Het laatste bed door Hugo Claus

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
Boekcover Het laatste bed
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3178 woorden
  • 29 november 2004
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
37 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Hugo Claus
Genre
Novelle
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1998
Pagina's
77
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover Het laatste bed
Shadow
Het laatste bed door Hugo Claus
Shadow
ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!
3. Inleiding:

a. Hoe denk je over het lezen van fictie.

Ik vind fictie wel leuk om te lezen, want ik kan me in fictieboeken heel goed inleven. En dat vind ik fijn.
b. Waarom dit boek?
Ik heb dit boek gekozen omdat ik wel eens een boek wilde lezen dat ik niet leuk vind.
c. Hoe gekozen?
Ik heb dit boek eerst in de boekenlijst opgezocht, en daarna ben ik het in de bibliotheek gaan halen.
d. Verwachting
Mijn verwachting van dit boek was dat het geen leuk boek zou zijn, en die verwachting is uitgekomen.
e. Eerste reactie
Rommelig - ik vind dit boek rommelig omdat het niet-chronologisch in elkaar zit.
Saai - ik vind het boek eentonig en daarom vind ik het saai
Eentonig - spreekt voor zich: ik vind het boek saai geschreven, en daarom word het boek eentonig
4. Samenvatting

CLAUS, Hugo, Het Laatste Bed. De Bezig Bij, Amsterdam, 1998

Het boek bestaat uit allemaal loshangende, niet-chronologische fragmenten die de lezer zelf tot een zinvol geheel moet vormen, de lezer moet het hele verhaal dus zelf ineenpuzzelen
Het is ook wel een boek waar je achteraf nog over kan nadenken. Op het moment dat je het boek leest, is het moeilijk om het verhaal meteen tot één geheel te vormen. Als het uit is moet men alles nog eerst eens op een rijtje zetten en dan begrijp je het boek pas echt Op het vlak van gebeurtenissen is de boodschap dat men iedereen moet aanvaarden zoals men is. Ook al is men lesbisch of homo, men moet het gewoon aannemen en begrijpen, je mag er geen problemen rond maken.
Op het vlak van de onderlaag zijn er meerdere boodschappen. Zoals jaloezie , er zijn dikwijls fragmenten te vinden van eindeloze jaloezie ten opzichte van Anna. Omdat Anna haar werk niet is kwijtgeraakt en Emily wel en omdat Anna een man en een zoontje heeft;
Ook verraad komt terug in het boek; Anna verraadt Emily met haar ex-man Patrick en ze is opnieuw zwanger.
Van schuld en onschuld zijn er veel motieven terug te vinden ; Is Emily verantwoordelijk voor de dood van het zoontje? Is Emily’s moeder verantwoordelijk voor de dood van haar dochter?
Er is een grote invloed van tijd en cultuur op het boek.
Het boek handelt over een lesbische relatie en er worden dikwijls aanwijzingen gemaakt dat het koppel niet zo goed aanvaard wordt door de omgeving. Zo wordt Emily weggestuurd uit het huis vanwege haar seksuele geaardheid.
Ook op de school waar Emily werkt wordt het niet aanvaard, want Emily werd ontslagen als muzieklerares nadat ze al kussend met Anna in de lift werd betrapt.
Hieruit blijkt dat het verhaal zich afspeelt in de jaren ’60 , een periode waarin nog niet alle seksuele geaardheden werden aanvaard.
Als men van deze roman een film moest maken denk ik niet dat de film geslaagd zou zijn.
Het verhaal is opgebouwd uit allemaal losse fragmenten wat zeer rommelig zou overkomen in een film.
Hierdoor denk ik dat een roman wel het geschikte kanaal is, bij een boek mag je wel wat dieper nadenken en zoeken.
Men heeft kennisachterstand in het boek, je denkt dat het een goede relatie is tussen de twee vrouwen en je denkt er totaal niet aan dat het boek zal eindigen in een dubbele zelfmoord.
Er komen wel heel wat prospectieve elementen voor in het boek . Zinnetjes die je dubbel kan interpreteren als je het einde van het boek weet.
Op het vlak van taal is het een zeer aangenaam boek, er wordt alledaagse taal gebruikt en er komen maar zelden moeilijke woorden voor.
Dit zorgt ervoor dat het boek zeer vlot leest.
5. Verdiepingsopdracht 2:

A) Voornaamste personen:

De enige hoofdpersoon is Emily.
De bijfiguren zijn: Anna, mijnheer Maurice, Patrick, Henriëtte, Wardje, Moeder en Van Eyck.
B) Het beargumenteren waarom ik dit onderscheid heb gemaakt.
Ik heb dit onderscheid zo gemaakt omdat je van Emily alle gedachten en gevoelens te weten komt. Bij de andere bijpersonen is dit niet zo.
Ik heb dit onderscheid ook zo gemaakt omdat Emily alles verteld in ikvorm. Hieraan kun je ook zien dat de hoofdpersoon over zichzelf verteld.
Ik heb de bijfiguren bij de groep bijfiguren neergezet omdat de bijfiguren niet in het hele boek voorkomen. Maar Emily juist wel.
C) Beschrijving van de personages.
Emily: Emily is de hoofdpersoon van het boek. Ze is een lesbische vrouw tussen de 25 en 35. Ze is vroeger het huis uitgestuurd omdat homofiele mensen vroeger niet gewaardeerd werden. Ze is later als muzieklerares gaan werken, maar werd ontslagen omdat ze met Anna (later haar vriendin) zoenend in de lift werd betrapt door een student van het conservatorium.
Hierna is ze gaan samenwonen met Anna en later in het boek plegen ze samen ook zelfmoord.
Emily’s uiterlijk: ze heeft (denk ik) bruinig haar en donkere ogen.
Emily’s karakter: ze is een vrouw die weet wat ze wil, maar daar kan ze nogal rare opvattingen aan overhouden. Ze is dus wel een zachtaardig type, maar ze heeft een duidelijk standpunt.
Anna: heeft donkere ogen en haren, en heeft (volgens Emily) een mannenkont die recht is. Verder is ze het meestal wel met de dominerende Emily eens, dus ze komt niet echt voor haar mening op.
Over de andere personen is er niet veel te vinden.
D) interview
Ik heb het interview zo gemaakt, dat ik de hoofdpersoon interview voor het einde van het boek, want op het einde is ze dood.
1. Hoe kijk je terug op je jeugd?
Mijn jeugd was kort, omdat ik vroeg uit huis ben gezet. Dit kwam zo omdat ik lesbisch was. En dat werd in de tijd ton ik jong was niet geaccepteerd.
2. Had je tijdens je jeugd veel vrienden?
Nee, ik had bijna geen vrienden. Dit kwam niet door mijn leeftijdsgenoten zelf, maar door de moeders en vaders. Want die dachten dat mensen die homofiel waren, besmettelijk waren.
3. Had je, voordat je ontdekte dat je lesbisch was, een goed contact met je moeder?
Nou, het is een beetje moeilijk te zeggen, want het is vrij persoonlijk. Het zit zo, mijn moeder was lichtelijk mentaal verzwakt door alles wat ze mee heeft gemaakt, hierdoor was ze een beetje pedofiel, dus deed ze een beetje raar. Ik moest bijvoorbeeld bij haar in bed gaan liggen met een zijde pyjama aan terwijl ik liever mijn beertjes pyjama aan had.
4. Heb je momenteel werk?
Nee, ik ben werkeloos. Dit komt omdat het moeilijk is om een baan te vinden als lesbisch zijnde.
5. Worden jullie gediscrimineerd?
Nou, dit een best lastig te beantwoorden vraag. Dit komt zo omdat wij wel gediscrimineerd worden, maar indirect worden we wel gediscrimineerd. Want je merkt dat mensen zuur naar je kijken als ze langs je lopen.
6. Hoe kijk je nu tegen het leven aan?
Ik vind het leven best lastig, op dit moment. Dit komt onder anderen omdat je als lesbisch zijnde niet in de maatschappij word geaccepteerd. Dit merk je onder anderen in sollicitatiegesprekken.
7. Waarom ga je zelfmoord plegen? ( deze vraag kan raar zijn, maar dat komt omdat ik anders geen vragen meer te verzinnen had)
Ik ga dit doen omdat ik lang gelden iets heb afgesproken. Die afspraak luidde, dat als ik mijn dagboek vol zou zijn, ik samen met mijn vriendin zelfmoord zou doen. Dit kan raar zijn, maar dat komt omdat dat dagboek een soort leven van mij is. En als het dagboek stopt,m stopt dus ook mijn leven.
E) 3 andere titels

1. In hokjes geplaatst  omdat ze de lesbische in hokjes geplaatst worden door de andere mensen.
2. het leven van ons  omdat de schrijver wil laten zien hoe het is om te leven als lesbische.
3. ons ‘soort’  m.b.t. het in hokjes plaatsen.

6. Eigen oordeel/ grondige beschrijving van de leeservaring

1. onderwerp

Spreekt het onderwerp je aan? Is het een onderwerp waar je al eens over nagedacht hebt?
Het onderwerp spreekt me wel aan, en het is ook een onderwerp waar ik al eerder over nagedacht heb.
Heeft het boek je nieuwe kanten van het onderwerp laten zien?
Gedeeltelijk, want ik wist alle dingen eigenlijk al, maar de nieuwe dingen vullen de andere dingen eigenlijk aan.
Ben je door dit boek anders over het onderwerp gaan nadenken?
Nee, ik vond altijd al dat je medemensen moet respecteren zoals ze zijn.
Verwachte je dat het onderwerp op deze manier uitgewerkt zou worden? Wat vond je verrassend of bijzonder aan de uitwerking?
Ja, ik had wel verwacht dat het zo uitgewerkt zou worden, met de mening van de ikpersoon sterk weergegeven.
Ben jij het eens met de mening uit het boek die over het onderwerp blijkt?
Ja, ik vind dat je iedereen moet accepteren zoals ze zijn.
Welke kanten hebben volgens jou te veel/ te weinig aandacht gekregen?
Teveel is de mening van de ikpersoon, te weinig is de mening van de anderen. Dit is eigenlijk best logisch omdat het verhaal in een ikvorm geschreven is.
2. gebeurtenissen
Bevat het verhaal voldoende gebeurtenissen om te blijven boeien?
Ja, maar het is wel erg verwarrend door de niet-chronologische volgorde.
Komen de gebeurtenissen logisch uit elkaar voort, of is het verband moeilijk te verklaren?
Ja, maar doordat het niet-chronologisch is, is het moeilijk met elkaar in verband te brengen.
Vind je de gebeurtenissen kies uit: spannend/………………/schokkend?
Sommige gebeurtenissen vind ik wel spannend, maar andere juist saai.
Licht met voorbeelden toe welke keuze uit de beoordelingswoorden je bij je eerste persoonlijke reactie hebt gemaakt.
Rommelig - de stukken allinea’s zitten niet logisch in elkaar.
Saai - er word bijvoorbeeld beschreven hoe het er in een restaurant aan toeging, en dat vind ik saai
Eentonig - spreekt voor zich: ik vind het boek saai geschreven, en daarom word het boek eentonig
Hebben de gebeurtenissen je aan het denken gezet? Waarover?
Ja, over de zelfmoord van haar.
Beschrijf een gebeurtenis die het meeste indruk op je gemaakt heeft en waarom.
De zelfmoord van haar. Emily vermoord Anna en zichzelf. In een hotel.
3. personages
Is de hoofdpersoon een heldin op wie je zou willen lijken? Waarom wel/ niet?
Nee, want ik zou niet graag zelfmoord doen.
Hebben de personages eigenschappen die je bewonderd, gewoon vind, of verafschuwd?
Bewonderd, - niet echt
Gewoon vind - ze hebben normale opvattingen over het dagelijkse leven.
Verafschuwd - het idee om zelfmoord te doen
Welke personages gingen voor je leven en welke niet? Welke lijken op echte mensen?
Emily en de moeder gingen leven voor mij, en werden dus echte mensen voor mij. De anderen allemaal niet.
Reageren de personages voorspelbaar of juist helemaal niet?
Helemaal niet, want ik verwachte hele andere dingen dan dat er werden gezegd of gedacht.
Van welke personages kom je het meeste te weten? Genoeg om hun gedrag je begrijpen? Wat vind je van dat gedrag?
Van Anna en van Emily. Nee. Ik vind het niet erg slim om zelfmoord te doen.
Met welke beslissingen of ideeën van de personages ben jij het eens? Wat zou jij anders gedaan hebben? Leg uit.
Ik ben het ermee eens dat ze uit huis is gegaan. Ik zou geen zelfmoor gedaan hebben, omdat ik dat echt een wanhopige actie vind.
4. Bouw
Hangt alles goed met elkaar samen of juist niet?
Ik vind dat niet alles goed met elkaar samenhangt, omdat het niet-chronologisch is.
Is het verhaal spannend?
Nee, er zijn wel genoeg gebeurtenissen, maar geen spannende.
Is het verhaal boeiend?
nee, er gebeuren wel genoeg gebeurtenissen, maar geen boeiende.
Vind je dat de bouw van het verhaal goed past bij het onderwerp?
Nee, ik had eigenlijk een chronologisch verhaal verwacht.
Zitten er veel terugblikken of herinneringen in het verhaal? Wat vind je daarvan?
Ja, best saai
Wat vind je van het eind? Blijft er veel onduidelijk?
Ik vind het eind wel een echt eind, en er blijft eigenlijk niets onduidelijk.
5. taalgebruik
Vind je het verhaal lastig om te lezen? Hoe komt dat?
Nee, ik vind bijna alles makkelijk te lezen.
Hoe vind je de verhouding tussen beschrijving, gesprekken en weergave van gedachten en gevoelens?
Uitgebalanceerd.
Vind je dat de taal past bij de personages en het onderwerp?
Nee, er komen veel te moeilijke woorden in voor.
7. Overige informatie: Hugo Claus

HUGO CLAUS
Hugo Claus wordt geboren te Brugge op 5 april 1929. Hij verblijft vanaf zijn 18 maanden tot 11-jarige leeftijd in een pensionaat. Hij woont thuis van 1940 tot 1946. Hij verlaat het ouderlijk huis en de school en maakt reizen naar verschillende landen. Van 1950 tot 1953 woont hij in Parijs waar hij in contact komt met. Van 1953 tot 1955 verblijft hij in Rome in het filmmilieu. In 1955 trouwt hij met de filmactrice Elly Overzier, met wie hij in Gent gaat wonen (tot 1965). Vervolgens neemt hij gedurende vijf jaar zijn intrek op een boerderij in de Vlaamse Ardennen. In 1970 gaat hij in Amsterdam wonen, waar hij een verhouding heeft met de actrice Kitty Courbois. Van 1973 tot 1978 woont hij in Parijs samen met de actrice Sylvia Kristel. Uiteindelijk verhuist hij opnieuw naar Gent. Hij huwt in 1993 met Veerle De Wit.
Hugo Claus' werk is even veelzijdig en wisselvallig als zijn leven, zonder "rode draad".
Na in 1947 zijn debuut te hebben gemaakt met de "Kleine reeks", evolueert hij in zijn poëzie naar het modernisme van de jaren vijftig met als hoogtepunt zijn "Oostakkerse gedichten" uit 1955. Zijn later dichtwerk mag dan weer klassiek genoemd worden, echter steeds getuigend van een kenmerkende eigenheid en een matriarchale mythologie.
Op toneelgebied wordt hij internationaal bekend met de "Suiker" (1958). Zijn navolgende toneelwerken zijn in hoofdzaak historische bewerkingen zoals o.a. "Thyestes" (1966), "Het spel Masscheroen" (1968) en "Orestes" (1976). Het succesvolle "Vrijdag" uit 1969, door Claus zelf verfilmd in 1980, raakt het delicate incestthema aan en doet denken aan het naturalisme van Cyriel Buysse.
Dezelfde verscheidenheid vindt men ook terug in zijn romans. In vele romans treft men mytische elementen aan, zo o.a. in "De hondsdagen" (1952) en "Schaamte" (1972), naast een duidelijk realisme zoals in "Verlangen" (1978). Zijn lijvige roman "Het verdriet van België" uit 1983 is een semi-biografische familiekroniek waarin op subtiele wijze het politieke en sociale leven tijdens Wereldoorlog II beschreven wordt. Deze roman wordt voor televisie bewerkt in 1994.
In zijn geheel genomen kan men stellen dat Claus' werk een mengeling is van het beschrijven van tragische gebeurtenissen,
klassieke verhalen en een expressie van een heimwee naar verheven waarden, dit alles doorweven met het banale, ja soms het vulgaire van het menselijk bestaan.
De veelzijdige Hugo Claus is niet alleen schrijver van gedichten, romans, filmscenario's, toneelstukken en essays, maar tevens schilder, film- en toneelregisseur. Hij schreef zelfs chansons voor de zangeres Liesbeth List. Hij kreeg talrijke literaire prijzen, waaronder de "Henriette Roland Holstprijs" voor zijn toneelwerk in 1963, de "Constant Huygensprijs" voor zijn gehele oeuvre in 1979 en de "Prijs der Nederlandse letteren" in 1986.

Bibliografie :
* Kleine reeks (1947, poëzie)
* Registreren (1948, poëzie)
* Zonder vorm van proces (1950, poëzie)
* Vierendelen (1951, poëzie)
* De metsiers ((1951, roman)
* Over het werk van Corneille (1951, essay)
* Tancredo infrasonic (1952, poëzie)
* De hondsdagen (1952, roman)
* Een huis dat tussen nacht en morgen staat (1953, poëzie)
* Natuurgetrouw (1954, verhalen)
* De Oostakkerse gedichten (1955, poëzie)
* Paal en perk (1955, poëzie)
* Een bruid in de morgen (1955, toneel)
* De koele minnaar (1956, roman)
* Het lied van de moordenaar (1957, toneel)
* De zwarte keizer (1958, verhalen)
* Suiker (1958, toneel)
* Mama, kijk, zonder handen ! (1959, toneel)
* Het mes (1960, filmscenario) (ook verhaal in "Sociale verhalen")
* Een geverfde ruiter (1961, poëzie)
* De dans van de reiger (1962, toneel)
* De verwondering (1962, roman)
* Karel Appel, schilder (1962, essay)
* Omtrent Deedee (1963, roman)
* Het teken van de hamster (1963, poëzie)
* Louis Paul Boon (1964, essay)
* Oog om oog (1964, poëzie)
* De legende en de heldhaftige, vrolijke en roemrijke avonturen van Uilenspiegel en van Lamme Goedzak in
Vlaanderen en elders (1965, massaspel)
* Gedichten 1948-1963, poëzie
* Thyestes (1966, toneel)
* Acht toneelstukken (1966, toneel)
* De vijanden (1967, filmscenario)
* Relikwie (1967, poëzie)
* De avonturen van Belgmans (1967, roman)
* De vijanden (1967, toneel)
* Het goudland (1967, toneel)
* Morituri (1968, libretto)
* Wrraaak ! (1968, toneel)
* Masscheroen (1968, toneel)
* Genesis (1969, poëzie)
* Natuurgetrouwer (1969, verhalen, uitgebreide uitgave van "Natuurgetrouw")
* Vrijdag (1969, toneel)
* Heer Everzwijn (1970, poëzie)
* Van horen zeggen (1970, poëzie)
* De Spaanse hoer (1970, toneel)
* Tand om tand (1970, toneel)
* Het leven en de werken van Leopold II (1970, toneel)
* Dag jij (1971, poëzie)
* Interieur (1971, toneel)
* Mira of De teleurgang van de waterhoek (1971, filmscenario)
* Schola nostra (1971, roman, geschreven onder de pseudoniem Dorothea van Male)
* Oedipus (1971, toneel)
* Gebed om geweld (1972, verhalen)
* Schaamte (1972, roman)
* Het jaar van de kreeft (1972, roman)
* De vossejacht (1972, toneel)
* Figuratief (1973, poëzie)
* Pas de deux (1973, toneel)
* Blauw blauw (1973, toneel)
* De wangebeden (1974, poëzie, verzamelbundel)
* De groene ridder in het Wilde Westen (1974, verhalen)
* De groene ridder aan de evenaar (1974, verhalen)
* De groene ridder en de paladijnen (1974, verhalen)
* Thuis (1975, toneel)
* Het Jansenisme (1976, poëzie)
* Orestes (1976, toneel)
* P.P. Rubens, schilder en diplomaat (1977, televisie reeks)
* Jessica (1977, roman)
* Eblemata (1977, poëzie)
* De vluchtende Atalanta (1977, verhalen)
* Het huis van Labdakos (1977, toneel)
* Het graf van Pernath (1978, poëzie)
* Het verlangen (1978, roman)
* Zwart (1979, poëzie)
* Van de koude grond (1979, poëzie)
* Antiphon (1979, toneel)
* Claustrum (1979, poëzie)
* Gedichten 1969-1979 (1979, poëzie)
* De pen gaat waar het hart niet kan (1980, roman)
* Phaedra (1980, toneel)
* Jan zonder Vrees (1980, toneel)
* Fuga (1981, poëzie)
* De verzoeking (1981, roman)
* Vrijdag (1981, film)
* Een hooglied (1981, toneel)
* Jan de Lichte (1982, poëzie)
* Almanak (1982, poëzie, verzamelbundel)
* Het jaar van de hond (1982, toneel)
* Lysistrata (1982, toneel)
* Het verdriet van België (1983, roman)
* De Leeuw van Vlaanderen (1984, filmscenario)
* Serenada (1984, toneel)
* Een bijzondere cirkel (uit "Natuurgetrouwer", in "Vlaamse verhalen na 1965", 1984)
* Blindeman (1985, toneel)
* Georg Faust (1985, libretto)
* De mensen hiernaast (1985, verhalen)
* Alibi (1985, poëzie)
* De dief van liefde (1985, poëzie)
* Gevulde contouren (1985, poëzie)
* Mijn honderd gedichten (1986, poëzie)
* Oidipoes in Kolonos (1986, toneel)
* Château Migraine (1987, roman)
* Sporen (1987, poëzie)
* Sonnetten (1987, poëzie)
* Gilles (1988, toneel)
* Een zachte vernieling (1988, roman)
* Het schommelpaard (1988, toneel)
* Toneel I (1988, toneel)
* Gilles en de nacht (1989, toneel)
* De zwaardvis (1989, roman)
* Toneel II (1989, toneel)
* Het sakrament (1989, filmscenario)
* Steeds / Cité (1990, poëzie)
* Toneel III (1991, toneel)
* Richard Everzwijn (1991, toneel)
* Zomernacht (1991, toneel)
* Tien manieren om naar P.B.S. te kijken (1993, poëzie)
* Toneel IV (1993, toneel)
* Onder de torens (1993, toneel)
* Belladonna (1994, roman)
* Gedichten 1948-1993 (1994, poëzie)
* De verlossing (1996, toneel)
* De eieren van de kaaiman (1996, toneel)
* De geruchten (1996, roman)
* Visite & Winteravond (1996, toneel)
* Borgerocco of De Dood in Borgerhout (1998, libretto)
* Oktober 43 (1998, poëzie)
* Onvoltooid verleden (1998, roman)
* Het laatste bed (1998, roman)
* Het huis der liefde (1999, poëzie, bloemlezing)
* Wreed geluk (1999, poëzie)
* Verhalen (1999)
* Phaedra (1999, toneel, hernieuwde bewerking)
* Toneel (1999, alle toneelstukken, delen I en II)
* Een slaapwandeling (2000, roman)
* Een Andere keer (2000, verhalen, bloemlezing)
* De schrijver. Een literaire estafette (2000, verhalen)
* De verlossing (2000, film)
* De groeten (2001, poëzie)
* Mijn hart en ik (2002, poëzie)
* Ik schrijf je neer (2002, poëzie)
* Zeelucht (2003, poëzie)
* De verzoeking en andere novellen (2003)
-----------
(1) Surrealisme = kunstrichting die ervan uitgaat dat de dingen niet zijn wat ze schijnen, maar een bovenverstandelijke
betekenis hebben
(2) Existentialisme = wijsgerige richting die het menselijk zijn wil begrijpen uit het bestaan, de ervaring en de ontmoeting
met de ander en de wereld en waarin de mens zichzelf schept en bepaalt door zijn handelen
(3) Cobramodernisme = kunstrichting na WO II die streeft naar vernieuwing en de nadruk legt op lyrische en spontane
expressie en zich afzet tegen het abstracte academisme uit de periode tussen de twee wereldoorlogen
(4) lyriek = dichtvorm waarin eigen aandoeningen en gemoedsstemmingen uitgesproken worden
(5) tragikomedie = toneelstuk met afwisselend tragische en komische taferelen, doch goed aflopend
(6) naturalistisch = de werkelijkheid zo natuurgetrouw als mogelijk weergevend
(7) librettist = schrijver van tekst voor opera

bron: http://users.pandora.be/louis.jacobs/Claus.htm

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het laatste bed door Hugo Claus"