De auteur
Ik kende Boudewijn wel, maar had nog nooit een boek van hem gelezen. Ik heb hem wel eens op de tv gezien. Dat was zo’n programma waar hij op reis ging. Hij laten dan verschillende plekken over de wereld zien waar heel weinig mensen kwamen. Hij bezocht tempels en synagoge en beklom bergen en bezocht graven. Daar vertelde hij dan weer een verhaal bij. Ik vond dat hij heel mooi kon vertellen. Ook is hij naar het eiland van Robinson cruiso geweest. Die documentaire heb ik gezien. Boudewijn is geboren op 14 december 1948 in Den Haag in de Bethlehem kliniek, waar nu het Malieveld is gelegen Boudewijn Maria Ignatius Büch is zijn echt naam. Boudewijn Büch is zaterdag 23 november j.l. in zijn woning in Amsterdam op 53-jarige leeftijd aan een hartstilstand overleden.
De titel
De titel is het geheim van Eberwein. Boudewijn’s vader was helemaal weg van de Duitse componist Traugott Maximilian Eberwein. Het geheim komt tevoorschijn in dit citaat: •‘Begin nou niet wéér, ik denk het liefst nooit meer aan die man. Weet je trouwens dat hij je naar een componist wilde noemen? Hij ging naar het gemeentehuis, maar ze accepteerden Eberwein niet en daarom heet je Boudewijn. Vroeger mocht je een kind geen naam geven die niet in een bepaald boek stond met door het rijk goedgekeurde namen. Toen hij je geboorte ging aangeven, zei ik: Als ze Eberwein niet accepteren, heb je dan een reserve naam? Dat had hij niet, dus zei ik: “Noem hem dan maar Boudewijn, naar die leuke jonge koning in België. Dat vond ik wel een stuk. Zo noemen jullie tegenwoordig toch een knappe vent? En dat Boudewijn klonk een beetje als Eberwein, waar of niet? Ik zie je vader nog naar het gemeentehuis vertrekken. Hij had die duivelse blik in zijn ogen en zei dat als ze Eberwein niet zouden accepteren, hij het gemeentehuis kort en klein zou slaan. Al moet ik naar de hoogste rechtbank: die jongen zal Eberwein heten, riep hij flink. Het liep natuurlijk anders af. Veel geschreeuw en weinig wol. Die naam mocht gewoon niet. Je vader zal ongetwijfeld hebben staan schelden en tieren bij die aangiftebalie, maar hij kwam met een briefje thuis waarop stond dat je Boudewijn heette.
Dat is zijn eigen geheim. Het andere geheim van Eberwein kwam van Boudewijn’s vader. Zijn levenswerk was om een pianoversie te maken van het toneelstuk van Eberwein. Ook probeerde hij om een gedicht van Goethe die op muziek van Eberwein stond, te ontcijferen. Na de dood van zijn vader, heeft Boudewijn geprobeerd om dat levenswerk af te maken.
Het omslag
Op de omslag staat een schilderij. Hij is met zijn vader naar een museum geweest waar dat schilderij hing. Op het schilderij staat een stier. Het is geschilderd door Paulus Potter, anno Domini 1947. Dit is een stuk je uit het verhaal als ze voor het schilderij staan. En daar stond ik . Samen met mijn vader.Voor een schilderij van vele meters. Een boer met een rare hoed leunde tegen een boom. Een koe keek mij aan. Een paar schapen of geiten lagen op de grond. Een stier duidelijk het hoofd beest in dit tafereel had een grappige natte bek. Hij leek bijna te lagen en loenste. Ik durfde niet te vragen of die beesten met die hoorns nou schapen of geiten waren. Ik zou dan onmiddellijk weer een les krijgen.En ik schaamde me als er andere mensen aanwezig zouden zijn.In de verte was een kerk toren te zien. In een onheilspellende wolkenlucht hing een vogel, maar het meest opvallende was de enorme stier, die nogal raar geschilderd was. Hij heeft een leuke kop, maar waarom staat hij zo raar gedraaid met zijn kont? Vroeg ik. Dat weet ik niet antwoordde mijn vader. Maar ik wilde je dit schilderij laten zien omdat het kunst is. Waarom kon ik niet nalaten te vragen. Dit was een stukje van blz.18
Het onderwerp en thema
Het is een autobiografie van Boudewijn. Hij vertelt wat hij heeft mee gemaakt. Het thema is denk ik zijn vader. Omdat hij elke keer weer op zijn vader terug komt. Hij is een beetje geobsedeerd door zijn vader. Hij leest de zelfde boeken. Hij is gek op de muziek die zijn vader ook leuk vindt en hij gaat overal heen waar zijn vader ook is geweest.
De personages
Hoofdpersoon:
Boudewijn: Boudewijn is als klein jongetje een erg leergierig type. Hij gaat liever met zijn vader naar het Mauritshuis, dan bij wijze van spreken naar een pretpark. Opvallend is dat hij zoveel van zijn vader houdt. Zijn moeder daarentegen weer niet. Hij schrijft zelfs, Ik vertelde de psychiater: ‘Echte afschuw, een ongelooflijke hekel heb ik aan mijn moeder. Het is misschien niet mooi, maar ik kan er niks aan doen. Ik haat die vrouw.
Als Boudewijn groter wordt, is hij nog steeds erg leergierig. Hij reist de hele wereld af om maar van alles te weten te komen.
Bijpersonen
Vati:
De vader van Boudewijn, die hij vati noemt, houdt erg van zijn zoon. Hij komt er zelfs openlijk voor uit dat hij meer van Boudewijn houdt dan van zijn andere zoons. Dat komt omdat Boudewijn zo leergierig is en alles wil weten waar zijn vader zich voor interesseert. De relatie tussen Hem en de moeder van Boudewijn is niet goed. Vati heeft een gestoorde persoonlijkheid, terwijl Boudewijn’s moeder meer keurig en netjes is. Het is dan ook geen wonder dat die twee gescheiden zijn.
Boudewijn’s moeder:
Mijn moeder sloeg alles dood. Er was nooit vreugde in haar, want de wereld was haar tot last.Dit is een typerende beschrijving van zijn moeder. Boudewijn had niet bepaald een goede relatie met zijn moeder. Het enige goede gesprek dat hij met haar had, ging over een plaatje op een koekblik.
Claudine:
Claudine, de vriendin van Boudewijn, is een vrolijk persoon. Ze houdt absoluut niet van moeilijke dingen, zoals de dood, waar Boudewijn zich dan juist weer voornamelijk mee bezig houdt. Ook vindt ze de obsessie van de gedichten van Goethe maar een gedoe. Ze reist met Boudewijn mee de hele wereld over. Ik zou haar omschrijven als een flodderig type.
Mickey:
Mickey speelt geen grote rol in het boek, maar wel in het leven van Boudewijn. Hij beschrijft hem zoals hij zichzelf beschrijft, toen hij nog klein was. Alleen is Mickey niet zo heel leergierig. Boudewijn doet met Mickey allemaal dingen die zijn vader ook met hem deed. Ze gaan naar zee en naar musea. Het verschil is dat Mickey er al gauw geen zin meer in heeft en dan een ijsje wil.
De ruimte en plaatsen
Het speelt zich op heel veel plekken af. Bijvoorbeeld: in de duinen, op het strand, in het museum, in Duitsland, psychiater, het huis van zijn ouders, op de eilanden.
In de duinen daar stelde Boudewein zijn vader soms een vraag. Zoals: waar verlandt u het meest naar. Zijn vader antwoordde. Daar hoef ik niet lang over na te denken.En ik heb het je al verteld: ik verlang naar de plekken waar ik als jongen heb rondgehold.
Op het strand daar liep hij altijd met zijn vader voor dat ze gingen eten. Zijn vader vertelde hem verhalen en zij moeilijke worden die Boudewein opzocht als ze weer naar de bibliotheek gingen.
In het museum. Daar gaat hij met zijn vader naar het schilderij met de stier. Aan het eind van het boek gaat hij met 2 meisjes Lotte en Ottilie naar het museum. Ze gaan ook naar het schilderij met de stier.
In Duitsland wandelde hij. Hij sparak er ook altijd over. Weken lang kon hij daar wandelen, met de trein reizen en fietsen.En overal kwam hij zijn vader tegen. Zijn vader was allang dood maar op de schaduw die op de gevels vielen wist hij dat zijn vader er was.
De psychiater: jaren lang is hij bij een psychiater geweest om zijn intense vaderbinding te doorgronden, maar hij schoot er niets mee op.
Het huis van zijn ouders. Hij heeft er nooit leuk en lekker gewoond. De slaap kamer van zijn ouders was de ergste plek in huis.
Op het eiland is hij met Claudine. Hij gaat met haar naar allemaal eilandjes onder tussen leest hij een boek. Dat heet Das fahrmarktsfest zu plundersweilern. Hij kent het uit zijn hoofd. Maar toch leest hij het elke keer weer.
De tijd
Het is een beetje verwarend. Want er zitten best wat flashbacks in. In het begin is hij met zijn vader dan komt er een stuk dat hij bij Claudine is. En daar tussen denkt hij de hele tijd aan zijn vader. en dan weer dat hij in de tuin zit met zijn moeder en een thee aan het drinken is. Dan is hij weer op een eiland. Dan is hij weer in nederland.dan wandelt hij in duitsland.het is van alles doorelkaar.
In 1966-1967 begon hij aan zijn studie aan de universiteit van Leiden.
Begin 1970 kreeg hij een relatie met een iets oudere vrouw, en daaruit werd een zoontje geboren, Mickey geheten. Op bijna zesjarige leeftijd kwam hij in 1976 te overlijden aan een hersentumor. Pas in 1975 begon zijn schrijfloopbaan echt van start te gaan. Tot 2002 heeft hij nog veel meer gedaan.
De opbouw
Het boek heeft 195 bladzijden de opbouw is eerst een proloog met 2 hoofdstukken. Daarna een entr’acte die heeft ook twee hoofdstukken. Dan komt het epiloog met 1 hoofdstuk en een toegift met nog eens 1 hoofd stuk. De herinneringen worden gescheiden door witregels. Het wordt van herinnering naar herinnering verteld. De ene herinnering roept de andere weer op.
De inhoud
Boudewijn is bijna altijd bij zijn vader. Hij gaat altijd wel wat met hem doen. Zijn vader laat allerlei dingen zien. Ze gaan vaak naar de bibliotheek. Als zijn vader dood gaat weet Boudewijn niet meer goed wat hij moet doen. Hij gaat regelmatig naar de psychiater en wandelt vaak in Duitsland . Hij gaat dan overal naar toe waar zijn vader hem over verteld heeft. Hij gaat naar straatjes en gebouwen waar zijn vader is geweest. Hij is zo geobsedeerd door zijn vader dat hij denkt dat als hij daar loopt dat hij zijn vader weer tegen komt. Terwijl die allang dood is ziet hij zijn schaduw. Ook luistert hij naar de zelfde muziek en leest hij de zelfde boeken. Eberwein daar is hij dol op en muziek van Ernest Tubb. Hij had ook een zoontje die Micky heette alleen is hij overleden aan een hersentumor. Daar na kreeg hij een vriendin zij heet Claudine. Met haar ging hij opreis. Hij bezocht heel veel landen. Het liefst was hij op een stil eiland. Maar omdat hij altijd tegen haar zij dat hij haar zag als een jongen is ze bij hem weg gegaan. Aan het einde gaat hij met 2 meisjes Lotte en Ottilie naar het zelfde museum als waar hij met zijn vader heen was geweest. Ze kijken naar het schilderij met de stier.Daar na gaan ze wat eten.
Beoordeling
Ik vond het boek best raar soms, maar het was makkelijk te lezen ook al waren er de hele tijd flashbacks.Het was best grappig om te lezen hoe hij zich helemaal inleeft in zijn vader. Maar er waren ook veel rare dingen. De oplossing die Boudewijn in het boek heeft gevonden snap ik niet. ik zou hem wel aanraden om te lezen ook al zit er niet echt een duidelijk verhaal in.
REACTIES
1 seconde geleden