Gerard Reve – Het boek van violet en dood
1a. Gerard Reve b. Het boek van violet en dood – Amsterdam: Veen, cop. 1996 – 256 pagina’s ; 21 cm. c. autobiografische roman
1. Gerard Reve is in het hele verhaal zelf aan het woord. Er is geen enkel ander moment dat iemand anders aan het woord is. 2. Er komen in dit verhaal behoorlijk veel personen voor. Dit komt omdat Gerard Reve elke keer korte verhaaltjes tussendoor vertelt. De hoofdpersonen die in het “grote verhaal” voorkomen zijn: Gerard Reve, Jeanne (de moeder van Jean-Luc) en Jean-Luc. 3. Er gebeuren in dit verhaal veel verschillende dingen, de dingen die in het hoofdverhaal gebeuren heb ik hieronder op een rijtje gezet. - Gerard Reve ontmoet Jean-Luc en zijn vader en moeder. - Jean-Luc krijgt een ongeluk en belandt in het ziekenhuis. - Het gaat steeds beter met Jean-Luc, hij herstelt goed. - Plotseling overlijdt Jean-Luc. - De begrafenis vindt plaats.
Tussen deze gebeurtenissen door vertelt Gerard Reve erg veel. Waar hij het langst over vertelt dat is de tweede wereldoorlog. Het verhaal daarover vertelt hij tijdens de begrafenis. Op het moment dat de dominee zijn preek houdt. In dat verhaal vertelt hij over een reis naar Friesland. Hij moet met de trein, een boot, een tram en daarna nog met een andere tram reizen. Wat er gebeurt tijdens de reis vertelt hij allemaal. Eerst vertelt hij wat er in de trein gebeurt en daarna wat er in de boot gebeurt enzovoort. Als hij het stuk over de tweede wereldoorlog heeft verteld gaat hij verder met het grote verhaal, soms is het best moeilijk om om te schakelen van een verhaal dat tussendoor wordt vertelt naar het grote verhaal.
4. Deze vraag is niet zo moeilijk om te beantwoorden. Het einde is bijna zoals ik had verwacht. Het einde gaat als volgt: In de kerk wordt de preek afgemaakt. Jean-Luc wordt daarna naar de begraafplaats gereden en daar begraven. Het is wel erg verrassend dat Gerard Reve aankomt bij de begraafplaats en dat sommige mensen al weg gaan van de begraafplaats. Als hij in het graf naar beneden kijkt, ziet hij de kist van Jean-Luc. Toen was het verhaal afgelopen. 5. Het thema dat in het verhaal aan de orde is dat is Jean-Luc. Gerard Reve vertelt hoe hij over Jean-Luc denkt. En het hele verhaal gaat eigenlijk over hem. Het begint met hem en het eindigt met hem. Er worden alleen andere kleinere verhalen tussendoor vertelt. Het is dus een beetje rommelig.
3b.
1. De schrijfstijl is niet gemakkelijk. Er worden soms oude Nederlandse woorden gebruikt en soms worden er te lange zinnen gebruikt. Dit is niet altijd zo, maar soms wel. 2. Dit verhaal speelt zich op heel veel verschillende plaatsen af. Dit komt omdat er allerlei kleinere verhalen vertelt worden. Voorbeelden waar dit verhaal zich afspeelt zijn: in de tuin van Gerard Reve, in de trein, boot en tram. In de kerk, voor de kerk, op een begraafplaats. De tijden in dit verhaal zijn erg verschillend. Er worden verschrikkelijk veel flashbacks gegeven, de grootste flashback gaat over de tweede wereldoorlog. Ook worden er telkens flash-forwards gebruikt, dit doet Gerard Reve om bijvoorbeeld te beschrijven hoe de begrafenis zal gaan lopen. Hij denkt er dan over na. 3. Gerard Reve is de belangrijkste persoon in dit verhaal. Hij vertelt niet zoveel over zichzelf omdat hij terugblikt op een deel van zijn leven. Hij is nu oud geworden en hij vertelt over WO II, de jaren ’60 en de jaren’80. Gerard Reve is homoseksueel. Dat wordt erg duidelijk in zijn verhaal omdat hij telkens een jongen ziet en daar over gaat vertellen. In WO II was Gerard Reve een 19-jarige student, hij studeerde aan de Grafische academie. Gerard Reve was toen niet getrouwd, hij had wel kennissen. Bijvoorbeeld de vader en moeder van Jean-Luc en Jean-Luc zelf. 4. Er zijn erg veel situaties in dit verhaal. Elke keer een andere situatie. Het verhaal begint met een ontmoeting met Jean-Luc en het verhaal eindigt met de begrafenis van Jean-Luc. 5. Dit verhaal is een ik-verhaal. Gerard Reve is de enige die aan het woord is en hij vertelt alles over zichzelf, zijn gedachten en over andere personen.
4.
1. Verhaalelementen met een positieve werking in dit verhaal zijn: diepzinnig en veelbetekenend. 2. De passage over de begrafenis spreekt mij het meest aan. Er wordt namelijk van te voren heel veel verteld. Langzaam wordt er naar de begrafenis toegewerkt, dit vind ik apart. Op die manier wordt het ook een beetje spannend en wordt je nieuwsgierig hoe de begrafenis zal verlopen. 3. Verhaalelementen met een positieve werking in dit verhaal zijn: zinloos en saai. Soms zit de schrijver dingen te vertellen die ik erg zinloos vond, hierdoor werd het verhaal saai. Als ik iets zinloos vind dan wordt het natuurlijk automatisch saai. 4. Nee, ik ken geen ander boek of een film waarmee je dit verhaal zou kunnen vergelijken. 5. Ik vind de situaties niet herkenbaar. 6. Het taalgebruik is soms erg ingewikkeld, lange zinnen en moeilijke woorden. 7. Moeilijk boek, omdat het taalgebruik moeilijk is en het verhaal is moeilijk om te volgen omdat er meerdere verhalen door elkaar lopen. Ook is het boek saai en er veel te weinig spanning in. 8. Nee, ik vond dit boek echt leuk. Ik zou alleen maar leuke boeken aanraden. Het boek is te saai, daardoor heb je steeds minder zin om het te lezen.
REACTIES
1 seconde geleden