Julia, Rhijnvis Feith
Feiten
Julia is geschreven door Mr. Rhijnvis Feith. De eerste druk kwam uit in 1783. Het boek bestaat uit 2 delen, met in het eerste deel het verhaal over Eduard en Julia. Het tweede deel heet mengelwerk, dit ‘mengelwerk’ bevat prozastukken en gedichten. Mr. Rhijnvis Feith heeft dit volgens zijn eigen woorden toegevoegd als proeven die hij de lezer ter beoordeling voorlegt. De thema’s in de gedichten en prozastukken uit het mengelwerk zijn ook van belang in ‘Julia’.
Samenvatting
Op een avond loopt Eduard door een dennenbos. Hij komt hier vaak, want hier kan hij praten met zijn ‘dode’ vrienden en zijn tranen laten vloeien. Hij loopt door het eenzame bos en kan hier zijn diepe emoties laten spreken. Eduard verlangt sterk naar de liefde, hij vind dat hij moet beminnen om gelukkig te kunnen zijn. Hij heeft echter zijn zielsverwant nog niet gevonden.
Tot hij achter zich in het bos een vrouwenstem hoort, hij keek om en daar zat ze. Julia, het was liefde op het eerste gezicht. Nauwelijks konden ze beide een woord uitbrengen. Eduard was ervan overtuigt dat dit een antwoord was van god op al zijn gebeden. Julia en Eduard blijven elkaar ontmoeten in het bos. Ze zullen alleen nooit kunnen trouwen omdat Julia’ s vader het hun huwelijk niet goedkeurt. Hij vind Eduard een te arme man voor zijn dochter.
Omdat ze bang zijn dat ze een zonde (het bedrijven van de liefde) zullen begaan besluiten ze dat het beter is als ze elkaar niet meer ontmoeten. Als ze deze zonde zouden begaan zouden ze elkaar niet opnieuw ontmoeten in de hemel, waar ze elkaar ander s voor eeuwig zouden kunnen beminnen. Ze voelen zich hierdoor beide doodongelukkig, maar blijven vertrouwen op God. Eduard gaat rondreizen. Julia en Eduard blijven elkaar brieven schrijven en op een dag ontvangt Eduard een brief: hij en Julia mogen trouwen! Dolgelukkig keert hij terug maar als hij aankomt is Julia overleden. Hij is nog net op tijd voor haar begrafenis.
Eduards wereld stort in een. Voor hem rest alleen wachten op de dood. Zelfmoord zal niet gaan want dan is er kans dat god hem scheid van zijn Julia. Hij kwijnt weg en uiteindelijk sterft hij op Julia ‘s graf.
Personages
De ik persoon is Eduard. Hij is een ongelofelijke gevoelige en ervaart zeer diepe emoties. Hij is sterk gelovig en probeert zich zoveel mogelijk aan zijn geloof te houden. Hij is echter ongeduldig en het lukt hem dus niet om zich altijd deugdzaam te gedragen, later heeft hij altijd spijt van zijn daden.
Het tweede personage in het boek is Julia. Ook zij is een zeer gevoelig meisje dat het geloof erg belangrijk vind. Daarnaast is ze enorm zorgzaam, ze zal altijd proberen anderen te helpen. Anders als Eduard gedraagt zij zich wel altijd deugdzaam.
Thema en motieven
Het hele boek draait eigenlijk om Eduard en zijn geliefde Julia. Het draait erom dat ze enorm veel van elkaar houden en de zuiverste liefde ervaren en hoe ze tot op het laatste moment denken deze liefde niet voor de dood te kunnen uitten. Als ze de zonden van het beminnen zouden begaan zouden ze elkaar niet tegenkomen in de hemel en kunnen ze elkaar niet beminnen tot in de oneindigheid. Ze zijn beide diepongelukkig over de situatie en wachten als het ware op de dood. De thema’s van het boek zijn: onbereikbare liefde, liefde, dood en geloof.
Opbouw
Het verhaal wordt verteld vanuit Eduards perspectief maar afwisselend door zijn eigen gedachte en een algemene verteller. Het verhaal heeft een chronologische opbouw en is geschreven alsof je er op dat moment bij bent. In de eerste bladzijdes lees je over de ontmoeting tussen Eduard en Julia en de paar keer dat ze elkaar later daarna ontmoeten. Nadat Eduard en Julia besluiten elkaar niet meer te ontmoeten lees je over de gedachtes van Eduard en de brieven die hierop volgen. Je wordt makkelijk meegenomen in het verhaal. Wel merk ik dat de taal die in het boek wordt gebruikt veroudert is. Hierdoor word het lastig om alle details volledig te begrijpen. Maar de
verhaallijn is goed te volgen. Het boek heeft 88 pagina’s en is dus niet erg dik. Hiermee is het verhaal niet langdradig alhoewel er weinig spanning voorkomt in het boek is het toch goed en vlot en fijn te lezen. Het drenkt van emoties die allemaal met volle overtuiging worden beschreven, dit sprak mij in het begin aan maar na de eerste 30 bladzijdes begin je ook naar iets luchtigs te verlangen.
Tijd en ruimte
In het verhaal verstrijken waarschijnlijk een aantal jaren maar er wordt nergens echt verwezen naar een tijd. Het speelt zich af in de achttiende eeuw, hier stond alles nog in het teken van God en het hiernamaals in de hemel. Daarom wordt er ook constant verwezen naar de dood en het leven na de dood. Verder verloopt het verhaal chronologisch en speelt het zich grotendeels buiten af.
Verhaaltechniek
Het verhaal wordt vanuit Eduards perspectief verteld. Het lezen wisselt af tussen het lezen van zijn gedachten en het lezen van wat hij doet en wat er gebeurt. ‘Julia’ is een van de eerste boeken waarin de zogeheten gedachtestreepjes worden gebruik: - gedachte -.
Taal
Julia is geschreven in standaard Nederlands. Dit is ontstaan in de 17e eeuw. De taal was vooral gebaseerd op het Hollands dialect met soms zuidelijke elementen. Deze taal gebruikte met voornamelijk in teksten en was dus niet zozeer een spreektaal. Het werd dan ook voornamelijk gebruikt bij de elite. Het stond ver van de spreektaal van de gewone lieden af. Gedurende de 18e eeuw kwam er steeds meer aandacht voor deze taal. Men ging meer waarde hechten aan het beheersen van de schrijftaal. Dit werd vooral veroorzaakt door de stijgende welvaart.
REACTIES
1 seconde geleden