Zakelijke gegevens
Thea Beckman
Kruistocht in Spijkerbroek
-Crusade in Jeans-
(de filmeditie)
Boekverslag door Sven van Doorn
2A2 - December 2
Inhoud van het boek
Dolf Wega is door een foutje met een tijdmachine in het jaar 1212 in Spiers terecht gekomen, door een foutje kon hij niet meer teruggehaald worden en moest hij daar zien te overleven.
Hij besluit zich, samen met Leonardo, die hij tegenkwam op de plek waar hij naartoe is geflitst, aan te sluiten bij een kinderkruistocht die Jeruzalem van de Turken wil bevrijden.
Tijdens de tocht laat Leonardo een metalen doosje, dat hij heeft gevonden tijdens de tocht, zien aan Dolf, er zit een bericht in van de 2 Professoren die hem naar het verleden hebben gestuurd; ‘we willen weten waar je bent’. Later wordt er nog een doosje gevonden in de stad waar Dolf in de buurt is. Hij gaat erheen en schrijft op een papiertje waar hij is, hij legt het op de plek waar het doosje is gevonden en het wordt teruggeflitst. Even later kan hij zelf ook teruggehaald worden.
Personages:
Dolf Wega (in 1212 noemt hij zichzelf Rudolf Wega van Amstelveen):
Dolf is de hoofdpersoon van dit boek. Hij is 15 jaar oud, zelfverzekerd, avontuurlijk en koppig. Hij is ook een leidend persoon.
Hij neemt tijdens de kruistocht veel verantwoordelijk op zich en bemoeit zich met veel dingen. Hij wordt in de loop van het boek stoerder en zelfverzekerder.
Hij heeft gaat veel om met Leonardo, die hij in het begin heeft leren kennen, hij zorgt goed voor zieke kinderen, waaronder Mariecke, die het personage zegmaar alle kinderen vertegenwoordigt.
Leonardo:
Leonardo Fibonacci da Pisa, is een jongen Italiaanse student. Hij is slim, relaxed, leergierig en geduldig. Leonardo is het maatje van Dolf, want Dolf heeft zijn leven gered toen hij werd overvallen. Leonardo is erg behulpzaam, samen met dolf helpt hij veel zieke kinderen.
Dom Anselmus:
Dom Anselmus stelt zich voor als een monnik, terwijl hij eigenlijk alleen maar geld wil hebben en helemaal geen monnik is. Hij is gierig en wil graag veel geld verdienen. Hij wil snel naar Genua, dat licht in het noorden van Italië, omdat hij daar de kinderen wil verkopen als slaven en er veel geld aan kan verdienen. Hij zorgt slecht voor de kinderen en is enorm egoïstisch.
Dom Johannes:
Dom Johannes is erg aardig en lief voor de kinderen. Hij was een arme monnik, tot hij Dom Anselmus tegenkwam en die hem het plan voorlegde om met de Kruistocht mee te gaan om de kinderen als slaaf te verkopen. Eerst deed Dom Johannes mee, maar toen kreeg hij spijt en vertelde het plan aan Dolf, die hem begreep en het hem vergaf.
Nicolaas:
Nicolaas is een domme, simpele en gelovige Herdersjongen die zogenaamd engelen had gezien die hem opdracht gaven met veel kinderen Jeruzalem te bevrijden. Nicolaas heeft helemaal geen aandacht voor de kinderen, hij denkt dat God wel voor ze zorgt en hij zit alleen maar te bidden, Dolf kan helemaal niet met hem opschieten, terwijl de Monniken wel naar hem luisteren.
Passages:
Hoogtepunt:
Ik heb dit stukje gekozen omdat Dolf hier weer hoop krijgt dat hij terug kan met de tijdmachine. Dit is een hele omslag in het verhaal, want je zit te denken dat hij nooit meer terug kan en vraagt je af hoe de kruistocht afloopt.
Het stukje speelt zich af bij Brindisi, een havenstad(of zeeroversnest,) in het zuidoosten van Italië. Er zijn nog maar duizend kinderen over, veel kinderen monsterden aan bij een schip, er werd nooit meer iets van hun vernomen, andere zochten werk in de stad, de kruistocht was eigenlijk voorbij.
Dolf en Leonardo namen plaats op een met mos begroeide stenen bank, recht tegenover de verwoeste kapel.
‘Ik heb iets vreemds gevonden,’ zei Leonardo plotseling.
‘O ja?’
Dolf was verstrooid. Hij piekerde over de toekomst. Dat ze ooit uit Brindisi weg zouden komen, geloofde hij niet. En blijven was al even onmogelijk.
‘Kijk,’ zei Leonardo.
Uit zijn zak haalde hij een kleine, witmetalen doos. ‘Weet jij wat dat voor een ding is?’
Dolf staarde naar het voorwerp of de ogen uit zijn hoofd moesten rollen.
‘Dat is… dat is…’ stamelde hij, ‘dat is aluminium.’
‘Hoe noem je dat?’
‘Aluminium, een zeer licht metaal. Hoe kom je daar aan?’
‘Dat zei ik toch: gevonden.’
‘Waar?’
‘In Bari, voor de trappen van de Sint-Nicolaasbasiliek. Het lag zomaar op straat. Ik vond het zo’n merkwaardig ding dat ik het meenam. Later dacht ik er niet meer aan. Hoe zij je ook weer dat het metaal heette?’
‘Aluminium. Mag ik het eens bekijken?’
Dolfs hart roffelde kenden ze in de dertiende eeuw licht metaal? Hij dacht van niet. Leonardo kende het in elk geval niet.
Dieptepunt:
Ik heb dit stuk gekozen omdat hier iets gebeurt wat Dolf zijn leven gaat veranderen. Als het gebeurt kan Dolf zijn ogen niet geloven.
Het stukje speelt zich af vlak bij Spiers 4 uur nadat Dolf naar het verleden is gestuurd. Dolf had namelijk 4 uur de tijd om daarna weer terug te gaan naar precies dezelfde plek als waar hij terechtgekomen is. Hij komt er alleen net te laat aan want hij wordt opgehouden door de kinderkruistocht en in plaats van Dolf wordt er een andere jongen per ongeluk teruggeflitst.
Hij durfde niet op zijn horloge te kijken, hij durfde zich niet te verroeren, en vooral durfde hij niet toe te geven dat hij gezien had wát hij had gezien: hoe een dertiende-eeuwse jongen die op de steen had staan dansen, er opeens niet meer was…
Maar hoe Dolf ook trachtte datgene wat hij voor zijn ogen had zien gebeuren weg te denken, weg te tellen – diep in zijn brein was er de volstrekte zekerheid dat het die jongen was geweest die werd weg geflitst. En dat het voor hem, Dolf Wega, te laat was. In zijn orden dreunde opeens de sten van dr. Simiak, die uitlegde: ‘En als het mislukt, ik bedoel als je er op het juiste moment niet bent, zul je de rest van je leven in het verkeerde tijdperk moeten ronddwalen. Dan ben je voor ons verloren.’
Mening en reflectie
Ik heb dit boek van mijn ouders gekregen omdat ze graag wilden dat ik het ging lezen, de film was toen net uit geloof ik. Ik vind het begin zwak en ongeloofwaardig. Twee professoren die een kind van 15 zomaar als experiment naar het verleden sturen, dat klopt niet. Als Dolf de kinderkruistocht tegenkomt vindt hij het ook ongeloofwaardig. Maar je begint je steeds meer in te leven in de situatie en begrijpt steeds meer dingen waardoor het uiteindelijk nog geloofwaardig wordt. Het boek heeft mijn verwachtingen deels vervult, ik vind het goed geschreven en ik kan me de gedachtes en conflicten goed voorstellen, maar ik vind het verhaal over de tijdmachine en alle toeval die gebeurt wel onwerkelijk, ik had gedacht dat het echter was.
Het absolute hoogtepunt vond ik zijn gewonnen rechtzaak. Twee monniken en een heilige beschuldigde Dolf van ketterij, waardoor hij ontzettend onder druk kwam te staan en is daar goed onderuit gekomen. Het is knap dat hij zoveel negatiefs over zich heen krijgt maar toch de zaak naar zijn hand weet te zetten.
Het dieptepunt vond ik het moment dat er een andere jongen in de plaats van Dolf teruggeflitst wordt. Dan leef je heel erg met Dolf mee en probeer je jezelf voor te stellen wat jij zou doen, terwijl je je dat eigenlijk niet kan voorstellen. Het is erg zielig en hard voor Dolf.
Ik voel veel sympathie voor Peter, een jongen die in zijn jeugd ‘meer slaag als eten’ heeft gekregen. Peter is heel arm en zielig, maar hij kan heel goed zwemmen. Zo wordt Peter van onbruikbaar kind ineens de leider van de Visgroep, deze groep gaat met zelfgemaakte netten vissen. De groep bestaat uit de beste zwemmers van de kinderkruistocht en Peter mag ze leiden.
Ik voel antipathie voor Dom Anselmus, omdat hij een gierige bedrieger is die zich voordoet als een monnik, terwijl hij alleen maar geld wil verdienen door de kinderen als slaaf te verkopen, hij denkt alleen aan zichzelf en door hem zijn er veel kinderen omgekomen.
Ik voel empathie voor Dom Thaddeus Peter. Thaddeus is een monnik die al vanaf het begin bij de kruistocht hoort maar pas later in het boek voorkomt, omdat hij niet veel optrekt met de andere monniken en zich alleen maar met de zieke kinderen bemoeit. Hij komt voor een moeilijke keuze te staan, want hij vind Dolf een ketter maar toch voelt hij veel sympathie voor hem. Hij moet kiezen tussen de kerk en zijn voorkeur. Uiteindelijk vindt hij een soort van oplossing door tijdens de “rechtzaak” tegen Dolf te bewijzen dat Dolf een geschenk uit de hemel is door een litteken (3 witte puntjes) te laten zien dat een teken van God is, terwijl het eigenlijk gewoon een litteken is van een hondenbeet.
Ik heb voor het grootste deel ’s avonds en in de auto gelezen. Meestal per keer een hoofdstuk, of een half uur lang. Ik heb veel geleerd over de leefwijze en denkbeelden van de Middeleeuwers. Ik snap nu meer over hoe zij over God denken en dat zij vaak veel vooroordelen hadden.
Dit is vooral een boek voor lezers die geïnteresseerd zijn in geschiedenis en van avontuur houden. Ikzelf ben niet geïnteresseerd in geschiedenis maar houd wel van boeken over het verleden.
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
top boek
13 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Goed gedaan Sven super goed.
5 jaar geleden
Antwoorden