Het dolfijnenkind door Patrick Lagrou

ALGEMEEN

1. Datum van het leesverslag: Zondag 30 januari 2000.
2. Schrijver van het leesverslag: Kees de Groot klas i3-2.
3. Titel: Het dolfijnenkind.
4. Auteur: Patrick Lagrou.
5. Uitgeverij: Malmberg, Den Bosch.
6. Jaar van 1e uitgave: 1992.
7. Andere boeken van de serie: 1e vervolg "Het monster uit de diepte" en het 2e vervolg "De poorten van ATLANTIS".

DE INHOUD

1. De hoofdpersoon

1. Hoofdpersoon: Marijn Arends
2. Uiterlijk en karakter van de hoofdpersoon uitgesplitst: Marijn is 12 of 13 jaar oud En is rustig van aard niet snel boos, alleen als hij niet serieus genomen wordt. Altijd opgewekt en enthousiast. Hij heeft een goed geheugen en kan goed zwemmen.
3. De hoofdpersoon komt wel/niet overeen met mijzelf: Geen overeenstemming.
4. Moeilijkheden waarmee de hoofdpersoon te maken krijgt: De spullen van zijn vader kreeg een verfamilielid om dat Saskia niet getrouwd is met hem. Waar zijn z'n spullen? Wat is er aan de hand met de vuurtorens?
5. Korte samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen: Marijn mocht niet zwemmen en niet in aanraking met dolfijnen komen. Maar met een school reisje ging hij in het bassin om dat er iets vreemd was. Hij was een soort gehypnotiseerd. Hij ging met de dolfijnen zwemmen en de trainers hadden geen vat meer op de dolfijnen. Hij werd door zijn moeder opgehaald en begon met vragen hoe dat nu kon. Om antwoord op zijn vragen gingen ze de reis maken naar Long Island waar het allemaal begon.

2. Wie zijn de belangrijkste bijfiguren

1. Bijfiguren: Saskia Arens en dolfijnen.
2. Uiterlijk en karakter van de belangrijkste bijfiguur uitgesplitst: Ze stond al meer dan tien jaar alleen voor. Haar familie had haar helemaal alleen gelaten. Eerst leeds ze armoede en ze woonde in een klein dorpje waar iedereen haar verhaal kende. Ze besloot te verhuizen naar een grote stad om opnieuw te beginnen met Marijn.
3. De rol van de belangrijkste bijfiguur: Ze is de moeder van de hoofdpersoon.

DE PLAATS

1. Plaatsen waar het verhaal zich afspeelt: Amerika (Long Island) op een eiland.

DE TIJD

1. Tijd waarin het verhaal zich afspeelt: 1992
2. Bewijzen uit de tekst voor de tijd: Dat staat bij een nieuw hoofdstuk er boven.
3. Tijdsverschil begin van het verhaal en het einde: Tussen juni en augustus.
4. Verklaring van het tijdsverschil: Staat letterlijk bij de hoofdstukken er boven.
5. Bespreek een fragment uit het verhaal: Het droevigste gedeelte.

HET SOORT BOEK

1. Soort boek: Avonturen, want hij maakt veel avonturen mee en zoekt ze op.

DE TITEL

1. Betekenis van de titel: Hij is met dolfijnen opgegroeid maar is het dan een
dolfijnenkind?
2. Mening over de titel (goed gekozen of niet): Goed.
3. Waarom deze mening: Het gaat over het een kind dat is opgegroeid met dolfijnen en ze nemen nog steeds een belangrijke plaats in zijn leven in.
4. Las je het boek door de titel?: Nee, ik vond het er leuk uitzien en wat op de achterkant stond trok mij aan.

HET THEMA

1. Over welk onderwerp ging het boek?: Het boek ging over de zoektocht van Marijn
en zijn moeder, in één woord samengevat: opsporing

MIJN EIGEN MENING

1. Waarom dit boek gekozen?: Dun en het zag er leuk uit en wat er op de achterkant trok mij wel aan.
2. Vindt je het een goed onderwerp voor een verhaal?: Ja.
3. Heb je over hetzelfde onderwerp wel eens meer wat gelezen?: Nee.
4. Kon je je inleven in het verhaal?: Ja.
5. Eigen mening over het boek:
a. somber - droevig - opgewekt - gelukkig gelukkig
b. wel interessant - spannend - weinig interessant - saai spannend
c. humoristisch - niet humoristisch niet humoristisch

a. "Opeens had iedereen elkaar teruggevonden. En nu de dolfijnen teruggekomen waren, was de familie kompleet. Een nieuw verhaal kon beginnen."
b. "Toen hij over het laatste rotsblok kroop en wilde afdalen, verloor hij zijn greep en gleed hij op zijn buik naar beneden."
c. "Maar je vader deed keer op keer lastig. Zo iemand moest uit de weg geruimd worden. En dat hebben we dan ook gedaan."