Het geheim van Eberwein door Boudewijn Büch

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
Boekcover Het geheim van Eberwein
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2113 woorden
  • 7 april 2011
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
5 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Boudewijn Büch
Genre
Psychologische roman
Coming of age
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2003
Pagina's
195
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Coming of age,
Vader-zoonrelatie

Boekcover Het geheim van Eberwein
Shadow
Het geheim van Eberwein door Boudewijn Büch
Shadow
Zakelijke gegevens
Auteur: Boudewijn Büch
Titel: Het geheim van Eberwein
Ondertitel: -
Uitgever: De Arbeiderspers
Jaar van uitgave 1e druk: februari, 2003
Gelezen druk + jaar van uitgave: maart, 2003
Genre: (Autobiografische) roman
Gebruikte materiaal

Ten eerste heb ik het boek gebruikt en helemaal uitgelezen. Verder heb ik voor de zakelijke gegevens de website www.scholieren.nl gebruikt. Dat is dan ook het enige. Ik heb daarnaast alles zelf gedaan.

Inhoud

Dat de voornaam van de hoofdpersoon in deze roman samenvalt met die van de auteur is puur toeval. De hoofdpersoon heet dus ook Boudewijn. Boudewijn heeft niet zo’n goede band met zijn moeder. Met zijn vader heeft Boudewijn wel een hele goede band. Ze doen samen ook veel dingen. Van zijn vader leer Boudewijn ook heel veel dingen. Het verhaal verplaatst zich steeds in de tijd. De ene keer lees je over de jeugd van Boudewijn. En voor je het in de gaten hebt ben je ineens jaren verder. (89)


Perspectief

Het hele boek wordt vertelt in de ik-perspectief. Het wordt vertelt vanuit de hoofdpersoon, Boudewijn dus. Ik, als lezer krijg veel informatie over hoe hij over alles denkt. Over personen. Zoals zijn vader, moeder of broers. De schrijver geeft daarnaast wel veel citaten van anderen. Ik heb een stukje uit het boek overgetypt. Zo kan ik duidelijk aangegeven dat het werkelijk een ik-perspectief is:

Mijn vader was een man van duistere gedachten, onlogische gedachtesprongen en bizarre uitweidingen. Mijn moeder zei wel eens dat hij ‘normaal’ tegen mij moest doen, maar dan reageerde mijn vader door juist nog iets uitzinnigers te doen. Op een zomerdag vroeg hij eens aan mij en mijn broers: ‘Wie heeft er zin in een kilo ijs?’ Mijn broers zeiden, verveeld: ‘Een kilo, dat is toch veel te veel’, ‘Dat krijgen we nooit op’, en: ‘Ik moet nu al kotsen’, maar ik zei: ‘Ik wil wel twee kilo!’ Mijn vader haalde een paar gulden uit zijn portemonnee, gaf die aan mij en zei dat ik maar moest zien wat ik met die guldens deed.

In het verhaal vinden geen perspectiefwisselingen plaats.


Thematiek

Het thema is het zoeken naar het geheim van Eberwein. Dat begint al vanaf het begin van het boek. In het begin wordt vooral veel vertelt over de verhouding tussen Boudewijn en zijn vader. Het zoeken naar het geheim gaat door tot het einde. Pas op de laatste bladzijdes vindt de ontknoping plaats. Ondertussen had Boudewijn al een vriendin, Claudine.

Boudewijn is naar Duitsland afgereisd in de hoop daar eindelijk iets te vinden over het geheim van Eberwein. Dit stuk is al te vinden in hoofdstuk 2. Eberwein is een componist. De vader van Boudewijn was een grote fan van Eberwein zijn muzikale kunsten. Zijn vader was eveneens ook een grote fan van Goethe. Goethe is ook een componist en heeft ook met het geheim te maken. Omdat de vader van Boudewijn is overleden wil Boudewijn het geheim oplossen. Zonder zijn vader maar wel voor zijn vader.

Boudewijn was naar Rudolstadt gereisd. Hij hoopte daar wat te vinden over het geheim van Eberwein. Een citaat uit het boek geeft weer dat hij het blijkbaar niet de moeite waard vond:

‘’Waarom zat ik in mijn eentje aan een braadworst te knagen in een eethuis met een interieur van veel te zwaren houten balken en aan de buitengevel een bordje met de tekst: ‘Hier overnachtte Goethe van 10 op 11 oktober 1817’? Waarom was ik überhaupt naar Rudolstadt gereisd?’’

Een ander stuk in het boek verklaard ook een beetje. Eberwein had een tweelingbroer. De vader van Boudewijn is een echte bolleboos en weet veel. Over bijvoorbeeld mensen, componisten, jaartallen, vlinder, natuur en ga zo maar door. Zijn vader weet dus veel te vertellen over de broers Eberwein:

‘’Van deze beiden was de minst talentvolle Traugott Maximilian Eberwein. Hij zette enkele toneelstukjes van Goethe op muziek, onder andere Das Jahrmarktfest zu Plundersweilern. Een titel die mij altijd is bijgebleven. Op de vleugel thuis stond jarenlang een partituur met die titel. Van die partituur, heb ik later kunnen reconstrueren, probeerde mijn vader een pianotranscriptie te maken.’’

Zo zijn er nog veel meer herinneringen die Boudewijn aan zijn vader heeft. De herinneringen spelen mee voor de ontknoping van het geheim. De achterliggende gedachte van het boek is het ontdekken van het geheim. Ik heb nu enkele herinneringen opgenoemd. Maar zo zijn er natuurlijk nog veel meer.

Titelverklaring

In het boek is Boudewijn op zoek naar zijn verleden, de band die hij met zijn vader had. Boudewijns vader was helemaal weg van de Duitse componist Traugott Maximilian Eberwein. Het geheim komt tevoorschijn in dit citaat:

‘Begin nou niet wéér; ik denk het liefst nooit meer aan die man. Weet je trouwens dat hij je naar een componist wilde noemen? Hij ging naar het gemeentehuis, maar ze accepteerden Eberwein niet en daarom heet je Boudewijn. Vroeger mocht je een kind geen naam geven die niet in een bepaald boek stond met door het rijk goedgekeurde namen. Toen hij je geboorte ging aangeven, zei ik: “Als ze Eberwein niet accepteren, heb je dan een reserve naam?” Dat had hij niet, dus zei ik: “Noem hem dan maar Boudewijn, naar die leuke jonge koning in België.” Dat vond ik wel een stuk. Zo noemen jullie tegenwoordig toch een knappe vent? En dat Boudewijn klonk een beetje als Eberwein, waar of niet? Ik zie je vader nog naar het gemeentehuis vertrekken. Hij had die duivelse blik in zijn ogen en zei dat als ze Eberwein niet zouden accepteren, hij het gemeentehuis kort en klein zou slaan. “Al moet ik naar de hoogste rechtbank: die jongen zal Eberwein heten,” riep hij flink. Het liep natuurlijk anders af. Veel geschreeuw en weinig wol. Die naam mocht gewoon niet. Je vader zal ongetwijfeld hebben staan schelden en tieren bij die aangiftebalie, maar hij kwam met een briefje thuis waarop stond dat je Boudewijn heette.’

Dit is door de moeder van Boudewijn gezegt. het andere geheim van Eberwein kwam van Boudewijns vader. Zijn levenswerk was om een pianoversie te maken van het toneelstuk van Eberwein. Ook probeerde hij om een gedicht van Goethe -die op de muziek van Eberwein stond- te ontcijferen. Na de dood van z’n vader heeft Boudewijn geprobeerd om dat levenswerk af te maken. Aan het eind van het boek is het hem gelukt. Boudewijn had het heel moeilijk met de dood van zijn vader. Hij is er jaren voor in therapie geweest.

Opbouw

Het boek heeft 195 bladzijdes. Het boek bestaat uit twee delen. Elk deel is opgedeeld in hoofdstukjes. Alle hoofdstukken zijn getiteld. Er komen witregels in voor. Die geven aan dat je naar een andere tijd gaat of kondigt een andere herinnering aan. Het is geen chronologische volgorde. Aangezien je van de ene tijd naar de andere tijd gaat. Dan zit je in het verleden en op het andere moment zit je in het heden. Het einde van een herinnering roept weer een andere herinnering op. Het is geen spannend verhaal. Er komen dus ook geen spannende stukken in voor. Maar dat wil niet zeggen dat het boek saai is. Er komen geen spanningsbogen in voor. Het verhaal is goed te volgen omdat ik het boek De kleine blonde dood ook heb gelezen. Dit boek is eigenlijk een vervolg op De kleine blonde dood.

Beoordeling

Ik heb eerder een boek gelezen van Boudewijn Buch. Daarom heb ik er voor gekozen om weer een boek te lezen van Boudewijn Buch. En dat is dit boek. Ik heb De kleine blonde dood ook gelezen. Ik vond persoonlijk het boek De kleine blonde dood mooier. De beide boeken gaan over de dood. In De kleine blonde dood gaat het om de dood van Micky, het zoontje van Boudewijn. En in dit boek gaat het om de dood van zijn vader. Het lastige van de boeken van Boudewijn Buch vind ik dat het zich niet chronologisch afspeelt. Je gaat van het verleden ineens weer naar het heden en andersom. Soms moet je er weer even in komen. Ikzelf moest goed bedenken in welk tijd ik zat. Maar als je eenmaal bent aangekomen op de helft van het boek dan wen je er wel aan.

Omdat ik het boek De kleine blonde dood al eerder heb gelezen wist ik al het één en ander over Boudewijn. Bijvoorbeeld dat hij eigenlijk homoseksueel is, zijn zoontje Micky is verloren en al eerder gescheiden is geweest met een andere vrouw. Als je het boek De kleine blonde dood niet eerder hebt gelezen is de kans groot dat je een groot deel van het boek niet snapt. Gelukkig had ik hier geen problemen mee.

Het is een mooie verhaal. Er komen wel moeilijke woorden in voor. Maar omdat de vader van Boudewijn zo’n bolleboos is geeft die man altijd uitleg. Ik vond de manier waarop het geschreven is wel fijn. Ondanks sommige moeilijke woorden vond ik het wel een fijn taalgebruik.

Ik vind het een interessant boek omdat het over de dood gaat. De manier hoe Boudewijn hiermee omgaat vind ik interessant. Hij kan het verleden maar niet achter zich laten. Hij mist zijn vader heel erg. Hij vind alles mooi en interessant wat zijn vader ook mooi en interessant vond. Hij mist de uitleg die hij altijd kreeg van z’n vader, de data, de context en de namen. Hij mist het. Dat blijkt uit het volgende stukje uit het boek:

En wéér miste ik hem, ik wilde uitleg, ik wilde namen, data en context. Ik wilde dat hij zou vragen: ‘En wat zien we hier?’ En dat ik dan zou antwoorden: ‘Een maliënkolder.’ En dat hij zou zeggen: ‘Fout, fout. Hier hebben we een harnas. En met hoeveel s’en schrijven we dat in het meervoud?’ Ik zou geantwoord hebben: ‘Met twee s’en.’ En hij zou dan geantwoord hebben: ‘Dat is correct, jonge vriend. Je hebt het derde deeltje van je jeugdencyclopedie met vlag en wimpel verdiend.’

Naast dat ik het een interessant boek vind. Vind ik het ook een indrukwekkend boek. De stukken in het boek waarin Boudewijn bij z’n psychiater zit vertelt Boudewijn regelmatig dat hij dood wil, dat hij het leven niet meer ziet zitten. Dat vind ik indrukwekkend. Hier weer een stukje uit het boek waar dat uit blijkt:

Ik wilde ook dood, maar dat was geen nieuws voor de psychiater, voor de rest van mijn omgeving en voor mezelf. De dood had in verloop van een jaar twee keer toegeslagen. Micky en mijn vader waren er niet meer. Ik begon het bestaan te leiden van een sombere zonderling, maar vrienden zeiden dat het helemaal niet erg was.

Het boek is ook wel leerzaam. Als je erg geïnteresseerd bent in componisten is dit een boek die ik iemand zal aanraden. Het klinkt heel saai, maar zelf vond ik het leuk om te lezen. De vader van Boudewijn vertelt regelmatig over componisten, muziekstukken, toneelstukken, moeilijke woorden etc. Hier wederom een voorbeeld:

‘En?’ vroeg hij. ‘En?’ Wat vind je van het schilderij?’

‘Heel erg groot,’ antwoordde ik.

‘Het is geschilderd door Paulus Potter, anno Domini 1647. De schilder was eenentwintig jaar oud toen hij het doek maakte. Knap, hè?’

‘Er zit een boel verf op, denk ik. Hoe lang heeft hij erover gedaan?’

‘Niet eens een jaar,’ antwoordde mijn vader.

‘Dat kan niet!’ riep ik uit.

Bespreking bijzonderheid

In het boek is mij niet iets specifieks opgevallen. Het enige wat me opgevallen is, is dat hij de dood niet kan verwerken. Daar heeft hij het heel moeilijk mee. Daarom gaat hij ook naar een psychiater. Het einde van het boek valt me het meest op. Het is een heel apart einde. Boudewijn heeft altijd in het boekje Das Jahrmarktsfest zu Plundersweilern. Boudewijn had het boekje zo vaak gelezen dat hij het inmiddels uit z’n hoofd kende. Ik zal een stuk uit het boek laten zien, dit is tevens de ontraadseling van het geheim:

Ik herlas, herlas en opeens was het zover. Ik begreep het. Het laatste stukje. Eindelijk werd het mij duidelijk waarom mijn vader zich zo lang en zo intensief met die tekst en zijn muziek heeft beziggehouden. Toch was er geen blijdschap, laat staan uitzinnige vreugde. Het begrip ging samen met een gevoel van verdriet. ‘Jezus, dat is het natuurlijk!’ riep ik hardop. Ik hoorde mezelf nauwelijks vanwege het geraas van zee en wind aan de andere kant van het raam.

‘Hoe kan ik daar overheen gelezen hebben, lul die ik ben!’ verweet ik mezelf.

En zo gaat het nog een halve bladzijde door. Het geheim had te maken met een paar woorden. Ik snap het nog steeds niet. De laatste bladzijdes heb ik al een paar keer doorgelezen. Helaas kan ik zelf niet achter het geheim komen. Daarom vind ik dat het meest bijzondere aan het boek. De ontraadseling…

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.