Romananalyse
1. Kop: Wolkers, J. Horrible tango. Meulenhof, Amsterdam,1967
2. Motto: ‘heel gezellig, Bommel! Jammer dat zieleknijper niet kon komen; hij houdt ergens een lezing over de fictieve broederbinding of zoiets. Tom Poes en de Tegendeler’.
Tom Poes en de Tegendeler is ook een naam van een stripboek. In dit stripboek heb je 2 figuren die elkaar als broers beschouwen. Deze zin komt uit dit stripboek en heel kenmerkend uit deze zin is het woord Broederbinding. Dit is ook het thema van het boek Horrible tango.
3. Genre: literaire roman.
4. Samenvatting:
Het verhaal begint met De dag dat 'het gazellenmeisje' bij de ik persoon in huis komt wonen. Hij is dan 13 en zijn broer 15. De ik persoon krijgt vanaf dan een hele concurrerende band met zijn broertje , omdat dit Hongaarse meisje tussen hen in komt te staan. Samen beleven zij een hele hoop dingen. Zijn broertje heeft een hele rare band met het meisje en zit altijd een beetje samen te zweren met haar tegen hem. Ondanks dat ziet de ik persoon het meisje na een tijdje ook als zijn zusje. Op een dag komt de ik persoon thuis en is het meisje weg. Hij hoort zijn vader heel erg boos worden op zijn broer en die mag dan vervolgens ook niet meer zijn kamer delen met zijn broertje en moet in de kamer van het gazellenmeisje slapen. Op deze dag komt ook de oom van de jongens langs en wil een (familie)sabel aan de oudste van de twee geven. Omdat deze volgens hun vader al genoeg brokken heeft gemaakt, krijgt de ik persoon hem. De oom vertelt erbij dat er nog bloed op de sabel zit van een broedermoord. Mede daardoor krijgt de sabel een hele grote rol in het verhaal. Drie jaar daarna krijgt zijn een broer een ongeluk en overlijdt. Dan krijgt de ik persoon de kamer van zijn broer en gaat eindelijk de sabel, sinds de dag dat hij het kreeg, van de muur. Hij gaat er dan mee voor de spiegel staan en maakt er dan wat gebaren mee. Plotseling stopt hij dan en legt de sabel achter in zijn kast. Dan wordt er verteld over de dag dat Dodie bij de ik persoon komt wonen en dat de ik persoon eindelijk beseft waarom hij toen hij klein was de sabel achter in zijn kast had gelegd. Dan weer komt er een 'gat in de tijd', tot de dag dat de ik persoon de neger leert kennen. Hij ontmoet hem voor de sigaren winkel en neemt hem mee omdat hij alleen Frans spreekt en ergens heen moet. Ze gaan ergens wat drinken en eten, op het opgespoten terrein, en ze vinden dezelfde dag nog werk voor hem. Hij blijft verder bij de ik persoon wonen/logeren. Vanaf die dag beginnen de dromen die de ik persoon heeft over een duel dat hij heeft met de neger op het opgespoten terrein. Ook heeft de ik persoon steeds fantasieën over hoe de neger met Dodie vrijt of hoe ze met zijn drieën vrijen, en hij stelt zelfs een paar keer voor aan Dodie om dit te doen. Hij denkt namelijk dat de neger dat ook heel graag wil, dat hij zo verlost kan worden van het gevoel van de ondergeschikte positie ten aanzien van de blanken, dat hij volgens hem zou hebben. Op een nacht blijft de neger weg omdat hij het idee heeft dat hij te veel is bij Dodie en de ik persoon in huis. Vanaf dat moment beginnen de echte spanningen. De dromen van de ik persoon worden steeds heftiger. Op een dag komt Dodie met een advertentie waarin een woonruimte te huur wordt aangeboden voor buitenlandse arbeiders. Eerst wil de ik persoon dit niet omdat hij de neger niet kan loslaten, hij heeft het idee dat hij de plaats van zijn broer in genomen heeft. Uiteindelijk doet hij het toch en brengen ze de neger erheen. Hij vindt het helemaal niet leuk en het is erg ongezellig. Toch laten ze hem daar. Zo kan de ik persoon los van hem komen. Zodra ze hem daar gelaten hebben beginnen de meest heftige dromen/fantasieën van de ik persoon. Doordat hij hierin de neger probeert te vermoorden probeert hij los te komen van zijn broer. Uiteindelijk lukt hem dit. Dit wordt aangegeven door de zin: "Ineens schreeuwde het door mij heen: Jesse Owens doet niet mee! Jesse Owens doet niet mee!"
(Wat heel dubbelzinnig is omdat Jesse Owens een neger is.)
Hiermee laten ze zien dat de ik persoon de strijd van zijn broer heeft gewonnen en dat de concurrentiestrijd voorbij was.
5. Personen:
De broer van de ik persoon, van hem wordt geen naam genoemd, en er is alleen bekend dat hij op jonge leeftijd dood gaat. Als het gazellenmeisje bij hen komt wonen is hij al 15 en hij leeft nog zeker drie jaar ('…… toen hij drie jaar ervoor uit mijn kamer verdween……' blz.16) + een onbekend aantal jaar, maar het is niet precies bekend op welke leeftijd hij dus overlijdt.
De ik persoon: Hij is 25 jaar, zijn naam wordt niet genoemd. Hij werkt ook, maar het is niet bekend waar. Hij heeft veel dromen en fantasieën. Ook is hij snel jaloers, onzeker en nieuwsgierig.
Dodie: Zij is de vrouw van de ik persoon, het is niet duidelijk of ze werkt. Ze ziet er vrij oud uit, maar ze is ongeveer even oud als de ik persoon. Ze is erg open en eerlijk en zegt wat er op haar hart ligt. Tolerant is ze ook, maar ze heeft ook d’r grenzen en ze is een beetje prettig gestoord.
‘De neger’: Ook zijn naam wordt niet genoemd, maar het is wel bekend dat hij 28 is. Hij werkt bij Meijer, een oud-papier handel. Hij is erg verlegen en neemt niet snel initiatief.
Het ‘gazelle meisje’: Ze is Hongaarse. Ook van haar worden geen naam en leeftijd genoemd, maar ik denk dat ze ongeveer even oud is als de ik persoon en zijn broer vroeger. Ze laat heel veel toe zeker van de broer van de ik persoon. Het is een beetje een stil meisje.
De relaties tussen deze personen zijn nogal ingewikkeld. Het gazellenmeisje is het Hongaarse meisje dat bij de ik persoon en zijn familie komt wonen, omdat haar beide ouders zijn overleden. Zij zorgt er voor dat de concurrentie strijd tussen de ik persoon en zijn broer nog groter wordt, omdat hij op een gegeven moment wordt buitengesloten bij hun spelletjes. De relatie die de ik persoon dus met zijn broer had was dus heel erg moeilijk, ze hielden wel veel van elkaar, maar waren vreselijk aan het concurreren. Zo'n zelfde soort band heeft de ik persoon later met de neger, met hem doet hij een hele boel, maar ze hebben geen echte band. Dodie is de vrouw van de ik persoon waar hij mee samen woont. Persoonlijk vind ik dat hij nogal raar tegenover haar staat, aangezien hij heel erg graag wil dat zij een keer met 'de neger' vrijt. Hieruit blijkt wel dat de ik persoon ook de hoofdpersoon is, omdat hij met iedereen een (speciale) relatie heeft.
6. Perspectief/vertelwijze:
ik perspectief. We zien en beleven alles door de ogen van de ik persoon.
7. Structuur:
elke hoofdstuk begint op een nieuwe bladzijde of word onderscheiden door een paar witregels.
Ook voor een flashback zitten een paar witregels. Ook lopen in het boek 2 geschiedenissen langs elkaar heen. De jeugdgeschiedenis van de Ik persoon en een Nu geschiedenis.
8. Tijd:
het verhaal loopt chronologisch. Met tussendoor een flashback, hij denkt hier terug aan de tijd met zijn broer en het gazelle meisje. Of hij droomt van het duel met de neger op een opgespoten terrein. Dit is weer een flashforward.
9. Ruimte:
zijn dromen spelen zich grotendeels af op een opgespoten terrein vlak bij een treinspoor. Dit is de plek waar de neger vermoord wordt. Dit is vlakbij een spoorweg nabij Diemen. Ook is zijn appartement belangrijk, want hij kijkt stiekem ’s avonds uit zijn raam naar de neger. Hij bespiedt hem als het ware. Ook gaat hij ruiken aan de slaapzak van die neger, al is het alleen maar om zijn geur op te snuiven en zich voor te stellen hoe een trio zou zijn. Dit is in Amsterdam. En het bedrijf waar de neger werkt ook. Hier gaat hij na afloop heen om te kijken hoe de neger zich voelde. Hij trekt dan ook zijn kleren aan, en gaat ergens in een soort hut tussen de balen liggen en vraagt zich af of de neger hier ook lag.
10. Thematiek:
Het thema van dit verhaal is broederbinding.
In het verhaal blijkt dat de neger de plaats van de broer van de ik persoon vervangt en eigenlijk ook afmaakt. Bij heel veel dingen die de ik persoon met de neger beleefd, word een anekdote met zijn broer betrokken. Het hele verhaal draait om de band die de ik persoon met zijn broer had; aan de ene kant houdt hij heel veel van hem en aan de andere kant is het zijn grootste concurrent. Een voorbeeld van deze concurrentie strijd waren de ren wedstrijden die de ik persoon met zijn broer had, het enige waarmee hij ooit van hem gewonnen heeft, maar ook daarvoor had zijn broer een truc bedacht om te winnen. Verder is de strijd die de ik persoon met zijn broer had om het gazellenmeisje heel typerend. Hij was vreselijk jaloers op de band die zij hadden. Eigenlijk verbeeld hij zich net zo'n band tussen de neger en Dodie, later in het verhaal. Het hele verhaal draait gewoon om het loskomen van zijn broer (van zijn strijd met zijn broer) van de ik persoon en uiteindelijk lukt dat ook via de neger. Ook komen hier nog de standaard Wolkers thema’s aan bod. Bv het dromen van een triootje met de neger en zijn vriendin. De natuur, het opgespoten thema waar de neger wordt vermoord. En de eindeloze beschrijving van de natuur.
11. Motieven:
de concurrentie met zijn broer. Hij verbeeld zich uiteindelijk dat hij deze strijd ook moet strijden tegen de neger.
12. Titelverklaring:
Dit boek heet horrible tango omdat de tango een dans is waarbij je heel dicht tegen elkaar aan staat en de wangen tegen elkaar hebt, maar je kijkt elkaar niet aan. Dit slaat op de relatie die de ik persoon met 'de neger' heeft , dus de indirect rol met zijn broer . Hij doet wel veel met hem samen, maar hij heeft eigenlijk niet echt contact met hem.
13. Taalgebruik:
het is heel makkelijk te lezen wat Wolkers schrijft. Voornamelijk omdat hij heel beeldend schrijft. Je kan je bij alles een voorstelling maken.
REACTIES
1 seconde geleden