A Samenvatting
2.1 VERTELSITUATIE
Het gedicht is geschreven vanuit een ik-perspectief, die van Kopland zelf. De verteller beschrijft een gebeurtenis en daarbij zijn eigen herinneringen en gedachten.
2.2 AANTAL PERSONEN
De verteller (ik), de dochters (B en R), Sint Maarten, Sint Nicolaas, Maria, Jezus en de vader van de verteller (opa, mijn vader).
2.3 SAMENVATTINGEN VAN DE GEBEURTENISSEN
Kopland, de verteller, maakt samen met zijn dochters een winterse wandeling. Hij beschrijft de natuur en melancholie van de winter. Hoe het landschap hetzelfde blijft ondanks de verandering. Hier laat de verteller zijn gedachten gaan over het landschap en vergelijkt hij de onveranderlijkheid met de vieringen van de heiligen, die ook elk jaar onveranderd terugkomen, net als de winter. Dan keert de schrijver weer terug naar het landschap. Zijn dochters klimmen, net als altijd, hoog in de bomen, buiten zijn bereik. Aan het einde van hun wandeling praat hij met zijn dochters over de dood van zijn vader, hun opa. En denkt hij terug aan hoe zijn vader vroeger Sint-Nicolaas speelde. En de verteller realiseert zich dat, terwijl hij zijn eigen vader verloren heeft, hij nu een goede vader voor zijn dochters moet zijn.
2.4 GEBEURTENIS OF GEDACHTE
Een gedachte. Ook al wordt er in het gedicht een gebeurtenis beschreven. De verteller wijkt hier telkens van af, het gaat vooral om zijn gedachten.
2.5 BELANGRIJKSTE ZIN
Wandelend in het duister voel ik / hun koude handen, moet ik / hun dorre bloemen dragen, / hun neuzen snuiten, / hun knopen sluiten, / hun vader zijn.
Deze zin laat een moment van rouw zien als een dierbare er niet meer is, maar ook dat het leven verder gaat. Vooral in de situatie van Kopland waar hij nu, net als zijn eigen vader, ook een goede vader wil/moet zijn.
B Onderzoek
3.1 STIJLFIGUREN
Inversie: als zij vielen, / ik zou hen moeten laten vallen
Repetitio: wandelend, altijd dezelfde, hun
Enumeratie: hun dorre bloemen dragen, / hun neuzen snuiten, / hun knopen sluiten
Paradox: Alles verandert maar keert onveranderd / terug.
Maria loopt met een nieuwe Jezus toch / weer in haar laatste dagen.
Tautologie: altijd dezelfde
3.2 BEELDSPRAAK
Een (lange) wandeling wordt hier vergeleken met de levensloop.
De winter staat symbool voor de ‘innerlijke winter’, de melancholie en rouw die de verteller ervaart. De winter kan dus ook symbool staan voor de dood en het einde van de levensloop.
Een metafoor in dit gedicht zijn de drie paarden. Deze drie paarden kunnen ook de Vader met zijn twee dochters zijn.
3.3 RIJMSCHEMA + RIJMVORMEN
Dit gedicht heeft geen vast rijmschema, het is een vrij vers.
Alliteratie: Wordt het weer winter; onder ons; zingen: zie; zij zijn;
Assonantie: Zo komen wij dan ook bij altijd dezelfde bomen;
zie ginds komt de stoomboot, kijk eens hoe hoog wij zijn.
Eindrijm: Hun neuzen snuiten
Hun knopen sluiten Mannelijk rijm
Een kind weet dat Sint maarten met een
halve mantel vertrekt, hij komt met een Rijk rijm
Zo komen wij dan ook bij altijd dezelfde
bomen, waarin mijn dochters altijd dezelfde Rijk rijm
Enjambement: bijna overal, als voorbeeld strofe 3:
Zo komen wij dan ook bij altijd dezelfde
bomen, waarin mijn dochters altijd dezelfde
takken beklimmen en zwaaiend in de toppen
zingen: zie ginds komt de stoomboot, kijk
eens hoe hoog wij zijn. En inderdaad zij
zijn buiten bereik, als zij vielen,
ik zou hen moeten laten vallen.
3.4 VORM VAN HET GEDICHT
Dit gedicht is een vrij vers. Er is geen vaste strofelengte of vast rijmschema.
3.5 BIJZONDERE WOORDKEUS/BIJZONDERE STIJL
De gedichten van Kopland staan er om bekend dat ze erg toegankelijk zijn vanwege de (makkelijke) woordkeuze. Verder vond ik het interessant om op te merken dat hij over zijn vader spreekt als ‘was’, dit laat het rouwproces extra duidelijk zien.
3.6 STROFEBOUW
Het gedicht kent 5 strofen, met achtereenvolgens een octaaf, novet, septet, octaaf en een sextet.
Bij de derde strofe zit er een keerpunt in het gedicht, net als in de wandeling. In de vorige strofe sprak de verteller over de verandering en bij de derde strofe gaat het over alles wat hetzelfde is gebleven.
3.7 IS DE BASIS VAN HET GEDICHT EEN TEGENSTELLING, OVEREENKOMST, WAARNEMING, VRAAG …?
Een waarneming. Het gaat vooral om de waarneming van het leven. Men zou ook kunnen zeggen dat het om een tegenstelling gaat, de tegenstelling tussen leven en dood. Maar omdat het gedicht is geschreven als een wandeling, gaat het over de waarneming van het leven. En daar hoort ook de dood bij.
C Interpretatie
4.1 STEL ZO NAUWKEURIG MOGELIJK VAST WAT DE BETEKENIS VAN ELKE DICHTREGEL IS
Staat bij het gedicht, in de kantlijn.
4.2 IN WELKE ZIN/REGEL VIND JE DE GRONDGEDACHTE VAN HET GEDICHT HET DUIDELIJKST TERUG EN UITLEG THEMA/MOTIEVEN, SAMENHANGEND MET THEMA GEHELE BUNDEL
Alles verandert maar keert onveranderd / terug.
Wandelend in het duister voel ik / hun koude handen, moet ik / hun dorre bloemen dragen, / hun neuzen snuiten, / hun knopen sluiten, / hun vader zijn.
Het thema van de bundel, is net als dit gedicht, leven en dood. Hoewel het in dit gedicht specifiek gaat over de dood van de vader. De eerste zin laat duidelijk zien hoe Kopland denkt over het leven en de onveranderlijkheid, het mechanische ervan. Mensen worden geboren en sterven, maar dat verandert eigenlijk niets.
De tweede zin of het tweede citaat dat ik heb gekozen gaat specifieker over de grondgedachte van dit gedicht. Dit gedicht is namelijk het 4e gedicht van de reeks gedichten die hij na het overlijden van zijn vader heeft geschreven. Het is dus een soort afsluiting van het rouwproces. Ook dit gaat over de onveranderlijkheid van het leven. Want nu moet hij, net als zijn vader goed voor hem zorgde, goed voor zijn eigen dochters zorgen.
De tweede zin of het tweede citaat dat ik heb gekozen gaat specifieker over de grondgedachte van dit gedicht. Dit gedicht is namelijk het 4e gedicht van de reeks gedichten die hij na het overlijden van zijn vader heeft geschreven. Het is dus een soort afsluiting van het rouwproces. Ook dit gaat over de onveranderlijkheid van het leven. Want nu moet hij, net als zijn vader goed voor hem zorgde, goed voor zijn eigen dochters zorgen.
Het melancholische van het leven zie je verder in de bundel, maar ook in andere bundels van Kopland, terug.
4.3 TITELVERKLARING
De lange wandeling verwijst in eerste instantie naar de wandeling die Kopland met zijn dochters maakt. Maar eigenlijk is het een metafoor voor de levensloop. Kopland vergelijkt hier het leven met een wandeling. Iedereen maakt een wandeling, men kan verschillende wegen kiezen. Maar uiteindelijk komen we allen bij hetzelfde punt uit, de dood.
4.4 NOTEER WAT JE NOG NIET BEGRIJPT
D Eindoordeel
Het gedicht gaat over de onveranderlijkheid van het leven. Over het rouwproces maar ook over de kringloop van het leven. Want het leven gaat door. De verteller heeft zijn vader verloren, maar is zelf ook een vader.
Ik vind het echt een heel mooi gedicht. Afgelopen zomer is mijn oma overleden en dit gedicht deed mij hieraan denken. Verder vind ik het interessant dat de verteller ook een soort emotionele kant laat door schemeren. Het is dus ook een treurig of zielig gedicht. Het is niet te aanwezig, maar je merkt het aan de gedachten die hij beschrijft en de herinneringen die bij hem opkomen. De zin die ik het treurigst vond was ‘Ze hebben een heel klein beetje te doen / met mij, omdat opa mijn vader was.’ Hierin zie je terug dat de kinderen het nog niet helemaal begrijpen maar toch een soort medelijden voelen en dat de verteller er dus een beetje alleen voor staat en stoer moet blijven want hij is hun grote vader. Meestal zijn de gedichten van Kopland wat afstandelijker dus dit is een interessante verandering.
Ook vond ik het een erg realistisch gedicht. Het is een herkenbaar gevoel en de beschrijvende manier waarop Kopland schrijft zorgt voor een goede verbeelding van de boodschap van het gedicht.
Dit gedicht laat ook duidelijk de melancholie die Kopland voelt bij het leven. Over de onveranderlijkheid en dat men altijd op weg is naar hetzelfde. In de rest van de bundel is dit ook te merken. Naast de gedichten over zijn overleden vader zijn er ook gedichten over een andere geliefde die of weggegaan is of ook overleden. Verder zijn er nog een aantal losstaande gedichten, maar toch allemaal hebben ze dat weemoedige randje.
De ‘zeven argumenten’
Emotief: Het gaat over het rouwproces, een geliefde verliezen
Esthetisch: mooi verloop, sterk einde
Moreel: ik denk het feit dat het leven doorgaat, niet te lang stil staan bij de dood
Realistisch: Het is een heel realistisch gedicht, iedereen verliest op een gegeven moment een ouder, of iemand anders die ze liefhebben/hadden.
Structureel: Het is een mooie opbouw waar de wandeling en herinneringen elkaar afwisselen met aan het einde een realisatiemoment.
Intentioneel: er zit niet echt een intentie of bedoeling in het gedicht
Stilistisch: Ik vind de stijl van Kopland erg mooi. Het is/lijkt simpel, maar er zit vaak veel meer achter.
Slot
Het gedicht ‘De lange wandeling’ is een vrij persoonlijk gedicht van Rutger Kopland. De herkenbare stijl van Kopland, makkelijk taalgebruik, beschouwend en melancholisch, is ook in dit gedicht terug te vinden. De wandeling gebruikt Kopland hier als een metafoor voor de onveranderlijke levensloop die ieder mens aflegt. Naast dit thema, wat in de rest van de bundel ook voorkomt, zit er in dit gedicht nog een extra laag, namelijk het rouwproces bij het verliezen van een geliefde. Dit gedicht is namelijk geschreven na de dood van zijn vader. Het beschrijft hoe het leven verder gaat, terwijl het voor een ander net gestopt is. Een mooi aspect van dit gedicht vond ik hoe Kopland zijn vaderlijke rol in een ander licht zag. Hij moet, net als zijn vader was, een goede vader zijn voor zijn dochters. De kernzin van dit gedicht vind ik dan ook Wandelend in het duister voel ik / hun koude handen, moet ik / hun dorre bloemen dragen, / hun neuzen snuiten, / hun knopen sluiten, / hun vader zijn. Het beschrijft goed hoe Kopland zich voelt over zijn vaderlijke rol na het verliezen van zijn eigen vader.
Het gedicht is erg melancholisch, net als de rest van de bundel. Dat past ook bij het thema van de bundel, namelijk leven en dood. Kopland weet dit toch wel zware thema door middel van zijn ironie goed over te brengen. Een goed voorbeeld hiervan is de titel van de dichtbundel: ‘Het orgeltje van yesterday’. Hoewel dit vrij opgewekt klinkt, heeft het eigenlijk een droevige betekenis. Namelijk het onveranderbare verleden en het alsmaar doorgaande heden.
Ondanks dat ik niet dol ben op poëzie, werd ik aangenaam verrast door de dichtbundel en vooral door het gedicht ‘De lange wandeling’. Ik vond het een prettige leesbare en indrukwekkende dichtbundel. Kopland is zeker voor herhaling vatbaar!
Bijlage 1: bronnen/secundaire literatuur
Beek, M. (z.d.). Rutger Kopland - Bi(bli)ografie. Geraadpleegd op 16 december 2020, van http://www.schrijversinfo.nl/koplandrutger.html
de Jager, G. (2003). Nederlandse Letterkunde. Jaargang 8 · dbnl. Geraadpleegd op 11 december 2020, van https://www.dbnl.org/tekst/_ned021200301_01/_ned021200301_01_0005.php
Eccleston, D. (2013, 25 september). Paul McCartney: “The Song’s Your Psychiatrist”. Geraadpleegd op 17 december 2020, van https://www.mojo4music.com/articles/7087/paul-mccartney-the-songs-your-psychiatrist
Jessurun d’Oliveira, H. U., & Oversteegen, J. J. (1973). Literair lustrum 2. Een overzicht van vijf jaar Nederlandse literatuur 1966-1971 · dbnl. Geraadpleegd op 14 december 2020, van https://www.dbnl.org/tekst/fens001lite02_01/fens001lite02_01_0014.php
van den Hoofdakker, R. (1999, 30 januari). EEN HARDE PSYCHIATER, EEN HARDE DICHTER. Trouw. Geraadpleegd van https://www.trouw.nl
REACTIES
1 seconde geleden