Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Kaas door Willem Elsschot

Beoordeling 7.9
Foto van Isabel
Boekcover Kaas
Shadow
  • Boekverslag door Isabel
  • 4e klas havo | 6271 woorden
  • 12 april 2023
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
34 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Willem Elsschot
Lezen voor de lijst
Niveau 4 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 4 (15-18 jaar)
Genre
Roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
december 1933
Pagina's
114
Geschikt voor
bovenbouw vmbo/havo/vwo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Eenzaamheid,
Sociale problemen,
Zakenwereld,
Zin van het bestaan
Verfilmd als

Boekcover Kaas
Shadow

Frans Laarmans is een beetje uitgekeken op zijn saaie ambtenarenbaantje. Als zich de kans voordoet om in ‘de handel’ te gaan, grijpt hij die met beide handen aan en zo wordt hij ‘algemeen en officieel vertegenwoordiger voor België en het Groot-Hertogdom Luxemburg’ van een Amsterdamse kaasfirma.

Meteen al krijgt hij een ‘proefzendi…

Frans Laarmans is een beetje uitgekeken op zijn saaie ambtenarenbaantje. Als zich de kans voordoet om in ‘de handel’ te gaan, grijpt hij die met beide handen aan en zo …

Kaas door Willem Elsschot
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test

Hoofdstuk 1: Zakelijke gegevens.

Het boek Kaas is geschreven door Willem Elsschot

Willem Elschot, Kaas. Uitgeverij Polis, Kalmthout (België), 1933 (eerste druk, 2017)

Het genre van het verhaal is een Roman.

Hoofdstuk 2: Auteurs informatie.

De schrijver van dit verhaal is Willem Elsschot, dit is een pseudoniem van zijn echte naam Alphonsus Josephus de Ridder. Hij is geboren in Antwerpen op 7 mei 1882, en hij is op 78-jarige leeftijd overleden op 31 mei 1960 in Antwerpen. Alphonsus is geboren als achtste kind van Christianus de Ridder, en Adella van Elst. De vader van Alphonsus was een bakker. Alphonsus heeft in Antwerpen gestudeerd aan de Antwerpse gemeenteschool, het Koninklijk Atheneum van Antwerpen en het Institut Supérieur de Commerce de l'État, later Rijkshandelshogeschool. Waar hij in 1904 zijn diploma haalde. Alphonsus heeft in zijn leven meerdere beroepen gehad en een daarvan was in Schiedam, hier was hij handelscorrespondent op het kantoor van de werf Gusto. Een collega van hem stimuleerde hem om zijn verhalen op papier te zetten. Na de oorlog stichtte hij zijn eigen reclamebureau op, die hij tot zijn dood bleef besturen. Echter vond hij reclame maken niet leuk, zo heeft hij een keer gezegd: “Niet alleen walg ik van de reclame, maar ook van de commercie in het algemeen. En ik heb Lijmen geschreven omdat ik er op een of andere manier van af moest komen. Ik moest wel reclamebedrijven, want van mijn pen heb ik nooit kunnen leven.” De dag na zijn dood overleed zijn vrouw, Alphonsus is gecremeerd en zijn as is samen met het lichaam van zijn vrouw begraven. Alphonsus heeft 3 prijzen gewonnen.

Lijst van prijzen die Alphonsus heeft gewonnen:

Bronnen: Willem Elsschot: biografie | Willem Elsschot Genootschap (weg.be)

Willem Elsschot - Wikipedia

Hoofdstuk 3: Samenvatting van de inhoud.

Het boek kaas bestaat uit 24 hoofdstukken, en een inleiding en nawoord. Ik ga mijn samenvatting per hoofdstuk maken.

Hoofdstuk 1:

Het eerste hoofdstuk start bij de dood van de moeder van Frans, de moeder was heel oud. De oudste zus woonde bij de moeder, en zorgde goed voor haar. De moeder schilde aardappelen om zich bezig te houden, toen zij dit niet meer kon, ging ze pluizen. Haar man was doodgegaan, maar zij wist niet meer dat hij bestond. 

Hoofdstuk 2:

Frans had tot middernacht kaartgespeeld in de Drie Koningen, toen hij thuiskwam, probeerde hij zo stil mogelijk te zijn, omdat zijn vrouw al sliep. Toen hij tegen de nachttafel viel werd zijn vrouw wakker, en toen hoorden ze de deurbel. Toen hij keek wie het was bleek het zijn zwager Oscar te zijn, en Oscar zij dat hij direct mee moest naar zijn moeder. Toen ze aankwamen wou Frans aanbellen, maar zijn zwager zei dat dit niet mocht en klepte zachtjes met de brievenbus. In de keuken zaten Frans zijn broer, zijn drie zussen en madame van boven. Ook was er een non, die een nicht van Frans was. Frans kon niet huilen, en ging toen kijken bij zijn moeder. Toen de broer van Frans, die een dokter was, naar zijn moeder keek vroeg hij of iedereen wou kijken. Een uur later werd er verklaard dat de moeder dood was gegaan. Toen Frans weer naar huis ging, viel hij direct in slaap. Na de begrafenis gaan Frans, de broer van Frans en mijnheer van Schoonbeke in hetzelfde voertuig terug, daar nodigt mijnheer van Schoonbeke Frans uit om bij hem op bezoek te komen.

Hoofdstuk 3:

Mijnheer van Schoonbeke behoort tot een oude rijke familie. Al de vrienden van mijnheer van Schoonbeke hebben ook veel geld. De broer van Frans is dokter. Als mijnheer van Schoonbeke iedereen voorstelt, doet hij zijn best om iedereen zo goed mogelijk voor te stellen, maar bij Frans is dat lastig, omdat hij alleen een klerk is bij General Marine and Shipbuilding Company. Mijnheer van Schoonbeke stelt hem voor als: “Mijnheer Laarmans van de Scheeps timmerwerven.” De vrienden van Schoonbeke praatte over dingen waar Frans niet veel verstand van heeft. De week erna, op een woensdag, vroeg mijnheer van Schoonbeke aan Frans of hij misschien vertegenwoordiger in België voor een grote Nederlandse firma wou worden. Van Schoonbeke zei dat Frans het agentschap direct kon krijgen, en of Frans er tenminste even over na wou denken. Frans vroeg waarin de firma handelde, en toen zei mijnheer van Schoonbeke dat ze handelden in kaas.

Hoofdstuk 4:

Op de tram naar huis denkt Frans na over het offer van mijnheer van Schoonbeke, toen hij thuiskwam, zei hij niks over wat er gebeurd was en hij ging gewoon eten. Toen zijn vrouw vroeg wat er aan de hand was, legde Frans uit over het offer van mijnheer van Schoonbeke. Toen vroeg zijn vrouw wat hij van plan was te doen bij zijn baan als klerk. Frans vond het product kaas een beetje raar, maar zijn vrouw vond het heel gewoon. Frans wou direct afscheid nemen bij zijn oude baan, maar zijn vrouw vond dat geen goed idee. Later ging Frans langs bij mijnheer van Schoonbeke om het adres te vragen, waar hij diezelfde avond een zakelijke brief naar schreef. Snel daarna kreeg hij antwoord via telegram, dit zei dat ze hem de volgende dag om elf uur op het hoofdkantoor in Amsterdam verwachtte.

Hoofdstuk 5:

Hornstra heeft Frans aangesteld als algemeen vertegenwoordiger. Hornstra vergoedde de reiskosten, maar Frans reisde evengoed tweede klas in plaats van eerste klas. Frans krijgt over een week twintig ton volvette Edammer opgestuurd, die hij moet verkopen. Frans tekende het contract, en hij krijgt driehonderd gulden per maand. De terugreis duurde voor Frans heel erg lang. Frans gaat direct naar mijnheer van Schoonbeke voor de kletspartij met mijnheer van Schoonbeke en zijn vrienden. Onderweg bekeek Frans een etalage van een kaaswinkel en hij vond het heel erg stinken. Tijdens het gesprek met mijnheer van Schoonbeke en zijn vrienden, begint Frans al wat meer te praten dan eerst. Mijnheer van Schoonbeke zei tegen Frans dat hij een goede indruk had gemaakt.

Hoofdstuk 6:

Frans zegt tijdens het eten niet tegen zijn vrouw wat er gebeurd was, uiteindelijk gaat zijn vrouw met tranen in haar ogen de keuken in en gaat ze afwassen. Frans besluit dan toch te vertellen wat er was gebeurd. Dan geeft Frans haar het contract en zijn vrouw gaat het contract lezend, zijn vrouw leest dan dat er geen schadevergoeding is als er door Hornstra of door Frans zelf besloten wordt te stoppen. Zijn vrouw maakt zich een beetje druk, maar Frans zegt dat er niks aan de hand is.

Hoofdstuk 7:

Frans besluit dat hij de kaas onderneming wil doorzetten, zonder ontslag te nemen bij de werf. Zijn vrouw zegt dat Frans zijn broer dat kan regelen, omdat hij een dokter is en ervoor kan zorgen dat Frans drie maanden verlof krijgt bij de werf. Zijn broer zegt dat hij het best “de zenuwen” kan hebben, omdat hij dan nog buiten kan komen. Frans gaat naar de werf en geeft ze het papiertje waarop staat dat hij ziek is, de hoofdboekhouder zegt dat het goed is, als Frans het oké vindt om onbetaald verlof te krijgen. Frans overlegt dit met zijn vrouw, en beiden vinden ze het een goed plan.

Hoofdstuk 8:

Frans kiest een kamer in zijn huis waar hij zijn kantoor wil hebben, hij kiest een kamer boven naast de badkamer. Frans gaat een naam voor zijn bedrijf kiezen, en na heel veel verschillende keuzes, kiest hij uiteindelijk voor: “General Antwerp Feeding Products Association.” Gafpa in het kort. Gafpa kan alleen niet zijn telegramadres zijn, omdat deze al bestaat. Frans kiest dus voor Apfag.

Hoofdstuk 9:

Frans heeft zijn briefpapier meegenomen naar de kletspartij van mijnheer van Schoonbeke en zijn vrienden. Als Frans thuiskomt verteld zijn zoon dat de kaas is aangekomen, zijn dochter Ida had de telefoon opgenomen en had niet precies de naam gehoord van waar het bezorgd was, maar ze zegt dat er iets verteld werd over hoeden. Frans raakt hier een beetje geïrriteerd over, maar hij weet zeker dat het allemaal goed is gegaan.

Hoofdstuk 10:

Blauwhoedenveem belt Frans en vraagt hem wat ze moeten doen met al het kaas, Frans begrijpt nu waarom zijn dochter het had over hoeden. Blauwhoedenveem zegt dat ze de kaas kunnen opslaan in hun patentkelders, en ze nodigen Frans uit voor een gesprek op hun kantoor. Frans heeft geen zin om aan zijn vrouw te vragen wat hij moet doen, dus hij accepteert de uitnodiging. Frans wilt graag weten of de kelders goed zijn, dus hij gaat de kelders inspecteren. Frans vindt dat de kelders er goed uitzien. De twintig ton kazen staan op het binnenplein, het zijn tienduizend kazen, met verpakking. De laatste kist was opengemaakt door de douane, ze hadden een kaas door de helft gesneden, maar een van de helften ontbrak. Dus Frans vroeg wat er gebeurd was en een van de mensen legde uit dat de douane recht had om alle kisten open te maken, en dat de waarde van die ene kaas wel vergoed kon worden, maar ze hadden besloten de helft cadeau te doen aan de commissie, en hiermee drieduizend frank aan rechten had uitgespaard voor Hornstra. De man bleef het woord mijnheer herhalen, en Frans vond dit een beetje dreigend over komen. Frans gaf de andere helft kaas en een grote fooi aan de man, en hij ging daarna naar huis.

Hoofdstuk 11:

Toen Frans thuiskwam stond er een kist op zijn kantoor, Frans vond dat hij in de weg stond en probeerde de kist te verplaatsen, maar dit lukte niet. Dus hij heeft met het breekijzer de kist opengebroken. Frans zijn vrouw riep hun twee kinderen, en met hun vieren namen ze stuk voor stuk de kazen mee naar de kelder. De vrouw van Frans en zijn twee kinderen proefden de kaas, maar zelf wou Frans niet proeven, want Frans houdt niet van kaas. Maar Frans besloot het goede voorbeeld te geven en proefde toch een stuk. Dan komt de broer van Frans langs en proeft hij ook de kaas, hij vindt het heel erg lekker. In de avond is Frans naar mijnheer van Schoonbeke gegaan en heeft hij daar een brief geschreven naar Hornstra, dat hij de kaas goed heeft ontvangen. Mijnheer van Schoonbeke proeft ook een stukje, en hij zegt dat hij een stuk gaat bewaren om aan zijn vrienden te geven.

Hoofdstuk 12:

Frans heeft de hele week gezocht naar een tweedehands bureau en een schrijfmachine. Frans ging meerdere winkels in om te zoeken, maar hij durfde niet zonder iets te kopen weg te gaan, dus bij elke winkel besloot hij maar om iets te kopen. Frans is bang dat hij misschien zijn collega's van de werf tegen komt in de stad, maar toch blijft Frans verder zoeken. Uiteindelijk heeft hij een goed bureau gevonden, en hij is er achter gekomen dat hij een schrijfmachine kan huren. Op woensdag gaat hij weer langs bij mijnheer van Schoonbeke en zijn vrienden, iedereen wilt direct kaas kopen.

Hoofdstuk 13:

Frans gaat langs bij mensen om kaas te brengen, zijn vrouw vindt dit een goed idee, omdat mensen dan hun kaas leren kennen. Uiteindelijk is het hem gelukt om de kazen die hij mee had te verkopen, maar dit kostte hem wel moeite. Zijn broer komt langs en Frans verteld dat hij al een paar kazen heeft verkocht, zijn broer is trots op hem, maar hij zegt wel dat het langzaam gaat. En dat als hij zo door gaat, over dertig jaar pas al zijn kazen kwijt is. Frans beseft dit en weet dat hij niet alleen al zijn kazen kan verkopen, hij wil ook niet zijn vrouw en kinderen hiermee opzadelen. Dus hij plaats in de krant een advertentie die op zoek is naar mensen, verdeeld over het hele land, om vertegenwoordiger te worden en hem op deze manier helpen de kazen te verkopen. Hij krijgt heel veel reacties, en hij sorteert deze per provincie. Ook kwamen vier collega's van zijn baan op de werf langs. Toen ze in gesprek waren kwam ook zijn broer langs, en Frans was bang dat hij iets over de kaas verkoop zou vragen, gelukkig vroeg zijn broer niks. Hij kreeg van zijn collega's een cadeau, waar iedereen aan had mee geholpen. Het was een heel mooi triktrak doosje, met een korte tekst er in gegraveerd.

Hoofdstuk 14:

Frans heeft dertig agenten aangesteld, verdeeld over het hele land. Maar er komen geen bestellingen binnen, dus Frans vraagt zich af wat die agenten aan het doen zijn. Frans moest de agenten op zicht kiezen, en hij heeft er heel veel langs gehad. Het waren allerlei verschillende mensen. Frans zat eerst te twijfelen of hij niet zelf Antwerpen kon doen, maar hij besloot toch een agent hiervoor in te huren. Omdat er maar geen bestellingen werden gedaan is Frans naar zijn twee Brusselse agenten gegaan om te vragen wat er aan de hand was, toen Frans aanklopte kwam er niemand. Dus hij klopte nog een keer aan, maar de agent herkende hem niet en sloeg de deur dicht recht voor zijn neus. Frans begreep niet wat er aan de hand was.

Hoofdstuk 15:

Frans ging weer langs bij mijnheer van Schoonbeke en zijn vrienden, iedereen feliciteerde hem, alleen Frans wist niet waarom. Dan zegt mijnheer van Schoonbeke dat Frans was gekozen als voorzitter van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren, maar Frans wist hier helemaal niks van. De volgende ochtend kreeg hij een brief waarin er stond dat hij tot plaatsvervangende voorzitter was gekozen, maar Frans wou dit helemaal niet. De volgende dag ging Frans naar Brussel en vertelde dat hij geen voorzitter wou zijn, en dat ze maar iemand anders moesten kiezen. Maar de mannen zeiden dat hij nog niet kon stoppen, omdat ze om tien uur verwacht werden voor een gesprek, en al hun vijf namen waren al opgegeven. De mannen zeiden dat Frans mee moest naar het gesprek, en daarna kon stoppen met voorzitter zijn. De president zei dat de tien procent vermindering niet goedgekeurd kon worden. Frans begreep er niet veel van, maar uiteindelijk stond hij op en zei hij dat hij er genoeg van had. De president besloot dit jaar vijf procent te verminderen, en de andere vijf procent het jaar erna. Na het gesprek bedankten de vier mannen Frans, en zeiden ze dat Frans nu geen voorzitter meer hoefde te zijn.

Hoofdstuk 16: 

Hornstra heeft Frans een brief gestuurd waarin staat dat Hornstra dinsdag langs komt om de eerste twintig ton kaas te verrekenen, hij komt langs om elf uur. Frans wilt niet dat zijn vrouw dit weet, dus hij steekt de brief in zijn zak. Frans heeft nog vier dagen om zijn kazen te verkopen, dus Frans besluit zelf weer op pad te gaan. Frans gaat langs Boorman voor advies, en Boorman geeft Frans tips over hoe hij de kaas goed kan verkopen. Frans gaat langs de kaaswinkel, maar hij loopt toch weer door, Frans gaat naar een bar en besluit daar dat hij het toch moet proberen, dus hij gaat weer terug naar de kaas winkel, en hij loopt dit keer wel naar binnen. Hij gaat naar het kantoor van mijnheer Platen, Frans wilt mijnheer Platen het monopolie voor Antwerpen van de volvette Edammer kaas aanbieden. Mijnheer Platen biedt hem vijf ton, en Frans gaat akkoord.

Hoofdstuk 17:

De zoon van Frans zegt dat hij een hele kist kaas heeft verkocht aan de vader van een vriend, Frans heeft zelf de kist kaas nog even langs gebracht. In de avond hebben de zoon en dochter van Frans ruzie, omdat de zoon van Frans blijft herhalen dat hij een kist kaas heeft verkocht. Dan blijkt het dat zijn dochter het ook had geprobeerd, maar zij was bang om gepest te worden.

Hoofdstuk 18: 

Frans krijgt bezoek van de zoon van notaris Van der Zijpen, hij zegt dat zijn vader de onderneming wel wil commanditeren. De zoon wordt dan Frans zijn vennoot tegen vierde van zijn winst en een maandelijks salaris van vierduizend frank. Toen hij weg was ging Frans nadenken over hoe het verder moest met zijn agenten. Ook heeft hij het blanco gedeelte van het briefpapier eraf geknipt, voor zijn zoon en dochter. Dan gaat Frans naar de kelder om de kazen na te tellen, hij heeft nog vijftien en een halve kaas. De halve kaas legt hij boven op een bord, en dan spijkert hij de kist met kazen dicht. Hij heeft met een taxi de kist kaas gebracht naar de patentkelders, en daarna ging hij weer naar huis. Thuis denkt Frans aan zijn moeder, en hij is blij dat zij de kaas ramp niet heeft meegemaakt. Ook vraagt Frans zich af waarom hij heeft gekozen om te beginnen met kazen. 

Hoofdstuk 19:

Het is de dag dat Hornstra langskomt, en Frans vraagt zich af of het wel nodig is om Hornstra te ontvangen. Er wordt aangebeld en Frans zegt tegen zijn vrouw dat zijn niet open mag doen, zijn vrouw is een beetje bang. Er wordt nog een keer aangebeld, en de buurvrouw kijkt door het raam of zij uit kan vinden wat er aan de hand is. Hornstra rijd weer weg, zijn vrouw staat er met tranen in haar ogen en Frans geeft haar een knuffel. Frans zegt dat de kaastoren is ingestort.

Hoofdstuk 20:

Frans gaat weer terug naar de werf, zijn collega's zijn blij dat hij er weer is, en er wordt gekletst. Frans is blij om weer terug te zijn en vind het heel gezellig op het kantoor.

Hoofdstuk 21:

Die avond stuurt Frans een brief naar Hornstra, waarin hij vertelt dat hij door gezondheidsproblemen niet meer verder kan met het kaasbedrijf. Drie dagen later ontvangt hij een brief van zijn agent uit Brugge, waarin netjes alle bestellingen staan opgeschreven, hij had tweehonderd kilo verkocht. Frans had dit goede resultaat niet verwacht, want in zijn aanmeldingsbrief stond: “Ik zal eens proberen een beetje kaas te verkopen.”

Hoofdstuk 22:

Mijnheer van Schoonbeke belde Frans op en vroeg waarom hij niet meer langs kwam, Hornstra had mijnheer van Schoonbeke een bezoek gebracht en zij dat hij niet meer verder kon gaan met Frans. Mijnheer van Schoonbeke vroeg of Frans woensdag langs wou komen, dus Frans ging er toch maar naar toe. Mijnheer van Schoonbeke feliciteerde Frans, en iedereen ging weer kletsen. Behalve de oude advocaat, want die was doodgegaan.

Hoofdstuk 23:

Frans heeft een bezoek gebracht aan het graf van zijn ouders, hij ging al ieder jaar, maar dit jaar ging hij eerder. Hij had bloemen gekocht en hij vond dat heel lastig, hij had uiteindelijk een groot pak bloemen gekocht, maar zo wou hij niet over straat lopen dus hij ging met de taxi. Frans kon het graf niet vinden, Frans is bang dat hij misschien zijn zussen zal tegenkomen. Uiteindelijk vond hij het graf, er zit een onbekende vrouw bij het graf en Frans vond dit heel raar. Hierna ging Frans weer naar huis.

Hoofdstuk 24:

Bij Frans thuis wordt er niet meer over kaas gepraat, ook zorgt zijn vrouw ervoor dat er geen kaas meer op tafel staat. Frans noemt zijn kinderen braaf, en zijn vrouw noemt hij lief.

Het Einde.

Hoofdstuk 4: Verhaaltechniek.

Ruimte:

Het verhaal neemt plaats in Antwerpen en in Amsterdam. Antwerpen is de plaats waar Frans met zijn gezin woont, en Amsterdam is de plaats waar Frans naartoe moest om zijn contract te tekenen bij Hornstra. De reden waarom Antwerpen als woonplaats is gekozen, is waarschijnlijk omdat de auteur van dit boek ook in Antwerpen woont. Het verhaal neemt zich voornamelijk in Antwerpen plaats, maar Frans moest ook een paar keer naar Amsterdam komen. De eerste keer was op uitnodiging van Hornstra, Frans moest toen met de trein naar Amsterdam om zijn contract te tekenen. In het boek staat dat Frans niet veel had meegekregen van Amsterdam “Van Amsterdam herinner ik mij zo goed als niets, want het weinige dat ik er gezien heb, zag ik als in een roes.” Blz.56

Personages:

Frans Laarmans:

Frans Laarmans is een man van rond de vijftig, er wordt niet duidelijk in het boek verteld hoe oud hij is. Ook wordt er niet duidelijk verteld hoe hij er uit ziet, dus ik verwacht dat hij eruitziet zoals de gemiddelde Belgische man in het jaar 1933. Anton werkt als klerk bij het bedrijf General Marine and Shipbuilding Company, maar in dit boek lees je hoe hij met verlof gaat bij de werf, en hoe hij als vertegenwoordiger van een Nederlands kaasbedrijf probeert verder te gaan. Uiteindelijk blijkt dit niet te lukken en aan het einde van het boek wordt er geschreven dat “de kaastoren is ingestort” en Frans stopt dus ook bij het kaasbedrijf, en gaat weer verder bij de werf. Anton heeft een vrouw, Fine. Met wie hij een zoon en een dochter heeft, Jan en Ida. In het boek lees je hoe Frans zijn best doet om de kaas te verkopen, maar dit lukt uiteindelijk niet.

Karaktereigenschappen van Frans zijn:

1: Praatgraag. “Tot in Antwerpen zijgen, dat was mij onmogelijk. Ik zou gebarsten zijn. Spreken moest ik, of zingen." Blz. 57 

2: Samenwerkend. “Die ‘onze’ deed mij goed. Zij leeft alles dus mede en neemt haar deel in de verantwoordelijkheid.” Blz.111 

3: Driftig. “Zij wil voorbij, maar ik stoot haar terug. Zó had ik die kaas moeten terugstoten. ‘Niet opendoen’, zeg ik sissend.” Blz. 153

Ik vind Frans een vlak karakter, hij is in de loop van het verhaal niet erg veranderd. Zijn karaktereigenschappen zijn over het algemeen hetzelfde gebleven. Frans had af en toe een kleine verandering in het boek, maar die waren niet zo groot dat Frans zelf was veranderd. 

Mijnheer van Schoonbeke:

Mijnheer van Schoonbeke is een vriend van de broer van Frans, en hij heeft Frans voorgesteld om voorzitter te worden van het kaasbedrijf. Mijnheer van Schoonbeke behoort tot een oude, rijke familie. Hij is vrijgezel en hij woont alleen. Ook heeft hij veel vrienden die ook veel geld hebben. Een karaktereigenschap van mijnheer van Schoonbeke is respectvol, hij behandeld mensen met respect.

Fine:

Fine is de vrouw van Frans, zij helpt Frans met keuzes maken en zij zorgt voor Frans. Zij geeft ook vaak haar advies aan Frans, en Frans vraagt haar ook vaak om advies. Ook is ze betrokken bij het werk van haar man. “‘Dat is alvast een begin,’ meende zij. ‘En zo leren zij onze kaas tenminste kennen.” Blz. 110. Een karaktereigenschap van Fine is bijvoorbeeld opmerkzaam.

Jan en Ida:

Jan en Ida zijn de zoon en dochter van Frans en Fine, zij zijn minder betrokken bij het werk van hun vader. Maar ze weten hier wel van en proberen hem ook te helpen. Jan heeft bijvoorbeeld een kist kaas voor zijn vader verkocht, en Ida had dit ook geprobeerd. Een karaktereigenschap van Jan is trots, Jan was namelijk heel trots toen hij de kist kaas had verkocht, en hij ging hier ook nog een hele tijd over door.

Vertelwijze:

Perspectief:

Het boek is geschreven in personaal perspectief, dit is goed te zien in het boek.

Ik erkende dat kaas slechts een bijzaak was, maat zei dat de andere artikelen voorlopig alleen aan winkeliers geleverd mochten worden.” Blz. 109. Wij beleven het verhaal door Frans zijn ogen, we kunnen zien wat hij zegt en denkt. Er wordt ook vaak geschreven: Ik deed dit, of, ik zei dat tegen haar. “Ik begrijp er niets van.” Blz. 123 “Ik stond recht en met een woeste blik op de vier verkaasde lummels verklaarde ik, met een luide stem, dat ik er genoeg van had.

Tijd:

Het boek start bij de dood van Frans zijn moeder, en het eindigt nadat de kaas onderneming van Frans gefaald had. Er wordt geen duidelijke dag of jaartal genoemd. Het boek is chronologisch geschreven, met af en toe kleine tijdsprongen. Deze tijdsprongen zijn meestal heel klein, sommige van een dag. Zo is er aan het begin van het boek bijvoorbeeld een tijdsprong, het begint bij de dood van Frans zijn moeder, en dan is er een tijdsprong naar de begrafenis. “Ik viel omver van de slaap en om alles niet te moeten vertellen zei ik maar dat de toestand onveranderd was. Over de begrafenis valt weinig te zeggen.”

Opbouw: 

Het boek is opgebouwd in hoofdstukken, het boek heeft vierentwintig hoofdstukken. De hoofdstukken verschillen van lengtes. Aan het begin van het boek zijn de hoofdstukken wat langer dan de hoofdstukken aan het einde van het boek, aan het begin zijn ze meestal rond de acht pagina's, en aan het eind zijn sommige hoofdstukken zelfs maar een of twee pagina's. Het boek is chronologisch opgebouwd, en de hoofdstukken lopen dus ook goed in elkaar over. Soms heb je een hoofdstuk die op een gebeurtenis focust en soms heb je een hoofdstuk die op meerdere gebeurtenissen focust.

Motieven:

In het boek kaas komen meerdere motieven voor, een aantal hiervan zijn:

Motief 1: Familieleven: Familie is voor Frans belangrijk, ze komen niet veel voor in het verhaal, maar ze zijn evengoed heel belangrijk voor Frans. Zijn vrouw helpt en steunt hem namelijk, en zijn kinderen proberen hem op hun eigen manieren ook te helpen. “‘Dat is alvast een begin,’ meende zij. ‘En zo leren zij onze kaas tenminste kennen.” Blz. 110.

Motief 2: Kaas: Kaas is waar het hele boek om draait. Kaas is ook heel belangrijk in het leven van Frans, tijdens dit verhaal. Frans begint een kaasonderneming en focust zich helemaal op de kaas, zijn leven draait op dat moment om de kaas. Ook komt kaas vaak terug in het boek, het begint bij het voorstel van mijnheer van Schoonbeke. “Ik vroeg hem dan ook wat voor soort handel zijn Hollandse vrienden dreven. ‘In kaas,’ zei mijn vriend. ‘En dat marcheert altijd, want eten moeten de mensen toch’.” Blz. 45. En het eindigt nadat de kaasonderneming van Frans is mislukt “De kaastoren is ingestort.” Blz. 155.  Tussen deze twee momenten gaat het ook meerdere keren over kaas, ook aan het einde van het boek komt het onderwerp kaas nog een keer naar voren “Thuis wordt nooit meer over kaas gesproken” Blz. 166.

Motief 3: De dood van de moeder van Frans: Ik denk dat de dood van de moeder van Frans een motief is, omdat dit meerdere keren in het boek terugkomt. De moeder gaat aan het begin van het boek al dood, dus zij komt niet echt terug in het verhaal. Wel wordt er meerdere keren naar haar verwezen, als Frans over haar praat. Aan het begin van het boek vindt Frans het spijtig dat zijn moeder zijn kaas onderneming niet kan meemaken, dan richting het einde van het boek zegt Frans dat hij blij is dat zijn moeder het fiasco van zijn kaas onderneming niet heeft meegemaakt. Ook gaat Frans aan het einde van het boek langs het graf van zijn moeder. “En ik vind het vreselijk jammer dat mijn goede moeder dat alles niet meer heeft mogen medemaken.” Blz. 85. “Ik denk opeens aan mijn moeder. Wat een geluk dat zij die kaasramp niet bijwoont.” Blz. 150. “Ik heb vandaag een bezoek gebracht aan ‘t graf van mijn moeder, of beter gezegd van mijn ouders. Ieder jaar ga ik, maar nu heb ik mijn bezoek vervroegd om het helen van mijn kaaswond te bevorderen.” Blz. 162.

Motief 4: De maatschappij: De maatschappij is een veel voorkomend onderwerp in dit boek. Aan het begin van het boek wordt het duidelijk dat Frans niet gelukkig is met zijn plaats in de maatschappij, hij wil graag hoger in de maatschappij komen. “Een klerk heeft niets heiligs over zich. Hij staat moedernaakt op de wereld.” Blz. 37 “Maar toch was het wel aardig dat hij mij zonder enige conditie in de gelegenheid stelde mijn eenvoudige plunje van klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company uit te trekken en zomaar ineens koopman te worden.” Blz. 45. Als Frans echter hogerop in de maatschappij is gekomen, blijkt hij er helemaal niet geschikt voor te zijn.

Motief 5: Het zakenleven: In het boek wordt er diep ingegaan op de zakenwereld en het zakenleven, er worden in goede details beschrijven wat het zakenleven inhoud. Ook is het zakenleven belangrijk, want Frans is helemaal nieuw in de zakenwereld en heeft er dus ook nog niet zo veel verstand van. In het boek zie je hoe Frans zijn best doet om een goede zakenman te zijn, maar hij ziet ook hoe lastig het is. Frans is helemaal nieuw hierin, en weet ook dat andere mensen dat duidelijk kunnen zien. “Hij had de indruk, dat ik geheel nieuw was in ‘t vak, anders had ik toch geweten dat het met de douane een kwestie van geven en nemen is.” Blz. 96

Titelverklaring en verklaring motto:

De titel van het boek is Kaas, ik vind dit een passende titel, want het hele verhaal draait om kaas. Het boek begint met kaas “Ik vroeg hem dan ook wat voor soort handel zijn Hollandse vrienden dreven. ‘In kaas,’ zei mijn vriend. ‘En dat marcheert altijd, want eten moeten de mensen toch.’" Ook draait het hele verhaal om kaas, het verhaal gaat over Frans die een kaas probeert te verkopen, ook gaat het over hoe moeilijk Frans het vindt. Aan het eind gaat het over hoe de kaasverkoop van Frans mislukte. Om al deze redenen vind ik kaas een passende titel voor dit boek.

Dit boek heeft geen motto, wel is het in opdracht voor iemand geschreven. Het boek is in opdracht aan Jan Greshoff geschreven, Jan heeft Willem Elsschot namelijk geïnspireerd om weer te gaan schrijven.

Thema:

Het thema in dit boek is de tragedie van een levensmislukking. Frans heeft namelijk de droom om hogerop in de maatschappij te komen, en droomt ervan om een succesvolle zakenman te worden. Echter mislukt dit, en de droom van Frans stort in. In het verhaal lees je dat Frans start met de kaasverkoop, en hier zich ook volop op stort. Hij doet er alles aan om het goed te laten werken. Dan lees je hoe de kaasonderneming van Frans totaal instort, hij heeft bijna geen kaas verkocht en is bang voor de waarheid dat zijn droom mislukt is.

Ik denk dat de boodschap van dit boek is, dat je de kleine dingen in het leven moet koesteren. Frans werkt als klerk bij een scheepswerf, Frans wil graag hogerop komen en hij vindt zijn baan als klerk maar niks. “Een klerk heeft niets heiligs over zich. Hij staat moedernaakt op de wereld.” Blz. 37.  Frans krijgt dan de kans om kaas te verkopen met zijn eigen kaasonderneming, Frans grijpt deze kans direct en hij is blij dat hij nu hogerop in de maatschappij is. Als het uiteindelijk blijkt dat het helemaal niet goed gaat, besluit Frans er maar mee te stoppen. Als hij dan terugkomt op de werf ziet hij eigenlijk pas hoe leuk het daar is, het is heel gezellig en Frans heeft het gemist. Frans leert dan te accepteren en houden van zijn baan als klerk, en hij ziet in dat dat heel leuk kan zijn, ook al is het niet zo hoog in de maatschappij.

Schrijfstijl:

De schrijfstijl in het boek kaas is goed te volgen, alles wordt goed beschreven. Wel is het soms redelijk langdradig, een voorbeeld hiervan is het hoofdstuk waar Frans de naam van zijn bedrijf gaat kiezen dit duurt heel lang. Het duurt namelijk drie pagina's, met steeds een andere keuze voor de naam. “General Cheese Trading Company? Ik begin licht te zien. Ik voel dat ik mijn doel ga bereiken. Antwerp Cheese Trading Company? Of misschien General Edam Cheese Trading Company?” Blz. 82. Dit komt doordat wij het vanuit Frans ervaren, en als je iets bedenkt dan duurt dat in het echte leven ook lang. Ik vond dit wel irritant, omdat dit het boek voor mij op bepaalde momenten wel saai maakte. Verder is het voor mij wel goed te volgen, er worden geen moeilijke woorden gebruikt en het verhaal is goed te begrijpen.

Hoofdstuk 5: Plaats in de literatuurgeschiedenis.

De eerste uitgave van het boek kaas was in 1933, dit valt onder de stroming: Nieuwe zakelijkheid. Kenmerkend voor boeken die geschreven zijn tijdens de nieuwe zakelijkheid stroming is bijvoorbeeld dat er gebruik wordt gemaakt van een strakke vormgeving en een zakelijke weergave van feiten. Het boek kaas klopt voor deze stroming, zakelijkheid speelt namelijk een grote rol. Het boek is net en duidelijk geschreven, dit is dus passend voor de stroming nieuwe zakelijkheid.

Hoofdstuk 6: Beoordeling.

Gebeurtenissen:

Beoordelingswoord 1: Langdradig.

Uitleg: Ik vond de gebeurtenissen in dit boek best wel langdradig, er werd namelijk veel beschreven en hierdoor duurde het verhaal soms heel lang. Een voorbeeld dat ik al eerder genoemd heb was toen Frans de naam voor zijn kaasonderneming ging kiezen, je beleeft deze scene vanuit Frans. En hierdoor lees je dus alles wat hij denkt, je las alle verschillende ideeën die hij had en hierdoor was dit heel erg langdradig. “General Cheese Trading Company? Ik begin licht te zien. Ik voel dat ik mijn doel ga bereiken. Antwerp Cheese Trading Company? Of misschien General Edam Cheese Trading Company?” Blz. 82. Wel maakt dit het boek realistisch, omdat je in het echte leven ook nadenkt over iets, en je hebt niet in een keer het perfecte idee.

Beoordelingswoord 2: Realistisch.

Uitleg: Ik vond de gebeurtenissen in dit boek best wel realistisch, dit vond ik omdat dit boek niet alleen de leuke kanten van het zakenleven liet zien, maar ze lieten ook zien dat er dingen fout kunnen gaan en dat het niet altijd lukt en leuk is. “Een beangstigend gevoel van verlatenheid maakt zich van mij meester. Wat heb ik nog aan mijn gezin? Tussen hen en mij staat immers die kaasmuur?” Blz.150

Personen:

Beoordelingswoord 1: Geloofwaardig.

Uitleg: Ik vond de personages uit dit boek best wel geloofwaardig, dit komt omdat de personages niet allemaal een perfect leven hebben. In het echte leven is ook niet alles perfect, daarom vond ik dat de personages best wel geloofwaardig waren. Ook hebben de personen kleine dingen die hun misschien een beetje dwars zitten. “Tegen die kleine moeite zie ik niet op, maar ik durf geen winkel te verlaten zonder iets gekocht te hebben, en geen café zonder iets te hebben gedronken.” Blz. 103.

Beoordelingswoord 2: Actief.

Uitleg: Ik vond de personages uit dit boek best wel actief. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld Frans. Toen Frans ging starten met zijn kaasonderneming, ging hij direct actief zijn best doen om te zorgen dat het zo goed mogelijk zou lukken. Zo ging hij direct een kantoor kiezen en zijn huis, en ook ging hij direct op zoek naar een bureau, schrijfmachine en briefpapier. Frans was hier actief mee bezig, en daarom vind ik de personages uit dit boek best wel actief. “Ik heb de hele week druk gezocht naar een tweedehandsbureau en dito schrijfmachine.” Blz. 103.

Opbouw:

Beoordelingswoord 1: Chronologisch.

Uitleg: Dit verhaal is chronologisch opgebouwd, het verhaal start bij het begin van de kaasonderneming van Frans en het eindigt wanneer dit mislukt is en Frans er mee stopt. De hoofdstukken zijn ook chronologisch opgebouwd.

Beoordelingswoord 2: Direct meeslepend.

Uitleg: Ik vond dit verhaal direct meeslepend, want het verhaal begon direct met een grote gebeurtenis. Het verhaal begon met de dood van de moeder van Frans, en direct hierna kreeg Frans de vraag of hij een kaasonderneming wou starten. Hierdoor was het verhaal direct interessant om te lezen, en dus direct meeslepend.

Taalgebruik:

Beoordelingswoord 1: Moeilijk.

Uitleg: Ik vond dit verhaal niet moeilijk om te lezen, er werden makkelijke woorden gebruikt. En het verhaal was goed te volgen.

Beoordelingswoord 2: Veel dialoog.

Uitleg: Ik vond dat dit boek niet veel dialoog heeft, het meeste wordt ervaren vanuit Frans en is dus zijn gedachte en geen dialoog. Er zijn wel stukjes dialoog in dit boek, maar dat zijn er niet veel, en die duren over het algemeen ook niet heel lang. “En toch vroeg mijn vrouw wat ik aan de hand had. ‘Wat zou ik aan de hand hebben?’ vroeg ik terug. En daarop begon ik het huiswerk van mijn twee kinderen na te zien.” Blz. 47&48.

Vergelijking met andere boeken:

Gebeurtenissen:

Beoordelingswoord 1: Realistisch.

Uitleg: Ik vond het boek kaas wel overeenkomen met het boek de aanslag van Harry Mulisch. Het waren beide boeken die over een realistisch onderwerp gingen, beide verhaal zouden zich in het echte leven kunnen afspelen, omdat het allebei realistische verhalen waren. De aanslag ging over de oorlog, en hoe die het leven van Anton beïnvloedde, dit is realistisch en zou echt gebeurt kunnen zijn.

Personen:

Beoordelingswoord 1: Actief.

Uitleg: Ik vond het boek kaas wel een beetje lijken op het boek the seven husbands of Evelyn Hugo van Taylor Jenkins Reid. Beide boeken gingen namelijk over een persoon die heel actief ergens mee bezig was. In het boek kaas wil Frans graag hogerop in de maatschappij komen, en hij is hier actief mee bezig. In het boek the seven husbands of Evelyn Hugo wil Evelyn graag een filmster worden, om de oude wijk waar ze in woont te verlaten, zij wil graag hogerop in de maatschappij komen en zij is hier ook actief mee bezig.

Opbouw:

Beoordelingswoord 1: Direct meeslepend.

Uitleg: Ik vond het boek kaas wel een beetje overeenkomen met het boek the hobbit van J.r.r. Tolkien. Beide boeken waren namelijk direct meeslepend, omdat ze met een gebeurtenis begonnen die interesse opwekt. Zo begint het boek kaas namelijk met de dood van Frans zijn moeder, dit is een heftige gebeurtenis en is daarom direct meeslepend. Het boek the hobbbit begint met het bezoek van Gandalf en de dwergen, dit is grappig, maar je weet ook direct waar het boek een beetje over zal gaan, hierdoor is dit direct meeslepend.

Taalgebruik:

Beoordelingswoord 1: Moeilijk.

Uitleg: Ik vond het boek kaas wel een beetje lijken op het boek hart van inkt van Cornelia Funke. Beide boeken zijn namelijk niet moeilijk geschreven, ze gebruiken allebei makkelijke woorden, en bijna tot geen woorden uit andere talen. Hierdoor waren beide boeken heel makkelijk en goed te lezen. Ik vond allebei de boeken niet moeilijk.

Boekenquiz 8 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Hoe noemt Frans zijn onderneming?
Wie verkoopt er een kist kaas voor Frans?
Wat verkoopt Frans?
Hoe groot is de proefzending kaas?
Wat doet Frans wanneer Hornstra zijn geld komt halen?
Wat gaat Frans meneer Van Schoonbeke trots laten zien?
Waarom lijkt kaas een goed product om te verkopen?
Waar bespreken Frans en zijn vrouw belangrijke dingen?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.