Hel en hemel van Dachau door J. Overduin

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Hel en hemel van Dachau
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 1790 woorden
  • 10 mei 2005
  • 88 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
88 keer beoordeeld

Boekcover Hel en hemel van Dachau
Shadow
Hel en hemel van Dachau door J. Overduin
Shadow

Zakelijke gegevens

1a. Auteur: ds. J. Overduin

1b. Hel en hemel van Dachau, uitgeversmaatschappij J. H. Kok, Kampen, 1998, 208 bladzijden, 10e druk. 1e druk in 1946. Land van herkomst: Nederland. Eerste reactie

2a. Ik heb dit boek zonder bijzondere reden gekozen. Volgens de boekenlijst moest minimaal één boek over de Tweede Wereldoorlog gaan. Ik heb voor dit boek gekozen en dat is me niet tegengevallen!

2b. Ik vond dit boek mooi. Het is heel anders dan al die verzonnen W.O.II boeken. Die worden extra spannend gemaakt, terwijl uit dit boek goed blijkt dat een oorlog helemaal niet zo spannend is. De schrijver heeft zelf in concentratiekampen gezeten en beschrijft de oorlog zo gruwelijk als hij is. Dat doet hij literair gezien niet echt goed, de tekst is rommelig en hij dwaalt soms erg af van het onderwerp dat hij aan het beschrijven was, maar de gevoelswaarde van de tekst is wel erg hoog. Verdieping

3a. De schrijver, ds. J. Overduin, vertelt dit verhaal zelf aan de lezer. Hij is aan het woord en schrijft, vertelt dit verhaal vanuit ik-perspectief.

De schrijver is tegelijk ook hoofdpersoon van het verhaal. Het boek draait om hem en hij waarschuwt ervoor dat het gevaar bestaat om hem als held en martelaar te zien.

De bijpersonen:

Allereerst zijn medegevangenen: bij name genoemd zijn dat onder andere ds. De Geus, dr. Sietsma, ds. Idema, ds. Tunderman, ds. Kapteyn, ds. Bavinck, ds. Impeta, ds. De Waard en ds. De Wolf. Zij vertegenwoordigden vooral de christelijke hoek in het gevangenisleven. Zij praatten veel met andere mensen van allerlei slag: communisten, socialisten, liberalisten.

De heer J. M. Caspers: hoofd van de school waar het conflict begon, waardoor ds. Overduin ook in de gevangenis kwam.

De heer Veenstra: verrader op diezelfde school. Alle SS’ers en SD’ers en Gestapomensen die in het verhaal een rol spelen. Hun karakter is meestal beestachtig, hoewel er ook tussen zitten die goed met de gevangenen omgingen.

De Amersfoortse kampcommandant Berg, die werkelijk een beest was. Hij verzon telkens weer nieuwe trucs om het leven voor de gevangenen ondraaglijk te maken.

De blokoudste van het toegangsblok in Dachau, Willy Bader. Aan hem heeft de schrijver zijn leven te danken, omdat Bader goed voor de gevangenen die onder hem stonden zorgde.

De blokoudste waar de schrijver later onder kwam. Hij heeft geen naam, maar wordt beschreven als een waanzinnige kerel, die je om het minste of geringste in elkaar ranselde.

De kampcommandant van Dachau, Hoffmann. Ook hij was een waanzinnige die de grootste moeite deed om de gevangenen het zo lastig mogelijk te maken.

De kampcommandant die Hoffmann verving, Weisz. Hij was veel menselijker en zorgde ervoor dat het regiem in het kamp minder streng werd.

Verder komen er nog personen in het verhaal voor die alleen maar genoemd worden, of niet zo’n belangrijke rol spelen.

Het verhaal loopt goed af. Ds. Overduin wordt uit Dachau ontslagen en gaat terug naar huis. Hij meldt zich af bij de Gestapo en wordt buigend onthaald. Thuis wordt een maaltijd gehouden en hij is weer vrij. Het verhaal heeft een gesloten einde. In het laatste hoofdstuk kijkt hij nog een keer terug en blikt hij vooruit. Een soort panoramic view dus.

Hieronder volgt een samenvatting van het verhaal. In Arnhem stond de Löben-Sels school. Op die school gaf een leraar les die NSB’er was. Hij was de oorzaak van het conflict op de school. Toen de oorlog uitbrak hield de school zich niet aan alle regels. Veenstra, de verrader, briefde dit door. Het hoofd van de school werd gevangen gezet en de school moest onder het hoofd van Veenstra verder. Direct kwam er een oproep om alle kinderen thuis te houden. Dat werd door bijna iedereen opgevolgd en Veenstra zat op een lege school. Naast de heer Caspers, het hoofd van de school, werden ook twee bestuursleden gevangen genomen.

Op zondagmorgen 8 februari preekte ds. J. Overduin over Mattheüs 5: 10 en 11. Onder zijn gehoor zaten ook een verrader en een Gestapoman. Omdat in zijn preek passages voorkwamen die tegen het Duitse regiem ingingen werd hij gearresteerd en na verhoord te zijn, opgesloten in een gevangenis in Arnhem.

In die gevangenis, waar hij samen met ds. De Geus zat, was het leven nog wel te verdragen, alleen konden de vrouwen hun niet bezoeken. Via clandestiene briefjes hield hij contact met haar. Hij bracht de dag door met lezen, legpuzzels en praten met bewakers die hem bezochten.

Na een tijd daar gezeten te hebben werd hij op transport gezet naar het doorgangskamp Amersfoort. Het leven daar was al veel ondraaglijker. Hij zat onder de kampcommandant Berg, die een vreselijk mens was. Hij werd ingezet om bomen te hakken, een vreselijk zwaar werk, vooral als je nauwelijks te eten krijgt en nauwelijks kan slapen. Ze werden gruwelijk opgejaagd. ’s Morgens en ’s avonds was er appèl. Dat duurde meestal twee of drie uur. Het was nooit goed. Vaak moesten er strafexercities uitgevoerd worden.

Hij beschrijft een keer waarop iemand ontsnapt was uit het kamp. Alle gevangenen moesten toen appèl staan van ’s morgens elf tot halftwee midden in de nacht. Afgezien van het dagelijks leven kwam Berg ongeveer eens in de drie weken met een geraffineerd, gemene daad. Berg was geen mens maar een beest.

Ds. Overduin werd met een zwaar vervoer waarin de ergste mensen zaten naar Dachau vervoerd. Hij kwam daar niet in een reis aan. Hij werd nog opgesloten in een gevangenis in Essen, waar hij vier weken zat. Het leven daar was niet uit te houden. Lange dagen, waarop niets te doen was, zeer weinig eten en nooit naar buiten. Ze zaten met vier mensen in een cel die voor één persoon bedoeld was. Na een tijd hebben ze daar een programma opgesteld om de dag door te komen.

Na vier weken werd ds. Overduin op transport gesteld naar Dachau. Dit kamp was nog erger dan Amersfoort. Als je nieuw bent kom je in een toegangsblok. Daar was het leven nog wel uit te houden, omdat de blokoudste daar, Willy Bader, hem zoveel mogelijk ontzag. Maar toen hij daar een tijd gezeten had, ging hij naar het blok van de niet-Duitse geestelijken, het ergste blok van het kamp. De blokoudste was een beest, hij was standaard razend van woede. De geestelijken in het kamp hadden de minste rechten en ds. Overduin kwam in een zwaar werkcommando terecht. Toen de overste van dat commando erachter kwam dat hij geestelijke was, werd het leven helemaal ondraaglijk voor hem.

Na een tijd werd de kampcommandant vervangen door een betere. Het leven werd een stuk beter. Alle voedselpakketten gingen nu naar de gevangenen toe, zodat ze een overvloed aan eten kregen. Hij ging naar een beter werkcommando toe en kreeg veel meer de mogelijkheid om zich ‘te drukken’. Op een avond kreeg hij van een goede kennis te horen dat hij vrijgelaten zou worden. En inderdaad, na het appèl van de volgende dag werd hij vrijgelaten. Hij ging met de trein naar Nederland en melde zich af bij de Gestapo in Den Haag. Toen hij thuis kwam werd hij natuurlijk met gejuich ontvangen, hoewel zijn dochtertje zich nog een tijd heeft afgevraagd wie die vreemde man was.

3b. Dit verhaal is gewoon in prozavorm geschreven en speelt zich af in Nederland en Duitsland.

De situaties zijn schokkend, als bijvoorbeeld wordt beschreven hoe de gevangenen in de kampen werden behandeld. Dat kan je je niet voorstellen, hoe onmenselijk en onrechtvaardig het eraan toe gaat. Er komen ook passages in voor waarin de schrijver zijn geloofsvertrouwen beschrijft. Die passages zijn zo geschreven dat je kan zien dat de schrijver een groot geloof had in de Heere.

De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is de Tweede Wereldoorlog.

De personen worden zo echt als ze zijn neergezet. Omdat het verhaal waar gebeurt is, zijn de gebeurtenissen en de personen beschreven zoals ze zijn. De schrijver heeft het verhaal niet gemanipuleerd of extra mooi gemaakt. Alles is echt.

Het verhaal wordt door de schrijver aan je verteld. De schrijver is ook de hoofdpersoon van het verhaal. De schrijver, verteller en hoofdpersoon zijn in dit verhaal eigenlijk één en dezelfde persoon.

3c. De hoofdgedachte van het verhaal is: “het leven in de concentratiekampen van de Tweede Wereldoorlog was ondraaglijk en onrechtvaardig en het moet beschreven worden hoe het leven was.”

Dit kan je zien aan de manier hoe de schrijver vertelt. Hij beschrijft de gruwelijkste voorvallen precies zoals ze gebeurd zijn. Hij wil een eerlijk en ongemanipuleerd verslag neerzetten van wat hem overkomen is.

Het verband tussen het thema en de titel wordt door de schrijver als volgt gedefinieerd (in eigen woorden): het leven in de concentratiekampen was een hel, maar soms als de Heere mij met geloof versterkte dan kwam er een hemel in mijn hart en was het een hemel op aarde.

3d. Dit boek werd in 1946, net na het einde van de Tweede Wereldoorlog en ongeveer drie jaar na de vrijlating voor het eerst gepubliceerd. Deze tiende druk is waarschijnlijk precies hetzelfde.

Zoals de voorkant vermeld is dit boek door ds. J. Overduin geschreven. Hij heeft zelf het verhaal meegemaakt zoals het is.

Beoordeling

Ik vind dit werk een zeer goede beschrijving van hoe het werkelijk in de concentratiekampen geweest is. De schrijver verteld het allemaal op een nuchtere toon, zonder de held of de martelaar uit te willen hangen. Hij beschrijft precies hoe het geweest is en laat zien hoe onrechtvaardig het kampleven was. Uitvoerig beschrijft de schrijver hoe hij in de moeilijkste omstandigheden gesterkt werd door het geloof dat de Heere hem schonk. Een erg mooie passage vond ik toen de schrijver zijn preek beschreef waardoor hij gevangen werd genomen. Op het laatst kwamen de Gestapomensen de kerk in, zodat hij goed wist dat ze er waren. Hij bad toen om de kracht om niet bang te worden en de gevaarlijke onderdelen van zijn preek toch te vertellen. Daaruit blijkt erg duidelijk dat geloof je ontzettend kan sterken. Jammer is dat de schrijver niet echt goed schrijft. Het verhaal komt rommelig over en mist soms een lijn. De schrijver beschrijft dan bijvoorbeeld het dagelijks leven in het kamp en weidt helemaal uit over een ander onderwerp. Een aantal bladzijden verder gaat hij weer verder met zijn beschrijving. Dat leest erg moeilijk. Soms is het zelfs zo erg, dat ik al vergeten was waarover hij nou aan het schrijven was.

Eindoordeel

Ik vond het een mooi en goed boek, dat met kop en schouders uitsteekt boven de verzonnen lectuur over de Tweede Wereldoorlog die ik tot zover gelezen heb. Zoals gezegd: jammer dat de tekst soms een lijn mist, maar over het algemeen ben ik positief over dit boek, en is het aan anderen aan te bevelen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Hel en hemel van Dachau door J. Overduin"