Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 5184 woorden
  • 23 maart 2003
  • 3373 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
3373 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Complete titelbeschrijving

Titel: Het Bittere Kruid, een kleine kroniek
Naam van de auteur: Marga Minco
Plaats en jaar van uitgave: Wolters-Noordhoff, Groningen 2001
Druk: onbekend
Jaar van eerste uitgave: 1957

Tekstbeleving
Eerste persoonlijke reactie
Net zoals bij alle andere boeken die de oorlogstijd beschrijven, was mijn eerste reactie op dit boek wederom geschokt. Het vertelt het verhaal van een Joods meisje en alle verschrikkingen die zij doorstaat. In dit boek wordt niet uitgebreid ingegaan op gevoelens, maar toch is het een aangrijpend verhaal. Het gedeelte waarin verteld wordt over de ouders die worden opgepakt en dat de ik-persoon nog net ontsnappen kan is daar een goed voorbeeld van. Gedurende het boek verliest de hoofdpersoon steeds meer mensen (beginnend met Bettie) en er blijft uiteindelijk alleen haar tante over, die totaal geen Joods bloed door haar aderen heeft stromen. Dat vormt dan uiteindelijk ook meteen de ironie van het boek; elke persoon van Joodse afkomst sterft en alleen de hoofdpersoon blijft over. Dat is natuurlijk ook een goede afspiegeling van de werkelijkheid. Er waren nou eenmaal vele Joodse mensen wiens gehele familie afgemaakt was tijdens de oorlog.

Uitgewerkte persoonlijk reactie
Onderwerp
Het onderwerp van dit boek is een familie in de Tweede Wereldoorlog. Naar verloop van tijd worden steeds meer familieleden van de hoofdpersoon vermoord. Het onderwerp is zeker niet origineel, maar het neemt wel enige spanning met zich mee. Spanning of de hoofdpersoon en haar familie opgepakt worden of niet bijvoorbeeld. Zulke boeken zetten mij ook altijd aan het denken; hoe mensen met veel invloed zoiets kunnen veroorzaken. Duizenden mensen zijn afgeslacht dankzij de zieke geest van Hitler. Er zijn natuurlijk vele films gemaakt en boeken geschreven over de Tweede Wereldoorlog. Marga Minco zelf heeft ook vele boeken geschreven over het onderwerp oorlog, omdat zij het zelf heeft meegemaakt als klein meisje. Zij heeft als het ware haar woede en onbegrip van zich af willen schrijven door middel van dit boek.

Gebeurtenissen In dit boek ligt de nadruk duidelijk op de gebeurtenissen en zeker niet op de gevoelens. De hoofdpersoon heeft in het verleden nooit haar gevoelens kunnen delen met leeftijdgenoten omdat zij anders (Joods) was en haar ouders wilden niets horen van discriminatie. De gebeurtenissen bepalen hier ook het gehele boek. De dood van al haar familieleden beïnvloeden de hoofdpersoon voor de rest van haar leven. Het verhaal is chronologisch opgebouwd en dus zijn de gebeurtenissen logisch met elkaar verbonden. Aangezien er vele bronnen bestaan over de Tweede Wereldoorlog weet ik dat de gebeurtenissen echt gebeurd (kunnen) zijn. Het arresteren van Joden is een tijd lang de normaalste zaak van de wereld geweest in Nederland. Wat ik heel goed vond van het boek, was dat het van begin tot eind bleef boeien. De gebeurtenissen waren soms voorspelbaar, maar toch elke keer werd ik er weer door verrast.

Bouw Het verhaal komt snel op gang. Het begint met een familie die terugkeert naar hun woonplaats, nadat ze geëvacueerd waren in verband met de oorlog. Vanaf dat moment rijgen de gebeurtenissen zich in hoge vaart aan elkaar aan. Het voordeel is dat er maar één verhaallijn is wat er voor zorgt dat het verhaal de hele tijd makkelijk te volgen blijft. Kritische spanning is nauwelijks te vinden in dit boek. Wel zijn er de terugkerende motieven, maar haast geen flashbacks en prospectieve momenten. Van wisselend perspectief is al helemaal geen sprake. Het perspectief blijft gedurende het hele verhaal bij de ik-persoon. In het boek zijn wel vele verspringingen en korte scènes.

Figuren Slechts één personage ging echt voor me leven en dat was het personage van de hoofdpersoon. Van haar krijgt de lezer af en toe gedachten en gevoelens door, maar van de overige personages helemaal niet. Van elk overig personage wordt namelijk slechts één karaktertrek vluchtig beschreven. Van de hoofdpersoon krijg je echter haar hele levensloop mee. Ik denk dat het in dit boek juist de bedoeling was om de karaktereigenschappen zelf in te vullen Dat blijkt uit de enkele karaktereigenschap die gegeven wordt van de bijfiguren. Bij de Duitsers zegt Marga Minco echter wel dat ze net tinnen soldaatjes zijn, wat mijn beeld van Duitse soldaten slechts bevestigde. In het boek zijn wel alle beslissingen begrijpbaar. Dat een Joodse man er alles aan doet om niet naar een werkkamp te gaan bijvoorbeeld. Of dat de hoofdpersoon na de arrestatie van haar ouders naar die mensen gaat waar ze de beste band mee heeft en daar dan ook alles voor over heeft.

Stijl Het taalgebruik in dit boek was in het algemeen zeer makkelijk te begrijpen. Er stonden wel enige moeilijke, uit het joods afkomstige woorden in, maar daarvan kon je achter in het boek de betekenis opzoeken. Het verhaal is eigenlijk totaal niet beeldend geschreven. Nergens staan er beschrijvingen van personen of omgeving. De afwisseling tussen dialoog en actie was de enige vorm van afwisseling. Er kwam haast geen gedachte en nog minder beschrijving in het boek voor. De afwisseling tussen dialoog en actie vond ik echter wel goed; er werd niet te lang bij de dingen stilgestaan wat zorgde voor een snelle afwisseling. Aangezien men niet te lang stilstond bij de gebeurtenissen heeft het verhaal een kort en bondig karakter.

Tekstbestudering
Samenvatting
Het verhaal begint in 1939 als de Duitsers Nederland binnenvallen. De vrouwelijke ik-persoon komt met haar ouders in Breda terug. Ze waren net tijdelijk geëvacueerd vanwege de inval. Haar vader vindt niet nodig dat ze onderduiken, ook al is haar familie Joods. De ik-persoon denkt echter terug aan de tijd toen ze jonger was en denkt aan hoe ze toen al gepest werd omdat ze van Joodse afkomst was. De ik-persoon wordt ziek en tegelijkertijd verhuist de familie naar Amersfoort, waar al haar broer en diens vrouw Lotte wonen. Op een dag komt vader thuis met sterren die alle Joden dragen moeten. Ze zijn allen blij met deze gebeurtenis. Het blijft echter niet bij alleen sterren; vader en Dave krijgen een oproep voor een werkkamp. Ze gaan niet, omdat vader een huidaandoening heeft en Dave net doet alsof hij een ziekte heeft door iets te gebruiken dat in een vreemd flesje zit. Op een gegeven moment komt het buurmeisje, die niet Joods is, van de ik-persoon langs en zegt dat ze een aantal spullen van de ik-persoon mooi vindt. Die antwoordt daarop dat het buurmeisje ze mee kan nemen, omdat zij er waarschijnlijk toch geen gebruik meer van kan maken. Nog steeds duiken ze echter niet onder, ondanks alle razzia’s die plaatsvinden, waar zelfs de zus van de ik-persoon bij opgepakt wordt. Weer komt er een oproep, maar nu voor allen. De ik-persoon, Dave en Lotte komen er onderuit met behulp van de dokter, die de ik-persoon en Dave nog steeds ziek verklaart, hoewel ze dat eigenlijk niet zijn. Lotte mag dan blijven om hen te verzorgen. Vader en moeder moeten wel weg. Zij gaan naar een getto in Amsterdam. Op een dag besluit de ik-persoon om haar ouders op te gaan zoeken in Amsterdam ook al was dat in die tijd levensgevaarlijk geworden voor Joodse mensen. In Amsterdam aangekomen besluit ze daar een tijdje te blijven. Tijdens haar bezoek komt er echter een inval in haar ouderlijk huis. Haar ouders worden opgepakt, de ik-figuur niet omdat ze nog net door de achterdeur kon ontsnappen. Helaas hangt haar jas dan nog in het huis met daarin haar identiteitspas. Daardoor weten de Duitsers alles van haar wat ze weten moeten en is de ik-figuur haar leven dus niet meer zeker. Ze laat nu haar haar verven en ondergaat als het ware een metamorfose. Dan besluit om naar Dave en Lotte te gaan. Weer gaat ze met de trein, nu naar Utrecht. Lotte en Dave worden echter opgepakt op het station en de ik-persoon is nu dus nog in haar eentje over. Ze gaat maar weer naar Amsterdam en daar helpt Wout haar een onderduikadres te vinden. Gedurende het einde van de oorlog wisselde de ik-persoon nog een aantal keren van onderduikadres. Na de oorlog besluit de ik-persoon haar en oom en tante op te zoeken in Zeist (Die oom en tante zijn tijdens de oorlog niet opgepakt omdat da familie van haar tante niet-joods is). Daar ziet ze haar oom bij de tramhalte staan en ze is dus blij dat hij haar opwacht (Dat doet hij echter niet alleen op die dag, maar op elke dag van de week). Tenslotte gaat ook die oom nog dood.

Analyse en interpretatie
Uiterlijk
(De versie van dit boek die ik gelezen heb is de Penta Pocket) Op de voorkant van dit boek is een deur te zien die wijd openstaat. De foto is van laag genomen, wat doet denken aan het beeld van een klein meisje; het slaat dus op de hoofdpersoon die een deur uitkijkt. Het heeft ook te maken met het feit dat de ik-persoon allerlei huizen van binnen heeft gezien en nergens lang is gebleven. Op de achterkant staat precies hetzelfde en staat ook een stukje tekst, wat de korte samenvatting is. Het verhaal begint op bladzijde 7 en eindigt op bladzijde 72. Er zit echter ook nog een epiloog achter van 4 pagina\'s. Tenslotte is er ook nog een inhoudsopgave achter in het boek. Het verhaal bestaat uit 21 hoofdstukken.

Titel- en ondertitelverklaring De titel van het boek is ‘Het bittere kruid’. De titel heeft meerdere betekenissen. Allereerst gaat het over het eten. Het gebruik maken van bittere kruiden voor de maaltijd is een typisch Joods gebruik. Er wordt namelijk mee teruggedacht aan de bevrijding uit Egypte. Ook gaat het over de bittere smaak die de oorlog heeft achtergelaten, omdat de hele familie van de hoofdpersoon dood gaat. Een hoofdstuk in het boek heeft ook de titel ‘Het bittere kruid’. De ondertitel van dit boek is “Een kleine kroniek”. Voordat ik dat kan verklaren, moet ik er eerst achter komen wat een kroniek is. De precieze betekenis is: Verhaal dat op zich zelf staande feiten vermeldt in chronologische orde. Het is nu dus duidelijk voor mij waarom dit boek als ondertitel “Een kleine kroniek heeft: de feiten zijn allemaal gebeurtenissen uit het verleden waar nooit meer iets aan veranderen zal en zoals ik al eerder gezegd heb zijn er (bijna) geen flashbacks en vooruitblikkende momenten. Het kleine staat er natuurlijk omdat het boek slechts 72 pagina’s telt.

Motto Het motto van dit boek staat beschreven op de vijfde pagina en is:

Er rijdt door mijn hoofd een trein
vol joden, ik leg het verleden
als een wissel om

Geschreven door Bert Voeten. Het motto valt makkelijk te verklaren. De hoofdpersoon probeert haar verleden vol rassenhaat jegens haar omdat zij joods is te vergeten. Zij legt dus als het ware een wissel om, om de trein vol joden over een ander spoor, dat in ieder geval niet naar haar leidt, weg te laten gaan.

Structuur en spanning Er komt een hoop spanning in het verhaal doordat gedurende het hele verhaal er spannende vragen in je hoofd zitten. In het begin is dat de vraag of de familie van de ik-persoon opgepakt wordt of dat ze uit de handen van de Duitsers kunnen blijven. Op het moment dat haar ouders opgepakt zijn, ontstaat de vraag of de ik-persoon zelf opgepakt wordt of niet. Ook wordt er spanning opgebouwd doordat sommige scènes heel uitvoerig beschreven worden. Op het moment dat de familie van de ik-persoon wordt opgepakt, beschrijft Marga Minco eerst de omgeving en uiteindelijk ook nog het moment dat Marga ontsnapt. Het verhaal bleef eigenlijk gewoon spannend door de voorafgaande twee vragen. Het einde valt eigenlijk een beetje tegen; de ik-persoon blijft gewoon leven en er wordt verder niets gezegd over haar gevoelens en gedachten over haar toekomstige leven.

Tijd Het verhaal loopt van het begin van de oorlog tot een tijdje na de oorlog. Het verhaal wordt verder chronologisch verteld met slechts zelden een terugblik. Die flashback stelt dan in feite ook niets voor, omdat de ik-persoon bijvoorbeeld alleen even terugdenkt aan hoe ze vroeger al met de nek werd aangekeken omdat ze Joods was. Dan beschrijft ze daar ook nog heel kort haar gevoelens bij, maar het is niet belangrijk voor het verhaal. Wel zitten er noemenswaardige tijdsprongen in het verhaal. Op het einde van het echte boek is het ergens tijdens de oorlog (bijvoorbeeld 1943) en het volgende stuk dat je dan leest, is de epiloog waarin de ik-persoon zich ineens na de oorlog bevindt. Over die epiloog wil ik het nog even hebben. In die epiloog gebeurt namelijk helemaal niets. Bij mij rees dus de vraag: Waarom die lege epiloog? Ik denk dat die epiloog er is om aan te geven dat het leven van de ik-persoon nu ook leeg is. Al haar familieleden waar ze om gaf zijn er niet meer. Ze heeft nog wel familieleden (haar oom en tante), maar daar heeft ze alleen maar lege gesprekken mee. Ze heeft nu dus alleen nog maar een leeg bestaan over.

Ruimte Het verhaal begint in Breda in het ouderlijk huis van de ik-persoon. Dan verhuizen na geruime tijd naar Amersfoort, waar het huis van Dave en Lotte staat. Vervolgens gaat de ik-persoon nog naar Amsterdam (waar haar ouders na verloop van tijd terechtkomen), Utrecht (waar ze naar het centraal station gaat om Dave en Lotte te ontmoeten), er zijn nog enige onderduikadressen waar ze enige tijd doorbrengt (bijvoorbeeld Heemstede) en tenslotte speelt het verhaal zich nog af in Zeist, waar de oom en tante van de ik-persoon wonen.

Figuren De hoofdpersoon is de ik-figuur en blijft voor de lezer naamloos. Het is redelijk makkelijk je in haar te verplaatsen. Ze is een Joods meisje en is eigenlijk voortdurend op de vlucht voor de Duitsers. In het begin van het boek was ze dat nog niet, dus zie je ook een leerproces ontstaan, waardoor je het gevoel krijgt dat je haar ziet opgroeien en haar ook echt leert kennen. De ik-persoon moet de schrijfster van dit boek voorstellen: Marga Minco. Vader en Moeder blijven allebei een beetje op de achtergrond gedrukt. Ze worden tijdens het verhaal wel meerdere malen genoemd, maar de lezer krijgt geen goed beeld van haar ouders. Vader wordt nog het duidelijkst beschreven, omdat je van hem te horen krijgt dat hij geen angst heeft voor de toekomst en voor de Duitsers. Hij is optimistisch ingesteld. Van de moeder krijgt de lezer alleen te weten dat ze bezorgd is als een normale moeder. Zij wordt verder niet beschreven. Dave en Lotte: Dave is de broer van de ik-persoon en Lotte is diens vrouw. Van Dave krijg je alleen te weten dat hij dapper is, omdat hij weigert naar een werkkamp te gaan. Lotte is net zoals moeder bezorgd over de ik-persoon en Dave, maar ook zij is verder niet belangrijk voor het verhaal.

Vertelwijze en perspectief Het perspectief ligt gedurende het hele boek bij de ik-persoon. Daardoor krijg je een goed idee over hoe de ik-persoon denkt en hoe dat ze voelt. Je ziet haar als het ware opgroeien tijdens het boek. Doordat het perspectief gedurende het hele boek bij de ik-figuur ligt, krijgt de lezer van alle andere personages totaal geen beeld. Het is niet mogelijk je een beeld te vormen van vader, moeder, Dave of Lotte omdat slecht één van hun karaktereigenschappen beschreven wordt en dat lijkt ook te gebeuren omdat het moet.

Thema en motieven Het thema van dit boek is heel duidelijk en komt ook vaak aan bod tijdens het lezen. Het thema is namelijk problemen van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog en ook de angsten die daarbij ontstaan. Ook is nog belangrijk dat alles wat de Joden meemaken ook nog nawerkingen heeft na afloop van de oorlog. De ik-persoon sleept zich dan wel door de oorlog heen en komt er levend uit, ze is tijdens de oorlog wel al haar familieleden kwijtgeraakt. Iedereen die iets voor haar betekende is vermoord door de Duisters tijdens de oorlog. Zij mag dan nog wel in leven zijn, ze zal haar hele leven lang nog verdriet en pijn hebben vanwege het verliezen van haar familie zonder enige goede reden. Er zijn natuurlijk ook nog een aantal motieven. Het eerste motief dat heel duidelijk is, is natuurlijk oorlog. Het verhaal speelt zich in de oorlog af, wat er voor zorgt dat je als lezer er steeds aan wordt herinnerd. Tijdens deze oorlog gebeuren ook de belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de ik-persoon. Dood is het logische tweede motief. Iedereen om de hoofdpersoon heen gaat namelijk dood. Iedereen van wie de ik-figuur hield, werd opgepakt door de Duitsers en vervolgens vermoord. Ook dat blijf je het hele verhaal merken. Verboden die vaak terugkomen is een ander belangrijk motief. De ik-persoon haalt enkele keren alle verboden aan die voor joden gelden. Ze vindt dat oneerlijk en gaat er ook tegenin, door illegaal met de trein te reizen. Ook is er nog het motief van angst. Het hele leven van de ik-persoon draait op een gegeven moment nog om angst. Angst om opgepakt te worden en angst om haar geliefden te verliezen. Door deze angst is dit Joods meisje gewoon beroofd van haar vrijheid. Dit zijn allemaal motieven om het thema te versterken. Deze motieven zijn eigenlijk ook allemaal al in het thema opgenomen. Tastbare motieven zijn bijvoorbeeld de sterren waar vader mee aankomt zetten. Het zijn de beruchte Jodensterren. Elke jood moet er één dragen om te laten zien dat hij/zij van joodse afkomst is. De sterren worden bij het gezin echter zeer vrolijk ontvangen. Ze willen hem het liefst zo snel mogelijk op hun jassen dragen. Hier is het dus nog een motief dat tot vreugde leidt; later verandert dat. De hoofdpersoon komt er achter dat die ster haar leven in gevaar brengt en haar familieleden heeft vermoord. Een ander motief is de gedekte tafel. Volgens mij zegt de gedekte tafel iets over de joden. Vele joden vinden familie heel belangrijk en dus ook de gebeurtenissen die het familiegevoel benadrukken zoals eten. Dat doen ze met het hele gezin tezamen. Ook is het zo dat het buiten het huis voor de joden natuurlijk één groot zootje is. Nergens zijn ze welkom. Maar thuis is er toch altijd die gedekte tafel die dus wil uitdrukken dat je daar wel altijd welkom bent. Tenslotte wil ik ook nog even de rode kampeerbekers noemen. Dave zet de pas gekochte rode kampeerbekers omgekeerd op het tuinhek. Je zou zeggen dat daar geen diepere betekenis achter zit, maar dat Dave gewoon een beetje vreemd is. Er zit echter wel een diepere betekenis achter en ik vind hem zelf wel heel diep. Die rode bekers refereren aan een gebeurtenis uit de bijbel. In Exodus 11-14 uit het Oude Testament staat het verhaal van Mozes die in Egypte de Israëlieten wil bevrijden van de Farao die hen daar vasthoudt. God zei toen tegen Mozes dat alle Israëlieten een lam moesten slachten en het bloed van dat schaap aan hun deurklinken smeren. God zou dan bij alle huizen langs gaan en daar waar geen bloed aan de deur zat, zou Hij de oudste zoon wegnemen; de oudste zoon van mensen, van honden, van alle vee kortom van alles en iedereen.

Stijl De stijl van dit boek is erg simpel. Je begint met lezen en alles wat je leest, gebeurt gewoon. Ook wordt in het boek gelukkig geen moeilijke woorden gebruikt. Wel worden er namen van Joodse gebruiken en spulletjes gebruikt, maar die kun je terugzoeken in de woordenlijst achter in het boek.

Achtergrondinformatie over schrijver en werk
Biografie
Marga Minco heeft de volgende boeken geschreven: 1955 De verdwenen ambtsketen televisiespel voor kinderen
1957 Het bittere kruid. Een kleine kroniek roman
1959 De andere kant. Verhalen
1963 Kijk \'ns in de la kinderboek
1965 Het huis hiernaast novelle; in 1966 ingepast in Een leeg huis
1965 Terugkeer novelle
1966 Een leeg huis roman
1968 De trapeze kinderverhalen, met gedichten van Mies Bouhuys
1970 De dag, dat mijn zuster trouwde novelle
1970 De hutkoffer televisiespel
1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren
1975 Daniël de Barrios televisiespel
1975 Je mag van geluk spreken verhalen
1982 Verzamelde verhalen 1951-1981
1983 De val roman
1986 De glazen brug Boekenweekgeschenk
1991 De zon is maar een zeepbel droomverslagen
1994 De verdwenen bladzij verhalenbundel voor kinderen
1997 Nagelaten dagen roman
1998 Door het land roman

Achtergrondinformatie over schrijver Marga Minco werd als Sara Minco (sommige bronnen spreken ten onrechte van Menco) op 31 maart 1920 geboren in het Brabantse Ginneken. Haar vader, een vertegenwoordiger, was afkomstig uit een orthodox-joods gezin, haar moeder, afkomstig uit Groningen, was liberaler in haar opvattingen. Sara die al gauw Selma genoemd werd, was de jongste van drie kinderen. Artistieke ontwikkeling werd in het gezin gestimuleerd: Minco\'s vader speelde toneel, haar broer Dave deed aan cabaret en speelde in de schoolband en haar één jaar oudere zusje Bettie schilderde. Na haar schoolopleiding kwam Selma in 1938 bij de Bredasche Courant te werken: \'Ik leerde alles, ik moest overal naar toe, naar een brand, een postzegelverzamelaar, een lezing over de natuur, toneel.\' Tijdens zo\'n toneelvoorstelling ontmoette ze haar latere echtgenoot Bert Voeten, toen journalist bij het concurrerende Dagblad van Noord-Brabant. Gedurende de mobilisatieperiode ging de Bredasche Courant op in het Rotterdamsch Nieuwsblad en reisde Minco heen en weer naar Rotterdam. Nadat de oorlog was uitgebroken, verloor Minco vrijwel direct haar baan omdat de krant geen joodse personeelsleden meer in dienst kon houden. In een interview in De Stem in 1992 zei de schrijfster daarover: \'Ik was de eerste joodse verslaggeefster in Nederland die werd ontslagen. Ik was verbaasd en boos, want het was echt mijn plan om verder te gaan in de journalistiek.\' In het begin van de oorlog verbleef Minco in Assen, Delft en Amsterdam. Ze kreeg een lichte vorm van tbc en kwam daardoor terecht in een ziekenhuis in Utrecht en een sanatorium in Amersfoort. In het najaar van 1942 keerde ze terug naar Amsterdam waar haar ouders inmiddels gedwongen in het \'Judenviertel\' woonden. In april 1943, bijna een jaar nadat haar zus en haar zwager waren opgepakt en gedeporteerd, kwam het dramatische moment dat haar leven zou veranderen: haar ouders werden thuis gearresteerd. Selma wist via de achterdeur te ontkomen. De rest van de oorlog verbleef ze op onderduikadressen. Een van haar schuilnamen was Margaretha (Marga) Faes van Hoorn. Aan de voornaam raakte ze zo gehecht dat ze die later als schrijfster zou blijven gebruiken. Vanaf een onderduikadres in Heemstede zocht ze weer contact met Bert Voeten met wie ze in de zomer van 1944 in Amsterdam ging wonen. In december van dat jaar werd hun dochter Bettie geboren, in augustus 1945 trouwden Minco en Voeten. Na de oorlog bleek Minco, op een broer van haar vader na, de enige overlevende van haar familie te zijn. De problemen die dit met zich meebracht, werden nog vergroot door het gebrek aan interesse en medegevoel van de Nederlanders dat overlevende joden ten deel viel. Ook Minco maakte mee dat ze niet binnengelaten werd bij het gezin dat spullen van haar moeder in bewaring had gekregen. Na een verblijf in Frankrijk in 1947 schreef Minco in de perhe moment dat haar leven zou veranderen: haar ouders werden thuis gearresteerd. Selma wist via de achterdeur te ontkomen. De rest van de oorlog verbleef ze op onderduikadressen. Een van haar schuilnamen was Margaretha (Marga) Faes van Hoorn. Aan de voornaam raakte ze zo gehecht dat ze die later als schrijfster zou blijven gebruiken. Vanaf een onderduikadres in Heemstede zocht ze weer contact met Bert Voeten met wie ze in de zomer van 1944 in Amsterdam ging wonen. In december van dat jaar werd hun dochter Bettie geboren, in augustus 1945 trouwden Minco en Voeten. Na de oorlog bleek Minco, op een broer van haar vader na, de enige overlevende van haar familie te zijn. De problemen die dit met zich meebracht, werden nog vergroot door het gebrek aan interesse en medegevoel van de Nederlanders dat overlevende joden ten deel viel. Ook Minco maakte mee dat ze niet binnengelaten werd bij het gezin dat spullen van haar moeder in bewaring had gekregen. Na een verblijf in Frankrijk in 1947 schreef Minco in de per periode 1950-1954 verhalen voor het satirisch tijdschrift Mandril, het Haarlems Dagblad en Het Parool. In 1956 werd haar tweede dochter, Jessica, geboren. In 1985 kwam Marga Minco in het nieuws doordat zij bezwaar maakte tegen de wijze waarop haar boek \'Het bittere kruid\' door Kees van Oostrum was verfilmd. De hoofdpersoon in de film staat namelijk op vriendschappelijke voet met een NSB-gezin waarvan de kinderen bij de Jeugdstorm zijn. Ze spande een proces aan en kreeg het recht voorafgaand aan de film een verklaring op te nemen waarin ze afstand neemt van het product van de regisseur. Na de dood van haar echtgenoot in 1992 ging Minco bij haar dochter in Amsterdam wonen. Lezingen geven op scholen over haar werk en haar ervaringen, doet ze niet meer: \'Ik vind dat ik genoeg gedaan heb.\'

Secundaire literatuur over het boek

“Een schrijnende kroniek: Marga Minco’s “Bittere kruid”, van Ed. Hoornik in Elsevier
Hoornik’s recensie komt er eigenlijk op neer dat hij “Het Bittere Kruid” gewoon een goed boek vindt. Hij zegt dat Marga Minco het verhaal vertelt van alledaagse mensen die totaal geen idee hebben van wat er allemaal om hen heen gebeurt. Zij denken de gehele tijd dat wat er op de wereld gebeurt, hen nooit zal overkomen. Zij zullen nooit opgepakt worden door de Duitsers tijdens één van de vele razzia’s. Maar het blijkt dat dat dan toch gebeurt en dat het dus allemaal niet zo ver van hun bed was als ze gedacht hadden. Na dit gelezen te hebben denk ik dat Hoornik de spijker op zijn kop slaat. Hij vindt ook dat het drama dat zich in het verleden heeft afgespeeld (de Joden die door de Duitsers gewoon afgeslacht zijn) niet geheel te bevatten valt, maar dat dit boek een goede poging heeft gewaagd door de geschiedenis toe te lichten aan de hand van simpele personen. Wederom ben ik het volledig met hem eens. Al met al vind ik dus gewoon dat deze man met het ophemelen van dit boek geheel gelijk heeft.

“Het bitter kruid”, van C.J. Kelk in De Groene Amsterdammer
Deze recensent zegt min of meer hetzelfde als Hoornik. Ook hij prijst het boek de hemel in. Wat hij echter in zijn recensie doet, is meer gebruik maken van citaten uit het boek. Dat lezende deed mij weer terugdenken aan het boek. Ook hij heeft het over vader die zegt dat de familie niet onder hoeft te duiken en dat alle razzia’s en dergelijke ver van hun deur zijn, maar dat is dus niet zo. In zijn recensie haalt hij ook het stukje aan, waarin de ik-persoon de deur uitgaat en daar op straat niets ziet dan een hond. Deze recensent deed mij ook terugdenken aan de zin waarin vader zegt dat ze een huisje krijgen in de mooie straat: De Sarphatistraat. Toen ik dat las, dacht ik weer terug aan “De Uitvreter”, waar het verhaal begint met de zin dat iemand die de Sarphatistraat de mooiste straat ter wereld vond gewoon gek is. Op het einde zegt deze recensent ook dat dit boek niet genoeg te loven valt vanwege de eenvoud, de soberheid en de reine gemoedsgesteldheid. Ook met deze recensent ben ik het dus volledig eens.

Onderzoeksopdracht

Voor mijn onderzoeksopdracht ga ik dit keer eens gebruik maken van de bijbel. Ik ga u namelijk het volledige verhaal vertellen van Mozes en de uittocht vanuit Egypte. De link met ‘Het Bittere Kruid, een kleine kroniek’ is, wat ik al eerder genoemd heb, de rode kampeerbekers die Dave omgekeerd op het tuinhek plaats. Het verhaal van de uittocht van de Israëlieten is genaamd ‘Exodus’, wat letterlijk uittocht betekent. Het begon allemaal met de farao van Egypte die de Israëlieten onderdrukte. De Israëlieten deden al het zware werk, ze waren eigenlijk de slaven van de Egyptenaren, in Egypte. Deze farao kwam aan de macht nadat Jozef en zijn nagezaten waren gestorven. Onder Jozef en diens familie had het Israëlische volk in Egypte een tijd van bloei meegemaakt. Door die bloeiperiode waren de Israëlieten al een grotere bevolkingsgroep dan de Egyptenaren zelf. De farao zorgde er dus voor dat de Israëlieten niet een ander land zouden gaan zoeken om zich te vestigen en nooit in opstand zouden komen door een aantal slavendrijvers aan te stellen. Hier is natuurlijk al een link met de tweede wereldoorlog. De joden vormden een groot deel van de Duitse bevolking en aangezien het slecht ging met de Duitse economie had Hitler de kans, net zo als de farao uit de Exodus, om aan de macht te komen. Op een gegeven moment was de farao zo bang dat de talrijke Israëlieten in opstand zouden komen, dat hij de Egyptenaren opdroeg alle kinderen die bij de Israëlieten geboren werden in de Nijl te gooien. Na een tijdje komt Mozes in het verhaal voor. Hij gaat naar de farao en vraagt hem de Israëlieten vrij te laten zodat ze zich ergens anders zouden kunnen vestigen. De farao ging er echter niet op in, waarop Jaweh (de God van de Israëlieten) besloot Egypte gebukt te laten gaan onder tien plagen. De eerste negen waren natuurlijk al erg voor het volk, maar de tiende was degene die de farao deed zwichten en waar de echte link tussen Het Bittere Kruid en de Exodus gelegd wordt. Allereerst de eerste negen plagen die ik even op zal noemen in chronologische volgorde: de Nijl die in bloed verandert, de plaag van de kikvorsen, de plaag van de muggen, de plaag van de horzels, de plaag van de veepest, de plaag van de builenpest, de plaag van de hagel, de plaag van de sprinkhanen en de plaag van de duisternis. Bij al deze plagen kun je je ook wel een duidelijke voorstelling maken natuurlijk. De tiende plaag was dus echter degene die de farao van zijn mening deed veranderen. Jaweh zei toen tegen Mozes dat Hij nog één plaag over de farao en Egypte zou brengen. Jaweh zou die avond door Egypte trekken. Alle eerstgeborenen in Egypte (van de eerstgeborene van de farao af, tot de eerstgeborene van de slavin) zouden sterven. Tevens zou Jaweh de eerstgeborene van het vee afnemen. Daarna zei Hij dat geen hond tegen Israëls kinderen zou blaffen opdat iedereen mag weten dat Jaweh onderscheid maakt tussen Egyptenaren en Israëlieten. Dan rijst de vraag hoe Hij dat zou gaan doen. Hier komen we bij de ‘clue’ van dit stukje tekst. Jaweh droeg Mozes op aan alle Israëlieten te vertellen die avond een schaap te slachten en dat mat z’n allen op te eten. Maar voor het eten moeten ze het bloed van het schaap aan de deur smeren. Jaweh weet dan welk huis van een Israëliet zou zijn (daar waar bloed aan de deur zit) en welk huis van een Egyptenaar (daar waar geen bloed aan de deur zit). Dat is ook de overeenkomst. Dave plaats die bekers (onbewust) op het tuinhek in de hoop dat de Duitsers hun huis over zullen slaan en dat zijn gezin dus gespaard wordt van de toorn van Hitler. En dat is precies wat er in het verhaal van de Exodus gebeurt.

REACTIES

S.

S.

DE WAARDERING IS ERG SLECHT, WANT DE SAMENVATTING KLOPT QUA TAALCORRECTHEID TOTAAL ECHT NIET!

17 jaar geleden

D.

D.

totaal echt niet is ook niet echt goed Nederlands ff dat je het weet, en je hoeft niet zo aandacht te vragen met ja Caps.

8 jaar geleden

H.

H.

slecht slecht slecht

21 jaar geleden

K.

K.

Geen commentaar Perfect boekverslag Mij heb je ook geholpen DAnkjoe wel

20 jaar geleden

M.

M.

heel mooi verslag, misschien ben je al vanschool af, maar wel heel erg mooi.

20 jaar geleden

M.

M.

heey man vet goede samenvatting heb er super veel aan gehad!!!!!!!!!!
dit wordt een goed cijfer
doeii

19 jaar geleden

F.

F.

He badankt voor het uitreksel he! Ik kan h'm goed gebruiken voor mijn mondeling tentamen! Groetjes Florentine

19 jaar geleden

H.

H.

dankuuu!

14 jaar geleden

J.

J.

@ Suzanne
Gelukkig ben jij niet de aangewezen persoon om dit te melden, aangezien jij een foutieve tautologie in dat kleine stukje tekst van jou hebt staan.

14 jaar geleden

T.

T.

dankje wel voor de samenvatting. nu halen we tenminste een voldoende op nl :P mvg sjoerd en atze

13 jaar geleden

J.

J.

@JayZ Gelukkig gebruik jij een pleonasme!
Een tautologie is altijd foutief.
Heb jij jouw huiswerk wel goed bijgehouden?

13 jaar geleden

V.

V.

@Jap
-.-

wat een leuke Nederlandse grapjes maken we hier weer :o

@ On topic, mooi boekverslag ;)
Wel jammer van die ene historische fout

13 jaar geleden

J.

J.

thnx, is nu veel duidelijker!!

13 jaar geleden

B.

B.

achter in het boek schrijft zij ook nog dat ze alles heeft opgeschreven hoe het was... dat is dus die kroniek he....
bedankt, heb nu een mooi overzicht van het boek gekregen

13 jaar geleden

U.

U.

had je werkelijk niet door dat de schrijver het verhaal in de vorm van een autobiografie schreef? de hoofdpersoon wordt inderdaad niet letterlijk genoemd, maar het is gewoon de schrijver zelf: Marga Minco.

13 jaar geleden

F.

F.

OMG echt super boekverslag! :)

13 jaar geleden

K.

K.

Netjes geschreven! Mooi verslag.

12 jaar geleden

P.

P.

@uriel
Jaspertjew heeft wel gelijk in zijn verslag. Marga Minco was tijdens de oorlog 20 jaar oud dus de ik persoon kan Marga Minco helemaal niet zijn!

12 jaar geleden

L.

L.

PWNED!@, idd de hoofdpersoon is niet Marga Minco zelf, maar Marga heeft zelf de oorlog ook meegemaakt. De dingen die de Ik- persoon uit het Bittere Kruid meemaakt zijn geïnspereerd uit Marga's eigen leven, detail in het boek zijn veranderd. Je kunt daarom eigelijk zeggen dat de helft Marga Minco is.

Het is een heel mooi en goed verslag, je hebt er veel tijd aan besteed!!!!!

11 jaar geleden

I.

I.

Mooi boek verslag!

11 jaar geleden

H.

H.

@PWNED!@ Ze was 20 toen de oorlog was. ze is in 1920 geboren he ;)

11 jaar geleden

Z.

Z.

Hey ik heb een vraag: kloppen de motieven 'hand' en 'open deur'? ik dacht dat van die hand door het motto en Bettie die ze geen hand kon toereiken en open deur dacht ik van de deuren die openstaan op Seideravond, de open deur die ze een schuilplaats bied en de deuren die openstaan omdat de Duitsers de mensen die er woonden weggevoerd hebben.

11 jaar geleden

I.

I.

goed, hopelijk een goed cijfer voor nl halen

11 jaar geleden

M.

M.

Super goed boekverslag! Het heeft me zeker verder geholpen.

10 jaar geleden

L.

L.

kei skon, hier hedde wa aan!

10 jaar geleden

R.

R.

Wauw, supermooi boekverslag! Misschien grammaticaal geen 10, maar daar hoeft niet iedereen hierboven zo negatief over te doen... Een dikke 9 voor je verslag! :)

10 jaar geleden

A.

A.

Dit is inderdaad een autobiografisch boek, dit heeft Marga Minco zelf toegegeven. Maar het boek begint met: "Het begon toen ... ", dus de ik-persoon was geen 20. Ze vertelt over de oorlog alsof ze het op dat moment meemaakt.

10 jaar geleden

K.

K.

Dit boekverslag is trouwens een slap aftreksel van wikipedia. sommige delen letterlijk gekopieerd

9 jaar geleden

B.

B.

Goed nice

8 jaar geleden

M.

M.

zeer handig verslag, maar ik denk toch dat de samenvating iets meer mocht uitleggen over het boek met als voorbeeld het einde want hoe stierf de oom?

8 jaar geleden

T.

T.

Top verslag, alleen werd Nederland niet in 1940 binnengevallen?

6 jaar geleden

R.

R.

Uhhh haar oom overlijd uiteindelijk ...? Dus in het epiloog is ze helemaal alleen ja maar ze heeft geen oom meer zoals hier wordt gezegd.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"