: Anton is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is lang, slank, heeft donker haar en loopt wat `sloffend'. Op 12-jarige leeftijd verliest Anton zijn ouders en zijn 17-jarige broer Peter. Anton studeert medicijnen en wordt later anesthesist. Hij trouwt twee keer, de eerste keer met Saskia de Graaff, stewardess. Samen krijgen ze een dochter Sandra. De tweede keer trouwt Anton met Liesbeth. Met Liesbeth krijgt Anton een zoon, Peter. Anton lijdt aan migraine en rond zijn veertigste aan neerslagtigheid.

Saskia de Graaff: Ze hebben elkaar ontmoet in Londen. Later trouwen ze met elkaar,krijgen een dochter (sandra) en later scheidden ze van elkaar, maar hun band blijft wel hecht. Ze hertrouwen allebei.

Sandra Steenwijk:

Anton wil zo graag aan zijn dochter vertellen wat de oorlog betekende maar dat had hij al snel opgegeven. Hij heeft altijd contact gehouden met zijn dochter. Ze konden echter niet zo goed met elkaar opschieten want zij had hele andere ideeën dan hijzelf.

Cor Takes: Een persoon die zijn hele leven al in zijn leven speelt maar hem nog nooit ontmoet heeft. Maar in Antons leven een heel belangrijke rol speelt. Hij komt door hem meer te weten over de gebeurtenis voor zijn huis. Ze ontmoeten elkaar 2x daarna niet meer want eerst konden ze het wel goed vinden met elkaar, maar later niet meer want ze verschillen van mening.Anton was het er volgens mij wel over eens dat Ploeg doodgeschoten moest worden.

Truus Coster: Truus Coster was een 'filosofe met een pistool'. Als het over de moraal ging, zat ze op haar praatstoel. Ze had dik, weerbarstig, rossig haar. Ze is niet ouder dan 24 jaar geworden: in april 1945 is ze in de duinen geëxecuteerd. Anton kwam kort na ‘De Aanslag’ haar tegen in een cel. Anton weet op het moment niet veel van haar maar komt er wel later achter dat zij en ‘Cor Takes’ Fake Ploeg sr. hebben doodgeschoten. Even later wordt Truus Coster gefusilleerd.

Fake Ploeg sr.: de NSB'er die doodgeschoten werd omdat hij samenwerkte met de Duitsers en anders nog veel meer had vermoord. Het gevolg van zijn dood was de oorzaak van de ramp die Anton meemaakte. Zelf hebben Anton en hij geen onderlinge relatie.

Fake Ploeg jr.: zoon van Fake Ploeg. Hij beschermt zijn vader steeds, waardoor Anton inziet dat ook Fake slachtoffer is. Hij komt hem tegen op een demonstratie in Amsterdam vele jaren na ‘De Aanslag’

Karin Korteweg: Zijn vroegere buurmeisje. Zij en Meneer Korteweg hebben het lichaam verplaatst, wat leidde tot de ramp die Anton moest meemaken. Anton komt haar toevallig tegen en komt ook achter de laatste puzzelstukken van het verhaal. Hij laat haar daarna achter en draait zich nooit meer om.

Meneer Korteweg:

Meneer Korteweg was zeeman geweest. Hij had veel reptielen, die voor hem heel belangrijk waren. Daarom had hij het lichaam van Ploeg verplaatst voor het huis van familie Steenwijk.. Later trapte hij ze dood, omdat Antons ouders en broer vermoord waren. Uit angst dat Anton wraak zou nemen, emigreerde hij naar Nieuw-Zeeland. Daar pleegde hij in 1948 zelfmoord.

Perspectief/vertelwijze:  Er is een auctoriale vertelinstantie, die het verhaal over Anton vertelt. Vooral in de proloog en op de laatste bladzijde van de roman zien we hem duidelijk aan het woord. Hij maakt algemene opmerkingen, bijvoorbeeld over de namen Anton en Adolf. Hij geeft af en toe uitleg, zoals over het liedje dat Anton zong. De vertelinstantie weet wat er later gebeurde, als Anton van de Duitsers brood met beleg krijgt. Hij maakt af en toe opmerkingen tussen haakjes. De auctoriale vertelinstantie weet meer dan Anton zelf. Vooral bij de eerste episode is dat belangrijk omdat de 12-jarige Anton nog te jong is om alles te begrijpen. We zien later, vooral bij de gesprekken tussen Anton en Takes, dat Anton veel uit 1945 vergeten is, voornamelijk het gesprek met het meisje in de cel. Een vertellers truc zien we, als Truus een heel verhaal aan Anton aan het vertellen is, waarvan hij haast niets begrijpt. Maar het is de bedoeling dat de woorden wel door iemand begrepen worden, namelijk door de lezer: Opeens begon zij te vertellen, alsof er nog een derde in de cel was tegen wie zij sprak. Later in het verhaal herinnert Anton hier niets meer van, maar de lezer wel. Dit verschil in herinnering verhoogt de spanning.

Structuur: De opbouw van ‘De Aanslag’ is te vergelijken met die van een klassieke tragedie: een proloog gevolgd door vijf episodes; deze volgen elkaar chronologisch op en omvatten een periode van bijna 37 jaar. Elke episode duurt één of enkele dagen en historische gebeurtenissen uit die periode hebben een min of meer belangrijke functie in het verhaal.

Tijd:

Eerste episode: 1945, één avond en een deel van de volgende dag.

Tweede episode: 1952, één dag. Verwijzing naar oorlog in Korea.

Derde episode: 1956, één dag. Russische inval in Hongarije. 

Vierde episode: 1966, twee dagen. Provo’s; Vietnam.

Vijfde episode: 1981, één dag. Vredesdemonstratie in Amsterdam. 

Deze episodes zijn weer verdeeld in hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn genummerd. De episodes hebben zoals hierboven te zien jaartallen als titels. Kenmerkend voor de tweede tot en met de vijfde episode, door Mulisch naspel genoemd, is een ontmoeting met iemand die nauw betrokken was bij de aanslag, achtereenvolgens mevrouw Beumer, Fake Ploeg, Cor Takes en Karin Korteweg. Na elke ontmoeting moet Anton het beeld herzien dat hij heeft van de gebeurtenissen in 1945. Zijn leven wordt steeds nader bepaald doordat hij het verleden leert kennen en het interpreteert.

Ruimte: ‘De Aanslag’, de belangrijkste gebeurtenis uit de roman, wordt gepleegd in Haarlem. De kade in Haarlem, waaraan Anton woonde, wordt in de proloog uitvoerig beschreven. In 1952 gaat Anton voor het eerst na de aanslag terug naar Haarlem. Anton voelt overeenkomst tussen hemzelf en de stad. Anton wil nooit meer terug naar Haarlem, niet meer herinnerd worden aan de aanslag. Later gaat hij er echter nog een keer met Sandra naar toe. Na de aanslag woonde Anton bij zijn oom en tante aan de Apollolaan in Amsterdam. Apollo is de god van het licht.

Dit staat in tegenstelling tot de duistere gebeurtenis in Haarlem. Toen Anton in 1953 op kamers ging wonen, "verdween dat Haarlem van januari 1945 nog ver achter de horizon". In 1969 kocht Anton een huis in Toscane, waar hij de vakanties doorbracht. Hij kwam er erg graag, wilde zich er later zelfs permanent vestigen. Hij genoot vaak van het uitzicht op het landschap dat in ieder geval ver verwijderd was van Haarlem, 1945. Toch maakt Anton juist in Toscane een crisis door. Daarna hadden het huis en het uitzicht hun volmaaktheid verloren. De donkere cel, waar Anton praatte met het meisje, was heel belangrijk voor hem. Het symboliseert de duisternis en het isolement waarin Anton na de aanslag verkeerde.

In die donkere cel was één lichtpuntje, de vingertoppen van het meisje over Antons gezicht. Naar dat licht is Anton zijn hele leven op zoek. Verder verdient het huis van  Cor Takes vermelding. Het souterrain leek op een ondergronds hoofdkwartier. Voor  Cor Takes was het nog steeds oorlog.

Thematiek: Het belangrijkste thema is ongetwijfeld het onderscheid tussen schuld en verantwoordelijkheid. Harry Mulisch wil zeggen dat iemand verantwoordelijk is voor wat hij gedaan heeft, voor de handeling zelf, niet voor de reactie van anderen daarop. Schuldig is degene die verkeerd handelt, maar iemand kan niet schuldig worden verklaard aan handelingen van een ander. In het boek duikt de schuldvraag steeds weer op, steeds blijkt ook dat het moeilijk is te zeggen of iemand schuld heeft, omdat grenzen tussen goed en kwaad moeilijk te trekken zijn. Het gaat te ver te zeggen dat ook Anton zich schuldig voelt, toch ervaart hij soms iets dat omschreven zou kunnen worden als zich niet helemaal onschuldig voelen.

Motieven:

  • De oorlog: Telkens komt er iets in het verhaal terug dat te maken heeft met de oorlog (WOII).
  • Toeval (/lot) komt een aantal malen voor in het verhaal. Symbool hiervoor staat de dobbelsteen van het 'Mens erger je niet'. De avond van de aanslag speelt de familie Steenwijk ‘mens erger je niet’. In de rest van het verhaal wordt nog aan de dobbelsteen herinnerd doordat Anton er één in zijn broekzak heeft en deze zo af en toe tevoorschijn haalt. Dit komt vooral voor als Antons leven een beslissende wending neemt, bijvoorbeeld vlak voor de aanslag en aan het begin van de crisis die hij doormaakt in Italië.

Het hangt van het toeval af op welk cijfer een dobbelsteen rolt. Zo was het ook toeval dat de aanslag net bij hun huis gepleegd is. Ook is het toevallig dat hij al deze mensen ontmoet die met de aanslag te maken hebben.

  • Een spiegel: In het verhaal komt de spiegel dikwijls voor. De spiegel als symbool voor het terugkijken naar het verleden, denk ik. In een spiegel kun je zien wat er achter je rug gebeurt en je kijkt naar jezelf (en denkt daarbij dan hoe je zo geworden bent als je nu bent). Het verleden ligt ook achter je, je kunt dus zien wat er met je verleden aan de hand is.

Fake Ploeg jr. gooit de spiegel in de kamer van Anton stuk. Dit wijst, denk ik, op het feit dat Fake niet meer in het verleden leeft en daar ook niet aan herinnerd wil worden.

  • De jukebox: In de loop van het boek worden verschillende keren op belangrijke momenten liedjes vernoemd die afkomstig zijn uit een jukebox. Wanneer een medestudent hem probeert te overreden om zich als vrijwilliger voor de oorlog in Korea aan te melden hoort Anton het liedje "Thanks for the memory". Dit verwijst naar het feit dat Anton op dat moment al genoeg had van de herinnering aan één oorlog en dat hij er niet nog zo’n herinnering bij wil.

En op bladzijde 150 hoort Anton "It’s been a hard days night" als hij Takes voor het eerst ontmoet en ze naar buiten lopen om over de aanslag te praten. Dit liedje verwijst naar het feit dat de nacht van de aanslag erg moeilijk is geweest in het leven van beiden.

  • Kruidnagel: Dat wordt gebruikt als pijnstiller tegen kiespijn. Tijdens de oorlog gebruikt Antons moeder kruidnagel tegen kiespijn en ook in de laatste episode raadt Liesbeth hem aan om kruidnagel te gebruiken tegen zijn kiespijn. Op deze manier worden de eerste en de laatste episode met elkaar verbonden.
  • Schuldvraag: Anton is op zoek naar de schuldigen van de moord op zijn ouders en broer. Hij slaagt er niet in om een groep van mensen of een persoon in het bijzonder als de schuldigen aan te wijzen. Het is logisch dat dit niet kan, want een gebeurtenis als deze aanslag is het gevolg van een samenloop van omstandigheden, waarin mensen verzeild raken. Ook vele aspecten van een gebeurtenis zijn aan het toeval toe te schrijven. Hieruit volgt dat een gebeurtenis als deze niet aan één persoon is toe te schrijven.
  • Angst: Anton leefde een groot deel van zijn leven in doodsangst. Dit kwam door de oorlog (en de aanslag) en de herinneringen daaraan.
  • Geheugen/herinnering: Anton blijft zich bepaalde beelden uit het verleden herinneren; zijn vader zittend aan tafel, de vrouw met wie hij in de cel zat. Hij wordt bovendien anesthesist: specialist in het ‘vergeten’, hij probeert Haarlem ook te vergeten.
  • Wraak: Uiteindelijk heeft de buurman van Anton, die de moord veroorzaakt heeft, zelfmoord gepleegd, uit angst voor wraakgevoelens bij Anton.
  • De Griekse mythologie: Er komen veel Griekse termen in het verhaal voor en ook verwijzingen naar het Griekse verleden. Zo woont Anton in Amsterdam in de Apollolaan. Apollo is de zonnegod, hij straalt licht uit en licht symboliseert de liefde. In het boek komt ook duidelijk het denkbeeld van de Grieken naar voren dat je in het verleden de toekomst kunt zien. Anton denkt ook op deze manier. Hij denkt alleen maar aan de aanslag en maakt zich niet druk om de toekomst. Dit blijkt ook uit het feit dat hij niet meedoet aan de demonstraties.

Stukjes Griekse tekst of Griekse woorden accentueren deze denkwijze. 

  • Vuur: Het huis van Anton gaat in vlammen op, en ook na het zien van de vlam van een aansteker denkt Anton aan de oorlog terug.

De tegenstelling tussen licht en donker (/goed en slecht): In het verhaal komt deze tegenstelling vaak naar voren. Bijvoorbeeld in de gevangenis waar het heel erg donker is, maar waar de gewonde vinger van Truus oplicht in het licht dat onder de deur doorkomt. Na de oorlog woont hij op een verdieping waar veel licht is. Op de kamer van Takes is het ook schemerdonker met een verlichting van koud neonlicht.

De duisternis heeft hier weer de betekenis van haat en het licht van liefde.

"De haat is de duisternis, dat is niet goed. Hoewel, de fascisten moeten we haten en dat is wel goed. Hoe kan dat eigenlijk? Ja, dat is omdat wij ze haten in naam van het licht, terwijl zij alleen maar haten in naam van de duisternis. Wij haten de haat, en daarom is onze haat beter.

Titelverklaring: De titel van het boek slaat op de centraal staande gebeurtenis in dit boek: ‘De Aanslag’ op Fake Ploeg. Er werd een aanslag gepleegd op Fake Ploeg en die aanslag (hoe kort dan ook) heeft het leven van de familie Ploeg, Cor Takes, Truus Coster, de familie steenwijk en anderen, maar vooral Anton Steenwijk, voor de rest van hun leven getekend.

Taalgebruik: De sprookjesachtige toon van de auctoriale verteller is niet kenmerkend voor het hele boek, eigenlijk alleen voor de proloog en enkele korte, beschouwende fragmenten. Het verhaal vertelt Mulisch heel direct, dikwijls in korte, eenvoudige zinnen, ook als hij een gedachtegang weergeeft.

In het boek komen geen uitgebreide omgevingsbeschrijvingen voor, de verhaalruimte wordt sober, maar beeldend typerend.

Ook gesprekken zijn realistisch weergegeven, een benadering van de spreektaal, waarbij de woordkeus en de zinsbouw passen bij de spreker.

Opvallend is dat de woorden van de Duits sprekende SS-officier in de Erlebte Rede worden weergegeven, terwijl die van de Nederlands sprekende Ortskommandant direct worden aangehaald. Mulisch suggereert dat Anton de SS’er verstaat en die suggestie kan hij alleen bereiken door de woorden half direct in het Nederlands weer te geven, omdat Anton natuurlijk geen Duits verstaat.

Om duidelijk te maken hoe bepaald feiten en waarnemingen door Anton worden ervaren, gebruikt Mulisch soms heel treffende vergelijkingen.

Op enkele plaatsen komt een homerische vergelijking voor.

  1. Het gebruik van recensies en biografie

Recensie I

Blom, O., Was de schuld onschuldig?, in: de Volkskrant, 5 mei 2020

Aan de vooravond van de viering van 75 jaar bevrijding bespreekt Onno Blom acht literaire boeken die het beeld van de Duitse bezetting in Nederland hebben bepaald. Vandaag: De aanslag van Harry Mulisch.

'Ik bén de Tweede Wereldoorlog', heeft Harry Mulisch met kenmerkend gevoel voor bescheiden beeldspraak opgemerkt. Toch kon hij als zoon van een collaborerende, Oostenrijkse vader en een Joodse moeder wel aanspraak maken op een biografie waarin twee morele uitersten zich verenigden.

Zo bezien is het geen toeval dat de oorlog - hij was 12 in 1940 - in Mulisch' oeuvre steeds weer opduikt. Het stenen bruidsbed uit 1959 gaat over het geallieerde bombardement op Dresden en een Amerikaanse 'oorlogsmisdadiger' - een contradictio in terminis volgens de schrijver. Mulisch bezocht het proces tegen Eichmann en schreef er De zaak 40/61 over. In De toekomst van gisteren vroeg hij zich af wat er was gebeurd als Hitler had gewonnen.

Hoewel Mulisch had verklaard wel klaar te zijn met het vertellen van 'verhaaltjes' over de oorlog, kroop het bloed waar het niet gaan kon. In 1982 verscheen De aanslag, 'een roman gebaard door een roman'. Het boek kwam voort uit De ontdekking van Moskou, dat Mulisch wel zeven keer tevergeefs probeerde tot een goed einde te brengen. Voor die roman had hij een wees nodig, waarop hij bedacht dat het personage zijn ouders verloor toen zij als represaille door de Duitsers werden gefusilleerd.

De passage groeide uit tot een gezwel, 'een carcinoom dat mijn roman dreigde te vernietigen'. Hij nam een stanleymes en sneed 29 pagina's uit het dikke folioboek waarin hij werkte - en liet vanuit die passage in tien maanden De aanslag ontstaan.

Dat Mulisch zijn beeldspraak ditmaal ontleende aan een gevreesde ziekte, was geen toeval. 1982 noemde hij 'het jaar van de driedubbele aanslag'. Op zijn leven werd een aanslag gepleegd: zijn maag werd verwijderd, nadat er een kwaadaardige tumor was aangetroffen. Hij genas, hoewel zijn kans op genezing heel klein was geweest. Ook verscheen dat jaar De aanslag. De roman was zo succesvol dat er een duizelingwekkende belastingaanslag volgde.

De aanslag is een thriller en moreel-filosofische roman ineen.(RA-genre) In januari 1945 zit de 12-jarige Anton Steenwijk met zijn broer thuis in Haarlem Mens-erger-je-niet te spelen. (RA-tijd)(RA-ruimte).Plotseling horen zij schoten: 'In die stilte, die de oorlog ten slotte was in Holland,  weerklinken op straat plotseling zes scherpe knallen:(RA-ruimte) eerst een, dan twee snel achter elkaar, na een paar seconden het vierde en vijfde schot. Even later een soort schreeuw en dan het zesde.'

Als ze door het raam kijken, zien ze een dode politieagent naast zijn fiets op straat liggen. De buren bij wie het lijk voor de deur ligt, verslepen dat naar hún huis. De Duitsers steken de woning in de fik. Anton komt op het politiebureau terecht, waar hij een gesprek heeft met een gewonde verzetsstrijdster.(RA-ruimte) Nadat hij uit de cel is gehaald, blijkt dat de Duitsers zijn broer en ouders hebben geëxecuteerd.

Bij de beschrijving van de gebeurtenissen baseerde Mulisch zich óók op de aanslag die in Haarlem was gepleegd op Fake Krist. Deze SD'er werd in 1944 vermoord door een knokploeg, die een andere verzetsgroep, waartoe Hannie Schaft behoorde, net voor was. In De aanslag vindt Anton langzaam maar zeker uit wat er die avond is gebeurd. Bij de bestorming van Felix Meritis in 1956, destijds het Amsterdamse kantoor van de communistische partij, komt hij Fake Ploeg tegen, de zoon van de vermoorde politieagent. Fake houdt hem voor: is het de schuld van de fascisten dat hun huis in vlammen opging en Antons ouders stierven, of van de verzetsmensen die wisten dat de Duitsers wraak zouden nemen?

In 1966 spreekt Anton bij de uitvaart van een verzetsheld - waarvoor Mulisch zich baseerde op de begrafenis van H.M. van Randwijk - de verzetsman die Ploeg vermoordde. (RA-tijd) Maar de ware toedracht wordt Anton pas duidelijk als hij Karin Korteweg, de dochter van de buren, tegenkomt tijdens de antikernwapendemonstratie in Amsterdam in 1981.(RA-tijd)(RA-ruimte) Zij vertelt dat haar vader de represaille vreesde en zijn hagedissen wilde redden, die voor hem 'de eeuwigheid' vertegenwoordigden. Vader en dochter legden het lijk bij Steenwijk en niet bij de buren aan de andere kant, omdat daar Joden ondergedoken zaten.

Zo wordt het raadsel van de aanslag opgelost, maar laat Mulisch de morele ambiguïteit van de oorlog bestaan. Er valt niets aan de gebeurtenissen te veranderen, ook niet door ze te begrijpen: 'Was iedereen schuldig en onschuldig? Was de schuld onschuldig en de onschuld schuldig?'

Harry Mulisch - De aanslag

Vragen over de recensie:

Het is moeilijk om uit deze recensie de mening van de schrijver vast te stellen. De schrijver heeft waarschijnlijk bewust zijn mening erbuiten gelaten en gefocust heeft op het maken van een informerende tekst. Deze recensie bevat alleen feiten over het boek en zaken rondom de schrijver, Harry Mulisch. Het uiteindelijke waardeoordeel van dit recensent zal vanuit deze tekst gezien neutraal moeten zijn.

Deze recensie bevat veel achtergrondinformatie over waar Harry Mulisch bijvoorbeeld zijn inspiratie heeft gehaald. Ik ben meer te weten gekomen over de dingen die buiten het boek spelen. Deze recensie heeft me een andere kijk gegeven op dit boek.

Recensie II

Anoniem, Harry Mulisch, in: Haarlems dagblad, 20 maart 2010

De liquidatie van Fake Krist was voor Harry Mulisch uitgangspunt voor zijn bekende roman De Aanslag (1982), die overigens nauwelijks overeenstemt met de ware gebeurtenissen. Vandaar dat de schrijver onder de ooggetuigen van de echte aanslag weinig fans telt. Jan Buitens: "Wat een onzinboek." En Jan van Gennip: "Zo is het helemaal niet gegaan." (ME-)

Je kunt het vergelijken met het rumoer in Stavenisse, waar filmmaker Ben Sombogaart in 2008 zijn film De Storm wilde draaien. Een geromantiseerd drama gebaseerd op de gevolgen van de watersnoodramp van 1953 voor het schiereiland Tholen. Maar dat bleek voor de bewoners van het zwaar getroffen dorp een stap te ver. Het was nog altijd hun drama. De filmploeg was niet welkom.

Hoe het ook zij, het is maar de vraag of Mulisch erin is geslaagd met De Aanslag een meeslepend boek te schrijven. Oorlogswinter van Jan Terlouw is minstens zo spannend. Bovendien is het historische gehalte van De Aanslag zo laag, dat je je afvraagt, waarvoor de schrijver de werkelijkheid nog nodig had. (ME-)

De plaats van handeling is door Mulisch verplaatst van de arbeidersbuurt aan de voet van een kathedraal naar een dure Heemsteedse villawijk. De aanslag heeft bovendien niet plaats op klaarlichte dag als het druk is op straat, maar 's avonds als het donker en rustig is. Fake Krist heet in de roman Fake Ploeg. Niet een politieknokploeg, maar een verzetsstrijdster - duidelijk geënt op Hannie Schaft -schiet hem neer.

De pro-Duitse politieman is bij Mulisch een Shakespeariaanse figuur die na verschillende zwaardsteken op het toneel nog een monoloog van een kwartier kan afsteken eer hij ineen zijgt. Zelfs na zes schoten, waarvan een tussen zijn schouderbladen, richt Fake Ploeg zich op, vuurt terug en dan nog raak ook. In dramatisch opzicht allemaal nogal potsierlijk, dat zeker. Waarbij je ook nog moet bedenken dat toch algemeen bekend is dat de échte Hannie Schaft een trefzekere schutter was. (ME-)

Wellicht heeft Freddy Oversteegen, die zich in de oorlog aansloot bij het gewapend verzet en samenwerkte met haar oudere zus Truus en Hannie Schaft, Harry Mulisch geïnspireerd om de liquidatie van de Haarlemse politieman op het conto te schrijven van Hannie Schaft. In 1981 werd zij geïnterviewd door Vrij Nederland-journalist Igor Cornelissen. "Ik vertelde hem dat ik de dagen voorafgaand aan de aanslag de gangen van Krist had moeten nagaan, om te achterhalen hoe laat hij van huis ging en hoe laat hij weer thuiskwam. Over de politieknokploeg die Krist uiteindelijk omlegde, zei ik: 'Als zij het niet hadden gedaan, hadden wij het wel gedaan'. Maar Cornelissen draaide het om, zodat het leek alsof Hannie Krist had omgelegd. Ik denk dat Mulisch zo op dat boek is gekomen. Overigens leverde die fout me nog een hoop kritiek op. Er werd me verweten dat ik die aanslag alsnog wilde claimen. Onzin natuurlijk. Ik ben gewoon verkeerd geciteerd."

Vragen over de recensie:

De anonieme schrijver is erg negatief over het boek dat Harry Mulisch heeft geschreven. Ze heeft vooral kritiek op hoe het verhaal is gegaan. Dat komt omdat Harry Mulisch een waargebeurde verhaal heeft gebruikt en er verschillende aspecten heeft verdraaid. Dat vindt de anonieme schrijver niet kunnen. Verder is ze in de recensie niet positief op het boek. De recensie vooral gericht op de schrijver. Haar uiteindelijke waardeoordeel is dus negatief

Deze bron laat alle feiten over het verhaal naar buiten komen. Dit is iets wat ik niet wist, maar ook iets wat ik niet kon verwachten. Aan de ene kant ben ik wel blij dat ik het hele verhaal kon horen, maar aan de ene kant kon de schrijver van deze recensie meer tolerantie tonen. 

‘’Hoe het ook zij, het is maar de

vraag of Mulisch erin is geslaagd met De Aanslag een meeslepend boek te

schrijven.’’

Korte biografie: (Harry Mulisch)

Harry Mulisch werd in 1927 geboren. Zijn vader is Oostenrijks-Hongaars en zijn moeder is van Duitse afkomst. Zij heet Alice Schwarz. In 1936 scheiden zijn ouders, zijn moeder gaat daarna in Amsterdam wonen. Harry woonde eerst bij zijn ouders, na de scheiding van zijn ouders in 1936 bij zijn vader en Frieda. Van 1940 tot 1944 gaat Harry Mulisch naar het Christelijk Lyceum in Haarlem. Omdat het oorlog is heeft hij niet veel les. Harry’s belangstelling gaat op dat moment vooral uit naar Atoomfysica, biochemie en alchimie (oude geheime wetenschap die beoogde met de "steen der wijzen" edele metalen (vooral goud) en een levenselixer (= drank voor het eeuwige leven) te bereiden). Tijdens de oorlog verblijft Harry in Haarlem.

Enkele bekende boeken die Harry Mulisch geschreven heeft zijn: Archibald Strohalm, Het zwarte licht, Het stenen bruidsbed, Twee vrouwen, De aanslag, Hoogste tijd, De elementen en De ontdekking van de hemel.

Mulisch gebruikt zijn eigen ervaringen en zijn verbeelding. Er vindt in zijn verhalen altijd een verheviging plaats. Hierdoor is het verhaal meerduidig: het kan op verschillende manier gelezen/geïnterpreteerd worden. Het verhaal wordt hierdoor een soort mythe, het is tijdloos. De verhalen zijn bedoeld het menselijk bestaan te verhelderen.

  1. persoonlijke verwerking

Waarom heb ik dit boek gekozen:

Ik heb dit boek gekozen omdat het een erg aantrekkelijke en interessante titel had. Ik was gelijk erg nieuwsgierig naar onderwerp van het verhaal. De titel ‘De Aanslag’ gaf me een indruk dat het actie bevatte en dat is een genre  waar ik erg van kan genieten. Daarnaast werd het ook aangeraden door mijn docente die het boek al gelezen had en de schrijver ook al kende. Na de titel bekeek ik de afbeelding op de voorkant. Het was niet een hele aantrekkelijke afbeelding. Het had bruine kleuren en dat haalde me bijna over om het boek terug te leggen. Ik keek nog even op de achterkant, het aantal bladzijden en het lettertype en ik was toen wel overtuigd om dit boek te kiezen. Ik vind deze aspecten wel belangrijk in een boek omdat ik geen tijd wil verspillen aan een slecht boek. Dat vind ik gewoon zonde

Mijn recensie van het boek:

Ik heb erg kunnen genieten van het boek. Het is een boek dat heel simpel is gebouwd met vijf hoofdstukken en een proloog aan het begin. Het gaf de lezer, ik in dit geval een betere inzicht over de tijd, maar ook de chronologische volgorde. Het boek was heel makkelijk te volgen. Het bevat geen afbeeldingen en een normale lettertype. Deze combinatie zorgde voor een snelle leeservaring wat heel prettig was.

Over de inhoud was ik minder tevreden. Na de tweede recensie gezien te hebben kwam ik erachter dat het verhaal maar voor een deel waargebeurd was. Het blijkt dus dat Harry Mulisch een aantal aspecten heeft verdraaid. Mijn klacht ligt dan ook bij de rode draad. In het begin van het boek was er enigszins actie aanwezig. Daarna niet meer. Dit zorgde voor een saaie levenservaring. De gebeurtenissen waren erg van belang bij het verhaal. Dit zorgde ook voor emotionele sfeer in het begin. Ik kreeg medelijden met Anton en dat heeft Harry Mulisch heel goed gedaan. Na de eerste episode was de rode draad erg moeilijk te vinden. De schrijver pakte verschillende jaartallen zonder reden en vertelde dan over hoe het leven van Anton verder verliep. Dit gebeurde ook bij de rest van de hoofdstukken en dat vind ik jammer. Ik had liever gehoopt dat het boek na ‘De Aanslag’ gelijk gestopt was.

Al met al vond ik het zonde hoe de schrijver het boek verder heeft laten lopen. Je kan het vergelijken als het niet slijpen van een ruwe diamant. Er zat veel potentie in het boek, maar de schrijver heeft ervoor gekozen dat het een psychologische roman werd en daar is hij wel in geslaagd.

Mijn mening over de uitspraken van recensenten:

*De eerste recensie bevat een neutrale mening over het boek. Dit zorgt ervoor dat ik er niet op kan reageren*

Tweede recensie:

 Bovendien is het historische gehalte van De Aanslag zo laag, dat je je afvraagt, waarvoor de schrijver de werkelijkheid nog nodig had.

Ik ben het er niet mee eens met de schrijver van de recensie. Ik snap dat zij kritiek heeft op het verdraaide verhaal, maar Harry Mulisch heeft het duidelijk als inspiratie gebruikt en niet als het vertonen van het waargebeurde verhaal. Harry Mulisch is hier ook typerend voor en dus konden de meesten dat al wel verwachten.

Hoe het ook zij, het is maar de vraag of Mulisch erin is geslaagd met De Aanslag een meeslepend boek te schrijven

Ik ben het wel mee eens over deze uitspraak. Het boek was op het begin wel meeslepend, maar naarmate het verhaal verliep werd het steeds minder. Zoals ik al eerder zei was de rode draad erg moeilijk te vinden na de proloog en de eerste hoofdstuk. Het verhaal kwam daarna uit onverwachte hoeken

Boekenquiz 12 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Hoe heet de familie wier leven op de avond van de aanslag totaal verandert?
In welke maand en in welk jaar vond de aanslag plaats?
Wat stopte Anton in zijn zak op het moment van de aanslag?
Wat gebeurt er met Anton als zijn ouders worden opgepakt door de Duitsers?
Wat gaat Anton studeren na de middelbare school?
Hoe komt Anton erachter wie Fake Ploeg vermoordde?
Wat is er sinds de aanslag met de zoon van Fake Ploeg gebeurd?
Met wie is Anton getrouwd en hoeveel kinderen heeft hij gekregen?
Waarom lieten Karin Korteweg en haar vader het lichaam van Ploeg niet liggen?
Waarom werd het lichaam van Ploeg op de stoep van Antons huis gelegd?
Waar staan dobbelstenen symbool voor in het boek?
Welke stelling is/zijn juist?
Stelling I: Anton is na de avond van de aanslag alles vergeten en zit er totaal niet meer mee.
Stelling II: Pas op het moment dat Anton erachter komt wat er gebeurd is, kan hij er vrede mee hebben.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.