Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Het geheim door Anna Enquist

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover Het geheim
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 4555 woorden
  • 29 mei 2007
  • 96 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
96 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Anna Enquist
Genre
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1996
Pagina's
203
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Kunstwereld,
Liefdesrelatie: problemen,
Psychische afwijking
Prijzen
Trouw Publieksprijs (1997 Winnaar)

Boekcover Het geheim
Shadow
Een man denkt dat zijn ex-vrouw, de pianiste Wanda Wiericke, in Amerika woont en werkt. Maar op een avond leest hij in de krant dat zij begin jaren tachtig door ziekte gedwongen werd haar carrière op te geven. Wanneer hij weet dat ze zich heeft teruggetrokken in een dorpje in de Pyreneeën stapt hij in zijn auto met het vaste voornemen haar te zoeken. Heden…
Een man denkt dat zijn ex-vrouw, de pianiste Wanda Wiericke, in Amerika woont en werkt. Maar op een avond leest hij in de krant dat zij begin jaren tachtig door ziekte gedwongen we…
Het geheim door Anna Enquist
Shadow
ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen
Het geheim

Anna Enquist, Het geheim: 2de druk 1997 Amsterdam

1: BESCHRIJVINGSOPDRACHT
Samenvatting

Hoofdpersoon is de bijna zestigjarige Wanda Wiericke, die zich na een intensieve carrière als concertpianiste aan het begin van de jaren tachtig heeft teruggetrokken in een huis in de Franse Pyreneeën. Haar ex-echtgenoot, Bouw Kraggenburg, leest jaren later toevallig een recensie over een cd die van haar is uitgebracht, doet navraag naar haar adres en besluit haar na jaren van scheiding op te zoeken.
Heden en verleden wisselen per hoofdstuk af. Omwille van de overzichtelijkheid volgt hier een chronologische reconstructie van het leven van de hoofdpersoon.
Wanda Wiericke wordt op 18 april 1933 in Leiden geboren als eerste kind van Emma en Egbert Wiericke. Egbert, advocaat in Leiden, reageert weinig enthousiast op haar geboorte. Ook later blijft hij afstandelijk tegenover zijn dochter. Emma is zangeres. Twee keer per week repeteert ze met haar vaste begeleider, Max de Leon. Omdat ze vaak moet repeteren, wordt Wanda verzorgd door Stina, een hulp in de huishouding. Wanda kan goed met haar opschieten.
Al vroeg blijkt dat Wanda muzikaal begaafd is, moeiteloos speelt ze op de vleugel wijsjes na die Stina's vriend op zijn harmonica heeft laten horen. Aanvankelijk geeft Emma haar dochter zelf pianoles. Als ze in verwachting is van haar tweede kind, krijgt Wanda les van meneer De Leon. Emma stopt met zingen. In het ziekenhuis wordt het kind, een jongen, met een keizersnee ter wereld gebracht. Frank blijkt een mongooltje te zijn. Hij huilt voortdurend en kalmeert alleen als Wanda piano speelt.
Als de oorlog uitbreekt, wordt de situatie in het gezin zorgwekkend. Omdat Egbert de ideeën van Hitler over joden en zwakzinnigen kent, eist hij dat iedereen over Frank zwijgt, dat hij niet buiten komt en dat Wanda geen vriendinnetjes van school mee naar huis neemt. Hij stuurt zelfs Stina weg, omdat zij de aanwezigheid van Frank zou kunnen verraden. Als Wanda ziet hoeveel haar vader om Frank geeft, wordt ze afgunstig. Ze snakt naar zijn aandacht. Tot haar teleurstelling reageert haar vader ook nauwelijks op haar pianospel, waar ze helemaal in opgaat. Ze wordt daardoor zwijgzaam en eenzelvig, leert gevoelens voor zichzelf te houden en geheimen te bewaren.
Omdat hij een jood is, wordt de situatie voor De Leon intussen steeds gevaarlijker. Emma wil dat hij bij hen onderduikt, maar Egbert verzet zich hiertegen. Emma is woedend over de lafheid van haar man en regelt zelf een onderduikadres voor De Leon: bij haar zus Ida. Haar hulp komt echter te laat. Als Wanda naar hem wordt gestuurd met in een envelop het onderduikadres, ziet zij hoe haar geliefde pianoleraar tijdens een razzia wordt opgepakt en weggevoerd.
Na de hongerwinter gaat de sterk vermagerde Wanda naar de boerderij van Stina's ouders om aan te sterken. Omdat de situatie thuis met de onzindelijke Frank vrijwel onhoudbaar wordt, stemt Egbert eindelijk toe in opname in een inrichting.
Wanda gaat naar het gymnasium. Van een geschiedenisleraar hoort ze voor het eerst onomwonden wat er met de joden in de oorlog is gebeurd. Ze is diep geschokt en verwijt haar moeder haar nooit de waarheid te hebben verteld. Een buurvrouw van De Leon brengt haar twee koffers vol muziekboeken, die hij bij haar in bewaring had gegeven en voor Wanda had bestemd. Wanda krijgt inmiddels pianoles van mevrouw Heidelberg.
Ze maakt haar gymnasium niet af. Als ze bijna achttien is, komt het tot een aanvaring met haar vader. Ze zegt hem niet langer verplicht bij Frank op bezoek te willen gaan en van het gymnasium over te willen stappen naar het conservatorium. (In het geheim heeft ze al met succes toelatingsexamen gedaan.) Tot haar verdriet legt haar vader zich gemakkelijk neer bij haar beslissingen: ze voelt zich verraden, alsof ze voor hem heeft afgedaan.
Vol overgave stort Wanda zich nog intenser op de muziek. Als ze op het conservatorium zit, gaat ze voor het eerst met een jongen naar bed: met Lucas Lantingh, een ambitieuze cellostudent, met wie ze harmonieus en hartstochtelijk musiceert. Als Wanda merkt dat hij ook op jongens valt, is ze onthutst. Haar vriendin Joyce had haar al voor Lucas' onbetrouwbaarheid gewaarschuwd.
Egbert, die aan keelkanker lijdt, gaat steeds meer achteruit. Tot Wanda's verdriet sterft hij zonder enige genegenheid voor haar te laten voelen. Na zijn dood leeft Emma op. Ze pakt haar vroegere zangcarrière weer op en ontmoet een nieuwe man, die haar weer levenslustig maakt: de Vlaamse zanger Guido de Bock, een Bourgondisch type.
Tijdens een ernstige ziekte is Wanda niet in staat om te studeren en te werken en heeft ze tijd om over zichzelf na te denken. Voor het eerst sinds lange tijd besluit ze haar broertje op te zoeken. Tot verwondering van de artsen, die geen enkele vooruitgang met Frank hadden geboekt, reageert hij direct op het pianospel van zijn zus.
Wanda raakt in gesprek met de medisch directeur van de inrichting, de arts Bouw Kraggenburg. Ze raken verliefd en gaan met elkaar naar bed.
Wanda blijkt echter niet een duurzame relatie te kunnen aangaan en kiest vrij snel weer voor de muziek. Na het behalen van haar solistendiploma krijgt ze een beurs voor het buitenland. Tegen de zin van Bouw gaat Wanda in Londen studeren. Ze maakt daar een slippertje met een andere musicus en komt ten slotte terug omdat Bouw het wil.
Ze trouwen en gaan op huwelijksreis naar Italië. Na de reis is Wanda uitgeput: ze blijkt zwanger te zijn. Vooral omdat ze bericht krijgt dat ze op tournee door de Verenigde Staten mag, is ze in deze periode gelukkig. Bouw wil niets van dit plan horen. Wanda krijgt een miskraam. Ze hoort een arts tegen Bouw spreken over de mogelijkheid dat zij draagster is van mongolisme, voelt zich schuldig aan het verliezen van 'hun' kind en wil nooit meer zwanger worden. Ook wil ze weg van Bouw. Ze stort zich weer op de pianostudie en vertrekt naar Amerika.
Na de tournee volgt de officiële scheiding van Bouw. Ze begint aan een drukke, professionele en uitputtende carrière als concertpianiste. Jarenlang heeft ze ernstige slaapproblemen en wordt ze gekweld door nachtmerries. Ze heeft korte liefdesrelaties en voelt zich meestal opgelucht als ze na het verbreken ervan weer alleen is. Op een dag ontvangt ze bericht van Bouw dat hij hertrouwd is.
Als Wanda's moeder ernstig ziek wordt, vraagt Guido haar in een brief direct over te komen. Emma is vreemd verkleurd door een acute leveratrofie, waardoor ze ook geestelijk in de war is. Wanda wil eindelijk eens met haar praten over het verleden, maar haar moeder is te ziek. Wel maakt ze een toespeling op een geheim in het leven van haar dochter, waaruit Wanda kan afleiden dat Egbert niet haar echte vader is. Voordat ze meer uitleg kan vragen, raakt Emma in coma en sterft. Van haar tante Ida hoort Wanda na de crematie de waarheid. De ouders van Emma hadden haar relatie met de joodse musicus Max de Leon verboden. Emma was van hem zwanger geraakt en had moeten trouwen met Egbert om een schandaal te vermijden. Wanda zoekt in de papieren van haar moeder naar een spoor van de liefde tussen Max en Emma, maar vindt niets.
Een dag na de begrafenis heeft Wanda overal spierpijn. Ze negeert de klachten, blijft studeren en optreden, maar de gewrichtspijnen blijven terugkomen. Een arts stelt vast dat ze reumatoïde artritis heeft en beslist moet stoppen met spelen, wil ze niet in een rolstoel terechtkomen. Alsof het haar opluchting geeft, besluit ze van het ene op het andere moment te stoppen. Ze laat de piano achter en gaat in een Frans dorpje hoog in de Pyreneeën wonen, omdat dat vlakbij zwavelbronnen ligt, die haar pijn kunnen verlichten. Ze raakt geen piano meer aan en leidt een teruggetrokken leven.
Als ze bijna zestig is, laat ze toch weer een vleugel in haar huis plaatsen. Erop spelen durft ze echter niet. Ze ontvangt een brief van Bouw waarin die meedeelt haar te willen opzoeken.
Bouw is veertien dagen alleen thuis, omdat zijn vrouw Johanna voor haar werk in Stockholm is. Toevallig leest hij in de krant over een cd met pianospel van Wanda. In een impuls besluit hij haar op te zoeken. Hij achterhaalt haar adres, meldt haar zijn komst en rijdt met zijn auto naar haar toe. Zo kan hij zijn bezoek aan haar mooi combineren met een congres in San Sebastian, dat over een week gehouden wordt. Tot het einde van zijn reis weet hij niet of hij haar zal opzoeken of zal doorreizen.
Eindelijk heeft Wanda moed genoeg verzameld en geeft ze toe aan haar verlangen om op de vleugel ('het beest') te spelen.
Bouw heeft op het laatste moment besloten toch maar naar haar huis te gaan. Hij verbergt zich op het kerkhof er tegenover en hoort haar spelen. Hij herkent de muziek: een Italiaans concert van Bach. De muziek breekt plotseling af.

2.VERDIEPINGSOPDRACHT
A. Verwachtingen

1a: Welke verwachtingen had je voor je het boek ging lezen? Waarom? Minimaal 3 elementen noemen.
Ik dacht dat het wel een boek met inhoud zou zijn. Omdat mijn juffrouw Nederlands dat zei. Een boek waarin veel drama zat maar waar toch ook een achterliggende bedoeling in zit. Het eerste, omdat het een redelijk veel zeggende kaft heeft. En het tweede, omdat ik door de kaft ook het idee kreeg dat het niet alleen om het verhaal gaat.
1b: Welke verwachtingen zijn uitgekomen, welke niet?
Het was inderdaad een boek met inhoud de drama zat er ook wel in. Alleen het laatste, de achterliggende bedoeling heb ik er niet echt in kunnen vinden.

B. Open plekken

2: Noem 6 belangrijkste open plekken in je boek. Nummer ze. Vertel de gebeurtenis en leg uit waarom het een open plek is.
-1ste: Hayden schreef een muziekstuk over en stopt pas als hij pijnlijke ogen heeft.

De volgende zin is: Daarna…
Dit is dus een openplek en hij wordt niet meer ingevuld in het verhaal.
- 2de: Wanda zit in de muziekschool om een toelatingsexamen te doen. Je komt niet te weten of ze slaagt voor dit examen.
De openplek wordt wel ingevuld, dit wordt niet op een bepaalde bladzijde gedaan. Je komt er gewoon achter dat ze een aantal jaar op het conservatorium gezeten heeft.
-3de: Wat voor ziekte heeft de vader van Wanda waardoor hij ziek is?
De openplek wordt na een paar bladzijdes al ingevuld en je komt te weten dat hij slokdarm kanker heeft.
- 4de: Gaat haar vader echt dood door de stof die de apotheker verzorgt?
Wordt niet in gevuld je komt er alleen maar achter dat hij is overleden.
- 5de: De titel is de grootste openplek in het verhaal, wat is nou eigenlijk het geheim in het verhaal.
De openplek wordt je langzaam duidelijk als je het verhaal leest, het wordt pas echt duidelijk als er op het eind van het verhaal tegen Wanda wordt gezegd dat Egbert niet haar echte vader is maar dat dat de pianoleraar is die is afgevoerd naar een concentratiekamp in de 2de WO.
- 6de: Het einde is ook een openplek je komt niet meer te weten of dat Bouw en Wanda elkaar ontmoeten.
Deze openplek wordt niet meer ingevuld.
C. Spanning

5: Beschrijf de belangrijkste spanningsboog in het verhaal.
De belangrijkste spanningsboog in het verhaal is. De vraag waarom de “vader” van Wanda altijd zo onaardig tegen haar deed.

6: Welke manipulatietechnieken worden er gebruikt om de spanning te verhogen? Maak gebruik van de in Laagland genoemde technieken, behandel ze een voor een en geef bij elk een voorbeeld uit het door jou gelezen boek.
Het achterhouden van informatie wordt veel gebruikt, en spanningsbogen.
D. Open/gesloten einde

7: Heeft het boek een open of gesloten einde? Waarom? Ben je tevreden over het einde of had je liever een ander slot gehad? Waarom?
Het verhaal heeft een openeinde, vind ik op zich wel beter omdat dat nog wat te denken overlaat. Het is een openeinde, omdat er niet ingevuld wordt of Bouw en Wanda elkaar nog ontmoeten.

E. Tijd

8: Geef de fabel van het boek.
Het verhaal begint wanneer Wanda verhuist is naar een bergdorpje. Dan gaat het over de bevalling. Het verhaal splitst zich als een grillige grafiek die steeds meer tot het moment komt van samenkomst tussen de twee. Alleen bereikt nooit het eindpunt en sterft weg.

9: Is de volgorde van de gebeurtenissen dus chronologisch / niet- chronologisch?
Het verhaal is zo niet-chronologisch als de pest.
10: Wordt het verhaal continu of niet- continu verteld? Geef 2 voorbeelden uit de tekst waaruit dit blijkt.
Het verhaal wordt niet continu verteld:
- Verschil in tijd tussen 1ste en 2de hoofdstuk.
- De tijdsprongen die tussen de hoofdstukken zitten
11: Wat is de belangrijkste flashback?
De flashback dat ze terugdenkt aan de tijd dat haar vader zo rot tegen haar deed en niet tegen haar gehandicapte broer.
12: Zoek een vooruitwijzing op. Citeren en bladzijde erbij vermelden.
Het hele boek bestaat uit vooruitwijzingen. Het ene hoofdstuk gaat over vroeger en het andere over het heden en dat loopt langzaam in elkaar over. Ze vullen elkaar dus aan.
13: Zoek een terugverwijzing op. Citeren en bladzijde erbij zetten.
-
14: Hoe lang duurt de vertelde tijd? Waarom denk je dat? Leg uit.
De vertelde tijd duurt iets meer dan 60 jaar. Het begint bij haar geboorte en het eindigt op het moment dat ze Bouw bijna ontmoet en dan is ze in de 60 jaar.
15: Hoe lang duurt de verteltijd? Aantal bladzijden/ hoe lang duurt het lezen daarvan.
De verteltijd duurt 229 bladzijdes waar ik ongeveer 3 uur mee bezig ben geweest.
16: In welke historische tijd speelt het verhaal? Geef 3 voorbeelden uit de tekst waaruit dit blijkt.
Het speelt in de toekomst en het heden. Ten eerste wordt er gezegd dat ze klein was, er wordt gesproken over de tweede wereld oorlog en over dat ze oud is.
F. Personages

17: Noem alle personages.Wie is de hoofdpersoon? Geef een karakterisering van de 6 belangrijkste.(Innerlijk:…. Uiterlijk:….)
- Wanda (hoofdpersoon): Ze is een vrouw die op zichzelf is ze wil niet te veel te maken hebben met andere mensen. Dit komt, omdat ze te veel met het piano spelen bezig is. Er wordt bijna niets gezegd over haar uiterlijk.
- Bouw: Stevig gebouwde man, beetje grijs, dik en in pak. Is een aardige man die veel om Wanda geeft.
- Emma: Is de moeder van Wanda en ze is eerst heel schichtig en laat zich niet echt zien in het verhaal. Wordt geen beschrijving van het uiterlijk gegeven behalve dat ze op het einde molliger was dan vroeger en zich veel vrolijker gedroeg.
- Egbert: “Vader” van Wanda, hij speelt een grimmige rol in het verhaal. Wordt als onaardige man afgedaan. Verder wordt er gezegd dat hij op het einde van zijn leven heel mager was. En kalend.
- Frank: Haar broer, hij is een mongool en veel meer kom je niet over hem te weten. Wel dat hij rustig wordt van de muziek die Wanda voor hem speelt.
- Joyce: De beste vriendin van Wanda, is een aardige vrouw die altijd lief is. Ze heeft 3 kinderen en is eigenlijk de tegenpool van Wanda. Zij heeft wel kinderen en een man en is gelukkig terwijl Wanda niets is.

18: Beschrijf de relaties tussen de 6 belangrijkste personages.
Bouw en Wanda hebben een relatie gehad waaruit een miskraam is voort gekomen. Daarna is ze bij hem weg gegaan.
De relatie tussen Wanda en Emma is een moeder- dochterrelatie.
19: Beschrijf de rollen van deze personages.
- Wanda: hoofdpersoon
- Bouw: hoofdpersoon
20: Bereikt de hoofdpersoon zijn doel ? Waarom wel/ waarom niet?
Ja ze komt er achter waarom dat haar vader altijd zo afstandelijk tegen haar deed.
G. Structuur

21: Hoe is de structuur van het boek:
a.de geleding (hoofdstukken, delen,witregels, functie ervan)
Hoofdstukken zonder naam, en alleen cijfers. Witregels worden ook uitbundig toegepast.
b. de samenhang (door herhaling, door overeenkomsten, door tegenstellingen, door contrast en door spiegeling)
Vooral door spiegeling
c. de verhaallijnen
Die van Bouw, Wanda en nog iemand door elkaar.
d. het begin van het boek (ab ovo, in medias res en post rem)
Ab ovo
e. cyclische bouw
Niet cyclisch
f. Verklaar de titel, ondertitel,het motto en de opdracht.
Het geheim is dat zij niet de echte dochter is van haar vader. Dat is het. Geen onder titel.

H. Perspectief

22: Welke vertelsituatie heeft het boek? Is deze situatie betrouwbaar?
-

I. Secundaire literatuur

23: Kopieer een recensie. Onderstreep hierin de belangrijkste gedachten. Maak er een samenvatting van.

Schrijver
Enquist, Anna
Titel
Geheim, Het : roman
Jaar van uitgave
1997
Bron
NRC Handelsblad
Publicatiedatum
10-01-1997
Recensent
Hans Goedkoop
Recensietitel
Een glashelder beeld van eenzaamheid, pijn en dood : nieuwe roman van Anna Enquist
Met een beetje bluf en goede wil zou je kunnen zeggen dat het werk van Anna Enquist al vanaf haar eerste bundel poëzie, Soldatenliederen, op twee pijlers rust. Aan de ene kant werpt ze een vastberaden onderzoekend oog op de wereld, in de hoop een inzicht op te doen, een waarheid als het even kan. 'Wij denken dat wij de waarheid / tot op het bot naderen als wij / gedichten maken,' zegt ze in Poetica, met een verstandig voorbehoud of dat ook echt gebeurt. Ze kijkt het daagse leven aan tot het zijn alledaagsheid kwijtraakt en laat zien wat je vaak liever niet zou zien. De sleet van het bestaan, de ouderdom en dood. De onontkoombaarheid daarvan, de opstand die je daar bij voelt. De moeheid, op den duur.
Maar, aan de andere kant, opwekkender, is er muziek. Muziek is troost, muziek is soelaas. Brengt ze met haar onderzoekingen de orde van de wereld aan het wankelen, dan is er altijd nog die tweede orde, veilig, onbedreigd, waaraan ze zich kan uitleveren. Op meer dan één manier zelfs - als figuur in een gedicht, maar ook als schrijver boven het papier, want dat gedicht maakt met zijn klank en ritme ook muziek. Misschien is dat zelfs wel waar het gedicht uiteindelijk om draait. Het demonteert het daagse leven en monteert het weer als taalmuziek.
Nog duidelijker zie je die tactiek, als je het zo mag noemen, in Het meesterstuk, de roman waaraan Enquist zich na drie gedichtenbundels waagde. Met een hedendaagse Don Juan als middelpunt ontspint zich daar een drama waarin iedereen onttakeld achterblijft. Het slot is een ravage - en toch is het voor de lezer ook een strak geregisseerde muzikale uitkomst, want het hele boek volgt de dramatische lijn van Mozarts Don Giovanni. Het gevoel van orde dat de personages kwijtraken, vindt de lezer op een hoger plan weer terug.
Twee genres, één benadering.
Ik moest daar weer aan denken bij het lezen van Het geheim, de opvolger van Het meesterstuk, omdat de weerklank van de beide genres gek genoeg toch hemelsbreed verschillend bleek. Terwijl de poëzie van meet af aan met ongewoon klaroengeschal is ingehaald, kreeg de roman een even ongewone schrobbering. Het boek is na verschijnen plat van taal genoemd, banaal, uitleggerig, schematisch, en al klonk de heftigheid van die reactie me wat schril in de oren, echt geslaagd kan ik het boek ook niet vinden. Bij de overstap van poëzie naar proza is klaarblijkelijk iets misgegaan. Maar wat?
Ook Het geheim doet in zijn vorm weer denken aan muziek. Aan een trio-sonate, zou je kunnen zeggen. Je hoort drie stemmen, die elkaar drie delen lang afwisselen en aanvullen. De eerste is die van de vrouw waar het verhaal om draait, Wanda Wiericke, een pianiste die met optreden is gestopt toen ze een jaar of tien geleden reuma kreeg, maar die ineens toch weer besluit een piano in huis te nemen. Waarom, dat is de vraag. De tweede stem is die van haar ex-man, die op hetzelfde ogenblik de inval krijgt haar voor het eerst in vele jaren op te zoeken, en de derde is de stem van het verleden. Een basstem, als het ware, die van de geboorte van de pianiste opklimt naar het heden, om net als de ex-man in de laatste hoofdstukken bij haar aan te komen. En bij haar piano. Alles in het boek trekt naar dat instrument. Voor Wanda dient het als een toevlucht, al van kind af aan, een wijkplaats waar ze kan ontsnappen aan een wereld die naar haar gevoel de hare niet is. 'Een intens ongenoegen diep van binnen,' heet het al bij haar geboorte, want ze weet bij het verlaten van de baarmoeder al: 'Het is verloren, verloren.' Leven is verliezen en daar doet ze niet aan mee. Geen klok om de pols, geen man aan de arm, geen kind in de buik, ze wil alleen maar bij de piano zijn - 'alleen nog maar studeren en spelen, alle woorden ongedacht en ongezegd maken'.
Maar de boze wereld is uiteindelijk zelfs doorgedrongen tot de schone wereld van de klank, zo blijkt. Max de Leon, haar eerste pianoleraar en voor haar een tweede vader, heeft ze in de oorlog voor haar ogen opgepakt en weggevoerd zien worden. Na de bevrijding, toen er in de klas verteld werd over Auschwitz, heeft ze met een schok begrepen waar hij is gebleven en sindsdien is de verwoestende wereld beetje bij beetje binnengeslopen in de harmonie onder haar handen. Dat is zelfs de eigenlijke oorzaak van de ziekte die haar nu al tien jaar van de podia houdt, krijg je uiteindelijk de indruk. De verwoesting reikt tot aan haar vingers.
Waarom nu dan toch ineens die piano weer in huis genomen? Dat wordt de onuitgesproken, cruciale vraag van de roman. Weg is Wanda's wijkplaats, weg is de muziek, dus hoe vindt ze die ooit weer terug? Glücklich ist wer vergisst was doch nicht zu ändern ist, herinnert ze zich uit Die Fledermaus, maar juist vergeten lukt haar met haar oude pianoleraar niet. Het enige wat ze nog doen kan is wat Enquist in haar poëzie voortdurend doet: het erge van de werkelijkheid dapper onder ogen zien.
Maar aan die houding valt in de roman iets op wat in de poëzie nooit op de voorgrond treedt. Het leven onder ogen komen om er beter mee te kunnen leven - het is een grondbeginsel van haast elke vorm van therapie. Als ik me niet vergis, zie je hier tussen de regels iets van het gedachtengoed van de psychoanalytica die Enquist in het dagelijkse leven is. Haar Wanda zal weer spelen als ze zich met de wereld kan verzoenen en daarom dient haar leven aan te sturen op een nuchtere genezende erkenning dat de dingen zijn zoals ze zijn en anders niet.
Het resultaat is een boek dat een glashelder beeld geeft van eenzaamheid en pijn en dood en angst voor dat alles. Enquist noemt de dingen bij de naam. Ze schrijft kordaat, haar zinnen staan als een huis en ze houdt er een lekker vaartje in. Hier spreekt een schrijfster die precies weet waar ze heen wil, je gaat comfortabel op het einde af, hoe ingewikkeld de constructie door die wisseling van stemmen ook mag zijn. Maar veel te raden blijft er daarmee niet. De spanning neemt niet toe maar af, de scènes vullen zichzelf haast in en op tweederde van het boek krijgt de titel ten slotte iets merkwaardigs. Het geheim?
Misschien dat ik niet goed gelezen heb, want inderdaad krijgt Wanda even later een geheim onthuld dat inderdaad misschien wel in de lucht hing. Maar net zo min als het me voor de onthulling opviel, gaf het me daarna een heel nieuw inzicht. Ik geloof zelfs dat ik het maar liever niet onthuld gezien had, want (en nu moet ik er omheen schrijven om het niet te verraden) het maakt het voorafgaande vrijwel triviaal. Het brengt de eigenaardigheden in het leven van de pianiste terug tot één enkele oorzaak, één gebeurtenis in het verleden die alles verklaart. Haar verhaal gaat daarmee niet meer over een persoon als u en ik, de menselijke staat, het doet verslag van een geval, een case-history die tot voldoening van de therapeut nog is gaan kloppen ook.
Tegen de tijd dat Wanda inderdaad haar eerste riedeltjes weer speelt, is Het geheim geheel gezwicht voor de verleiding waarvoor ook Het meesterstuk in de kritiek al werd gestraft. Het is een weldoordacht verhaal, maar uiteindelijk volstrekt schematisch, en het wonderlijke is dat Enquist nota bene zelf uiteenzet hoe desastreus dat voor een kunstwerk uitpakt. 'Helderheid was goedkoop, gemakkelijk en misleidend,' laat ze Wanda over muziekuitvoeringen denken. 'Het verhulde de geheimzinnige ondoorzichtigheid waarin de kern van alle muziek schuilging.'
Die kern van de muziek, dat is waar het Enquist in haar proza aan ontbreekt - en dat is denk ik het beslissende verschil met haar poëzie. De poëzie is zoekend en tastend van aard en houdt zich daardoor niet aan welk schema dan ook. De enige bruikbare orde die de poëzie heeft is die van zichzelf, haar taalmuziek, abstract en raadselachtig. Het proza is weloverwogener, planmatiger, en verlaat die wispelturige orde voor de overzichtelijke regel van de psychologie. Het dankt nog steeds zijn uiterlijke vorm aan de muziek, maar het belichaamt die muziek niet meer. Het gaat erover, dat nog wel, maar is het niet.
Ze had een Bösendorfer gekocht en die stond hier, in haar eigen balkonkamer. Natuurlijk had ze verlangd. Haar lichaam had verlangens gehad, de linkerarm wilde een roterende bas spelen over wijde akkoorden, met schouder, elleboog en pols. De rechter verlangde naar een stuiterende, stijgende octavenloop en wilde hoog opgestoten worden aan het einde.
Het heftigst was het heimwee naar het eerste akkoord. Gaan zitten. Rug en schouders voelen. Het rechterpedaal indrukken zodat alle snaren open lagen te wachten om door de hamers beroerd te worden of mee te gaan trillen. De handen zweefden boven het klavier, ze droegen het akkoord al in zich; de vingers hadden weet van stand en gewicht, ze verlangden vurig naar ivoor en ebbenhout; de vingertoppen snakten naar de toetsen. Het neerdalen. De opstijgende klank. De deur naar de muziek is opengestoten.
Uit: Anna Enquist, Het geheim
24: Voeg een recente biografie van de schrijver toe.
Anna Enquist is een pseudoniem van Christa Broer. Ze werd op 19 juli 1945 geboren in Amsterdam. Ze volgde het gymnasium in Delft en daarna studeerde ze klinische psychologie in Leiden. Omdat ze altijd al piano speelde, ging ze daarna piano studeren aan het conservatorium, naast haar baan in de zwakzinnigenzorg. Omdat ze moet stoppen met pianospelen, begon ze met schrijven om toch haar gevoelens kwijt te kunnen.
In 1991 debuteerde ze met de dichtbundel ?Soldatenliederen?. Ze schreef nog 2 dichtbundels, waarna ze begon met romans schrijven. Ze ontving meerdere prijzen, zoals de C. Buddigh?-prijs (?Soldatenliederen?), de Lucy-prijs, de C.W. Van de Hoogtprijs (?Jachtsc?nes ?) en de Debuutprijs (?Het meesterstuk?).
Veel voorkomende onderwerpen zijn; pijn om verlies, woede, wraaklust en agressie jegens het lot. Ze schrijft met autobiografische kenmerken, namelijk over voor iedereen herkenbare zaken, zoals haar jeugd, haar gezin; het ouderschap, haar werk, het verlies van dierbaren, het onvermijdelijke voorbijgaan van de tijd en over haar liefde voor muziek.
25: Voeg een bibliografie van de schrijver toe.
Soldatenliederen (1991, poëzie)
Jachtscènes (1992, poëzie)
Een nieuw afscheid (1994, poëzie)
Het meesterstuk (1994, roman)
Klaarlichte dag (1996, poëzie)
Het Geheim (1997, roman)
De kwetsuur (1999, verhalen)
De tweede helft (2000, poëzie)
Hier was vuur (2002, poëzie)
De ijsdragers (2002), boekenweekgeschenk
De sprong (2003), vijf monologen, oorspronkelijk voor toneel geschreven; enkele werden uitgevoerd.
De tussentijd (2004, poëzie)
De thuiskomst (2005, roman)
3: Bronnenlijst

Biblion Literom
Biblion Uittreksels
Anna Enquist, Het geheim: 2de druk 1997 Amsterdam

REACTIES

H.

H.

Geniaal

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.