Heere Heeresma, Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp. Epe, 1972 (2e druk).
1. Beschrijvingsopdracht
Korte samenvatting van de inhoud.
Het verhaal gaat over Han de Wit en zijn vader en moeder, die het niet breed hebben. Vader verdient zijn geld in de kolenbranche en moeder is huisvrouw. Han zit nog op school. Han zit op school totdat hij op een zeker moment zijn vader met Latijn lastig begint te vallen. Zijn vader waardeert dit niet, omdat hij maar een simpele arbeider is en haalt Han van school. Het werd hem toch al te duur. Han gaat bij vader, bij brandstoffenhandel de Brandaris, aan het werk.
Wat erg raar is, Han houdt heel erg veel van zijn vader maar wanneer deze van een trap sodemietert steekt Han geen poot uit. Ook niet als, wanneer Han inmiddels al hogerop in het bedrijf zit dan zijn vader, zijn vader van de vrachtwagen met kolen valt en vanaf zijn middel verlamd raakt. Han wordt ontslagen uit het bedrijf \'de Brandaris\', omdat hij daar iedereen de keel is uit gaan hangen. Hij probeert allerlei andere baantjes, maar wordt aldoor ontslagen in zijn proeftijd. Han is gedoemd huishoudelijk werk te doen terwijl moeder, om toch nog een beetje geld binnen te halen behalve de schamele uitkering van vader, zwart werkt bij een schoonmaakbedrijf. Op een gegeven moment krijgt
Han\'s moeder spit tijdens haar werk. Ze kan niet meer bijverdienen en Han moet voor zijn beide ouders zorgen. Op een gegeven moment komt het idee van Han\'s vader en moeder om hem de ontwikkelingshulp in te sturen, om toch werk te doen. Ze hebben het er al vaker over gehad, en er wordt aldoor reclame (door gebrek aan belangstelling) voor gemaakt. Han stemt er, hoe vreselijk hij het ook vindt om zijn vertrouwde omgeving te verlaten, mee in. Op de dag van zijn vertrek rijdt hij richting het instituut waar hij wezen moet. Hij maakt in de stromende regen een domme manoeuvre en vindt de dood in een verkeersongeluk. Hoe hij richting hemelpoort zweeft, en zijn gedachten daarbij, worden ook nog beschreven en daarmee loopt het boek af.
Vijf verhaalaspecten: zie samenvatting.
2 Verdiepingsopdracht
Ruimte:
De voornaamste ruimte is het huis van de familie De Wit, een
kleine arbeiderswoning in \'een propere binnenstraat\'. Het interieur is ouderwets en ook het uiterlijk van de woning blijft ongewijzigd terwijl de buurt gesaneerd wordt. De ruimte is van thematisch belang, het thema is namelijk het leven van kleine mensen in kleine milieus in de jaren ‘60. Dit wordt weerspiegeld in de beschrijving van de ruimte.
In het boek heerst letterlijk en figuurlijk een verstikkende atmosfeer. Letterlijk door de vieze rookwolken die geproduceerd worden door de kachel, vader, de zware industrie en de gasfabriek, figuurlijk door de uitvoerige beschrijvingen van een kleinburgerlijk milieu: de maaltijden, de gewoonten enz. Overige beschreven ruimten zijn het kantoor van de brandstoffenhandel Brandaris en het gebouw van de veerman.
Thematiek en motief: Demonstraties van eenzaamheid, getekend door de gebrekkige omgang van de personages met elkaar, waarin de dreiging van een aan alle zekerheden ontglipte wereld verbeeld wordt. De schrijver heeft met het schrijven van dit boek duidelijk willen maken hoe saai, uitzichtloos en voornamelijk ambitieloos het leven van een standaard gezin in de jaren \'60 was. Hij doet dit door de eerder beschreven saaie ruimte en een wat langdradige schrijfstijl. Het boek is een parodie op jongensboeken uit die tijd over degelijke en gewone Hollandse knapen (met ook oer-Hollandse namen: zoals \'De Wit\', die allerlei stoere heldendaden verrichtten. Maar Han de Wit is juist helemaal niet heldhaftig. Zijn leven is saai, uitzichtloos en daar kan hij niets aan veranderen. Heere Heeresma heeft dus willen zeggen dat het leven in de jaren \'60 absoluut niet zo avontuurlijk was als werd beschreven in die jongensboeken uit die tijd. Verhaalmotieven: regen, rook, wind, de tuin, eten.
Relatie tussen mens- en wereldbeeld van de auteur en zijn werk: De thematiek van Heeresma’s werk is nauw verbonden met zijn levensvisie. Voor hem lijken alle werelden op elkaar; ze dragen alle het stempel van de consumptiemaatschappij. Grote armoede en onoorbare rijkdom zijn zeldzaam geworden; er is geen ergernis die tot verbeten vechtlust kan leiden. ‘Er wordt niet meer geappelleerd aan het beste in ons,’ concludeert hij in Hervormd Nederland (31-10-’70). En dat, terwijl de mens in zijn ogen toch al van nature geneigd is tot het maken van rotzooi!
Gebruikte secundaire literatuur:
Kritisch Literatuur Lexicon 13, mei 1984
Internet: http://www.home.zonnet.nl/wilkens92/ Een website over het leven en werk van Heere Heeresma.
3 Evaluatie
Ik vond het leuk om Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp te lezen. Ik vond het soms ongelofelijk grappig. De meest vreselijke dingen worden met veel humor en ironie beschreven. Vooral de laatste paar zinnen van de hoofdstukken zijn erg grappig, meestal gebeurt er dan iets onverwachts, wat het een beetje absurd maakt.
Informatie over de auteur Heeresma, Heere, eigenlijk: Simon Heere-Heeresma (Amsterdam 9 maart 1932), Nederlands schrijver, debuteerde met de dichtbundel Kinderkamer (1954). Na een periode waarin hij vooral symbolische verhalen schreef, vond hij met Juweeltjes van waterverf (1965) zijn eigen vorm als schrijver van meedogenloos, filmisch proza. Zijn personages, ontheemden in een wereld waarin het recht van de beste prater geldt, zijn slachtoffers of maken zelf slachtoffers. Belangrijk in Heeresma\'s werk is zijn streven om zekerheden te ondermijnen en problemen te relativeren. Veel gebruikte stijlmiddelen hierbij zijn overdrijving, karikatuur en ironie. Hij is een eenling in de Nederlandse literatuur. Spionageromans schreef hij ook, aanvankelijk (Teneinde in Dublin, 1969) in samenwerking met zijn broer Faber Heeresma (1939–1969). Werk: (o.a.): Bevind van zaken (1962); Een dagje naar het strand (1962; verfilmd in 1984); De vis (1963); Juweeltjes van waterverf (1965); De verloedering van de Swieps (1967); Geef die mok eens door, Jet! (1968); Met z’n allen door de vloer (1969); Hip hip hip voor de antikrist (1969); Pas op Pavlov (1970); Kaddish voor een buurt (1971); Langs berg en dal klinkt hoorngeschal… (1971); Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp (1972); Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming (1973; verfilmd); Hallo hallo… bent U daar, Plotsky? (1973; met Faber Heeresma, postuum); Deze verzen en gedichten, die poëzie ook (1974); De sterke verhalen (1974); Vader vertelt (1974); Mijmeringen naast m’n naaimachine (1975); Waar het fruit valt, valt het nergens (1976); Enige portretten van een mopperkont (1977); Heeresma helemaal (1978; verz. verhalen); Hier mijn hand en dáár je wang (1978; corr. met L. Langenbach); Eens en nooit weer… (1979; verz. gedichten); Pornotaria (1982; onder pseudoniem Johannes de Back); Een hete ijssalon (1982); Beuk en degel (1983); Femine (1983); Autobiografisch 1 en 2 (1983); Gelukkige paren (1984); Spreekt met winter en \'t komt in orde… (1986); Geschoren schaamte (1987); Eén robuste buste, één!… (1989); Zingend langs de straten (1989); Damesverband (1992; verz. vrouwenverh.); Beuken en eikels (1992; verz. mannenverh.); Zacht gelag (1996; poëzie); Helemaal Heeresma (1997; verzamelbundel romans).
Internet:
Heere Heeresma\'s werk is vaak hard en wreed en somber van sfeer al valt er ook veel te lachen. Eenzaamheid, machteloosheid, de absurditeit van het bestaan worden met humor en ironie beschreven en dat alles in een beknopte en geladen stijl.
Zijn hoofdpersonen zijn vaak onaangename mensen. Maar juist door de ironische stijl en het gebruik van ouderwetse woorden en spreektaal en verkeerd gebruikte uitdrukkingen weet Heeresma zijn pessimisme weer e relativeren.
Hij is verguisd maar even zovele malen, zo niet vaker, bewonderd.
Heere wordt wel het enfant terrible van de Nederlandse literatuur genoemd, maar door wie...
Hij heeft zich niet beperkt tot proza en poëzie. Zo is hij beroemd om zijn talloze brieven die van een \'Céline-achtige\' schoonheid zijn en al meerdere malen werden gebundeld. Ook schreef hij filmscenario\'s zoals
De verloedering van de Swieps en tv-spelen als Met z\'n allen door de vloer dat in het buitenland groot sukses had. Trouwens, hij is waarschijnlijk onze meest verfilmde schrijver met zes avondvullende en negen korte films die aan zijn werk zijn onttrokken. En hij is ook één van onze meest vertaalde auteurs. Zijn boeken verschenen in zo\'n twaalf landen tot in Japan toe.
Over het schrijverschap zegt Heere: \'Kijk, een literator leeft voor de literatuurbeoefening. Het beslaat zijn ganse horizon en kent dezelfde
fixatie als mensen in relatie met hun psychotherapeut. De meeste literatuur komt tot stand om psychosomatische redenen. Maar ik ben een schrijver en mijn schrijven is geen doel op zich maar eerder een gevolg van. Ach, ik heb wel schrijvers zien devalueren tot literator maar nog nooit een literator zien evalueren tot het schrijverschap.\'
Heere is een broer van zowel auteur Marcus (1936-1991) als auteur, kunstschilder en etser Faber Heeresma (1939-1969).
REACTIES
1 seconde geleden