Ondertussen blijft Tille terugkijken naar ‘het ongeluk’. Op een gegeven moment loopt hij met Suze door hetzelfde weiland waar hij Rosalinde heeft vermoord, en loopt het gesprek tussen hem en Suze en de verkrachting van Rosalinde door elkaar. Tille zegt dat hij tijdens ‘het ongeluk’ zijn verstand was verloren, net zoals dat hij een keer met een man had gevochten in een café.
Winter: hoofdstuk 28-35
De politie houdt een DNA-onderzoek en Tille doet mee. Vlak daarvoor gaat zijn vader dood aan ouderdom. De politie ontdekt dat Tille de dader is, doordat Rosalinde heeft gekrabd en gebeten en er dus DNA van Tille bewaard was gebleven. Tille wordt gearresteerd, net voor Suzes zestiende verjaardagfeestje; dezelfde leeftijd als Rosalinde was toen ze werd vermoord.
Personages
Tille Storkema (round character): Tille is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is het personage waar het hele verhaal om draait; de andere personages zijn eigenlijk niet relevant. Hij heeft een moeilijke jeugd gehad, doordat zijn vader veel voor hem besliste en hij erg onopvallend was. Hoewel Tille Rosalinde dus heeft verkracht en vermoord, past zij uiterlijk en innerlijk volgens veel personen in het verhaal daar niet bij. Hij wordt beschreven als klein en mager; ongevaarlijk uitziend. Ook is hij een liefhebbende vader naar zijn twee kinderen, hoewel hij naarmate dat zijn dochter ouder wordt een steeds ongezondere obsessie met haar begint te ontwikkelen. Hoewel hij in het verhaal niet uitdrukkelijk zegt dat hij spijt heeft van het verkrachten en vermoorden van Rosalinde, noemt hij het altijd ontwijkend ‘het ongeluk’ en wil hij ook niet wegkomen met de daad. Naarmate Suze ouder wordt, lijkt hij steeds meer schuldgevoelens te krijgen. De enige reden dat hij zichzelf niet meldt bij de politie is omdat hij niet wil dat zijn kinderen zonder vader opgroeien.
Ada Hofstra (flat character): Ada is de vrouw van Tille. Tille weet al weinig over haar qua verleden en familie, en als lezer komen we nog minder over haar te weten. Ze lijkt niet comfortabel in haar huwelijk met Tille, eerst doordat ze nog bij zijn ouders wonen en later ook doordat hij de hele tijd haar probeert te overtuigen om met hem naar bed te gaan. Ze lijkt een vermoeden te hebben dat Tille de dader is, door de roestkleurige vlekken in zijn onderbroek en dat ze niet wist dat hij ook daadwerkelijk naast haar lag te slapen tijdens het ongeval. Dit laat ze echter niet merken, dus we kunnen als lezers alleen maar gissen.
Tijd
Het verhaal is geschreven in de verleden tijd. Het verhaal verloopt niet chronologisch; Tille vertelt het verhaal vanuit zijn cel, en laat flarden zien van zijn familieleven en de nacht dat hij Rosalinde verkrachtte en vermoorde. Er komen flashbacks in voor, zoals wanneer Tille terugkijkt naar Rosalinde, en flashforwards, doordat het in retrospectief geschreven is. Ook komen er tijdsprongen in voor; tussen het eind van deel II en het begin van deel III zit bijvoorbeeld een paar jaar. Ook komen er veel kleine tijdsprongen in voor; Tille vertelt alleen over bepaalde dingen die erg gebeurden. Er is bij zulke situaties dus sprake van tijdsvertraging, doordat sommige situaties niet of erg kort worden beschreven, en anderen weer erg uitgebreid, zoals Tilles tijd met Rosalinde.
De tijd tussen de moord en Tille’s arrestatie is dertien jaar, maar de vertelde tijd is langer; de toeloop tot de moord wordt namelijk ook beschreven. Het verhaal begint ongeveer bij de ontmoeting van Tille en Ada, en Tille vertelt in het boek dat ze zes jaar samen waren toen ‘het ongeluk’ gebeurde. De totale vertelde tijd is dus 21 jaar.
Dit boek is uitgekomen in 2018 en dat lijkt ook ongeveer de tijd te zijn waarin het zich afspeelt. Zo komt er televisies, telefoons en e-mails in voor. Ik denk dat het niet zou uitmaken als het zich in een andere tijd afspeelde, doordat het concept van moord en verkrachting al zo lang als de mensheid bestaat. Wel zouden er geen DNA-onderzoeken bestaan, maar Tille had natuurlijk ook op een andere manier gesnapt kunnen worden. De tijd is dus niet zo belangrijk voor het verhaal.
Ruimte & plaats
Het verhaal speelt zich af in een klein boerendorp in Groningen. Het dorpje licht dicht bij het wad en er worden veel nieuwbouwwoningen gebouwd, waar Tilles ouders ook uiteindelijk naar verhuizen. Ook is er een asielzoekerscentrum in de buurt, waar twee immigranten worden beschuldigd van de moord door de dorpelingen. Bijna iedereen in het centrum van het dorp kent elkaar, maar ze blijven voor het merendeel gescheiden van de nieuwbouwwijk en het asielzoekerscentrum.
De plaats is belangrijk voor het verhaal doordat een moord anders is in zo’n klein dorpje. Bijna iedereen (Tille kende Rosalindes vader niet) kent elkaar, en gaan daardoor de asielzoekers verdenken, doordat ze niet denken dat een van hun kennissen het heeft gedaan. Ook is het schokkend dat Tille nog regelmatig langs het weiland waar hij Rosalinde heeft vermoord rijdt.
Er komen vier seizoenen van verschillende jaren voor in het verhaal; voorjaar, zomer, herfst en winter. Het voorjaar is een tijd van nieuwe liefde, en in de dierenwereld de paringstijd; dit is ook het jaargetijde waarin Tille Rosalinde ontmoet en verkracht. De zomer is neutraal, of zelfs een goede tijd; Tille is weggekomen met de misdaad en is nog bij zijn kinderen. De herfst is de tijd van verval; alles in Tilles leven wordt steeds slechter. Zijn dochter schaamt zich voor hem en zijn vrouw wijst hem nog steeds af. De winter is de minst fijne tijd van het jaar; het is koud en de bomen zijn kaal. Dit is ook wanneer Tille wordt gearresteerd voor de moord.
(Schrijf)stijl
De schrijfstijl van dit verhaal is simpel; er worden korte zinnen in gebruikt en er komen niet zo vaak moeilijke woorden in voor. Toch is het bijna poëtisch geschreven; er komen regelmatig aparte stijlfiguren in voor, zoals “Een echtgenote geeft seks als een koe melk – een paar seizoenen, vijf, zes, en het beste is er wel af,”.
Ook wordt er vaak gebruik gemaakt van dialogen, maar het merendeel van het verhaal beschrijft toch vooral Tilles gedachtewereld.
“‘Ja,’ zei ik, want ik nam deel aan het gesprek, ik nam deel aan veel van de gesprekken die werden gevoerd. Het waren gesprekken waar ik zowel in als buiten stond. De wereld was een tv-detective waarvan ik de enige toeschouwer was.”
Vertelwijze/ perspectief
Het verhaal maakt gebruik van het ik-perspectief met Tille als verteller. Op een gegeven moment geeft Tille toe dat hij een onbetrouwbare verteller is; de kern van het verhaal weet hij nog goed, maar sommige details is hij vergeten, en het is mogelijk dat wat hij zegt niet helemaal klopt, dat zijn geheugen heeft geprobeerd ‘de gaten op te vullen’.
Thematiek
Het thema van het boek, de essentie ervan, is volgens de schrijver vaderliefde, de vader-dochter relatie. Tille pleegt een moord, maar geeft zichzelf niet aan om zijn familie te beschermen, zodat zijn dochter niet zonder vader hoeft op te groeien. Hij is dol op zijn dochter, maar naarmate zij ouder wordt, en naarmate hij zijn vrouw minder aantrekkelijk begint te vinden, lijkt hij steeds meer geobsedeerd door haar en haar lichaam. Dat ze de leeftijd van Rosalinde begint te naderen, maakt bij Tille allerlei schuldgevoelens over de moord en verkrachting los.
De abstracte motieven van dit verhaal zijn:
Er is een asielzoekerscentrum vlak bij het dorp, waar de dorpelingen niet blij mee zijn. Ze beweren allemaal dat ze geen probleem hebben met immigranten, maar ze zien niet in waarom er nou zo veel zo dicht bij hun huis moeten zijn. Als er vervolgens een verhaal rondgaat dat twee immigranten Rosalinde hebben bedreigd en na haar moord het asielzoekerscentrum hebben verlaten, verdenkt iedereen hen, ook als de politie zegt dat het een Europese man is. Er komt een demonstratie tegen de politie bij het asielzoekerscentrum, waar geweld gebruikt wordt. Ada zegt dat ze het niet goedkeurt, maar het wel kan begrijpen. De dorpelingen zijn dus erg negatief over immigranten en reageren dit af op de twee verdachte asielzoekers.
Het verhaal draait om de misdaad die Tille heeft gepleegd; hij heeft een onschuldig meisje, die simpelweg op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats was, verkracht en vermoord. In plaats van zichzelf aan te geven, spaart Tille zijn familie door verder te gaan alsof er niets gebeurd was. Pas 13 jaar later wordt hij door middel van een DNA-onderzoek als de dader geïdentificeerd.
Liefde, seksualiteit en huwelijk. Tille is getrouwd met Ada, maar zij wil nooit met hem naar bed. Tille lijkt niet echt van haar te houden, maar heeft haar gewoon geaccepteerd als vrouw. Door zijn gebrek aan seks wordt Tille gefrustreerd, waardoor hij prostituees bezoekt, en waarschijnlijk ook daarom Rosalinde verkracht, hoewel Tille dat zelf niet heeft bevestigd.
Hoewel Tille een vrouw en twee kinderen had, voelde hij zich toch erg eenzaam. Hij voelde zich niet gezien door zijn partner, en ook zijn dochter begint van hem weg te groeien. Niet gezien worden is al een gevoel wat hij zijn hele leven lang al heeft, zoals duidelijk wordt gemaakt in de proloog. Dit kan ook een van de factoren zijn die meespeelde bij het incident met Rosalinde. Als niemand hem aandacht wilde geven, dan moest hij het maar forceren.
Geheimen en schuld. Tille lijkt een normale boer met een gelukkig gezin, maar niets is wat het lijkt. Hij draagt een groot geheim met zich mee, en hij wacht op het moment dat hij eindelijk ontmaskerd wordt. Hij houdt het niet geheim omdat hij er mee weg wil komen, maar omdat hij zijn familie intact wil houden. Hoewel Tille nooit zegt dat hij zich schuldig voelt over het incident, zien we het als lezer terug in zijn gedrag, zoals dat hij vrijwillig meedoet met het DNA-onderzoek. Deze schuldgevoelens worden alleen maar sterker als zijn dochter de leeftijd van Rosalinde nadert.
De leidmotieven zijn:
Als een echte boerenzoon vergelijkt Tille meerdere dingen in het leven met koeien. Zo vergelijkt hij zijn vrouw, die na een paar jaar niet meer met hem naar bed wil, met een koe, die maar een paar seizoenen melk geeft. Ook vindt Tille het vervelend als mensen vragen waarom hij boer is; een koe hoeft niet te leren om melk te geven, een boer hoeft niet te leren om boer te zijn. Ze zijn het gewoon.
Tille noemt zichzelf een periodieke roker; hij rookt maanden niet en begint dan weer. Hij voelt zich gezonder en fitter als hij niet rookt, maar hij begint weer te roken als hij zenuwen heeft. Suze wil dat hij ermee stopt, en hoe erg hij ook van haar houdt, hij kan niet stoppen. Tille vertelt dat hij de tijd na ‘het ongeluk’ ziet als een grote rookperiode; tijd waarin hij niet lekker in zijn vel zat dus. Logisch. Hij vertelt de lezer dat het hoort bij het leven van een boerenzoon; hij mocht pas melkbussen boenen als hij zes was, pas op de trekker als hij twaalf was, pas roken als hij achttien was. Later rookt zijn zoon Friso ook.
De titel van het verhaal is ‘Jij bent van mij’. Dit verwijst naar de eerste gedachte die Tille krijgt als hij Rosalinde ziet fietsen; dat ze van hem was. Het voelde voor hem als een opdracht, als een code. Dit is hoogstwaarschijnlijk gebaseerd op de uitspraak van de moordenaar van Marianne Vaastra, die ook beweerde dat dat zijn eerste gedachte was; je bent van mij.
Het motto van het verhaal staat voorin het verhaal: “‘Ook als je diep gevallen bent ken je nog lief en leed, Magda; dat blijft precies hetzelfde, ook als je diep gezonken bent.’” Deze quote komt uit de roman ‘De Drinker’ van de Duitse schrijver Hans Fallada. Dat is een autobiografische roman die Fallada heeft geschreven terwijl hij in de gevangenis zat doordat hij zijn vrouw had geprobeerd te vermoorden. Het verhaal gaat over de grip van alcohol op iemands leven. In ‘Je bent van mij’ slaat deze uitspraak duidelijk op Tille. Hij is diep gezonken; hij heeft een meisje verkracht en vermoord. Veel mensen denken meteen dat zo’n persoon een psychopaat is, en dat is een comfortabele gedachte; zo’n persoon is anders dan wij. Dit verhaal maakt duidelijk dat dat niet zo is; een moordenaar kan precies zo iemand zijn zoals jij en ik. Een persoon met een familie, met een baan, en met gevoelens.
Auteur
Het motto van het verhaal staat voorin het verhaal: “‘Ook als je diep gevallen bent ken je nog lief en leed, Magda; dat blijft precies hetzelfde, ook als je diep gezonken bent.’” Deze quote komt uit de roman ‘De Drinker’ van de Duitse schrijver Hans Fallada. Dat is een autobiografische roman die Fallada heeft geschreven terwijl hij in de gevangenis zat doordat hij zijn vrouw had geprobeerd te vermoorden. Het verhaal gaat over de grip van alcohol op iemands leven. In ‘Je bent van mij’ slaat deze uitspraak duidelijk op Tille. Hij is diep gezonken; hij heeft een meisje verkracht en vermoord. Veel mensen denken meteen dat zo’n persoon een psychopaat is, en dat is een comfortabele gedachte; zo’n persoon is anders dan wij. Dit verhaal maakt duidelijk dat dat niet zo is; een moordenaar kan precies zo iemand zijn zoals jij en ik. Een persoon met een familie, met een baan, en met gevoelens.
Auteur
Peter Middendorp (Emmen, 1971) is een Nederlandse schrijver en journalist. Zijn vader was de eigenaar van een Blokker-filiaal in Emmen. Middendorp is voordat hij zijn vwo-opleiding wist af te ronden twee keer van school gestuurd. Hij heeft Geschiedenis en Journalistiek gestudeerd aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Hij heeft meerdere boeken, columns, reportages en columnbundels gepubliceerd, waaronder de fictieve romans ‘Noordeloos’, ‘Amateur’, ‘Jij bent van mij’ en ‘Vertrouwd volledig’.
Middendorp schreef voor HP/De Tijd een reportage over de moord op Marianne Vaastra. Hij bezocht Friesland en schreef de rapportage, maar de zaak liet hem niet los. Toen de dader een lange tijd later werd opgepakt, is Middendorp naar zijn huis gereden. Het verbaasde hem hoe gewoon het huis eruitzag. Ook maakte het indruk op hem dat de dader een vader was, net zoals Middendorp een dochtertje had. Op de weg naar huis wist hij dat hij er een roman over ging schrijven.
Mening
Ik had meer van dit boek verwacht. Een verhaal geschreven vanuit het perspectief van een moordenaar, gebaseerd op een echte politiezaak, vond ik een erg interessant thema, maar het boek zelf vond ik een teleurstelling.
Als eerste kwam de moord zelf nauwelijks voor. Ik begrijp dat er zekere symboliek van de moord in deze alledaagse handelingen van de hoofdpersoon zit, maar ik vond het toch jammer. Ik las dit boek voor de misdaad, niet om te lezen hoe de hoofdpersoon een boerderij draaiende houdt. Ook vond ik dit boek een erg verwarrende chronologie hebben; ik wist niet wanneer er nou een paar maanden verlopen waren en wanneer er een paar jaar verlopen was. Het boek was eerlijk gezegd voor het merendeel een beetje saai om te lezen; ik bleef maar wachten tot er weer een keer iets werd gezegd over de moord.
Ook wist ik niet wat ik ervan moest vinden dat het verhaal gebaseerd is op de echte zaak van Marianne Vaastra. In het begin van het boek staat dat het verhaal compleet fictie is, maar Peter Middendorp is wel een journalist geweest bij de zaak en heeft contact gehad met Marianne Vaastra’s familie. Dat de echte zaak de schrijver hoogstwaarschijnlijk heeft geïnspireerd om het verhaal te schrijven, vind ik een beetje storend. In plaats van dat het gaat over het verschrikkelijke leed dat het slachtoffer heeft moeten verduren, gaat het over de moordenaar zelf en de ‘verzachtende omstandigheden’ eromheen. Maar ik geloof totaal niet in verzachtende omstandigheden zijn bij verkrachting, laat staan bij moord. Daarom stoort dit boek mij; ik hoef geen verklaring van een moord te lezen.
Kortom, ik vond dit boek niet zo leuk om te lezen. Ik denk niet dat ik het aan anderen zou aanraden. Wel zou ik nog een keer een boek lezen met dit thema.
Bronnenlijst
https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/jij-bent-van-mij-peter-middendorp
https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst/niveau-4/jij-bent-van-mij.html
https://www.chicklit.nl/boekrecensies/165715/recensie-jij-bent-van-mij
https://maken.wikiwijs.nl/143999/Leeslogboek_havo_4___2018_2019___kopie_1#!page-5252011
REACTIES
1 seconde geleden