Zakelijke gegevens
Auteur: Jan Wolkers
Titel: Horrible tango, Meulenhoff, Amsterdam, 1968-6, 159blz (eerste druk 1967)
Genre: Roman
Eerste reactie
Keuze: “Horrible tango” heb ik gekozen omdat ik hoorde van iemand dat Jan Wolkers heel makkelijk leest en dat het meestal ook hele goede verhalen zijn. Wij hadden nog meer boeken van Jan Wolkers, maar toen ik recensies aan het lezen was sprak “horrible tango”me toch het meeste aan.
Inhoud: Dit boek vond ik toen ik de eerste paar bladzijde las erg apart. Ik moest echt nog in het verhaal komen, omdat het in het begin erg verwarrend is. Wat is nou echt en wat zijn nou gedachtes? Later is me dat veel duidelijker geworden.
Verdieping
Samenvatting: Het verhaal begint met de dag dat 'het gazellenmeisje' bij de ikpersoon in huis komt wonen. Hij is dan 13 en zijn broer 15. De ikpersoon krijgt vanaf dan een hele concurrerende band met zijn broertje omdat dit Hongaarse meisje tussen hen in komt te staan. Samen beleven zij een hele hoop dingen. Zijn broertje heeft een hele rare band met het meisje en zit altijd een beetje samen te zweren met haar tegen hem. Ondanks dat ziet de ikpersoon het meisje na een tijdje ook als zijn zusje. Op een dag komt de ikpersoon thuis en is het meisje weg. Hij hoort zijn vader heel erg boos worden op zijn broer en die mag dan vervolgens ook niet meer zijn kamer delen met zijn broertje en moet in de kamer van het gazellenmeisje slapen. Op deze dag komt ook de oom van de jongens langs en wil een (familie)sabel aan de oudste van de twee geven. Omdat deze volgens hun vader al genoeg brokken heeft, gemaakt krijgt de ikpersoon hem. De oom vertelt erbij dat er nog bloed op de sabel zit van een broedermoord. Mede daardoor krijgt de sabel een hele grote rol in het verhaal. Drie jaar daarna krijgt zijn een broer een ongeluk en overlijdt. Dan krijgt de ikpersoon de kamer van zijn broer en gaat eindelijk de sabel, sinds de dag dat hij het kreeg, van de muur. Hij gaat er dan mee voor de spiegel staan en maakt er dan wat gebaren mee. Plotseling stopt hij dan en legt de sabel achter in zijn kast. Dan wordt er verteld over de dag dat Dodie bij de ikpersoon komt wonen en dat de ikpersoon eindelijk beseft waarom hij toen hij klein was de sabel achter in zijn kast had gelegd. Dan weer komt er een 'gat in de tijd', tot de dag dat de ikpersoon de neger leert kennen. Hij ontmoet hem voor de sigaren winkel en neemt hem mee omdat hij alleen Frans spreekt en ergens heen moet. Ze gaan ergens wat drinken en eten, op het op het op gespoten terrein, en vinden dezelfde dag nog werk voor hem. Hij blijft verder bij de ikpersoon wonen/logeren. Vanaf die dag beginnen de dromen die de ikpersoon heeft over een duel dat hij heeft met de neger op het opgespoten terrein.
Ook heeft de ikpersoon steeds fantasieën over hoe de neger met Dodie vrijt of hoe ze met zijn drieën vrijen en hij stelt zelfs een paar keer voor aan Dodie om dit te doen. Hij denkt namelijk dat de neger dat ook heel graag wil, dat hij zo verlost kan worden van het gevoel van de ondergeschikte positie ten aanzien van de blanken, dat hij volgens hem zou hebben. Op een nacht blijft de neger weg omdat hij het idee heeft dat hij teveel is bij Dodie en de ikpersoon in huis. Vanaf dat moment beginnen de echte spanningen. De dromen van de ikpersoon worden steeds heftiger. Op een dag komt Dodie met een advertentie waarin een woonruimte te huur wordt aangeboden voor buitenlandse arbeiders. Eerst wil de ikpersoon dit niet omdat hij de neger niet kan loslaten, hij heeft het idee dat hij de rol van zijn broer vervangen heeft. Uiteindelijk doet hij het toch en brengen ze de neger erheen. Hij vindt het helemaal niet leuk en het is erg ongezellig. Toch laten ze hem daar. Zo kan de ikpersoon los van hem komen. Zodra ze hem daar gelaten hebben beginnen de meest heftige dromen/fantasieën van de ikpersoon. Doordat hij hierin de neger probeert te vermoorden, probeert hij los te komen van zijn broer. Uiteindelijk lukt hem dit. Dit wordt aangegeven door de zin: "Ineens schreeuwde het door mij heen: Jesse Owens doet niet mee! Jesse Owens doet niet mee!"
(Wat heel dubbelzinnig is omdat Jesse Owens een neger is.)
Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat de ikpersoon de strijd van zijn broer heeft gewonnen en dat de concurrentiestrijd voorbij is.
Onderzoek van de verhaaltechniek:
De schrijfstijl is zakelijk, de tijd is in het heden en ongeveer 10 jaar geleden in de gedachtes en dromen van de ikpersoon.
Verhaalfiguren:
De ikpersoon: Hij is 25 jaar, zijn naam wordt niet genoemd. Hij werkt ook, maar het is niet bekend waar. Hij heeft veel dromen en fantasieën. Ook is hij snel jaloers, onzeker en nieuwsgierig.
Dodie: Zij is de vrouw van de ikpersoon, het is niet duidelijk of ze werkt. Ze ziet er vrij oud uit, maar ze is ongeveer even oud als de ikpersoon. Ze is erg open en eerlijk en zegt wat er op haar hart ligt. Tolerant is ze ook, maar ze heeft ook d’r grenzen en ze is een beetje prettig gestoord.
‘De neger’: Ook zijn naam wordt niet genoemd, maar het is wel bekend dat hij 28 is. Hij werkt bij Meijer, een oud-papier handel. Hij is erg verlegen en neemt niet snel initiatief.
Het ‘gazelle meisje’: Ze is Hongaarse. Ook van haar worden geen naam en leeftijd genoemd, maar ik denk dat ze ongeveer even oud is als de ikpersoon en zijn broer vroeger. Ze laat heel veel toe zeker van de broer van de ikpersoon. Het is een beetje een stil meisje.
De broer van de ikpersoon: Van hem is alleen bekend dat hij op vroege leeftijd dood gaat. Hij is een beetje gemeen en hij claimt het ‘gazelle meisje’ als het ware.
Situaties:
· Het ‘gazelle meisje’ komt bij hen in huis wonen.
· De sabel komt in het verhaal.
· De broer gaat dood en de ikpersoon haalt de sabel van de muur.
· De ikpersoon leert de neger kennen.
· De dromen over het duel met de neger beginnen weer.
· ‘De neger’ blijft een nacht weg omdat hij denkt dat hij teveel is.
· Dodie vindt een woonruimte voor de neger.
· Ze gaan er heen en laten hem daar.
· Zo kan de ikpersoon onbewust zich los maken van z’n broer.
· Het eind, de ikpersoon is in een droom en de zin: ‘Jesse Owens doet niet mee’ schreeuwt door zijn hoofd, hij is los en vrij! De strijd met z’n broer is over.
Vertelwijze: ikvorm
Thematiek: Het thema van dit verhaal is broederbinding.
In het verhaal blijkt dat de neger de plaats van de broer van de ikpersoon vervangt en eigenlijk ook afmaakt. Bij heel veel dingen die de ikpersoon met de neger beleeft, wordt een anekdote met zijn broer aangehaald. Het hele verhaal draait om de band die de ikpersoon met zijn broer had; aan de ene kant houdt hij heel veel van hem en aan de andere kant is het zijn grootste concurrent. Een voorbeeld van deze concurrentie strijd waren de renwedstrijden die de ikpersoon met zijn broer had, het enige waarmee hij ooit van hem gewonnen heeft, maar ook daarvoor had zijn broer een truc bedacht om te winnen. Verder is de strijd die de ikpersoon met zijn broer had om het gazellenmeisje heel typerend. Hij was vreselijk jaloers op de band die zij hadden. Eigenlijk verbeeldt hij zich net zo'n band tussen de neger en Dodie, later in het verhaal. Het hele verhaal draait gewoon om het loskomen van zijn broer (van zijn strijd met zijn broer) van de ikpersoon en uiteindelijk lukt dat ook via de neger.
Verband tussen titel en thema: Dit boek heet ‘Horrible tango’ omdat de tango een dans is waarbij je heel dicht tegen elkaar aan staat en de wangen tegen elkaar hebt, maar je kijkt elkaar niet aan. Dit slaat op de relatie die de ikpersoon met 'de neger' heeft die indirect de rol van zijn broer speelt. Hij heeft doet wel veel met hem samen, maar hij heeft eigenlijk niet echt contact met hem. Ook kijkt ‘de neger’ Dodie niet aan, ook als hij haar aanraakt.
Plaats in de literatuur geschiedenis:
Jan Wolkers (geb. te Oegstgeest 1925) studeerde beeldhouwkunst in Den Haag, Amsterdam en Salzburg. Vanaf 1957 begint hij verhalen te schrijven. Verhalen als Kunstfruit (gebundeld in Gesponnen suiker, 1963) deden door hun beschrijvingen van de seksualiteit veel stof opwaaien. Een verhaal als het titelverhaal uit die bundel, Gesponnen suiker bevat eigenlijk als allerlei elementen, motieven en thema's die je in de latere romans van Wolkers ook aantreft. Er is in de jaren zestig een sterk groeiende populariteit.
Vaste thema's bij Wolkers vormen: de haat t.o.v. de vaderfiguur, schuldgevoelens (over b.v. de dood van zijn broer), dierenliefde en dierenhaat, sterke religieuze (calvinistische opvoeding) en het litteken op zijn voorhoofd, samenhangend met het motief van de astmalijder.
De dood is wel het hoofdthema in zijn oeuvre en staat in verband met de andere genoemde thema's. Het motief van de dood is steeds nauw verbonden met dat van schuldgevoelens.
Het leven is in zijn werk doordrenkt van de dood. Niemand kan ontkomen aan de natuurlijke kringloop. In Terug naar Oegstgeest wordt gerept van het ‘Kaïnsteken op je kop’. (= het genoemde litteken, ontstaan toen hij als baby kokend water in zijn gezicht kreeg). Vrij veel boeken van hem zijn verfilmd.
Een goed nummer voor een leeslijst is een verhalenbundel als Gesponnen suiker of Serpentina's petticoat. Verder zijn de romans Kort Amerikaans, Terug naar Oegstgeest, Een roos van vlees en Turks fruit uitermate geschikt om eens kennis te nemen van het werk van Wolkers omdat in deze romans de bovenstaande thema's en motieven zo duidelijk zijn verwerkt.
Beoordeling:
Verhaalelementen die een positieve werking op mij hadden, was dat de ikpersoon de neger hielp aan een baan, dat hij heel goed voor hem zorgde en zomaar een vreemde in huis nam. Een passage die me heel erg aansprak was dat de ikpersoon in z’n droom wegzakte in het drijfzand en dat hij niet vooruit kwam. Dat soort dromen heb ik ook wel eens dus ik wist precies wat hij voelde. Er waren niet echt verhaalelementen die een negatieve werking op mij hadden, maar in het begin vond ik het wel een beetje raar. Mijn oordeel over het boek is dat het me wel aan het denken heeft gezet omdat dit een thema is dat niet veel voor komt. Ik vond het heel erg mooi als telkens de gedachtes en dromen weer naar voren kwamen. Het taalgebruik is helemaal niet moeilijk en ik zou het boek aanraden aan een bepaald soort mensen, niet aan iedereen.
REACTIES
1 seconde geleden