Het fregatschip Johanna Maria
1994
Querido, Amsterdam
Beschrijvingsopdracht
Samenvatting
Jacob Brouwer werd in Amsterdam in een arm gezin geboren. Zijn vader was een alcoholist en sloeg zijn gezinsleden regelmatig. Jacob kende alleen zijn 2 zussen, van de oudste, Johanna, hield hij het meest. Toen zij stierf, begon hij rond te zwerven langs het IJ om de problemen thuis te ontvluchten. Jacob kwam bij een zeilmakerij terecht, waar hij het vak in de vingers kreeg. Toen hij oud genoeg was, ging hij varen om van huis weg te kunnen. Na verschillende reizen naar Indië stond Jacob bekend als een uiterst bekwame zeilmaker hoewel hij maar 23 jaar was. Hij hield van de zeevaart. In 1865 werd de Johanna Maria te water gelaten, en Jacob Brouwer besloot met enkele vrienden aan te monsteren. De kapitein, Wilkens, was een bekwaam zeevaarder, maar al op de eerste reis kreeg hij problemen met Brouwer. In Brouwers ogen zag de kapitein iets wat hij het schip zelf niet kon geven, namelijk liefde. Dat kon hij niet goed verdragen. Wilkens zelf was een goede man, maar hij kreeg veel ongeluk te verduren. Hij werd gekweld door bezorgdheid om zijn zwakke vrouw en kinderen, en na bijna iedere zeereis, die hij zo kort mogelijk wilde houden, had hij thuis weer een kind verloren. Om zijn bezorgdheid en problemen te vergeten, zocht hij toevlucht in de drank.
Brouwer had intussen bij toeval de kans gekregen om aan het rad te staan en onder zijn handen gleed het schip over het water. Het schip liep een grotere snelheid dan onder andere stuurlui. De kapitein verbood Brouwer echter om aan het rad te staan. Maar na vele tegenslagen voor Wilkens op het thuisfront, verlangde hij niets liever dan een snelle reis om naar zijn vrouw en overgebleven kinderen te kunnen. Daarom verdroeg hij Brouwer aan het roer, ondanks de jaloezie op Brouwers liefde voor het schip. Na een opnieuw kwellende reis voor Wilkens, merkte hij bij thuiskomst dat zijn vrouw krankzinnig geworden was. Ze werd in een gesticht opgenomen en Wilkens besloot dat hij zijn laatste reis zou maken. Vlak voor thuiskomst van de laatste reis praatte Wilkens het uit met Brouwer en sprong daarna overboord.
Na kapitein Wilkens kreeg de Johanna Maria veel verschillende gezagvoerders, die allemaal gebruik maakten van Brouwers bekwaamheid. Toen het schip op een mistige dag een aanvaring had gehad, werd de Johanna Maria verkocht aan een Noorse kapitein. Brouwer bleef op het schip werken en werd vervuld door het verlangen om zelf het schip te kopen. Dit werd zijn levensdoel, en om dat te bereiken ging hij sparen en smokkelen.
De Noren noemden de Johanna Maria voortaan Ingrid en Brouwer bleef er vele jaren in dienst als zeilmaker en hij mocht vaak het roer houden. Zijn kapitaal groeide.
Opnieuw werd het schip aangevaren en verkocht aan een Russische firma. De Ingrid werd omgedoopt tot de Feodora en opnieuw monsterde Brouwer aan.
Hij werd benoemd tot bootsman. Een nieuwe kapitein kwam aan boord en hij was slecht voor het schip en voor de bemanning. Brouwer kwam in gevecht met de kapitein, en moest zes maanden lang de gevangenis in. Hij was het schip uit het oog verloren en vijf jaar lang deed hij pogingen om haar terug te vinden. Het bleek, onder de naam Lilian Bird in Zuid-Amerika te liggen, met als eigenaars drie avonturiers. Brouwer kwam als bootsman weer op het schip terecht en knapte het aan alle kanten op. Na een vechtpartij met een matroos raakte Brouwer gewond en opnieuw vertrok het schip zonder hem. Intussen was zijn kapitaal zodanig gegroeid, dat hij verwachtte genoeg geld te hebben om de Johanna Maria te kopen. Toen het schip weer terug kwam, kreeg Brouwer het aanbod om voor de helft mee te delen in de winst, als hij meebetaalde aan een schuld. Maar hij werd bedrogen door de kapitein, die hem onderweg op een eiland achterliet. Brouwer besefte daar hoeveel de Johanna Maria voor hem betekende; ze herinnerde hem aan zijn kinderjaren in Amsterdam, aan zijn oudste zuster. Op het eiland maakte hij het bedrag dat nodig was voor het kopen van het schip vol door het duiken naar parels. Brouwer werd door de nieuwe kapitein van het schip opgepikt van het eiland. Met de eigenaars kwam hij overeen dat zij de Johanna Maria volgend jaar aan Brouwer en aan niemand anders zouden verkopen. Toch werd het schip verkocht aan een ander. De Johanna Maria werd slecht behandeld door de nieuwe kapitein. Brouwer kocht het schip van hem en begon het op te knappen. Het roer brak echter en met moeite bereikte het schip Suva. Daar zorgde Brouwer voor een volledige opknapbeurt. Van Australië af verliep de reis voorspoedig onder Brouwers bevel. Het was de laatste, maar waardige reis van de Johanna Maria. In Amsterdam vond het schip een ligplaats. Brouwer bleef met 2 kameraden op het schip wonen, maar hij vereenzaamde steeds meer. Op een koude dag in het voorjaar viel Brouwer uit de mars en werd naar het gasthuis gebracht, waar hij na een paar maanden overleed. Op het laatst wilde hij niet meer eten en daarna kon hij alleen nog maar ‘Johanna Maria’ uitbrengen. Zijn geliefde schip bleef alleen achter.
Uitgewerkte persoonlijke reactie
Onderwerp
Het onderwerp van het boek is het fregatschip, of beter nog: de liefde van Jacob Brouwer voor het schip. Hier draait het in het hele boek om. Het onderwerp wordt vanuit twee standpunten beschreven: de gedachten van Jacob Brouwer over het schip, en een soort liefkozende beschrijving van het schip, die door het boek heen ook heel wat ruimte inneemt. Het onderwerp beslaat het hele boek en is daarom zeer gedetailleerd uitgewerkt.
Gebeurtenissen
Het boek heeft twee belangrijke gebeurtenissen. De eerste is wanneer Jacob Brouwer doorheeft dat hij als zeilmaker ook na lang sparen het schip kan kopen. Vanaf dit punt wordt het een obsessie. Het boek leeft dan verder helemaal naar het moment toe waarop hij het schip dan ook echt bezit. Dit is de tweede belangrijke gebeurtenis. De gebeurtenissen zijn logisch en realistisch. Soms is het zo dat het boek meer lijkt op een waargebeurd verhaal over een schip (of zelfs een logboek met al zijn statistieken) dan op een roman.
Personages
De hoofdpersoon wordt zo neergezet dat hij erg sympathiek overkomt. Je krijgt het gevoel dat je zijn (en jouw) schip aan hem kan toevertrouwen. Op het eind van het boek neemt deze sympathie iets af omdat Jacob steeds ontevredener wordt, als hij met de waarheid over zijn schip geconfronteerd wordt: het schip is niet meer de nieuwste en de stoomboten ‘rukken op’.
Het fregat wordt zo duidelijk beschreven, en ook zo gevoelig als een mens is, dat het in plaats van een ding meer lijkt op een personage. De beschrijving over Jacob is ook ongeveer even groot als die van het schip.
Opbouw
Het verhaal heeft een simpele opbouw. Het wordt verteld in chronologische volgorde zonder veel flashbacks, waarschijnlijk omdat niet alleen het boek maar ook de hoofdpersoon naar het einde toestreeft.
Taalgebruik
Het taalgebruik is ook redelijk simpel. Er worden weinig dialogen gehouden, bijna alles wordt in de indirecte rede verteld. Omdat er ook weinig nadruk ligt op de gedachten van de mensen komen er ook niet veel ingewikkelde filosofische gedachtegangen in voor.
Het boek is wel doorspekt met scheepstermen maar deze zijn voor de grote lijn niet belangrijk.
Verdiepingsopdracht
Politieke achtergronden
Het boek heeft weinig te maken met de politieke gebeurtenissen in dit tijdperk: geen
WO I, geen WO II, geen revolutie of economische crisis. Het lijkt er meer op dat de schrijver de moeilijke tijd wil ontvluchten met een verhaal dat bijna een sprookje is.
Sociaal-economische achtergronden
Dit verhaal is geen protest, geen ondermijning van de burgerlijke waarden. Het past daarom ook niet zo goed bij de sociaal-economische gebeurtenissen. Wel speelt de technische vooruitgang een rol, in het boek in de vorm van de stoomboten.
Culturele achtergronden
De schrijver is niet op zoek naar een nieuw bewustzijn maar blijft bij de romantiek. Dit gebeurde door meer schrijvers in het begin van de 20e eeuw.
Literaire stromingen en genres
Dit boek behoort tot de neoromantiek. Het is een historische roman en de romantiek wordt duidelijk voortgezet. Dit past in het werk van de auteur want Arthur van Schendel is een typische neoromanticus.
Thematiek
De thema’s in dit boek zijn noodlot en irrationeel verlangen. Jacob Brouwer jaagt zijn leven lang de droom na, de Johanna Maria te bezitten en kapitein op het schip te worden. Nauwelijks is deze levenslange droom in vervulling gegaan of hij overlijdt en kan er niet meer van genieten.
De auteur
Biografie
Arthur François Emile van Schendel rekent men tot een van de belangrijkste auteurs uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Hij wordt op 5 maart 1874 in Batavia geboren, maar de familie verhuist naar Nederland als Arthur ongeveer 5 jaar oud is. In zijn jeugd is hij avontuurlijk ingesteld. Hij volgt enkele jaren Toneelschool te Amsterdam, studeert MO-Engels, en geeft later enkele jaren les aan verschillende 'grammar schools' in Engeland. In 1920 verhuist hij naar Italië, maar keert jaren later weer terug. Hij sterft in Amsterdam op 11 september 1946.
Thematiek
Van Schendel stelt in zijn boeken de volgende thema’s centraal: verbeelding, verheerlijking van de werkelijkheid tot ideaalbeeld, zwerflust, noodlot en romantisch verlangen. Hij creëert in zijn boeken meestal een droomwereld, wat in dit boek niet het geval is.
Drie andere titels
Een zwerver verliefd: over Tamalone, een zwerver, die in het laatmiddeleeuwse Italië rondtrekt. In deze figuur heeft Van Schendel de levenshouding uitgebeeld van iemand die op een mens van vlees en bloed verliefd is, maar die eigenlijk nog meer houdt van het beeld dat hij zich in zijn fantasie van de geliefde gevormd heeft, omdat dit beeld hem tenminste nooit kan teleurstellen.
Een zwerver verdwaald: het vervolg op Een zwerver verliefd.
De wereld een dansfeest: speelt in een sfeer van theaters, dure boeketten en verliefde
ontboezemingen, maar deze roman loopt tenslotte tragisch af.
Fratilamur: een autobiografie.
REACTIES
1 seconde geleden