Algemene gegevens
‘Kinderjaren’
Jona Oberski
BZZTôH, Amsterdam
1e druk, 1978
25e druk, 2000
Titelverklaring
“Kinderjaren’’, omdat dat samenhangt met de tijd van het leven die van het jongetje wordt verteld, zijn kinderjaren. Maar ook dat deze kinderjaren aan het eind van het boek door de oorlog juist voorbij zijn gegaan. De eerste jaren van een kind zijn zorgeloos en kunnen ze kind maar halverwege moet het kind volwassen worden.
Korte samenvatting
Het verhaal gaat over een klein jongetje die van jongs af aan al in concentratiekampen zit en zijn vader daar ook verliest. Later na de bevrijding verliest hij ook zijn moeder.
Personen
-De hoofdpersoon in dit boek is het jongetje. Hij is enig kind en hij krijgt in het hele boek geen naam. Als de oorlog afgelopen is hij bijna acht jaar. Hij groeit op in een beschermde omgeving. In de loop van het verhaal wordt hij zelfstandiger. Hij wil graag bij de grotere kinderen in het kamp horen en heeft daar veel voor over. (bijv. het ‘ketelhuis’ binnengaan en tong uitsteken tegen de Duitsers.) De gruwelijke gevolgen van de oorlog lijken voor een groot deel langs hem heen te gaan. Hij blijft een kind en vriendjes lijken belangrijker te zijn dan de dood van zijn vader.
Het is een jongetje dat snel huilt. In elk hoofdstuk staat een paar keer de zin: “Toen ging ik weer huilen”.
- Ook is het jongetje heel gehoorzaam: ‘Jij kunt heel goed je ogen dicht houden,’zei mijn moeder. ‘Doe ze dan nu goed dicht. Ik draag je naar binnen en je mag ze weer open doen als ik het zeg. Afgesproken?’Ik deed mijn ogen dicht. Door mijn dichte oogleden kon ik het licht zien dat in mijn kamer brandde.
- Als het jongetje eenmaal boos is, laat hij dat wel heel goed zien: Vóór mij stond een tafel. Op het tafelkleed stond een glas met bloemen. Ik pakte het glas en smeet het op de grond. Ik trapte op de bloemen en trok het tafelkleed van de tafel. Ik sloeg ermee in het glas. Ik gooide de tafel om en schopte er tegen. Ik schreeuwde tegen Trude dat zij een rotmens was en dat ik geen klein kind meer was. Ik bibberde van het huilen. Ik zei dat het rotbloemen waren en dat Trude zeker zelf de weg had afgesloten en dat zij mijn moeders aardappelen had weggegeven en dat zij mijn moeder pillen had gegeven en slecht water en dat het haar schuld was dat zij nu dood was en haar schuld dat ik er nu niet meer heen kon.
- In het strafkamp waar zij verbleven vond het jongetje vrienden heel belangrijk. Hij had er ook alles voorover om bij hen te horen. Hoe ouder de vrienden, hoe beter. Hij deed alles wat zei hen vroegen. Alle opdrachten die hij zou moeten vervullen ‘’om er bij te horen’’ deed hij. Het jongetje moest een lange neus maken naar iemand van het leger. Het jongetje zag niet in dat het slecht kon aflopen als hij dat deed, maar gelukkig werd hij niet gezien: Het meisje vroeg of ik het zou durven te doen tegen de mof. Ik knikte. De kinderen liepen weg. Ik liep naar het hek. Het bruin verroeste prikkeldraad zat vlak bij elkaar en ik kon er bijna niet doorheen kijken. Mijn hand kon er zeker niet door. Ik deed een stap terug. Aan de buitenkant van het hek stond groen onkruid. Daarachter was de grijze weg. Aan de overkant liep de mof met de wolfshond. Ik spreidde mijn vingers, zette mijn duim tegen mijn pink en bracht beide handen voor mijn neus. Het was moeilijk om ze recht te houden. Toen stak ik mijn tong uit en ik riep uuwaa zoals de kinderen altijd deden. Iemand pakte mijn arm en trok mij mee. Het was een meisje. Zij zei dat ik gek was en dat ik meteen op moest houden.
-Moeder beschermt de ik-figuur tegen de buitenwereld, ze houdt veel van hem. Ze is een echt moedertype: warm, liefdevol en altijd in de buurt. Ze is niet autoritair (ze vraagt bijvoorbeeld of hij zich aan wil kleden). Wanneer hij een lange neus heeft gemaakt tegen een Duitser (pag. 51-54), wordt zij boos.Als haar man dood gaat is de ik-figuur de enige die ze nog over heeft. Aan het eind van het verhaal is het haar allemaal teveel geworden. Ze wordt krankzinnig en sterft.
-Vader werkte voor de oorlog op een kantoor. Omdat vader in een ander deel van het kamp zit, komt hij niet zo vaak voor in het verhaal. Wel wordt er veel over hem gesproken, het is een aardige man. Je kunt merken dat hij veel van de hoofdpersoon houdt. (Bijvoorbeeld op pag. 12: ‘Hij tilde mij met twee grote handen om mijn middel op en ik vloog lachend door de lucht.’)
-Trude is een vriendin of familielid van de moeder, zij zit in dezelfde kampen als het gezin van de hoofdpersoon. Vanaf de dood van moeder zorgt zij samen met Eva voor hem, tot dat er een pleeggezin zich aanmeldt.
-Eva wordt na de bevrijding samen met de hoofdpersoon en Trude ondergebracht in de villa van de Duitser. Zij zorgt ervoor dat de hoofdpersoon weet dat zijn moeder is overleden, omdat Trude dat niet wil vertellen.
-Meneer Paul en mevrouw G. (tante Lisa) worden de pleegouders van de hoofdpersoon, als zijn ouders zijn overleden. Meneer Paul werkte voor de oorlog bij de vader op kantoor. Tante Lisa is zijn vrouw.
Locatie
Het boek ‘Kinderjaren’ speelt zich af in Amsterdam, Westerbork, Bergen-Belsen en Tröbitz. Het verhaal speelt zich grotendeels af in de barakken van de concentratiekampen en voor de rest voor een klein deel in hun eigen huis. In deze plaatsen hebben in de Tweede Wereldoorlog de verschrikkingen plaatsgevonden die in dit boek, op een kinderlijke manier, verteld worden.
Perspectief
Het verhaal is geschreven in een ik-perspectief, dat is al te zien aan de eerste zin.
‘’Niet schrikken, alles is goed, ik ben bij je.’ De hand die op mijn wang werd gelegd was van mijn moeder. Haar gezicht was vlak bij het mijne. Ik kon haar bijna niet zien.’ (blz. 9)
Motto
Gras, in een blauwe theepot,
apart, tussen het groeiend
uitbloeiend, doorlevend gras gezet.
(Judith Herzberg)
ik weet niet wat dit betekend dus heb ik het opgezocht.
Dit motto is afkomstig uit: ‘Beemdgras en zachte dravik’, van Judith Herberg. Het is een beschrijving van een concentratiekamp is; gras met een omheining tussen het andere gras gezet.
Mening
Het verhaal is niet moeilijk om te lezen, omdat je het verhaal leest vanuit de ogen van een klein kind.
‘Mijn moeder pakte de lakens uit de koffer en maakte ons bed op. Met mijn harlekijn en mijn lurk ging ik er in. Ik was heel moe, al was het nog licht. De pratende mensen maakten veel lawaai.’(blz. 29)
Omdat de hoofdpersoon nog zo klein is snapt hij de betekenis van sommige dingen nog niet. Zoals de tong uitsteken naar iemand met veel aanzien niet slim is of dat het knekelhuis geen plek is voor kinderen.
“Eén meisje zei tegen mij:’kijk, daar ligt je vader, hij ligt niet eens in een laken.’ Toen zag ik de dode mensen.” (blz. 64)
Je maakt soms grote tijdsprongen en dan had je een heleboel gebeurtenissen gemist. Dat was wel jammer, maar als die gebeurtenissen wel verteld waren was het boek misschien te langdradig en saai geworden.
“’Je weet toch wel dat wij al bijna twee weken in de trein zitten? Dat de trein steeds stopte en dat we dan weer doorreden of terugreden?’” (blz. 73)
Het verhaal was niet erg spannend, want de gebeurtenissen waren oppervlakkig verteld en waren heel snel weer voorbij(naar mijn menig). Het eind was niet zo leuk want je stopte midden in een gebeurtenis en weet dus niet hoe het gaat aflopen.
Ik zou dit boek aanraden aan iemand die een leesverslag moet maken voor Nederlands maar niet van lezen houdt, want het is dun en leest gemakkelijk uit.
Kinderjaren door Jona Oberski


De novelle Kinderjaren is het debuut van Jona Oberski.
Het boek geeft een indringend beeld van de belevingswereld van een joods jongetje tijdens de tweede wereldoorlog en de periode direct na de bevrijding. Oberski is erin geslaagd van het begin tot het eind een wereld te beschrijven zoals een kind die zou zien. Daarmee heeft hij voor een vorm gekozen, waaraan het …
De novelle Kinderjaren is het debuut van Jona Oberski.
Het boek geeft een indringend beeld van de belevingswereld van een joods jongetje tijdens de tweede wereldoorlog en de per…


Met ToetsMij oefen je per hoofdstuk voor al je vakken, precies op het niveau van je toets. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en met de uitleg bij de antwoorden kun je lastige dingen beter begrijpen. Zo zijn er geen verrassingen meer op de toets en haal je hogere cijfers!

REACTIES
1 seconde geleden