Stijl
Ik vond het taalgebruik van Campert eigenlijk wel makkelijk. Hij gebruikte zelfs regelmatig een vorm van plat taalgebruik. Het was dan wel even goed uitzoeken wat hij bedoelde (aangezien je een onbekend woord zag, dat eigenlijk alleen voor spreektaal wordt gebruikt). Toen Campert Tjeerd aan het woord liet, was het af en toe wel moeilijk te begrijpen. Tjeerd probeerde allerlei moeilijke zinnen te formuleren, waardoor het regelmatig moeilijk te lezen en te begrijpen was. Dé eigenaardigheid die natuurlijk is opgevallen in de stijl is het taalgebruik. Het verschil in taalgebruik van Tjeerd aan de ene kant en Mees, Panda, Boelie en Etta aan de andere kant valt heel erg op en dat maakt het boek er leuker op om te lezen. Campert heeft ook uitgebreid de tijd genomen om de omgeving te omschrijven, waardoor ik me wel een goed beeld kon vormen. Ook kon ik een beeld krijgen van de personages, niet op het gebied van uiterlijk maar op het gebied van gedrag en innerlijk. Tjeerd zie ik duidelijk voor me als iemand die allemaal heel interessant wil doen, maar eigenlijk nog gewoon een puber is. Zoals ik al eerder gezegd heb is er een goede mix tussen actie en gedachten. Er is tevens een goede mix tussen dialoog en beschrijving. Na de vrijscène van Mees en Panda gaan ze met elkaar praten afgewisseld door beschrijvingen van elkaars lichaam. Wat natuurlijk de opzet van Campert was en dus ook duidelijk naar voren komt, is passend taalgebruik. Het taalgebruik past gewoon bij het onderwerp en bij het personage. Het onderwerp is het goede leven en als dus gesproken wordt over feesten, wordt er plat gesproken in een volkstaaltje. Zoals ik al vele malen eerder heb gezegd past het taalgebruik bij het personage.
Tekstbestudering
Samenvatting
Het verhaal begint op een zondagmorgen in het park. Mees en Boelie hebben daar een vijftienjarig meisje (Panda) ontmoet. Ze lopen een beetje rond, kijken naar de eendjes en ze kopen een ijsje. Dan gaan ze naar een uitspanning om een drankje te pakken. Panda gaat dan naar de dame (Rosa Overbeek) die daar toezicht houdt. Terwijl Mees en Boelie een drankje nuttigen komt er een oude grijsaard bij hen zitten. Zij praten wat, vooral over de jeugd van deze dagen. Als Panda zich dan weer bij hen voegt, besluiten ze naar het huis van Mees en Boelie aan de rand van het park te gaan. De grijsaard volgt hen en de drie raken van hem geïrriteerd en slaan hem neer. Ze pikken zelfs 200 gulden die de oude man bij zich had. Eenmaal in het huis aangekomen probeert Mees Panda te versieren en het bed mee in te krijgen. Daarvoor moet Boelie natuurlijk weg en Mees verzint dus allerlei smoezen voor hem. Het blijkt even later dat Boelie een afspraak had met de journalist Ernst-Jan Zoon om te praten over het leven van een dichter (Boelie is namelijk dichter). Boelie vertrekt en een paar momenten later ligt Mees met Panda in bed. Na de seks vertelt Mees uitgebreid over jeugd en zijn leven als jazzpianist in slechte kroegen. Ondertussen wordt Boelie dus geïnterviewd door Ernst-Jan Zoon. De twee kennen elkaar al redelijk en na afloop van het interview, wat trouwens één groot fantasieverhaal is geworden, vertelt Ernst-Jan aan Boelie dat hij zijn vrouw Etta ervan verdenkt vreemd te gaan. Ernst-Jan vraagt Boelie de zaak te onderzoeken en Boelie besluit met Ernst-Jan mee te gaan. Bij Ernst-Jan’s huis aangekomen gaat Ernst-Jan naar een voetbalwedstrijd luisteren terwijl Boelie Etta, die zich in de tuin bevindt, gezelschap gaat houden. Na een tijd probeert Boelie Etta te versieren, maar dan stelt Etta voor om naar het huis van de buren te gaan, die op dat moment toch hun wekelijkse autotochtje houden. Boelie gaat mee en bijna gaan ze met elkaar naar bed. Plotseling komen echter de buren thuis en Boelie verzint een smoes en uiteindelijk komen ze er mee weg. De grijsaard is inmiddels weer bij bewustzijn gekomen en merkt dat zijn geld weg is. Tjeerd Overbeek, die al een tijdje stond toe te kijken, stelt de grijsaard voor om er voor te zorgen dat hij zijn geld terugkrijgt. Daarvoor gaan ze naar Rosa Overbeek om advies. Rosa, Tjeerd’s tante, blijkt echter een oude klasgenoot van de grijsaard (die Kees heet) te zijn. Ze gaan dus oude herinneringen ophalen en Tjeerd merkt dat hij overbodig is geworden. Mees en Panda besluiten om van de tweehonderd gulden van Kees een feest te geven. Ze gaan daarvoor naar Jens om drank in te slaan. ’s Avonds als het feest van Mees en Panda in volle gang is, komt Tjeerd aan de deur. Hij weet niet precies wat hij moet doen, maar dan komt een dronken feestganger die hem mee naar binnen sleurt. Binnen is er Etta die ruzie heeft met Ernst-Jan die daaropvolgend met Boelie naar een bed op zolder gaat. Panda die bij Jens in de auto zit om de drank af te leveren, heeft geen zin meer in het feest en vraagt Jens haar thuis te brengen. Op het feest ziet Mees een jongen met een paraplu uit het zolderraam springen en veilig landen. Op dat moment voelt Mees zich voor het eerst in zijn leven echt gelukkig.
Analyse en interpretatie
Uiterlijk
(De versie van dit boek die ik gelezen heb is de Penta Pocket)
Op de voorkant van het boek is een ijshouder te zien met daarin vier ijslolly’s. Dit slaat op de ijsjes die Mees en Boelie aten met Panda toen ze haar voor het eerst hadden gezien. Op de achterkant staat nog voor een klein gedeelte een ijsje. Daarnaast staat dan de samenvatting van het boek. Het echte verhaal begint op bladzijde 7 en eindigt op bladzijde 144. Op de beginpagina’s van het boek staan wat gegevens en staat het gedicht van Martinus Nijfoff dat tevens het motto is. Het boek is onderverdeeld in 17 hoofdstukken (die geen titel hebben).
Titel- en ondertitelverklaring
De verklaring van de titel is heel simpel te geven. Het hele boek gaat namelijk over dat je moet genieten van het leven. Flirten, geld stelen, vrijen, feesten, drinken etc. Vooral Panda heeft daar een handje naar. Een brutaal meisje die altijd in is voor die bezigheden (behalve op het eind). Dat blijkt al uit de allereerste regel van het boek: “Het leven is vurrukkulluk”, zei Panda. De titel is echter ook een soort wanhoopskreet. De spreuk ‘Het leven is vurrukkulluk’ wordt gebruikt door Panda, Mees en in mindere mate Boelie. Deze spreuk bedekt echter de zwarte ondergrond van deze mensen. Eigenlijk zijn ze helemaal niet gelukkig, maar door deze spreuk probeert men anderen te laten denken dat ze dat wel zijn.
Motto
Het motto van het boek is:
Zij zingen, nijgen naar elkaar en kussen,
Geenszins om liefde, maar om de sublieme,
Momenten en het sentiment daartussen.
M. Nijhoff: Het Tuinfeest
Structuur en spanning
De eerste 6 hoofdstukken gaan over het goede leven van de hoofdrolspelers, waar dus ook de titel op slaat. In hoofdstuk 7 en 8 verandert dat echter. In deze hoofdstukken vertelt Mees Panda over zijn jeugd en dat hij altijd in asociale kroegen werkte. Hoofdstuk 9, 10en 11 zijn naar mijn mening een beetje neutraal, omdat er niet echt iets vrolijks of iets verdrietigs gebeurt. Vanaf hoofdstuk 12 wordt het verhaal weer vrolijk; drank en feesten en zelfs Boelie die Etta (succesvol) versiert. Aan het einde van het verhaal is iedereen eigenlijk weer tevreden met zijn eigen leven. Het boek zelf was natuurlijk niet spannend; de gebeurtenissen zijn namelijk alleen maar vrolijk bedoeld.
Tijd
Het gehele verhaal speelt zich af op één dag in de jaren vijftig. Een zondag wel te verstaan. De eerste vijf hoofdstukken zijn ’s ochtends, hoofdstuk 6 tot en met 16 zijn ’s middags en het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 17 is ’s avonds. Het verhaal is dan ook geheel chronologisch. Wel zit er af en toe een flashback in. Het moment dat Mees terugdenkt aan de tijd dat hij nog in kroegen op de piano speelde. En het moment dat Etta Zoon terugdenkt in hoofdstuk 11 aan haar verleden.
Ruimte
Het verhaal begint dus op een zondagmorgen en wel in het park. Nadien doet het verhaal nog het huis van Mees en Boelie, café Asiatique, de drankwinkel van Jens, het toilet, het huis van Etta en Ernst-Jan en tenslotte ook nog het huis van de buren van Etta en Ernst-Jan aan. Het verhaal speelt zich echter wel de grootste tijd in het park af.
Figuren
Er zijn nogal wat figuren die voorkomen in dit verhaal.
Mees: Een jazzpianist van 25 jaar. Hij heeft achtereenvolgens bij zijn moeder aan een gracht, bij zijn grootmoeder en oom en bij de tweede vrouw van zijn vader gewoond. Toen hij iets ouder werd huurde hij een kamer aan het park. Hij heeft vroeger gewerkt bij Billy’s Bar, een plek waar altijd alle zatlappen na sluitingstijd van de andere cafés heengingen. Hij had toen een relatie met de vrouw van een vriend van hem. Dat liep echter stuk en daarna heeft hij geen echte relatie meer gehad.
Boelie: Een vriend van Mees die in hetzelfde huis woont. Hij is een dichter. Hij komt onzeker over wat blijkt uit de scène waarin hij voor het eerst samen was met Etta Zoon. Daardoor is hij zeer ontevreden over zijn leven.
Panda: Een meisje van 15 jaar die in het park opgepikt wordt door Mees en Boelie. Beiden worden ze verliefd op haar, maar Panda neigt iets meer naar Mees. Later gaan ze ook met elkaar naar bed. Panda blijkt een rijke fantasie te hebben. Ook heeft ze een (misschien iets te) goede band met haar broer. Op het einde heeft Panda echter geen zin meer in Mees en gaat ze naar huis.
Etta: Zij is de dochter van een rijke bankier. Ze is getrouwd met Ernst-Jan (ondanks afraden van haar vader) en op deze zondag blijkt dat ze daar veel spijt van heeft. Ze gaat dan ook aan de haal met Boelie. Haar vader ging altijd naar feestjes waar belangrijke mensen kwamen. Zij moest dan mee want haar moeder was altijd dronken.
Tjeerd: Het neefje van Rosa Overbeek. Hij helpt Kees op het moment dat hij neergeslagen is door Panda, Mees en Boelie. Hij houdt totaal niet van al dat gefeest van zijn leeftijdgenoten en lijkt eerder een man van 40 dan een jongen van ongeveer 20 jaar.
Rosa Overbeek: De tante van Tjeerd. Zij blijkt een oude klasgenoot te zijn van Kees en samen gaan ze herinneringen op halen.
Kees: Een oude man die doordat hij iets te irritant was, neergeslagen werd door Panda, Mees en Beolie. Hij werd tevens beroofd door hen. Tjeerd, die besluit hem te helpen, brengt Kees naar Tjeerd’s Tante (Rosa) waar Kees merkt dat hij haar kent.
Vertelwijze en perspectief
In de eerste zes hoofdstukken ligt het perspectief bij de schrijver. Hij vertelt over de gebeurtenissen die de personen meemaken. Dat verandert in hoofdstuk 7 en ook in hoofdstuk 8. Dit is in de ik-vorm geschreven namelijk vanuit Mees, die vertelt over zijn verleden. Hier kun je dus ook de gevoelens van Mees leren kennen. Dit is ook zo in hoofdstuk 11, maar dan vanuit Etta. Het perspectief wisselt dus de hele tijd en die wisseling wordt benadrukt door het verschillende taalgebruik van de personages.
Thema en motieven
Het thema in dit boek is het leven van jonge mensen in de jaren vijftig. Campert brengt dit thema uitgebreid naar voren als bijvoorbeeld Kees zegt dat hij de jeugd van tegenwoordig eigenlijk gewoon asociaal vindt en dat de jeugd daar tegenin gaat. De jeugd echter vindt dat het wel best is zo; feesten, drinken en vrijen en af en toe wat drugs. Zonder die dingen zou hun leven niet veel meer voorstellen. Deze jongeren staan echter ook voor de keuze of ze gaan luisteren naar hun ouders en gehoorzaam alles doen of dat ze kiezen voor een leven van zichzelf met vrijheid, onafhankelijkheid maar vooral veel lol. Etta en Ernst-Jan stellen keuze 1 voor. Zij zijn al gebonden en hun leven wordt niet echt mooi voorgesteld; constant ruzie en achterdocht. Panda echter moet keuzemogelijkheid 2 voorstellen. Totaal ongebonden gaat zij door het leven en heeft gewoon zo veel mogelijk plezier. Ze zegt zelfs nog letterlijk dat je niet voor je ouders moet zorgen want dan gaan ze op je rekenen. Tjeerd zit er echter tussenin. Hij is niet totaal ongebonden en zal zich nooit zo laten gaan als Panda dat wel doet, maar hij is ook niet echt gebonden. Hij heeft geen vriendin of iets dergelijks en vindt het zelfs nog leuk om onder de rokken van voorbijfietsende meisjes te kijken. Het blijkt echter dat geen van hen gelukkig is. De enigen die zich echt gelukkig voelen zijn Rosa en Kees die elkaar na al die jaren weer hebben gevonden. Het einde is in ieder geval positief. Mees voelt zich enorm gelukkig omdat die jongen met de paraplu de zwaartekracht getrotseerd heeft. Voor hem is er dan ook nog wel hoop.
Er zijn ook nog een aantal motieven te noemen: Natuurlijk de liefde. Dat speelt eigenlijk de hoofdrol in deze roman. Mees en Panda ervaren liefde, Etta en Boelie (in tegenstelling tot Etta en Ernst-Jan) en tot slot ook nog Kees en Rosa. Natuurlijk is er wel een ander soort liefde. Mees en Panda hebben alleen lichamelijke liefde, de liefde van Boelie en Etta is nog erg pril en de liefde van Kees en Rosa is gewoon de volmaakte liefde. Hun levens zijn compleet en hun liefde dus ook. Uit het motto blijkt ook al dat liefde een belangrijke rol speelt. Overspel is ook nog een motief. Overspel is namelijk de reden dat Etta en Boelie bij elkaar komen. Ernst-Jan verdenkt Etta ervan overspel te plegen terwijl ze dat niet deed. Toen Etta daar echter achter kwam dreef dat haar ertoe ook feitelijk overspel te plegen. Seks is natuurlijk ook een motief. De seks tussen Mees en Panda is daar een voorbeeld van. Het is namelijk geen toeval dat tijdens de seks Mees ineens over zijn verleden gaat vertellen. Hij kan er dan namelijk weer even tegenaan. Als motief heb ik nog het verschil in milieu gevonden. Het verschil tussen de achterburen van Etta en de hoofdpersonen uit het boek. Terwijl Etta en haar lotgenoten (Mees, Panda en Boelie) alsmaar zeggen dat het leven vurrukkulluk is en ze dat eigenlijk helemaal niet zijn, zijn de achterburen van Etta dat wel. Ze hebben een perfect huwelijk met twee schatten van kinderen, hun huis is gewoon perfect. Etta is erg jaloers op hen en daarom vindt ze het leuk om tijd in hun huis door te brengen (zo wil zij het later waarschijnlijk ook hebben).
Stijl
Er zijn verschillende stijlvormen te ontdekken in het boek. Dat hangt echter van de persoon af die aan het woord is. Bij Mees, Boelie en Panda worden de woorden meestal zo makkelijk geschreven; vurrukkulluk. Het stijlgebruik van Tjeerd is bijvoorbeeld heel anders. Hij praat duidelijk Algemeen Beschaafd Nederlands en gebruikt zo moeilijk mogelijke woorden. Alleen als Tjeerd het heeft over dingen die hij verafschuwt is zijn taalgebruik ineens plat: seksjuwele, cojbojfilms.
Achtergrondinformatie over schrijver en werk
Biografie
Remco Wouter Campert is in Den Haag geboren op 28 juli 1929. Hij was een zoon van Jan Campert, een dichter en prozaschrijver, en van actrice Joekie Broedelet. Toen Remco drie jaar was, scheidden zijn ouders en werd hij dus de hele tijd heen en weer getrokken tussen pappie en mammie. Hij verhuisde in 1941 met zijn moeder naar Amsterdam, werd in 1942 bij een gezin in Epe ondergebracht en hoorde een jaar later dat zijn vader was overleden. In september 1945 ging hij weer bij zijn moeder wonen en volgde het gymnasium (Amsterdams Lyceum). De jonge Campert bracht zijn tijd echter vooral door in de bioscoop, in de kroeg en in jazzclubs. Met Rudy Kousbroek besloot hij toen voortijdig van school af te gaan en schrijver te worden. Samen richtten ze het tijdschrift ‘Braak’ op in 1950. In 1949 was Campert al getrouwd met Freddie Rutgers, maar dat liep na vijf jaar stuk. In deze tijd was hij vooral bezig met het vertalen van andere schrijvers en reclameteksten maken. In 1961 trouwde hij met Lucia van de Berg, na ook een tijdje getrouwd te zijn geweest met schrijfster Fritzi ten Harmsen. In 1964 verhuisden ze toen naar Antwerpen. Twee jaar daarna was Campert al weer met Deborah Wolff (inmiddels weer in Amsterdam). Vanaf hier ging alles persoonlijk gezien iets beter, hij trouwde namelijk met Deborah Wolff. Van 1989 tot 1995 trad Remco Campert samen met Jan Mulder op in het theater. Ook schreven ze een column in ‘De Volkskrant’. Campert is ook nog even op de radio geweest om uit ‘Het leven is vurrukkulluk’ voor te lezen.
Werk van Campert
In 1951 debuteerde Campert als dichter met de bundel ‘Vogels’ (hiervoor had hij dus alleen zijn tijdschrift gehad). Zijn eerste roman ‘Het leven is vurrukkulluk’ kwam in 1961 uit. Verder schreef hij nog de volgende romans:
-Liefdes schijnbewegingen (1963)
- Het gangstermeisje (1966)
- Tjeempie! (1968)
- De Harm & Miepje Kurk Story (1983)
- Gouden Dagen (1990)
- Als in een droom (2000)
Campert schreef in de tussenliggende tijd, dus als hij niet aan een roman bezig was, vooral columns met Jan Mulder en gedichten. Opmerkelijk om even te noemen is nog dat hij in 1985 het boekenweekgeschenk schreef: ‘Somberman’s actie’.
Secundaire literatuur over het boek
Excuses voor het feit dat ik geen echte recensies in dit werkstuk heb zitten. Ik heb echter ruim een half uur het internet afgezocht en daar niets gevonden en Literom deed het al helemaal niet. Ik heb echter wel ene paar korte stukjes gevonden over dit boek en zal dus ook daarover in het kort mijn mening geven.
Pierre H. Dubois
In het begin ben ik het volledig eens met deze man. Het gedeelte met daarin ononderbroken genoegen en de meest ongewone dingen die op een vanzelfsprekende manier gebeuren kan ik me helemaal vinden. Het laatste deel vanaf ‘Bijna achteloos’ vind ik een beetje te. Er wordt hier iets te positief gesproken over een talent waarvan wij in Nederland geen vergelijkbare hebben.
Het Parool
Een heel kort stukje waar wat mij betreft alleen maar waarheden in staan. ‘Volmaakt van sfeergeving en beschrijving van het milieu’ en dan ook nog de ‘overrompelende humor’ zijn wat mij betreft volledige waarheden.
Maasbode 23 december 1961, Kees Fens
Dit is eigenlijk de eerste waarin een negatieve ondertoon in voorkomt. ‘Een zekere beperktheid’ als Fens het heeft over de personages. Dat vind ik juist niet. Het wordt wel een beetje clichématig gebracht, maar dat cliché (van artiesten die het altijd moeilijk hebben ook al willen ze het anders doen overkomen) klopt volgens mij wel als een bus. ‘De speelsheid waar Fens het over heeft vind ik wel een terechte opmerking, maar die is dan ook niet negatief. Van de motieven uit voorgaande verhalen weet ik niets af, aangezien dit mijn eerste echte Campert-roman is.
NRC 13 januari 1962
Deze recensie is echt negatief. Hij zegt dat door het vertellen van Mees over zijn verleden en de zwarte kanten van het leven de schrijver de eenheid in het boek uit het zicht verliest. Ik vind dat dit stuk juist in het verhaal thuis hoort. Niemand is echt volmaakt gelukkig. Onder de vurrukkulluke kant van het leven zitten ook negatieve aspecten. Dit benadrukt juist dat je moet genieten van de momenten dat het leven wel vurrukkulluk is.
Groene Amsterdammer 28 februari 1962, C.J. Kelk
Dat deel van de verwarring kan ik wel begrijpen. Ik denk dat Kelk hier namelijk doelt op het wisselende perspectief en de af en toe wat vreemde gevoelens van de personages. Hij zegt hierna echter wel dat het toch ‘verrassend goed leesbaar is’. Met deze man ben ik het eigenlijk het meest eens. Hij belicht eerst een negatieve kant van deze roman, maar geeft dan ook toe dat die negatieve kant toch het onderspit moet delven t.o.v. de positieve kant van het boek (dat het zo makkelijk te lezen is).
Leeuwarder Courant 26 mei 1962, Anne Wadman
Inhoudelijk is dit boek inderdaad geen belangrijk werk, maar dat was ook duidelijk niet de bedoeling van Campert. Hij wilde gewoon een verhaal te vertellen over een groep jongeren die de tijd van hun leven hebben. Ik vind het wel jammer dat er niet verder wordt ingegaan op wat dan de charme van het boek is. Ook vergelijkt Wadman ‘Het leven is vurrukkulluk’ met een boek van Simon Vinkenoog: ‘Hoogseizoen’. Daar kan ik echter niet over meepraten omdat ik dat boek nooit gelezen heb.
Onderzoeksopdracht
In deze onderzoeksopdracht ga ik een vergelijking maken tussen’Heyt leven is vurrukkulluk’ en een ander boek van Campert namelijk ‘De jongen met het mes’, een kort verhaal uit de verhalenbundel ‘Campert compleet’.
Allereerst het thema. Het thema in ‘Het leven is vurrukkulluk is namelijk precies hetzelfde als het thema in ‘De jongen met het mes. In beide boeken gaat het namelijk over het leven van jongeren in de jaren vijftig. In beide boeken komt dan ook duidelijk de feestcultuur onder die jongeren aan bod. In ‘De jongen met het mes’ wordt er één feest beschreven en wat gebeurtenissen, terwijl in ‘Het leven is vurrukkulluk’ wat meer wordt beschreven dan slechts één feest. In dat boek komen dan ook meer gevoelens aan bod. Er zijn echter nog meer gelijkenissen. De gebeurtenis op het einde. In ‘Het leven is vurrukkulluk’ wordt een gebeurtenis beschreven van iemand die met een paraplu de wet van de zwaartekracht trotseert, wat dus een knappe prestatie is. Dat is ook eens iets anders dan alleen maar zatte mensen die aan het feesten zijn. In’De jongen met het mes’ gaat het over een jongen (Oskar) die met een mes vanaf twintig meter tussen de dijen van een vrouw (Bella) gooit. Dat is natuurlijk ook een knappe prestatie. Die jongen Oskar kun je volgens mij vergelijken met Tjeerd Overbeek uit ‘Het leven is vurrukkulluk’. Beiden zijn het personages die niet helemaal thuishoren in die feestcultuur. Ze houden allebei niet van feesten, maar zijn geïnteresseerd in andere dingen (Oskar in fotografie en Tjeerd in zijn studie en het perfecte leven leiden; baan, vrouw en een mooi huis en auto). Bella is een soort Panda. Een vrolijke meid die voor alles in is, waarin ik moet zeggen dat Bella dat iets meer tot het uiterste drijft. Bella laat eigenlijk alles met zich doen, terwijl Panda precies weet wat ze aan het doen is. Tenslotte vind je in ‘De jongen met het mes’ ook twee jongens, Wessel en Dick, die een feest geven en die voor mijn gevoel wel overeenkomen met Mees en Boelie. Het blijkt al meteen dat Wessel meer de leider is van de twee (wat Mees ook is) die het voortouw neemt en leuke ideeën bedenkt, en dat Dick er eigenlijk een beetje bijhangt wat Boelie in’Het leven is vurrukkulluk’ ook doet
Onderzoeksopdracht
In deze onderzoeksopdracht ga ik een vergelijking maken tussen’Heyt leven is vurrukkulluk’ en een ander boek van Campert namelijk ‘De jongen met het mes’, een kort verhaal uit de verhalenbundel ‘Campert compleet’.
Allereerst het thema. Het thema in ‘Het leven is vurrukkulluk is namelijk precies hetzelfde als het thema in ‘De jongen met het mes. In beide boeken gaat het namelijk over het leven van jongeren in de jaren vijftig. In beide boeken komt dan ook duidelijk de feestcultuur onder die jongeren aan bod. In ‘De jongen met het mes’ wordt er één feest beschreven en wat gebeurtenissen, terwijl in ‘Het leven is vurrukkulluk’ wat meer wordt beschreven dan slechts één feest. In dat boek komen dan ook meer gevoelens aan bod. Er zijn echter nog meer gelijkenissen. De gebeurtenis op het einde. In ‘Het leven is vurrukkulluk’ wordt een gebeurtenis beschreven van iemand die met een paraplu de wet van de zwaartekracht trotseert, wat dus een knappe prestatie is. Dat is ook eens iets anders dan alleen maar zatte mensen die aan het feesten zijn. In’De jongen met het mes’ gaat het over een jongen (Oskar) die met een mes vanaf twintig meter tussen de dijen van een vrouw (Bella) gooit. Dat is natuurlijk ook een knappe prestatie. Die jongen Oskar kun je volgens mij vergelijken met Tjeerd Overbeek uit ‘Het leven is vurrukkulluk’. Beiden zijn het personages die niet helemaal thuishoren in die feestcultuur. Ze houden allebei niet van feesten, maar zijn geïnteresseerd in andere dingen (Oskar in fotografie en Tjeerd in zijn studie en het perfecte leven leiden; baan, vrouw en een mooi huis en auto). Bella is een soort Panda. Een vrolijke meid die voor alles in is, waarin ik moet zeggen dat Bella dat iets meer tot het uiterste drijft. Bella laat eigenlijk alles met zich doen, terwijl Panda precies weet wat ze aan het doen is. Tenslotte vind je in ‘De jongen met het mes’ ook twee jongens, Wessel en Dick, die een feest geven en die voor mijn gevoel wel overeenkomen met Mees en Boelie. Het blijkt al meteen dat Wessel meer de leider is van de twee (wat Mees ook is) die het voortouw neemt en leuke ideeën bedenkt, en dat Dick er eigenlijk een beetje bijhangt wat Boelie in’Het leven is vurrukkulluk’ ook doet
REACTIES
1 seconde geleden
F.
F.
Hoi Jasper,
ik had je verslag van "Het leven is vurukkuluk" gelezen, op scholieren.com
daar stonden wat recensies met jouw mening erbij beschreven, nou was mijn vraag aan jou, of je nog weet waar je die recensies vandaag had gehaald, of ik ze ergens online kan vinden.
alvast bedankt
femke
22 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
heel mooi verslag!!
ik heb er veel aan gehad!! dankjewel
groeten Joni
22 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
klopt het echt heb je niet de helft erbij verzonnen ofde helft weggelaten????
kusss Wendy
22 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
bedankt jaspertje voor dit werkstuk het steekt goed in mekaar
21 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
echt een goed verslag ik heb er veel informatie uit kunnen halen:D
14 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
heel handig deze!
13 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Wat een super compleet boekverslag. Ik snap nu echt veel beter wat ik nu gelezen heb. Thx!
13 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
wat een goede Biografie over Remco Campert! :)
13 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Erg fijn dat je 'thema en motieven' in je boekverslag hebt gezet.
13 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Hartstikke bedankt voor het boekverslag ik heb alleen de samenvatting gebruikt en die was goed. dankje wel Jasper! :D
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Bedankt man! weer een boek minder lezen
13 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Erg goede samenvatting! Dankjewel erg bruikbaar voor mijn mondeling!
13 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
RT Jan " bedankt weer een boek minder lezen "
13 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
JaAAaa, egt een goede teks!~!
Nu kan ik dat boektoets goet make
12 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Ik vind dit echt een uitstekend boekverslag
12 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
super boekverslag! thx
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
super, nu kan ik mijn boekverslag aanvullen met verdere informatie uit jouw boekverslag!! TOPPIE!!
12 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
bedankt voor dit verslag. :) Het heeft me erg geholpen
12 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
je gebruikt veel natuurlijk, maar verder goed verslag, heeft me heel goed geholpe want ik snapte er niks van
12 jaar geleden
AntwoordenV.
V.
Hey, bedankt man, moet hem morge af hebben xD!
12 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
bedank voor je verslag! Mooi compleet en je mening komt goed naar voren. Mijn eigen mening over dit boek was minder positief, juist daarom is het fijn om positieve argumenten te lezen.
10 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Bedankt Jasper! Kwam zelf niet verder dan blz. 75 maar nu toch een goede boekpresentatie. :)
10 jaar geleden
AntwoordenZ.
Z.
thanks man anders zat ik tot 3 uur op school
8 jaar geleden
Antwoorden