Renate Dorrestein Het Hemelse Gerecht
Achtergronden en uiterlijke beschrijving De eerste druk van Het Hemelse Gerecht van Renate Dorrestein (* 1954 te Amsterdam) verscheen begin 1991 bij Uitgeverij Contact, maar was gedateerd 199°. Op het omslag staat een foto van een buiten haar oevers getreden rivier. Het was meteen een groot commercieel succes: in de eerste maand na verschijnen werden er al tienduizend exemplaren van verkocht. In 1999 verscheen de twaalfde druk; begin 2000 werd het samen met Ontaarde moeders (1992) in één band uitgeven, waarvan begin 2001 al de vijfde druk uitkwam. Daarnaast is er een uitgave geweest als Pandora Pocket. Ook is de roman verschenen als Penta Pocket, een goedkope reeks voor middelbare scholieren van uitgeverij BulkBoek (1997). De tekst is ingedeeld in drie Romeins genummerde hoofdstukken die alle bijna precies even lang zijn. Elk hoofdstuk bestaat weer uit een groot aantal korte passages die gescheiden zijn door een witregel, die steeds een perspectiefwisseling aangeeft. Het boek heeft als motto 'Voor alle trouweloze mannen'. In de Penta-editie telt het 188 pagina’s.
Inhoud
De gezusters Ange en lrthe drijven sinds vijftien jaar het gerenommeerde restaurant 'Het Hemelse Gerecht', gelegen aan een grote rivier, twee kilometer stroomopwaarts van een dorp. Ange is de kokkin, lrthe is de gastvrouwen heeft de zakelijke leiding. Sinds vijf jaar worden ze geholpen door de knecht Gil
les, die tevens beider minnaar is. Hij is oorspronkelijk uit het dorp afkomstig en na een mislukt huwelijk teruggekeerd, net men de zusters een hulp zochten. Van zijn verhouding met de 'juffrouwen', zoals ze in het dorp genoemd worden, weet niemand iets en voor de vorm heeft hij een eigen kamertje op zolder, waar hij wat kleren en koffers heeft opgeslagen. In het dorp is hij nu een gewilde vrijgezel. In de tijd dat het verhaal begint is her maart. Het regent al dagenlang pijpenstelen, de rivier is buiten haar oevers getreden en hun tuin staat al onder water. In de ruin staat een oude schuur waarvan lrthe een soort museum heeft gemaakt voor alle verpakkingen (dozen, flessen, blikken enzovoort) van de etenswaren die in de loop van die vijftien jaar in de keuken nodig zijn geweest. De schuur staat tot halverwege de deur onder water en veel van de spullen zullen wel beschadigd zijn, maar Irthe wil niet gaan kijken. Op een avond eet huisarts Henri in het restamant en speelt na het eten een partijtje schaak met Gilles. Hij brengt het gesprek op vakanties en laat doorschemeren dat Gilles vakantieplannen heeft, waar de zusters niets van weten.
Gilles maakt zich zorgen over het wassende water, maar slaagt er nauwelijks in de gezusters van het gevaar te doordringen. Op een nacht blijft hij op om te waken en dat is precies de nacht waarin het eindelijk ophoudt met regenen. Als ze gedrieën in de vroege ochtend bijeenzitten, vertelt hij dat hij hen
gaat verlaten; hij houdt nier meer van hen 'op de juiste manier. Meer zoals een broer van zijn zusters'. Ze proberen hem op andere gedachten te brengen, maar hij gaat naar de zolderkamer om zijn spullen te pakken. lrthe en Ange gaan hem achterna en sluiten hem op in het kamertje. Daarna gaat lrthe naar haar
museum, om de schade op te nemen. Ange vindt haar daar en ze maken plannen over hoe ze Gilles tot bezinning zullen brengen en hoe het met het voedsel en de ontlasting moet. Terwijl ze aan het praten zijn, arriveert Henri, die nu voor het eerst ziet wat er in de schuur ligt. Door de waterschade ziet hij het aan voor opgeslagen huisvuil en zegt verontwaardigd dat ze hun afval moeten verbranden en dat ze nu een gevaar voor de volksgezondheid in het dorp zijn, omdat de schuur vlakbij de plaats ligt waar zij in de rivier afwateren. Hij ziet Gilles nergens en vraagt of diens vakantie nog doorgaat. De zussen mompelen wat en hij raadt hen aan zelf ook eens op vakantie te gaan, voor het eerst in vijftien jaar.
In een aantal korte flashbacks wordt iets over het verleden van Ange en Irthe onthuld. Dertig jaar geleden leden zij en hun moeder onder het gedrag van hun vader. Zelf at hij biefstukken, zij moesten het doen met 'afval van de markt', soms bracht hij vriendinnen mee die voor hem moesten koken terwijl zijn vrouw toekeek: 'Nee, hij was geen man van lijfelijk geweld.' De schijn wordt echter opgehouden: de zusjes spelen de rol van vrolijke onbezorgde kinderen, de moeder draagt bontjassen en dure ringen: Aan zo'n vrouw geeft een slager zonder enige bijgedachte vleesresten voor de hond mee.' Als de zusjes
vier en zes jaar oud zijn pleegt de moeder zelfmoord, twee jaar later valt de vader dronken van de trap. Als ze meerderjarig worden, krijgen ze her geld van de erfenis en kopen ze een vervallen huis aan de rivier dat ze zelf opknappen en waarin ze een restaurant beginnen.
Korte rijd later wordt de streek geteisterd door een hittegolf; op zolder loopt de temperatuur op tot vijfenveertig graden. Ange en Irthe geven hun jaarlijkse tuinfeest voor de dorpelingen. Vanwege de hitte wordt er veel gedronken en maar weinig van Ange’s heerlijke hapjes gegeten. Henri vraagt zich af waarom hij nog steeds niets van de vakantievierende Gilles heeft gehoord. Irthe maakt zich zorgen over het ongedierte dat afkomt op de stank op zolder: 'Gilles laat het er wel erg op aankomen.' Ange en Irthe bewonderen de pasgeboren Gilles, de zoon van de dorpstimmerman, een familielid van de grote Gilles. Omdat de timmerman het niet breed heeft, geven ze hem de opdracht een bootje te bouwen voor als het weer eens hoog water wordt. Na het tuinfeest confronteert Ange Irthe met haar verdenking dat ze afgelopen nacht stiekem naar Gilles is geweest, maar Irthe zegt 's nachts de boekhouding te hebben bijgewerkt, wat Ange maar half gelooft.
De volgende dag horen ze van de postbode dat de kleine Gilles ernstig ziek is. De zusters maken zich zorgen dat de postbode de geluiden gehoord heeft die Gilles op zolder maakt. Een van de brieven die hij heeft bezorgd blijkt de aankondiging te zijn dat het restaurant een Michelinster heeft gekregen. In hun gedachten eisen de zuster elk de ster voor zichzelf op: zonder Ange zou er niet zo lekker gegeten kunnen worden, zonder Irthe zou het restaurant niet eens bestaan. De volgende ochtend ziet Ange hoe Irthe schaars gekleed van de zolder komt maar beweert dat ze Gilles alleen maar water heeft gebracht. Later ziet Irthe hoe Ange zomaar een paar lege dozen inde vuilnisbak stopt in plaats van te bewaren voor haar museum
Er wordt gebeld en voor de deur staat Dixie, het kleine dochtertje van Gilles, dat daar is gedropt door haar moeder die met een nieuwe vriend op vakantie gaat. Ange wil haar wegsturen maar Irthe overtuigt haar ervan dat ze dat niet kunnen maken. Vanwege de hitte wordt Dixie ondergebracht in de koele kelder. Het meisje voelt zich aangetrokken tot Ange maar die moet niets van kinderen hebben. Omgekeerd ontwaakt in Irthe een sterk moederinstinct, maar Dixie vindt haar helemaal niet aardig. Dixie ontdekt al snel dar Irthe elke dag water naar de zolder brengt. De slager komt het vlees brengen en vertelt dat kleine Gilles overleden is aan 'hersenkoorts'. Ange, die allang ontevreden is over de kwaliteit van zijn waar, weigert het vlees aan te nemen en de slager gooit het woedend door haar keuken. ’s Avonds probeert Henri te bemiddelen; als hij hoort dat ze een Michelinster hebben gekregen, grijpt hij de kans aan om Ange, op wie hij al jaren verliefd is, te kussen maar 'lrthe ziet haar zuster van afschuw zo ver mogelijk achteruit deinzen'.
Ange en lrthe gaan naar de begrafenis en de omredderde moeder maakt een scène waarbij ze de zusters van alles verwijd, onder andere dar ze Gilles net op vakantie hebben gestuurd toen de kleine geboren werd, zodat zij de doopplechtigheid moesten uitstellen tot zijn terugkeer, met als gevolg dat het jongetje nu ongedoopt gestorven is. Ook suggereert ze dat zijn dood iets te maken heeft met de hygiënische omstandigheden in de keuken van het restaurant, waar ze het jongetje tijdens her tuinfeest verschoond heeft.
Bij de voorbereiding voor het diner verwondt Ange zich zo ernstig met een vleesmes, dat ze voorlopig niet zal kunnen koken. Op datzelfde ogenblik ziet ze de slager hun erf opkomen, hij zwaait met armen en benen, rukt zich de kleren van het lijf, kruipt naar de waterkant en verdwijnt in de rivier 'die zich even later weer rimpelloos boven hem sluit.'
Vanwege Anges verwonding moet lrthe koken, wat echter bepaald niet haar sterkste kant is, zodat de gasten hun borden maar half leeg eten. Ange denkt dat Irthe de gelegenheid te baat neemt om de macht in het restaurant naar zich toe te trekken. Dixie ziet een stel flessen in de keuken staan en constateert dat Irthe 'alweer vergeten [is] water naar boven te brengen, net als gisteren en eergisteren'. Ze gaat zelf met een fles naar boven want ze is bang dat de plantjes doodgaan daarboven. Op de pikdonkere en stinkende zolder wordt ze echter zo bang dar ze de fles en haar speelgoedaap laat vallen en naar beneden vlucht.
Het wantrouwen en de misverstanden tussen Ange en lrthe worden steeds groter en talrijker. Ange, Irthe en Dixie gaan met de nieuwe boot naar het dorp. In opdracht van Irthe neemt Ange Dixie mee naar Henri omdat het kind zich niet lekker voelt, maar Henri kan niets vinden en denkt dat het meisje alleen verdrietig is om het verlies van haar aap. In het dorp zijn steeds meer mensen ziek geworden en Irthe, die inkopen doet, merkt dat de dorpelingen tamelijk stuurs en afwijzend tegen haar doen.
Ange en Dixie komen bij de steiger en ontdekken dat Irthe al naar huis is. Ze gaan lopen maar er barst een geweldig onweer los zodat ze moeten schuilen in een oude eendenkooikershut. Door een blikseminslag vliegt het 'museum' in brand. lrthe weet nauwelijks wat haar te doen staat, maar een bloembezorger die toevallig net bij haar moest zijn belt de brandweer. Ze. heeft zo'n verlangen naar lichamelijk contact dat ze probeert hem te verleiden, maar ze wordt afgewezen. Later komen enkele dorpelingen kijken en vertellen dat in het dorp de bodem, het water en de lucht onderzocht worden om de oorzaak van de epidemie te achterhalen. Als ook Henri komt, concluderen deze dat dankzij de brand nu ook het afval opgeruimd is. De anderen reageren ontzet: tijdens die wekenlange tropische hitte heeft zij afval opgeslagen 'vlakbij waar jullie in de rivier afwateren? Met ons twee kilometer stroomafwaarts?' lrthe protesteert zwakjes dar her geen afval was, maar realiseert zich dat het waren, de hitte en tenslotte de brand ervoor gezorgd hebben dar de opgeslagen spullen eruitzien als huisvuil. Lrthe schuift uit angst de schuld van zich af: 'Het was Anges rommel, daar in die ellendige schuur.' Als de regen ophoudt kan Ange de deur van de hut niet meer open krijgen. Dixie klimt uit een luchtgat om hulp te halen bij lrthe. Deze is intussen weer alleen en realiseert zich dat ze Gilles toch weer eens water moet brengen. Ze gaat naar de zolder en ziet de fles en de aap die Dixie heeft laten vallen, Ze denkt dat Ange de aap daar verstopt heeft om Dixie re pesten en uit de aanwezigheid van de fles concludeert ze dat Ange Gilles voortdurend van eten en drinken heeft voorzien en dus Irthes pogingen om hem (Or rede te brengen heeft gesaboteerd. Irthe gaat Ange bevrijden en Dixie blijft alleen in het huis achter. Ze herinnert zich waar haar aap is en vat moed om hem te gaan halen. Ze gaar naar boven en doet de deur van het zolderkamertje open...
Wanneer Ange thuis komt (Irrhe is doorgelopen naar het dorp), zier ze mensen staan. Het blijken gasten te zijn die wilden eren en die in het verlaten huis een gillend meisje hebben aangetroffen. Toevallig komt ook Henri langs die zich over Dixie ontfermt. Uit haar verwarde verhaal over 'pappa's kamer' waar een dode man ligt en waar het naar poep ruikt, maakt hij op dat op zolder misschien een insluiper zit en gaat kijken. Ange rent hem achterna en als Henri het stinkende kamertje binnenstapt, gooit Ange de deur dicht en schuift de grendels ervoor. 'Daar gaar er weer een, denkt Ange hulpeloos.'
In het dorp wordt lrthe zeer onvriendelijk bejegend en zelfs bedreigd. Het blijkt dat de dorpelingen oprukken om Het Hemelse Gerecht in brand te steken, terwijl ze lrthe vasthouden in het café. Als Ange de meute met hun fakkels ziet naderen, denkt ze dat het een of ander folkloristisch feest betreft en dat Irthe weer eens iedereen heeft uitgenodigd om bij hen feest te vieren. Met Dixie stapt ze in hun boot en vaart de rivier af. lrthe weet te ontsnappen naar de rivier. Als ze Ange ziet varen zwemt ze naar de boot en Ange trekt haar aan boord.
Interpretatie
Tijd Deel I van de roman speelt zich af gedurende een weekeinde (van vrijdagmiddag tot maandagochtend) aan het einde van de maand maart nadat er anderhalve week lang een extreme regenval is geweest. Deel Ir begint een paar weken later op de negentiende dag van een hittegolf, die zelf meteen na de regenval is begonnen, en bestrijkt zes dagen. Deel III begint enkele dagen daarna op de negenentwintigste dag van de hittegolf en duurt tot de enige wanneer het onweer losbarst. De gebeurtenissen in deel I worden beheerst door het waren, dat het huis dreigt te verzwelgen en waar Gilles als enige iets tegen doet door zandzakken te !eggen. Deel IJ daarentegen staat in het teken van de zon waartegen Gilles niets kan doen en die hem zal doden. Deel III wordt bepaald door enerzijds bliksem en vuur, anderzijds regen en water: de bliksem die het museum in brand zet, het vuur dat de dorpelingen bij zich hebben om het restaurant in brand te steken, de regen die de museumbrand dooft en het water dat de zussen ten slotte redt van de meute. Dit bijna apocalyptische slot met een bliksem die als een soort deus ex machina op het toneel komt en een fakkeldragende meute dorpelingen, past goed bij de weinig realistische weersomstandigheden: 'een dergelijke lange, uitzonderlijke hittegolf in april, behoort waarschijnlijk alleen rot de romanrealiteiten' (Niesing).
Ruimte De tegenstelling tussen het gerenommeerde restaurant en het eenvoudige dorp is een belangrijk element in de roman. De dorpsbewoners worden door de auctoriale verteller zeer sarcastisch beschreven: ze zitten verstrikt in het traditionele rollenpatroon van de man die werkt en de vrouw die de huishouding doet, ze uiten zich vooral in clichés als 'elke medaille, heeft een keerzijde' en 'woensdag is en blijft uiteindelijk gehaktdag'. Het is een typisch Hollands protestants dorpje, waarin het geloof nog een belangrijke rol speelt (van de timmerman wordt bijvoorbeeld gezegd dat hij 'van de verkeerde kerk' is). Twee kilometer stroomopwaarts ligt het restaurant (aan de rivierkant, dus de 'verkeerde' kant van de dijk) dat een welgestelde cliëntèle uit de stad heeft, met aan het hoofd twee vrouwen die blijkbaar geen behoefte hebben aan trouwen en kinderen krijgen, en die bovendien tamelijk vreemde namen hebben vergeleken bij de dorpsbewoners die Tom, Wim of Paula heten. Beide werelden worden verbonden en tegelijk gescheiden door een weg en door de rivier. Hoewel het restaurant 'een "legen is voor de plaatselijke middenstand' worden de 'juffrouwen' toch niet helemaal geaccepteerd door de dorpsvrouwen 'die h Uil aardappelschilmesjes weten te gebruiken en die zich verder niets in hun hoofd halen' en hun mannen 'die pyjama's dragen en hun plichten kennen'. In een van Irthes monologen staar: 'Altijd is er in haar achterhoofd de gedachte dat zij hier de wankele positie van buitenstaanders innemen, en Irthe houdt niet van wankele posities'. Ze hebben 'zich van hun buren weggekookt' en horen als het ware bij de door de dorpelingen verachte stad, net als 'de kakmadam uit de stad' met wie Gilles getrouwd is geweest. Toen de zussen nog jong waren, hebben verschillende dorpelingen avances gemaakt maar ze werden allen afgewezen, want Ange en lrthe waren bezig 'een half te vinden met plaats voor twee'. Ook deze afwijzingen dragen bij aan het Ontstaan van het latere volksgericht: 'dat krijg je ervan als je de ene aanbidder na de andere weg lacht! Dan kom je er alleen voor te staan!'
Thematiek
De ochtend waarmee deel I eindigt is in drieërlei opzicht een begin van het einde van de regen, het begin van een nieuwe week voor de aankondiging van Gilles' vertrek. Het hele eerste deel is een situatieschets die dient als voorbereiding voor de intrige, die pas echt op gang komt met het verbreken van de relatie door Gilles. De aanvankelijk gave wereld van de gezusters en hun beider minnaar wordt vernietigd door de trouweloosheid van de man, die 'een bel van veiligheid' rond hen had geblazen en deze nu heeft kapot gestoken. Daardoor wordt de broze verhouding tussen de vrouwen en het dorp verstoord, maar ook tussen de vrouwen zelf. Er gebeurt nu het omgekeerde van vroeger: de trouweloosheid van hun vader heeft hen juist tot een twee-eenheid gesmeed, zeker nadat hun moeder zelfmoord pleegde. Daardoor werden zij 'smid van hun eigen lot' ze hebben afgerekend met hun vader en doen dat nu weer met Gilles. De vrouwen proberen weer 'greep te krijgen op het lot als reactie op de Ontrouw van een man' (Niesing)"…maar gaan nu bijna ten onder: door krampachtig te pogen de gave wereld te herstellen en hun leven in eigen hand te houden bewerkstelligen ze hun eigen noodlot.
Door het dreigende vertrek van de man omstaan er talrijke misverstanden die steeds ernstiger worden en gevolgen krijgen voor hun relatie, waarin Irthe steeds een dienende rol ten opzichte van Ange had. Nu probeert zij zich onder het juk van Ange uit te werken (onder andere door haar aan Henri te koppelen), maar aan het slot blijkt dit toch mislukt te zijn. De zusters worden door de misverstanden en de toenemende irritaties gevangenen van elkaar. Dan duikt ook nog Dixie op, 'de wig die de beide zusters helemaal uit elkaar drijft' (Van DijI). Omdat Dixie de dochter is van Gilles, worden ze zo nog eens het slachtoffer van Gilles.
De misverstanden en irritaties hebben ook betrekking op het 'museum', wat een noodlottig gevolg zal hebben. In haar groeiende ergernis over Ange realiseren lrthe zich ineens dat al
dat verpakkingsmateriaal eigenlijk 'het verslag van Anges zegetocht' is en dat het 'Anges monument' is en niet het hare. Wanneer Henri en enkele dorpsbewoners het museum als de oorzaak van de epidemie aanwijzen, schuift ze de schuld helemaal naar Ange: 'Het was Anges rommel, daar in die ellendige schuur', zegt ze. Hiermee bezegelt ze echter hun lot, wam later
hoort ze van de caféhouder die haar min of meer gegijzeld heeft, dat ze 'een leugentje om bestwil' had moeten plegen enzeggen 'dat de rommel in de schuur van jou was.' Dan zouden de dorpelingen niet opgetrokken zijn naar het restaurant, wam tegen lrthe hebben ze eigenlijk niets. Het is Ange, de veel minder aangepaste van de twee, die de schuld krijgt van allerlei zaken: zij zou Gilles omslagen hebben, zij is schuldig aan de dood van de slager, in haar keuken heerste zo’n onhygiënische toestand dat de kleine Gilles er ziek door werd en stierf.
Personages Ook de dorpelingen zien Ange dus klaarblijkelijk als de leidster van de twee. Als jongste was Irthe in hun jeugd aan Ange ondergeschikt. Ook nu heeft ze nog een dienende rol ten opzichte van Ange, de kokkin om wie een sterrenrestaurant nu eenmaal draait. Anderzijds houdt zij het bedrijf commercieel gaande, waarvan ze zich terdege bewust is. Ange zou het restaurant nooit kunnen leiden, wam ze is sociaal nogal onhandig, onverdraagzaam en lichtelijk wereldvreemd: 'Wat kan haar de wereld schelen? Die is groot en onoverzichtelijk; er is in feite maar één ding waarvan je zeker kunt zijn: dat de mensen moeten eten.' Haar onverschilligheid voor mensen komt onder andere hierin tot uiting dat ze in haar monologen nooit de namen van anderen kan onthouden maar hen steeds aanduidt met 'hoe heet hij ook weer'. Vroeger speelden beide zusjes toneel: 'Zo klein en toch al iedereen gewiekst om de tuin leiden', herinnert Irthe zich. Later kwam die training hun goed van pas om hun driehoeksverhouding te verbergen en nog later om het verdwijnen van Gilles te verdoezelen met een vaag vakantieverhaal Maar buiten dat is Ange zichzelf, terwijl Irthe tot op zekere hoogte ook in andere omstandigheden een rol blijft spelen. Ange kookt alleen maar omwille van het koken en vindt het 'een idioot idee iets te moeten koken omdat de gasten het klaarblijkelijk graag afnemen' zoals Irthe wil. "terwijl het Ange niets uitmaakt war men van haar denkt, is Irthe graag geliefd. Hoewel ze tamelijk opvliegend is en hun gasten minacht, probeert ze dat niet re laten blijken en speelt een rol: in haar monologen komen zinnen voor als 'meespelen: wie buigt kan niet barsten' of 'je speelt je rol, je zegt.
Als kokkin leeft Ange bij de dag, als organisatrice kijkt Irthe vooruit. Als kind waren die rol1en ook zo verdeeld. Ange denkt 'lrthe is degene die bedreven is in vooruitdenken' en herinnen zich dat Irthe destijds het plan opperde om het lijk van hun vader onder aan de trap te leggen om het op een ongeluk te doen lijken: 'lrthe is goed in die dingen.' Desalniettemin is Ange de daadkrachtigste van de twee. Als Gilles zegt dar hij hen wil verlaten, kan Irthe alleen maar 'versuft' zeggen 'Houdt hem tegen, Ange', aldus instinctief hulp zoekend bij haar oudere zus, terwijl Ange razendsnel het plan bedenkt: 'Klompen uit en naar boven.' Ook de manier waarop de confrontatie op zolder met
Gilles beschreven wordt, maakt van Ange een dreigende wraakgodin, terwijl Irthe de tweede viool speelt: 'Als hij zich Straks omdraait met zijn koffer in de hand, zal hij hen duidelijk op de vliering zien staan: Ange Tange Toverheks en Irthe met haar bleke vollemaansgezicht.'
lrthe doet ook geen poging om haar museum voor water schade te behoeden en weet zich geen raad als het in brand staar. Aan het slot wordt zij door Ange uit het water geholpen terwijl in haar hoofd de herinnering speelt hoe Ange haar vroeger leerde zwemmen, wat nauwelijks een Succes werd (Ange heeft dan ook lrthes zwemdiploma vervalst). Daarmee is de verhouding tussen de zusters hersteld en Irthes korte opstandigheid tot een einde gekomen.
Vergeleken bij de gezusters is Gilles een veel ongecompliceerder karakter. Hij is een goedmoedige, onverstoorbare man met een 'monumentale zorgzaamheid'. Vanuit romantechnisch oogpunt is hij een zeer vlak karakter: hij treedt alleen in deel I handelend op als een katalysator van de ontwikkeling en is daarna slechts de onhoorbare en onzichtbare gevangene (en later een lijk) op de zolderkamer. "
De verhouding russen Gilles en de twee vrouwen is niet ongecompliceerd. Zijn niet-aflatende redelijkheid irriteert hen. Irthe denkt: 'GiIles heeft altijd gelijk, zou je hem opensnijden dan trof je niets dan redelijkheid aan. Er valt met goed fatsoen nooit iets tegen hem in te brengen.' Ange vindt hem eigen1ijk maar een zwakke persoonlijkheid: 'Gilles kun je krijgen voor elke maskerade, hij is wie men wil dat hij zal zijn.' Hoewel beiden veel krachtiger persoonlijkheden zijn, zijn ze in zekere zin van hem afhankelijk. Wanneer Irthe onredelijk nijdig op hem is en hij dat gelaten ondergaat, staat er: 'Ze minacht hem omdar hij haar woede niet weet te keren, omdat hij haar buiten haar eigen oevers laat treden, omdat hij geen enkele controle over haar heeft.' Maar enkele zinnen verder begrijpt ze al dar hij juist op die manier wél controle over haar heeft: doordat zij kwaad op hem is, is ze de hele avond humeurig: 'Ze kan wel huilen omdat hij zoveel macht over haar heeft.' Veel later, in deel lV, verklaard ze het niet brengen van eten als een poging zijn macht over haar te breken. Als ze namelijk wel eten had gebracht, zou hij in hongerstaking hebben kunnen gaan en aldus macht over haar gekregen hebben.
Vertelsituatie
In vrijwel de hele roman kijken we door de ogen van de twee vrouwen en bovendien zijn grote stukken van de tekst innerlijke monologen. Dit personale perspectief wordt slechts af en toe onderbroken door auctoriale passages, die de avonden in het restaurant beschrijven en informatie geven over het dorp; ook zijn er enkele passages waarin we door de ogen van Dixie kijken. Door het personale perspectief krijgt de lezer een voorsprong op de gezusters, want hij kent de gedachten van beiden, terwijl zij slechts hun eigen gedachten kennen en naar mate het boek vordert die van de ander ook nauwelijks nog
kunnen raden omdar ze vrijwel niet meer met elkaar communiceren. De steeds groter wordende misverstanden tussen hen krijgen daardoor voor de lezer een soort noodlotsallure: her zal
onvermijdelijk mis gaan tussen de twee. Anderzijds leidt het persanale perspectief ertoe dat voor de lezer bepaalde zaken lange tijd niet duidelijk zijn. Zo denkt een lezer die zonder enige voorkennis begint te lezen aanvankelijk dat Gilles de echtgenoot van Ange is, wam in haar monologen duidt ze hem aan als 'haar man'. (Enke1e recensenten van het boek volharden zelfs in deze misvatting.) De ontdekking dat Gilles ook met Irthe naar bed gaat en nog later dat hij
met geen van beiden is getrouwd en 'ter bescherming van hun aller reputatie af en toe met vrouwen van het dorp uitgaat', komt dan als een verrassing.
Ook is het een tijdlang onduidelijk war er eigenlijk met Gilles gebeurt. De twee vrouwen lijken hem geheel uit hun hoofd gezet te hebben en daardoor weer de lezer niet hoe her
met hem is. Aanvankelijk neem je aan dat hij wel dagelijks zijn
eten en drinken zal krijgen, maar geleidelijk komen er terloopse mededelingen dat Irthe weer vergeten is hem iets te geven of
dat ze denkt (Och weer eens wat water naar boven te moeten brengen. In dit licht krijgt ook de hittegolf een omineuze betekenis, zeker na Irthes wens 'dat het op zolder nog een tijdje vijfenveertig graden blijft'.
Andere opmerkingen blijken nu eveneens subtiele vooruitwijzingen te zijn geweest. Irthe denkt in het begin dat Gilles te dik wordt, 'we moeten hem op dieet zetten', en als GIlles hen gaat verlaten zegt hij dat zij 'moordvrouwen' zijn, maar dat hij nu eenmaal niet meer van hen houdt. De dikte van Gilles en haar ergernis over Ange gebruikt Irthe ook als rechtvaardiging voor 'zijn uithongering: Ange heeft hem vetgemest en 'Op water alleen kan zo'n gezonde, weldoorvoede man het heel lang volhouden, Op vrij weinig water, zelfs.'
De lezer komt in deel I en II ook nier precies aan de weet hoe de vader precies aan zijn einde is gekomen. Als Irthe in een monoloog zegt dat Ange een 'inval' kreeg, namelijk 'Een dronken man stapt gemakkelijk mis', ligt het voor de hand te denken dat ze hem van de trap hebben geduwd, Maar verderop staar dat lrthe op het idee komt het lijk onder aan de trap te leggen 'zodar her een ongeluk zal lijken'. Pas in deel III wordt expliciet gezegd dat de vader inderdaad dronken van de trap is gevallen en dus een ongeluk heeft gehad, - maar zij ervoeren dat alsof 'het noodlot hun plan voor hen uitvoerde' en geloofden als kinderen dat iets 'werkelijkheid kan worden als je her maar vurig genoeg wenst'.
Titel
Het noodlot treedt hier op als een soort hemels gerecht dat de meisjes helpt door hun abjecte vader re straffen en hen later door middel van zijn erfenis in staat stelt het restaurant te beginnen. De term 'hemels gerecht', die nier alleen in de ritel maar ook diverse malen in de tekst voorkomt, verwijst naar de tragedie Gijsbreght van Aemstel van Vondel, die begint met de woorden: 'Het hemelsche gerecht heeft zich ten lange lesten/Erbarremt over my en mijn benaeuwde vesten'. Gijsbreght vergist zich hier: hij en zijn stad zullen ten onder gaan. Op dezelfde manier denken de vrouwen ten onrechte een 'onneembare vesting' gevonden te hebben in hun twee-eenheid en hun restaurant. Wanneer 'het hemelse gerecht' in de tekst met hoofdletters is geschreven, is het de naam van het restaurant en betekent het gewoon een culinair hoogstandje. Maar in de tekst komt de titel ook voor met kleine letters. Wanneer het onweer in
deel losbarst, staat er in een innerlijke monoloog van Irthe:
Met wijd opengesperde ogen ziet ze her weerlicht als een beschuldiging de vinger tegen de deemstere lucht afgerekend staan. Het is alsof er een hemels gerecht aan het werk is, alsof het haar idee was, Gilles op zolder op te sluiten!
Door de verwijzing naar Vondel krijgt 'gerecht' een religieuze betekenis, terwijl het tegelijk ook verwijst naar terechtstelling en gerechtshof. De epidemie wordt door de gelovige dorpelingen gezien als 'een hemelse straf' en Inhe vraagt zich af of 'die van Barrels later door het hemelse gerecht worden veroordeeld', Gilles wordt door de ZlIsters in figuurlijke zin terechtgesteld, de dorpelingen willen gerechtigheid, nemen het recht in eigen hand en gaan over tot een terechtstelling van het restaurant.Door de toespeling op her begin van de G'ijsbreght gaat ook het slot van dit toneelstuk meespelen. Het hemelse gerecht (de blikseminslag) heeft Irthe beroofd van haar museum en het aardse gerecht (de brandstichtende dorpelingen) Ange van haar restaurant, zodat beiden 'hun onneembare vesting' kwijt zijn. Maar aan het einde 'erbarremt' het hemelse gerecht zich toch weer over de twee vrouwen en Dixie, Net zoals Gijsbreght aan het slot over het IJ Amsterdam ontvlucht in de wetenschap dat de stad ooit 'met grooter glans' zal verrijzen, zo varen de drie weg van het onheil, begeleid door de gedachten van lrthe: 'Maar wat kan ons eigenlijk nog gebeuren, denkt ze traag, wij zijn immers ontsnapt? Wij zijn onaantastbaar, geen kwaad kan ons besmetten, aangezien je samen nu eenmaal altijd sterk. bent, daar gaat het om.' Maar in de slotzin staat dat Irthe 'haar hete koortsadem in het gezicht tegenover haar' blaast, wat weer heel wat minder positief klinkt. De verwijzing naar het begin van Vondels tragedie brengt voor een ietwat geletterde lezer automatisch een toespeling met zich mee op een andere beroemde passage uit het stuk, het slot van het vierde bedrijf waar de 'burghzaten' zich afvragen: 'Waer werd oprechter trouw/ Dan tusschen man en vrouw/ Ter weereld oit gevonden?' Deze toespeling is nogal ironisch, om dat het boek nu net gaat over trouweloosheid van een man ten opzichte van twee vrouwen (en in het verleden van een vader ten opzichte van zijn echtgenote en dochters) en het boven dien is opgedragen aan 'alle trouweloze mannen'. Misschien zit er nog een andere verwijzing naar Vondel in de roman; Irthes zinnetje: 'Je speelt je rol, je zegt je tekst' lijkt in elk geval veel op Vondels bekende epigram 'De weereld is een speelroneel,/ Elck speelt sijn rol en krijght sijn deel'. Overigens zitten er nog meer literaire verwijzingen in het boek In verband met de dood van de vader valt de zinsnede 'tussen droom en daad' en enkele pagina's later zegt Henri dat zij dingen durven te doen 'waarvan iedereen droomt, maar die geen mens ooit uitvoert', wat wellicht verwijst naar Elsschots beroemde versregel 'russen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren'. In lrthes gedachten krijg! Anges culinaire creativiteit bijna de trekken van een goddelijke scheppingkracht, wam haar gerechten doen de gasten denken aan 'dat met die broden en die vissen', een toespeling op de wonderbare broodvermenigvuldiging in Matteus 14: 13-21. En lrthes uitspraak 'Maar het is eren of gegeten worden, zo is het leven' lijkt op Shakespeares "To be or not to be: that is the question',
Motieven
Dit motief van eren en gegeten worden komt voortdurend voor en houden verband met hun jeugd, De vader at biefstukken, de meisjes en hun moeder vleesnat voor de hond. Soms liet de vader zijn vriendinnen voor hem koken en dwong de moeder daarbij toe te kijken. De meisjes speelden vaak een spelletje dar ze 'Het Diner' noemden: dat ze aan een prachtige rafel heel deftig en lekker zaten te eren. En nu, meer dan dertig jaar later, kunnen zij dankzij de erfenis van hun vader er voor zorgen 'dat de mens datgene kan doen waarvoor de mens is gemaakt: om re eren.' Voor Ange en Irthe is er in de wereld maar één zekerheid: 'de mensen moeren eren'. En Ange verwoordt haar cynische levensvisie als: 'Men eer, men slaapt, men eer, men slaapt, tussendoor vergaan men Wat men bezit en ten slofte gaat men dood.'
Maar 'eren of gegeten worden' slaat ook op henzelf. Dorrestein schrijft in Het geheim van de schrijver dat de twee zusters menen 'samen vreedzaam een restaurant te runnen, terwijl zij in feite strijden om het recht van de sterkste. Een van beiden zal her onderspit delven: her is eten of gegeten worden.' Deze 'premisse' van de roman bracht voor Dorrestein 'een reusachtig metaforenapparaat' mee omdat nu alle uitdrukkingen die te maken hadden met voedsel 'van een tweede bereken is' konden worden voorzien. Als voorbeeld geeft ze het fijnhakken van de kool dar wordt beschreven 'in termen van een moordaanslag'.
Door de onderlinge samenhang van al deze metaforen gingen ze werken als 'onzichtbaar cement, als een middel dat cohesie verschafte en de lezer hielp re midden van alle gebeurtenissen de rode draad vast te houden'.
Gebeurtenissen van het verhaal in chronologische volgorde
De eerste dag: Het is maart en het water van de rivier blijft stijgen. Het restaurant wordt bedreigt, dit restaurant heet het 'Het Hemelse Gerecht' en is zeer succesvol. Gilles is echter de enige die de dreiging serieus neemt. De zussen Ange en Irthe hebben het te druk met het restaurant, zij moeten er voor zorgen dat de gasten elke avond weer te eten hebben.
De tweede dag: De tuin staat al onder water en dus ook het museum van Irthe. Dit museum was heel belangrijk voor Irthe hierin spaarde
zei 'afval'. De postbode komt 's morgens de post brengen per boot, hij waarschuwt de zussen voor het water. De zussen gaan mee terug naar het dorp inkopen doen. 's Avonds zit het restaurant gewoon weer vol.
De derde dag: De wind is gaan liggen en het water zakt. Gilles vertelt die morgen dat hij hen gaat verlaten, maar het ligt niet aan de zussen! De zussen zijn eerste verbaast, maar dan worden ze woedend dat ze zo worden afgedankt. Ze smeden het plan: ze zullen hem opsluiten op de zolder en hem alleen water en brood geven. Hij zal dan vanzelf wel zijn besluit herzien. De zussen maken de mensen in het dorp wijs dat hij
op vakantie is.
De 1ge dag van de hittegolf: Er is na de zware regenval een hittegolf ontstaan, het is in huis rond de 40 graden Celsius en Gilles zit nog steeds op de zolder. Dit is de dag van het jaarlijkse tuinfeest van de zussen. De kinderen spelen op een gegeven moment met een half dode rat, dit vindt Ange zo zielig dat ze hem doodtrapt. De twee weken oude baby van de timmerman en zijn vrouw is ook aanwezig, Ange die niet van kinderen houdt moet deze natuurlijk bewonderend vasthouden
van het echtpaar. Ze bestelt dan ook gelijk maar een nieuwe roeiboot.
Een onbekende tijdperiode verder: Het runnen van 'Het Hemelse Gerecht' valt de zussen zwaar zonder Gilles. Ange verdenkt haar zus ervan dat ze 's nachts stiekem naar Gilles gaat. De postbode komt ook weer op bezoek, hij vertelt dat de baby van de timmerman ernstig ziek is. Maar hij heeft ook goed nieuws: ze hebben een Michelin-ster gekregen! 's Middags staat er onverwachts een meisje voor de deur met een grote koffer. Ze heet Dixie en ze blijkt een dochtertje van Gilles te zijn en haar moeder is op vakantie. De zussen weten zich geen raad met de situatie, maar uiteindelijk ontfermt lrthe zich over het kind.
De volqende daq: Irthe komt schaars gekleed van de zoldertrap af en dit verste kt de vermoedens van Ange. Later die ochtend ziet Irthe dat Ange een paar dozen weggooit. Dit wekt kwade gevoelens op bij Irthe. Dan komt slager Van de Wetring het vlees brengen en hij vertelt dat het baby'tje is overleden. Ange vindt echter het vlees van zo'n slechte kwaliteit dat ze niet wil betalen en na een ruzie, waarbij het vlees door de keuken vliegt, vertrekt de slager.
De woensdaq erna: Dokter Henri komt weer op bezoek en hij pro beert de ruzie tussen Ange en de slager een beetje te sussen. En hij vertelt dat er een ware griepepidemie is uitgebroken in het dorp. Ange suggereert dat hij zijn patiënten niet goed helpt. De daq van de beqrafenis: Vandaag wordt het baby'tje begraven, de zussen gaan er samen heen. Na afloop wordt Ange het middelpunt van een ruzie, de moeder verwijt Ange van alles. Irthe redt haar zuster uit de vervelende situatie. Als ze thuis is blijven de verwijten Ange zwaar op de maag liggen, hierdoor snijdt ze in haar hand. Henri hecht de wond, maar het koken wordt nu wel heel moeilijk. Dus draaien de rollen in de keuken om. Maar het eten wordt veel minder goed. Dixie ligt ondertussen in de kelder, ze voelt zich eenzaam, ze bedenkt dat ze maar eens op ontdekkingstocht moet gaan. Even later nadert ze met haar knuffel de aap de zolder. Het is hartstikke donker, ze hoort iemand adem halen en hier schrikt ze zo van dat ze gauw wegvlucht, maar haar aap ligt nog op zolder.
De laatste daq: Dixie ziet er niet zo kwik en fris uit als normaal, Irthe maakt zich, met de griepepidemie in haar achterhoofd, ernstig zorgen. Dus gaan ze met z'n drieën naar het dorp, Ange en Dixie gaan naar Henri en Irthe gaat naar de ijzerhandelaar. Henri verklaart Dixie gezond en vraagt of Ange misschien een keer met hem uit eten wil. Ze worden in het dorp als ware genegeerd. Op de terugweg moeten Ange en Dixie lopen, de moter had het begeven. Irthe is ondertussen al thuis en ziet hoe de bliksem inslaat in haar museum en het schuurtje staat in lichterlaaie. Een voorbijganger schiet haar te hulp en terwijl zij wachten op de brandweer probeert Irthe hem te verleiden. Ange en Dixie zitten ondertussen in een oude hut te schuilen. Als de brand geblust is komt de postbode en even later de bakker en weer even later komt Henri. Hij vertelt dat de mensen hen de schuld geven van de epidemie, omdat ze afval bewaarden. Ondertussen komt Age tot de conclusie dat ze opgesloten zitten. Dixie kan echter door een rooster ontsnappen en gaat lrthe waarschuwen. Deze gaat er geërgerd op uit met een koevoet. Dixie gaat ondertussen naar zolder om haar aap te halen. Ze doet een gruwelijk ontdekking: er is een beest op zolder. De eerste gasten vinden haar verscholen onder de tafel. Henri wil persé Dixie in haar het bed van Ange leggen en dan ruikt hij de stank. Hij herkent deze lucht gelijk. Ange weet zich geen raad met de situatie en sluit de dokter dan ook maar op bij Gilles. Hierna vlucht ze met Dixie met de boot. Intussen is Irthe naar het dorpscafé gegaan, ze wordt 'gegijzeld', maar ze ontsnapt echter via het raampje van de WC. Ze rent naar de rivier en ziet het bootje naderen, zonder nadenken zwemt ze erheen. Want als ze samen zijn zal er met hen niks gebeuren.
Beschrijving van de twee belangrijkste hoofdfiguren
Ange: Zij is de oudste van de twee zussen en heeft haar jongere zus Inge als het ware opgevoed. Hierdoor wordt zij ook als de leider gezien, niet allen door lrthe en Gilles, maar ook door de dorpelingen. Zij is ook de kok van het restaurant, maar ze is sociaal nogal onhandig en ze is maar zeker van één ding: mensen moeten eten. Ange is altijd zichzelf, behalve als ze de driehoeksrelatie tussen hen of de verdwijning van Gilles en de dokter moet verbergen. Het maakt Ange niets uit hoe andere mensen over haar denken. Ange leeft bij de dag en is de daadkrachtigste van de twee zussen. Ange kan goed nadenken in moeilijke situaties
Als we het over Gilles hebben is Ange niet echt positief. Hij is volgens haar een zwakke persoonlijkheid. Als Gilles zit opgesloten op de zolder komt ze er pas achter dat hij eigenlijk onmisbaar is.
Irthe: Zij is de jongere zus en ze wil altijd bij andere mensen/ dorpelingen in een goed plaatje blijven. Hierdoor speelt zij bijna altijd een rol. Zij doet de financiële kant van het restaurant en het bedienen. Hierdoor heeft ze veel contact met de klanten en de leveranciers. Als haar zus een goede contact heeft verbruist probeert zij die weer krampachtig weer te herstellen. Irthe wil dat de klanten goed eten krijgen en goed verzorg worden. Maar ook Irthe minacht de klanten en is tamelijk opvliegend, alleen zij laat het niet merken. Doordat Irthe organisatorisch bezig is met het restaurant plant ze goed van te voren.
lrthe handelt in moeilijke situatie op initiatief en dat werkt niet altijd zo goed. Bijvoorbeeld met de overstroming en verbranding van haar museum:
ze weet gewoon niet wat ze moet doen. Ze staat erbij en kijkt ernaar. Na tijdje wordt lrthe erg opstandig tegen haar zuster, maar als ze aan het eind van het boek wordt opgepikt uit het water door zuster is alles vergeten en vergeven.
Beschrijving ruimte, plaats en tijd
Ruimte: Als je het over ruimte hebt dan is er een grote tegenstelling aanwezig in het boek. Aan de ene kant het bekrompen burgerlijke dorp, waar de mannen werken en de vrouwen het huishouden doen. De dorpsbewoners worden door Renate Dorrestein erg sarcastisch beschreven. Het is een typisch oer-Hollands dorpje, het is namelijk protestant en ze hechten erg aan tradities. De mensen hebben simpele Hollandse namen: Wim, Paula enz. Kortom stel je een oud dorpje voor, waar de kerk een grote rol speelt. Twee kilometer verderop staat een restaurant: 'Het Hemels Gerecht'. Het staat langs een rivier, alleen aan de verkeerde kant van de dijk. Het water van de rivier speelt een belangrijke rol in het boek. Hier is de situatie heel anders. Er is een driehoeksrelatie aanwezig tussen de twee zussen en Gilles, alleen dit is al iets moderns. Ook de namen zijn niet standaars het zijn aparte namen: Irthe, Ange en Gilles. Toch eten er veel mensen uit het dorp in het restaurant. De zussen worden niet helemaal geaccepteerd door de mensen uit het dorp.
Plaats: Ik weet niet of het een bestaande plaats is. Maar ik ga er vanuit dat het wel zo is. Het dorp ligt in Nederland. Ik denk in het midden van
Nederland, want het ligt bij een rivier. En in het midden van Nederland heb
je veel grote rivieren.
Tijd: Het boek is opgedeeld in 3 delen, al deze delen bevatten ongeveer even veel bladzijden. Het boek loopt geheel chronologisch. Deel I: Dit deel speelt zich af gedurende een weekeinde in maart, er is de afgelopen tijd veel regen gevallen. Deel 1 staat in teken van water. Deel II: Het begint een bepaalde tijd later, er is na de regenval een hittegolf ontstaan en dit deel begint op de 1ge dag van de hittegolf. Deel II duur ongeveer 6 dagen. Dit deel van het boek staat in het teken van de zon en dus ook de bijbehorende hitte. Deel III: Deel 3 begint op de 2ge dag van de hittegolf en duurt tot de 30e dag. Op de 30e dag bast het onweer los. In deel Hl spelen vuur en water een grote rol. Vuur door de bliksem inslag en het vuur van de dorpelingen. Door de regen wordt de brand van het museum geblust en aan het eind vluchten ze via de rivier.
Ontaarde moeders & Het hemelse gerecht
In beide boeken komt het thema van sterke vrouwen naar voren. Vrouwen die graag onafhankelijk zijn en zelf de besluiten willen maken. Wat mij erg opvalt, is dat er veel over dikke vrouwen word gesproken in beide boeken. De hoofdrol speelsters hebben een moeilijke jeugd achter de rug waarin het vader persoon de echte slechterik is. In beide boeken komt zelfmoord voor alleen bij Het hemelse gerecht is dat de moeder en bij Ontaarde moeders de vader. De haat die vrouwen tegen een man kunnen koesteren komt in beide boeken voor. Bonnie die zwanger raakte van Zwier en die niets van het kind of de man wou weten en twee zusters die door een slechte jeugd elkaar niet los kunnen laten en die innige haat voor hun overleden vader koesteren. De twee zusters besluiten om hun minnaar te gijzelen op zolder van hun restaurant, omdat hij de twee dames wou verlaten. In dit boek ( het hemelse recht) speelt eten een hele grote rol. Bijna alles heeft met eten te maken: vroeger toen de zusjes klein waren at hun vader altijd biefstuk en moesten zij en hun moeder vleesrestjes van de slager eten. Ook nodigde hun vader zijn vriendinnen uit om voor hem te komen koken, terwijl zijn vrouw dan moest toekijken. Vroeger speelde de zusjes ook vaak restaurantje en nu 30 jaar later hebben ze zelf een restaurant. De belangrijkste overeenkomsten zijn de relatie man – vrouw en ouders – kind. In beide boeken komt dit heel veel naar voren. Vreemde en gebroken gezinnen, de verlatingsangst en de bindingsangst. Qua ruimte zitten er niet veel overeenkomsten in de boeken behalve bij de flashbacks dat alles thuis binnen kamers moest blijven: ‘je mag de vuile was niet buiten hangen’. In het hemelse gerecht speelt het bijna allemaal in het restaurant of het dorpje in de buurt. Ontaarde moeders heeft meer verschillende plekken, zwier die rondtrekt met zijn dochter door Afrika als archeoloog. Wat nog meer overeenkomt is dat het verhaal zich binnen 2 maanden afspeelt er gaan dus geen jaren overheen. Veel verschillen in thema’s en motieven zijn er tussen deze boeken niet. Alles komt neer op de relatie tussen mannen en vrouwen en hun kinderen.
Beoordeling De boeken van Dorrestein spreken me erg aan omdat het vaak van die gekke verhalen zijn. De spanning opbouw is goed, wat ik in het boek het hemelse gerecht trouwens wel wat minder vind. Ongeveer op de helft van het boek wordt het saai en langdradig. Maar zodra je daar doorheen bent word het wel weer spannend. Het stukje dat het meisje Gilles dood aantreft vind ik het spannends. In ontaarde moeders kan ik niet echt zeggen welk stukje ik nou het spannends vond. Eigenlijk was het allemaal wel spannend. Er zat niet echt een goed hoogtepunt in, vind ik dan. Het langdradige wat eigenlijk in beide boeken wel een beetje zit heeft op mij een negatieve werking, maar als je daar doorheen bent word het wel weer leuk. De verhaallijn is beide boeken is toch heel anders, maar meestal komt het toch wel ongeveer op het zelfde neer. Zoals in Het hart van steen zit ook een gebroken gezin en kinderen met een traumatische jeugd. Dat vind je bijna in al haar boeken terug. Veel frustraties. De verhalen zijn meestal zo bizar dat het juist daardoor heel erg leuk is om te lezen. Ik kan me niet echt ver plaatsen in de boeken, omdat ik me er niets bij voor kan stellen. Het taalgebruik is over het algemeen niet heel erg moeilijk het is wel makkelijk te begrijpen. Al moet je soms een zin wel twee keer lezen voordat je hem helemaal begrijpt. Allebei de boeken vind ik zeer goed maar je moet er wel van houden. Als je niet van maf houd is het niet echt een aanrader. De boeken krijgen van mij een acht, omdat het de moeite waard is en het is weer eens iets anders dan het doorsnee boek.
Motieven & thema’s Voedsel: Het boek gaat over een restaurant en dat heeft veel met het motief voedsel te maken. De titel het hemelse gerecht slaat ook op voedsel. Bovendien komt er vaak aan de orde in het boek het motto: Het is eten of gegeten worden. Het weer: In het begin van het boek gaat het over dat Irthe naar buiten rent in de regen. En Gilles zegt ook aldoor dat het slechte weer serieus moet worden genomen, omdat het water voor hun een bedreiging is,want ze wonen aan een rivier. Op de dag dat Gilles weg gaat is het museum en de tuin overstroomt en dan houden ze Gilles gevangen en er begint een hittegolf. Ontrouw: Gilles gaat weg en hij is dus ontrouw. Ik denk dat dit het belangrijkste motief is, want als iemand ontrouw is dan komen er problemen. Liefde: Irthe en Ange delen beide de liefde voor Gilles. Als Gilles wil gaan dan houden ze hem samen tegen. Dood: Van de Wetering is de slager die zelfmoord pleegt en dat bezorgt Ange en Irthe en het restaurant allerlei problemen. Ook haar ouders die allebei dood zijn speelt een grote rol in hun leven. Tijd: Het verhaal speelt zich misschien nu af, maar misschien ook ongeveer vijftig jaar geleden. Het dorpje is erg bekrompen, en waarschijnlijk ook wel streng godsdienstig. De waarden zijn in ieder geval ouderwets: de vrouw hoort in de keuken te staan en kinderen te baren. De gezusters mogen zelfstandig lijken, maar toch zijn ze eigenlijk afhankelijk van Gilles. Daarom kunnen ze hem niet los laten en gijzelen ze hem op zolder. Het belangrijkste thema in dit verhaal is trouw binnen de verhouding tussen mannen en vrouwen. Met de trouweloze loopt het in dit verhaal niet goed af. Een tweede thema is eten. Dit kun je ook zien als het beeld in het leven, waarin het draait om ‘eten of gegeten worden’. Het boek is opgedragen aan alle trouweloze mannen. De schrijfster probeert duidelijk te maken dat je je partner altijd trouw moet blijven anders gebeuren er rare dingen.
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
Bij het stukje 'motieven' heb je het steeds over 'eren' maar dat moet natuurlijk eten zijn ;) Verder een prima verslag, heb er wat aan gehad!
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Wow geweldig heb echt genoten
10 jaar geleden
Antwoorden