Hoe overleef ik mijn ouders? (en zij mij!) door Francine Oomen

A1 Hoe overleef ik mijn ouders? (en zij mij)

A2 Francine Oomen

A3 24 januari 2007

B1 Rosa, haar moeder en haar broertje Abeltje zijn niet zo heel erg rijk. Maar dan komt er een brief binnen, en die ene brief veranderd alles totaal. Ze zijn nu niet arm meer maar rijk. Dat komt omdat Rosa’s stiefvader Alexander dood is gegaan en hij had een levensverzekering van 3500.000 euro. Rosa’s moeder wil het besteden aan een grachtenpand in Amsterdam. Dat is nou net het laatste wat Rosa wil, nog een keer verhuizen en dan weer van school moeten wisselen. Maar als Rosa haar moeder overhaalt dat zij op dezelfde school mag blijven is het al een stuk gemakkelijker voor Rosa. Nu Rosa weet dat ze misschien gaan verhuizen praat ze er veel over met haar vriendinnen Joya, Carmen en Noa. Haar vriendinnen willen allemaal een keer bij haar komen slapen in Amsterdam.
Als Rosa net klaar is met een e-mail te schrijven voor Jonas gaat de telefoon. Rosa rent er naar toe misschien is het wel Neuz dacht ze. Maar haar moeder is haar net voor. Het is de verkoper van het huis, haar moeder kijkt heel erg blij. Het is ons gelukt Roos we hebben het huis! Zegt Rosa’s moeder opgewonden. Rosa gaat met Joya en Carmen bij het huis kijken. Joya en Carmen vinden het een heel erg mooi huis. Tegenover het grachtenpand is een terrasje, daar gaan ze even wat eten en drinken.
Rosa vind het erg jammer dat Noa niet mee mocht gaan van haar ouders. Als ze weg willen gaan ziet Joya bij de bloemenwinkel Rozemarijn een bordje staan met erop ‘’Hulp gevraagd voor de zaterdagen’’. Joya en Carmen duwen Rosa naar binnen. Carmen zegt dan tegen de baas dat Rosa erg veel van planten en bloemen afweet en ja hoor Rosa krijgt het baantje in één keer. De baas wil dat Rosa zo snel mogelijk kan beginnen, de volgende zaterdag al. Rosa is heel erg blij dat ze het baantje heeft gekregen terwijl ze toch niet zo veel van planten en bloemen af weet.
De telefoon gaat, het is Marieke (de nieuwe vrouw van haar vader). Ze vertelt Rosa dat haar vader een hartaanval heeft gehad en dat hij in het ziekenhuis ligt. Rosa schrikt haar heel erg van en pakt meteen de trein en gaat naar het ziekenhuis waar haar vader ligt. Als ze in het ziekenhuis is, mag ze niet blijven van een zuster, dan barst ze in tranen uit en legt het verhaal uit, uiteindelijk mag ze toch blijven. Ze blijft de hele nacht bij haar vader, dan wordt haar vader even wakker. Ze praten wat over vroeger wat er allemaal mis is gegaan, ook vertelt hij haar over het zusje dat ze erbij heeft gekregen. De volgende morgen vindt de zuster Rosa en haar vader slapend aan. Die zelfde morgen gaat Rosa naar Marieke en haar zusje. Ze is heel zenuwachtig als ze voor het huis van haar vader staat, toch belt ze aan en het valt haar allemaal mee.
Met harde muziek staan Rosa en al haar vrienden ’s avonds laat in de Pink Lagoon te dansen met elkaar. Rosa is nu eindelijk zestien jaar geworden. Rosa is hartstikke blij dat ze dit feest mocht geven en ze is ook heel blij dat ze iedereen weer ziet van eerst.

B2 In dit verhaal is Rosa de hoofdpersoon die van alles heeft beleeft. Rosa
Heeft blond krullend haar tot iets over haar schouders en blauwe ogen. Rosa is heel sociaal, en ze komt op voor anderen, mensen kunnen altijd met problemen bij haar terecht, alleen weet ze niet altijd waar ze met haar eigen problemen terecht moet. Ze is heel dapper, ze gaat na jaren weer terug naar haar vader. Dat is toch een hele grote stap voor haar, maar ze was wel blij dat ze die stap heeft gemaakt.
Ze is zelfstandig en ze gaat helemaal alleen op de trein naar haar vader toe, omdat hij in het ziekenhuis lag.

B3 De moeder van Rosa; ze is een lieve moeder, heel zorgzaam, maar ook snel ongerust over haar kinderen. Ze zou niet willen dat er ook maar iets met Rosa of met Abeltje gebeurt.
De vader van Rosa; de vader van Rosa verbergt zijn verdriet van vroeger, hij krijgt een hartaanval en belandt in het ziekenhuis. De vader van Rosa is een sociale persoon. Hij is, nadat hij Rosa weer heeft gezien, veranderd van een chagrijnige man in een vrolijke man, Hij ziet na het bezoek van Rosa zijn leven weer beter zitten. Hij heeft weer hoop gekregen.
Abeltje; het halfbroertje van Rosa, hij is 3 jaar, en wil graag alles zelf doen, terwijl hij het niet allemaal zelf kan, ook wil hij iedereen graag troosten.
Neuz; het vriendje van Rosa, hij is zorgzaam en verliefd op Rosa, hij wordt niet aangenomen op de academie, en zit daar erg mee. Samen met Rosa zorgt hij ervoor dat hij toch aangenomen wordt.
Noa; een van de vriendinnen van Rosa, ze heeft een groot probleem thuis, ze mag niet verliefd zijn op wie zij wil, ze wordt uitgehuwelijkt aan een hele oude man. Ze is bang, verdrietig en voelt zich machteloos.
Carmen; een van de vriendinnen van Rosa, ze is een vrolijke persoon, ze spaart al vanaf haar 13e voor haar opleiding, thuis hebben ze maar weinig geld en veel kinderen, ze vult vakken, de helft van haar verdiende loon geeft ze aan haar moeder, ze doet dat vrijwillig.
Joya; Noa vertelt altijd haar problemen aan Joya. Joya vertelt het dan vaak weer verder aan Rosa en Carmen. Joya is ook een vrolijke persoon en thuis heeft ze het heel fijn. Ze is helderziend, maar vindt het soms zelf heel erg vervelend.
Esther; Esther is de oude vriendin van Rosa, ze krijgen ruzie. Esther vindt dat Rosa haar verwaarloost, omdat ze veel te veel met Neuz omgaat. Esther is vroeger veel gepest, ze heeft een aparte kleding smaak en ziet er apart uit. Esther staat heel stevig in haar schoenen, ze is een goede vriendin voor Rosa.
Nina; Nina vangt Rosa op in het ziekenhuis. Nina is een zorgzame persoon, dat moet ook wel want verzorgen is haar vak. Nina is in het ziekenhuis zuster, ze verzorgt mensen als ze ziek zijn en in het ziekenhuis liggen.
Marieke; Marieke (de nieuwe vrouw van Rosa’s vader) is heel bezorgd om haar man, ze hebben net samen een kindje waar ze heel gelukkig mee is. Ze weet precies wat er in haar man omgaat.

B4 De locatie waar het verhaal zich afspeelt is aan de rand van Amsterdam.

B5 De tijd waarin het boek speelt, is de tijd van nu dat kan je lezen in het boek omdat, Rosa een computer heeft, met een webcam, ook heeft ze msn. Een mobiel en kan ze mailen. De tijd die wordt vertelt is één maand en 10 dagen. Dat weet ik omdat het boek begint met een mailtje dat verstuurd is op 13 februari. En het boek eindigt weer met een mailtje dat verstuurd wordt op 23 maart.

B6 Het soort verhaal is een psychologische jeugdroman. Het is psychologisch omdat, Rosa heel erg veel dingen op haar af krijgt en dat moet ze allemaal psychologisch verwerken. Het is ook een jeugdroman omdat, er veel liefde in het verhaal voorkomt.

C1 Ik vond het verhaal op sommigen stukjes heel dapper met wat Rosa doet, zoals het stuk dat Rosa de grote stap maakt om naar haar vader toe te gaan.
Op andere plekken was het verhaal emotioneel, zoals het stuk dat Rosa ’s nachts bij haar vader blijft en samen hun ruzie gaan uitpraten, en op andere plekken was het verhaal heel grappig, zoals het stuk dat Rosa van Jonas heeft gehoord dat hij homo is geworden. En dat hij verliefd is op een jongen.

C2 Ik vind een stuk in het mailtje van Jonas erg romantisch, omdat Jonas dan bekend dat hij met de jongen waar hij de hele avond mee zat te dansen heeft gezoend. Die zoen is zijn aller eerste zoen in zijn hele leven. Jonas beschreef de zoen als een hele lange tongzoen, die heel erg lekker was. Ik vond dit stuk romantisch omdat Jonas er zo blij mee is en ook omdat het zijn eerste keer is dat hij in zijn leven met ook maar één persoon heeft gezoend.

Bijlagen: Nu ga ik iets bekennen. Hou je vast, val niet van je stoel: ik heb voor het eerst van mijn leven met een jongen gezoend! Ik kon het je vanmorgen niet vertellen, omdat er steeds andere mensen bij waren. Het was die jongen waar ik de hele avond mee danste! Die lange jongen, met die grote hemelse blauwe ogen en die goddelijke bruine krullen.
Ik kan het nog steeds niet geloven! Tegen een uur of vier gingen we even naar buiten, voor wat frisse lucht. Ik heb een hele tijd staan praten. Hij was zo leuk en zo knap, en ik deed het bijna in mijn broek van de zenuwen. En toen zoende hij mij opeens! Een heel lange tongzoen. Ik dacht dat ik flauwviel, zo zalig was het.
Hij heet Andreas, hij komt regelrecht uit de hemel en ik heb vanmiddag in de trein terug al zeventien gedichten voor hem geschreven.