Leon de Winter
Kaplan
Vooraf:
- Het boek is geschreven door Leon de Winter, dit is zijn echte naam en geen pseudoniem.
- De uitgave die ik heb gelezen is uit 1996, namelijk de 13e druk, de eerste kwam uit in 1986 en is nooit herzien.
- Dit boek behoort volgens mij tot het genre van de psychologische romans.
1. Handeling:
Het boek is opgebouwd uit drie delen die elk een ander deel van het verhaal vertellen.
Deel 1 bestaat uit twee door elkaar lopende verhalen. Het eerste is dat van Leo Kaplan, succesvol schrijver van Joodse afkomst die al een flinke tijd met een writersblock rondloopt. Leo is getrouwd met de mooie Hannah, die ook Joods is.
Als het verhaal begint heeft Leo op de terugweg van zijn laatste scharreltje net besloten om voortaan trouw te blijven aan zijn vrouw, iets wat hij daarvoor niet deed. Helaas is het al te laat, want zijn vrouw vertelt hem kort daarna dat ook zij een verhouding heeft en dat ze van hem wil scheiden. Zij houdt het huis dus Kaplan moet helemaal opnieuw beginnen op een studentenkamertje. Zijn voornaamste bezigheid hier is het verzuipen van zijn ongelukkige bestaan.
In een flash back wordt ook nog verteld over Kaplan’s reisje naar Cairo, waar hij zijn oude jeugdliefde, Ellen, weer ziet. Hij spreekt niet met haar en zij ziet hem niet, maar dit weerzien is een keerpunt in zijn leven en waarschijnlijk ook de reden van zijn writersblock. Vanaf dat moment ligt hij nog meer in de knoop met zichzelf als daarvoor.
Parallel hiermee loopt het verhaal van Ellen de Waal, de vrouw van Diplomaat Frank Joncker en jeugdliefde van Leo Kaplan. Vanwege het werk van haar man zit zij in Italië als ze begint te vermoeden dat haar man de heilige trouw van hun huwelijk heeft verbroken met zijn koffiejuffrouw. Uit woede en frustratie hierover begint zijzelf een heftige relatie met een jonge Italiaanse ober, Dino.
Via een roze tafelkleed kom je in het boek ook nog terecht bij de geschiedenis van Bruno Bovin, een oudere man die door het overspel een enorme haat tegen vrouwen bij zich draagt. Op latere leeftijd gaat hij dit uiten door jonge stelletjes te vermoorden die in de openlucht liggen te vrijen.
Op een bepaald moment in het boek wordt de koffiejuffrouw, die volgens Ellen een affaire zou hebben met Frank Joncker, dood gevonden in een auto samen met een collega diplomaat van Frank Bob Govers. Dat ze vermoordt zijn door Bruno Bovin weet alleen de lezer, dit is ook niet relevant voor de rest van het verhaal. Als Ellen dat hoort begrijpt ze dat niet haar man, maar Bob Govers een affaire had met de koffiejuffrouw.
Dan hoort Ellen via de ambassade dat Leo Kaplan, een oude bekende dus, naar Rome komt voor de promotie van zijn naar het Italiaans vertaalde boek, Hoffman’s Honger. Zij vreest dat dit problemen gaat geven voor haar gezin omdat haar zoon, die zij en Frank hebben opgevoed, eigenlijk van Kaplan is. Tegen Kaplan had ze aan het eind van hun relatie verteld dat ze zijn kind had laten weghalen en Frank had ze verteld dat haar jonge zoontje van een overleden echtgenoot was. Ze besluit dat ze het best in de buurt kan blijven en gaat Kaplan zelf van het vliegveld halen.
Deel 2 vertelt het verhaal van de ontmoeting en de daaropvolgende heftige relatie van Ellen en Leo. Beiden waren op hun vlucht voor hun familie in Amsterdam terechtgekomen. Leo vluchtte vooral voor zijn vader, die fortuin had gemaakt in Den Bosch als ‘voddenjood’ en Ellen vluchtte voor haar familie die in de oorlog ‘fout’ was geweest.
In het Amsterdamse café waar Ellen werkt komen ze elkaar tegen en er bloeit een mooie relatie op. Samen sluiten ze zich af van de wereld onder hun eigen ‘stolp’ waar ze zich veilig voelen voor de gevaren van de buitenwereld en vooral voor hun families, die beiden de relatie afkeuren.
Uiteindelijk raakt Leo verwikkelde in de organisatie van zijn studentenvereniging en daardoor heeft hij minder aandacht voor Ellen. Als Ellen dan zwanger raakt escaleert het. Eerst zijn de twee erg gelukkig en spreken af om een weekje weg te gaan om daar dan hun trouwdatum af te spreken. Twee dagen van tevoren vertelt Leo dat hij verplichtingen heeft en niet meekan, Ellen gaat alleen. Op het vakantieadres besluit ze haar kindje weg te laten halen in Engeland, echter daar aangekomen besluit ze het toch niet te doen en keert terug met het kindje nog in haar buik.
Weer in Amsterdam vertelt ze uit frustratie tegen Leo dat het kindje wel heeft laten weghalen met het ferrykaartje als bewijs. Deze wordt zo boos dat hij de deur uitloopt en direct met de trein naar Parijs vertrekt.
De eerstvolgende keer dat ze elkaar weer zien is zeventien jaar later in het ziekenhuis van Cairo.
Deel 3 is het deel waar de twee verhalen bij elkaar komen en waarin de schrijver naar de ontknoping toewerkt. Het begint ermee dat Kaplan in het vliegtuig zit naar Rome, waar hij zijn boek gaat promoten. Na het opstijgen, komt er een stewardess naast hem zitten, Paula, met wie hij aan de praat raakt. Net als wel vaker in Kaplan’s leven eindigt dit in een aantal vrijpartijen, maar een relatie kun je het niet noemen.
De voornaamste reden hiervoor is natuurlijk dat Kaplan’s oude jeugdliefde Ellen hem van het vliegveld komt halen. Beiden herkennen ze elkaar direct en beiden doen ze net alsof dat niet zo is en praten een beetje over koetjes en kalfjes. Later bekennen ze elkaar dat ze weldegelijk wisten wie ze waren en na een korte ruzie praten ze een tijdje over ‘vroeger’. Ellen vertelt echter niets over hun zoon, Maurits.
Ellen nodigt Kaplan uit om bij haar thuis, waar Maurits dus ook zal zijn, te komen eten. Door dit etentje, een interview met een vervelende journaliste en een weerzien met een oude vriend raakt nog meer in de war als hij al was en stort in. Gelukkig heeft Ellen na weer een avontuurtje met een nog jongere Italiaan besloten dat er maar een manier is om een rustig en trouw vervolg te kunnen geven aan haar leven met Frank. Dus nodigt ze Leo uit en samen rijden ze naar het Lago di Bracciano, waar ze eerst wat eten en daarna in een hotel belanden. De volgende ochtend wordt Ellen als eerste wakker en verlaat het hotel zonder afscheid te nemen van Leo.
Beiden bevrijd van hun gezamenlijk verleden gaan ze hun eigen weg, alleen Kaplan is nog niet van zijn eigen verleden af. Door een voorval met een Joodse man even voor zijn korte hereniging met Ellen besluit hij op zoek te gaan naar zijn verleden.
Epiloog:
Een tijd later, weer terug in Nederland, gaat hij naar de Bossche synagoge waar zijn ouders altijd heengingen. Daar hoopt hij iets te vinden over zijn verleden en vooral over de overleden broer van zijn vader, naar wie hij vernoemd is. Als hij probeert in te breken wordt hij gepakt door de politie en daarna weer uit de cel gehaald door de voorzitter van de Joodse gemeenschap, Ben Gelder. Deze is een oude vriend van zijn ouders en neemt hem mee naar zijn huis zodat hij de volgende dag de tiende man kan zijn bij de gebedsdienst. ’s Nachts kruipt hij bij de dochter van Ben Gelder in bed, Rosa.
Het boek met de scène dat Ben Gelder, op weg naar de synagoge, dezelfde mop aan Leo Kaplan gaat vertellen als Kaplan’s vader op zijn sterfbed aan de dokter vertelde.
- Fabel: Twee personen die door hun gezamenlijke achtergrond in de war zijn en dit na veel omwegen samen ook weer oplossen.
2. Compositie:
Het boek bestaat uit 34 hoofdstukken die allemaal als titel de naam dragen van de belangrijkste geografische plaats in dat hoofdstuk. De compositie heeft dus heel duidelijk met de ruimte te maken waarin het verhaal zich afspeelt, hoewel er in sommige hoofdstukken wel meer plaatsen voorkomen. De reden waarom de schrijver voor deze compositie heeft gekozen zou ik niet weten, maar ik vind het wel origineel en het leest prettig.
3. Figuren:
Er zijn twee belangrijke figuren in wiens verhaal door het hele boek wordt verteld, namelijk Leo Kaplan en Ellen de Waal:
- Leo Kaplan is een Joods schrijver die erg met zichzelf in de knoop zit. Hij is opgegroeid in Den Bosch als zoon van ‘Jood Kaplan’ , in de volksmond ook wel ‘de voddejood’ genoemd. Leo is vernoemd naar de oudere broer van zijn vader, die hij zelf nooit heeft gekend, maar die wel een belangrijk persoon is geweest voor zijn vader. Leo heeft iets wat nog het best valt te omschrijven als een minderwaardigheidsgevoel vanwege zijn Joodse achtergrond, terwijl zijn ouders, vooral zijn vader, juist wil dat hij een vrome Jood wordt die zijn leven leidt volgens de wetten van de Thora. Aan de ene kant zet hij zich hiertegen door op kamers te gaan in Amsterdam, maar aan de andere kant blijft hij financieel afhankelijk van zijn vader. Toch probeert hij in Amsterdam een leven te leiden als elke andere student.
Dit alles komt later weer terug als Kaplan’s vader overlijdt, Kaplan krijgt een erfenis van 2 miljoen maar daar moet hij of 15 jaar op wachten, of hij moet een besneden zoon krijgen. Aan de ene kant hunkert Kaplan naar de erfenis omdat deze hem in staat zou stellen de rest van zijn leven onbezorgd af te maken. Aan de andere kant staat het geld hem tegen vanwege de voorwaarden waaronder hij het krijgt, en omdat zijn vader het verdient heeft met zijn werk als schroothandelaar, waar Kaplan zich altijd voor geschaamd heeft.
In het boek zie je Leo Kaplan steeds verder in de knoop raken met zichzelf en met de wereld waarin hij leeft. Als hij dan Ellen weer ziet gaat het helemaal mis. Kaplan is in het hele boek eigenlijk een verwarde, op seks belust intelligente man. Dat maakt een heel interessant personage van hem.
- Ellen de Waal is een rustig meisje wiens vader al vroeg overlijdt. Haar moeder wordt door het verlies zwaar geraakt en vlucht terug in het strenge Protestantisme waarin ze is opgevoed. Ook zij vlucht hiervoor weg, net als Leo naar Amsterdam. Met en bij Leo vind ze bevrijding uit haar vroegere leven ze wil dit geluk vasthouden en beschermen. Als ze het idee krijgt dat dit niet lukt en dat ze het zelfs dreigt kwijt te raken raakt ze in de war en doet ze iets stoms waardoor ze Kaplan kwijt is.
Als snel ziet ze dit in accepteert de consequenties van haar moment van verwarring, die ze de rest van haar leven zal blijven voelen. Ze trouwt de oerdegelijke diplomaat Frank Joncker en kiest zo voor een rustig leven met veel zekerheid, eigenlijk het tegenovergestelde van wat ze met Kaplan had. Toch kan ze haar eerste en hevigste liefde niet loslaten. Als Kaplan dan opeens weer voor haar staat komen er twee persoonlijkheden in haar boven waartussen ze heel nuchter en berekenend manoeuvreert met als hoofddoel haar gezin te beschermen. Hiervoor gaat ze heel ver, maar voor haar is het daarna ook echt afgelopen zodat ze ongestoord door kan gaan met haar rustige leven.
4. Thematiek:
- Het thema is denk ik onmogelijke liefde, met als beste voorbeeld natuurlijk die van Ellen en Leo, maar ook die van Ellen en Frank, die van Leo en Hannah, die van Leo en zijn eerste vrouw, die van Bruno Bovin en alle personen die je afgaat voor je via het tafelkleed bij hem komt, die van Bob Grover en de koffiejuffrouw, die van Rudy met zijn fotomodel en ook de vele kortstondige liefdes van Leo.
- Motieven zijn denk ik liefde en vluchten voor het verleden. Deze twee leiden de personages het hele verhaal door naar elke nieuwe ruimte waarin het boek is verdeeld.
5.Tijd:
- Het verhaal speelt ongeveer tussen de jaren ’60 en ’90, dit valt af te leiden aan de omgeving waarin het zich afspeelt en ook de gebeurtenissen en personages zelf geven daarvoor duidelijke aanwijzingen. Bovendien worden er een paar data genoemd in het boek zelf.
- De vertelde tijd is ongeveer 20 jaar. Er zit namelijk 17 jaar tussen het moment dat Leo Ellen verlaat en het moment dat ze elkaar weer terugzien.
- De schrijver maakt veelvuldig gebruik van flashbacks.
6. Ruimte:
Een groot deel van het verhaal speelt in Italië, de rest in Nederland met uitzonderingen van een paar uitstapjes naar Maleisië, Nicaragua, Albanië, Duitsland en, als enige met echte betekenis voor het verhaal, Londen. Waarom de schrijver ervoor heeft gekozen Italië zo’n grote rol te laten spelen weet ik niet. Misschien heeft hij zelf een voorliefde voor dat land of vond hij het gewoon wel een mooi decor voor alle overspelige en passionele situaties, dit laatste kan ik me goed voorstellen.
7. Perspectief:
Het verhaal wordt verteld door de alwetende verteller, hoewel soms de ik-persoon aan het woord komt, bijvoorbeeld de tweede hond van Bruno Bovin.
8. Idee of wereldbeeld:
Ik zie geen duidelijke boodschap in dit boek, maar ik vind wel dat de schrijver laat zien dat de mens een levensvorm is die geen enkele reden heeft zich verheven te voelen boven anderen. Hij geeft zijn personages een aantal slechte en wat goede, de een wat meer als de ander, eigenschappen en laat sommige daarvan heel duidelijk naar voren komen. Ik denk dat de schrijver vindt dat de mens een mix is van alles wat onder goed en slecht valt.
9. Stijl:
Leon de Winter heeft niet echt een schrijfstijl die mij opviel, hoewel hij sommige passages redelijk plastisch beschrijft. Wat ik mooi vond is hoe hij van het ene onderwerp, via iets heel anders wat hij dan toch weet te linken, naar het andere kan schrijven. Het mooiste voorbeeld daarvan is natuurlijk hoe hij van het roze tafelkleed bij Bruno Bovin komt, die hij daarna ook nog een plaats in het verhaal weet te geven die waarin hij aan beide hoofdpersoon gelinkt is. De Winter schrijft geen verhaal, maar creëert echt een wereld waarin dat verhaal zich afspeelt.
10. Titelverklaring:
De titel is heel duidelijk, namelijk de achternaam van de hoofdpersoon. Het is deze naam die het probleem van zijn achtergrond, zijn Joodse afkomst en zijn vader, symboliseert. Dit is het eerste probleem waarmee Leo zit en de basis voor alle verwarringen die zijn leven beheersen. Ik denk dat er geen betere titel is voor dit boek.
Biografie Leon de Winter
Leon de Winter ('s-Hertogenbosch, 1954) groeide op in een orthodox-joods gezin. Na de afronding van het gymnasium vertrok hij in 1974 naar Amsterdam, waar hij ging studeren aan de filmacademie, een opleiding waar hij zware kritiek op uitoefende. In 1978 verliet De Winter de academie dan ook zonder er eindexamen te hebben gedaan. Hij maakte televisiefilms met Seegers en Van de Velde, zoals bijvoorbeeld `Junkieverdriet', en `De (ver)wording van de jongere Dürer', waar De Winter ook een roman op zou baseren.
Het grote literaire succes begon met Zoeken naar Eileen W., verfilmd door Rudolf van den Berg. In 1982 kwam Vertraagde roman uit, een boek dat op zichzelf gelezen kan worden, maar ook een soort voorstudie is van het in 1986 verschenen Kaplan. In Kaplan is de hoofdpersoon, zoals vaker bij De Winter, zelf een schrijver, die op zoek gaat naar waarheden over geboorte, liefde en dood.
Door het hele oeuvre van De Winter worden zoektochten ondernomen, naar de eigen (joodse) identiteit, de oorsprong en de vader. Deze tochten van de hoofdpersonen komen vaak voort uit onvrede met hun lege en schijnbaar doelloze leven. Met hun (literaire) tochten proberen ze orde aan te brengen in de chaos en zo hun angst voor stilstand en de dood te bezweren.
In 1990 werd Hoffman's honger uitgebracht. Deze roman heeft de vorm van een spionageroman. Met Hoffman's honger had De Winter ongekend veel succes, het werd vele malen herdrukt. In 1993 werd het verfilmd en in vier delen uitgezonden op VPRO-televisie. De regie was in handen van Leon de Winter zelf.
In 1991 volgde SuperTex, na de dood van zijn vader leidt de zesendertigjarige Max het succesvolle SuperTex-imperium, een keten van goedkope confectiekleding. Max is rijk, geliefd bij velen, maar ook ongelukkig: tijd voor therapie.
In 1992 verscheen De ruimte van Sokolov, een bijzonder spannende roman die zich afspeelt in het Midden-Oosten.
De laatste romans, waaronder Zionoco (1995) diepen het eerdere thema nog verder uit; het zoeken naar de oorsprong en het (leren) leven met een joodse identiteit. Hans Goedkoop over Zionoco: `In filmische, ingenieus gemonteerde scènes bouwt De Winter die ontdekking uit tot een klassiek conflict tussen gemeenschap en individu, norm en geluk' (NRC Handelsblad)
`Met Zionoco bewijst De Winter opnieuw zijn talent voor het schrijven van een meeslepend en knap gecomponeerd verhaal' (Alle Lansu in Het Parool)
In De hemel van Hollywood uit 1997 staat het bizarre wereldje van de Filmstad centraal, bevolkt met werkloze acteurs, waar de Nederlandse Tom er een van is. Samen met twee lotgenoten bedenkt hij een krankzinnig plan om uit hun uitzichtloze situatie te komen. De Hemel van Hollywood werd verfilmd met in de hoofdrollen Rod Steiger, Burt Reynolds en Tom Berenger. Leon de Winter tekende zelf voor het scenario en de produktie.
In 2002, in het jaar dat Leon de Winter 25 jaar schrijver is, verschijnt God's Gym, wederom een onmiddellijke bestseller. Het boek krijgt alom prachtige recensies.
Genres: Roman, novelle, kort verhaal, toneel, scenario
Citaat: 'Ik doe in leesplezier, ik ben een producent van lekker leesbare boeken. Middelbare scholieren die mij lezen, zijn waarschijnlijk net zo ziek van de pretentie als ik.' (HP/De Tijd, 6-11-1992)
REACTIES
1 seconde geleden