Zakelijke gegevens
De schrijfster is Yvonne Keuls.
Ik heb het boek Jan Rap en z’n maat gelezen. Uit de dubbeluitgave: Jan Rap en z’n maat en
De moeder van David s. geb. juli 1953 Illustraties: Claudette Keuls Jan Rap en z’n maat 1e druk 1977 De moeder van David s. geb. juli 1857 1e druk 1980. Dit is van beide boeken de 24e druk.
Gegevens over de schrijfster
De bekendste boeken van Yvonne Keuls zijn denk ik: Jan Rap en z’n maat, Het verrotte leven van Floortje Bloem, Annie Berber, De moeder van David s. geb. 1953 en mevrouw mijn moeder.
Yvonne Keuls is geboren in Batavia (17 december 1931). Haar vader is Nederlands en haar moeder Javaans. Haar vader noemde haar Yvonne maar haar moeder vond deze naam niet mooi en noemde haar Angin. In 1938 is de familie naar Nederland verhuisd. Toen Yvonne acht jaar was kwam er oorlog. Haar eerste verhaal schreef ze daar over, dat heette “Toen de mannen uit de hemel vielen” Ze speelde veel toneel en heeft ook veel toneelstukken geschreven. Ze is onderwijzeres geweest en ze heeft in een opvanghuis gewerkt, daar gaat het boek Jan Rap en z´n maat over. Yvonne is één van de eerste Nederlandse schrijvers die sinds 1967 lezingen op scholen en in boekhandels en bibliotheken verzorgd. Daar groeit haar interesse voor de problemen van jongeren, die onderwerp van haar succesvolle boeken als in Het verrotte leven van Floortje Bloem en De moeder van David S. zijn. De moeder van David S. is overigens in meer dan 14 landen in vertaling verschenen.
Yvonne Keuls brak door met 'Jan Rap en zijn maat' (1977) Waarvoor ze de prijs der kritiek van Nederlandse Theatercritici 1978 en Zilveren CJP van de Vereniging Cultureel Jongerenpaspoort 1979 kreeg.
Bijna alle boeken van Yvonne Keuls gaan over problemen van jongeren. Voor de meeste boeken gaat ze eerst de probleemjongeren helpen, (bij Jan Rap en z’n maat heeft ze eerst in een opvanghuis gewerkt, en in het boek de moeder van David S heeft ze eerst een soort club opgericht voor ouders van kinderen die aan drugs verslaafd zijn) en daarna schrijft ze er dan een boek over. Ze wil dus duidelijk maken hoe erg sommige jongeren het hebben. Mij viel op in het boek Jan Rap en z’n maat dat bijna alle kinderen in een kindertehuis hadden gezeten, dus dat ze niet meer bij hun ouders terecht kunnen.
In het ‘voorwoord’ van Jan Rap en z’n maat schrijft Yvonne dit: “Ik hoop, dat de lezer zichzelf zal kunnen herkennen in ieder kind, dat hij kan zeggen: ‘dat ben ik’, of ‘dat had ik kunnen zijn al mijn omstandigheden ook zo waren.’ Pas dan zal ik kunnen bereiken wat ik beoog: aandacht, liefde en zorg voor alle kinderen die zich in onze maatschappij verloren voelen.” Dus Yvonne wil met haar boeken mensen duidelijk maken dat iedereen zo had kunnen zijn al zijn omstandigheden zo waren.
Korte inhoud
Jan rap en z’n maat is een verslag over een opvanghuis voor jongeren. Yvonne heeft samen met 14 andere stafleden het opvanghuis opgericht. Het opvanghuis is bedoelt voor jongeren die helemaal in de problemen zitten en nergens meer heen kunnen. In het opvanghuis zijn de jongeren veilig, er mag geen politie komen. De jongeren kunnen er tijdelijk terecht, tot ze samen met de begeleiding een nieuwe plek hebben gevonden. In het boek worden 21 jongeren beschreven met verschillende problemen: drugs, zelfmoord, mishandeling, abortus, stelen etc. Er komen steeds jongeren binnen maar er gaan weinig jongeren weg, daarom bedenken ze het wittehuizen plan dat houdt in dat er een huis of later misschien meerdere huizen komen waar jongeren heen kunnen zodat ze niet zo alleen zijn en daar komen dan ook vaak mensen van de socialendienst. Maar dat gaat eigenlijk ook niet goed want de kinderen hebben totaal niet geleerd om voor zich zelf te zorgen. Aan het eind van het boek komt Louis dat is een jongen vaak driftbuien heeft en dan alles kapot maakt. Een keer loopt een driftbui zo uit de hand dat hij alles in het huis kapot maakt. Dan gaat het opvanghuis voor een week dicht.
Hoofdpersoon
De hoofdpersoon is Yvonne zelf. Ze werkt in het opvanghuis omdat ze liefde over heeft. Dat schrijft ze in ieder geval! Zij is de ik-persoon in het boek. Het is moeilijk om haar goed te beschrijven omdat ze weinig over zichzelf vertelt. Ze kan goed met de jongeren praten en vaak kan ze erachter komen wat de jongeren hebben meegemaakt en nodig hebben.
Bij personen:
Jongeren:
dit zijn alleen de jongeren waar Yvonne veel mee omgaat.
Voor in het boek staat: “Alle gebeurtenissen die in dit boek worden beschreven, hebben zich in werkelijkheid voorgedaan. Van de personen die er een rol in spelen, zijn de namen veranderd; hun achtergronden en karakteristieke bijzonderheden zijn verder zo gewijzigd dat geen van de figuren nog gelijkenis -tenzij een toevallige –vertoont met degenen die ik tijdens mijn werk in het opvanghuis met leren kennen.
Joop:
Hij is 22 jaar oud. Hij heeft twee zelfmoordpogingen gedaan maar die zijn beiden mislukt. Voor dat hij in het opvanghuis lag hij in het ziekenhuis met een gebroken arm, toen kwam Ivonne al vaak bij hem langs. Hij heeft een goede relatie met Ivonne. Het steeds beter worden van zijn arm is voor hem een reden om te leven.
Charrie:
Hij is 16 jaar. Charrie is heel bang voor de politie en kan ook niet in zijn eentje slapen daarom legt hij zijn matras naast het bed van Gemma. Yvonne zorgt er later voor dat hij om een manege kan werken, dat wil hij heel graag omdat zijn echte vader ook veel met paarden deed.
Gemma:
Heeft jaren lang in opvanghuizen gezeten, als ze haar moeder leert kennen kan ze het allemaal niet meer aan en gaat ze naar een inrichting waar ze leert met mensen om te gaan. Ze ziet het opvanghuis al thuisbasis en komt soms in het weekend naar het opvanghuis. Ze kan heel goed met Yvonne opschieten
Klaasje:
Hij heeft in tehuizen en pleeggezinnen gezeten. Zijn laatste pleegmoeder wilde niet dat hij rookte en toen ze dat ontdekte dat hij dat stiekem toch deed liet ze hem een heel pakje shag opeten, waarna zijn maag moest worden leeggepompt in het ziekenhuis. Hij kan heel goed opschieten met klaas
Lenny:
Komt uit een psychiatrische inrichten daar zat ze voor zelfmoordneigingen en voor drugs. De staf vind eerst dat ze niet in het opvanghuis kan blijven maar dat mag daarna toch wel. Haar moeder wil niks van haar weten, Lenny kan dat totaal niet verwerken en gaat steeds naar haar moeder toe maar komt daarna steeds heel teleurgesteld terug. Na een tijdje kan ze in een bejaardenhuis gaan werken.
Pieter Juweel:
Hij steelt veel en is aan de drugs, hij wil van de drugs af maar omdat hij een enorme schuld heeft bij een dealer lukt dat niet zo hoed. Het opvanghuis betaald de schuld af. Ook brengt hij samen met het staflid Ruud al zijn gestolen spullen terug.
Derek:
Derek is een overdreven homo. Hij zeurt erg over allemaal kleine dingetjes en iedereen stoort zich aan hem. Hij bemoeit zich veel met de baby van Hannes en Hanneke.
Eerst kan Yvonne totaal niet tegen hem, maar later kan ze het toch goed met hem vinden.
Hannes en Hanneke:
Hanneke 16jaar en Hannes 18 jaar. Slapen, met toestemming van ouders, al samen toen Hanneke veertien was. Hanneke is nu zwanger. Ze willen niet meer thuis wonen omdat de ouders van Hanneke zich teveel met hun bemoeien. Hanneke wil zelfstandiger worden, ze wil niet dat het een kind van haar ouders wordt maar haar eigen kind. Hannes is een beetje overbezorgd. Hij houdt steeds het handje van Hanneke vast. Ze krijgen samen een kind. Ze heet Merel. Het valt Yvonne op dat Hanneke steeds meer zelf iemand word in de tijd dat ze in het opvanghuis is.
Louis:
Het is een lange grote jongen. Hij heeft last van driftbuien. Hij heeft namelijk Epilepsie en slikt zijn pillen daar tegen niet. Toen hij een keer zo’n hele erge bui had sloopte hij het hele huis echt alles was kapot. Yvonne is eerst bang voor hem maar later gaat dat beter.
Waar en wanneer
Bijna alles gebeurt in het opvanghuis. Soms worden jongeren ergens heen gebracht of opgehaald dan is het even ergens anders. Het opvanghuis ziet er zo uit:
Beneden is een grote huiskamer, waarin gegeten en gezeten kan worden, een keuken, een
vergaderkamer, een receptie en een stafkamer. Boven zijn de slaapkamers -twintig hokjes op
een rij-, de doucheruimtes en nog twee kamer voor de staf. Het huis ziet er niet echt gezellig
uit.
Het verhaal zou zich wel op een andere plek kunnen plaatsvinden. Dit opvanghuis is in Denhaag maar er zijn vast wel meer opvanghuizen in Nederland. Het verhaal speelt zich van 1 januari tot 12 maart ergens in 1900 af. Het is een realistische tijd. Boven aan elk hoofdstuk staat een datum. Daardoor wordt het een soort dagboek.
Titelverklaring
De letterlijke titelverklaring komt uit een stukje uit het boek: blz.85: “ ‘moet je nou komen kijken,’ riep Gemma naar mij, ‘vraag 6a: door wie bent u opgevoed? Ha—ha… Door wie ben ik opgevoed?? Door Jan Rap en z’n maat… wacht effe, zal het gelijk effe invullen…’ En met gloeiende ogen en samengeperste lippen schreef ze in duidelijke blokletters: door Jan Rap en z’n maat’ ”
In de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren heb ik gevonden dat de uitdrukking “Jan Rap en zijn maat”in de 17e eeuw “gespuis” betekende. Dus eigenlijk is het gespuis dat Gemma heeft opgevoed. Yvonne Keuls probeert denk ik met de titel Jan rap en zijn maat haar menig te geven over de mensen die de jongeren hebben opgevoed. De titel kan ook over de jongeren zelf gaan tenminste zo zien veel mensen ze. Ik vind het wel een goede titel.
Thema:
Het hoofdthema is probleemjongeren. Elk kind heeft zijn eigen problemen.
En een belangrijk bijthema is de hulpverlening aan probleemjongeren. De jongeren worden geholpen met hun problemen. De staf van het opvanghuis praat met de jongeren, maar het belangrijkste is dat de jongeren tijdelijk een huis hebben waar ze zich thuis voelen.
Een ander belangrijk bijthema is hoe kinderen probleem kinderen worden. Dat wordt duidelijk beschreven waardoor de lezer meer begrijpt van probleemjongeren.
Verder komen thema’s aan de orde zoals: zelfmoord, stelen, agressie, drugs etc.
Eigen mening:
Het boek Jan Rap en z’n maat was mijn eerste “volwassenenboek”, ik vond het niet een moeilijk boek om te lezen. Ik vond het een heel interessant verhaal. Eigenlijk waren het allemaal verhalen van de personen met problemen die ze probeerden op te lossen. Ik vond het echt een goed boek omdat alles echt gebeurd is. Verder vond ik het grappig geschreven, ook al gaat het over hele serieuze dingen. Het is vlot geschreven. Ik vond het leuk om te lezen. En ik het leukste vond ik als het weer beter ging met het de jongeren bijvoorbeeld:blz. 197-280 “ “ ‘hou op gilde koen ik kan het niet meer hebben…’ Hij begon te huilen Charrie ging op zijn tenen staan, sloeg zijn magere armpjes om hem heen en suste: ‘wa-wat is er da-an, hè… zeg het maar aan Charrie, hè… Koen liet zich door Charrie meevoeren naar de tafel, zakte op een stoel en snikte verder. Charrie streelde Koen waar hij hem maar raken kon. Hij sprak hem kalmerend toe en ineens viel het mij op, dat hij nauwelijks meer stotterde. ‘-huil maar l-lekker uit hoor…ik blijf wel bij je…’” Ik vind dat echt een heel leuk en mooi stukje uit het verhaal. Het eindigde een beetje met een openeinde, maar dat vond ik niet erg. Ik vond het een goed einde. Ik vond het ook wel lang genoeg.
REACTIES
1 seconde geleden