Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp door Heere Heeresma

Beoordeling 8
Foto van een scholier
Boekcover Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1569 woorden
  • 27 maart 2001
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 8
18 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Heere Heeresma
Genre
Komedie
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1972
Pagina's
170
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Dood,
Kindertijd & Kinderleed,
Satire
Verfilmd als

Boekcover Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp
Shadow
Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp door Heere Heeresma
Shadow
Hoofdpersonen:

Hier volgt een beschrijving van de hoofdpersonen:
- Han de Wit
- Vader de Wit
- Moeder de Wit

Han de Wit is het belangrijkste personage in het boek en aan het begin van het boek is hij leerling van het gymnasium. Hij lijkt op het eerste gezicht een braaf en lief jongetje, maar na enkele bladzijden gelezen te hebben wordt al gauw duidelijk dat we hier toch te maken hebben met een egoïstisch mannetje dat neerkijkt op bijvoorbeeld arbeiders. Ook reed Han gewoon door op zijn Solex toen zijn vader van de fiets was gevallen, terwijl zij samen naar huis fietsten en gedraagt hij zich ook thuis erg arrogant tegenover zijn vader. Bovendien vertoont Han de Wit ook nog sadistische trekjes: zijn hobby is het vangen van vogels om die dan vervolgens te laten verhongeren in kooien in de dakgoot. Hij heeft geen beste gezondheid, want hij heeft last van zijn maag, astma en een slecht gebit. Over zijn uiterlijk wordt gezegd in het boek dat hij een inbleek jongensgezicht heeft en de foto op de kaft laat duidelijk zien hoe je Han de Wit moet voorstellen.

Vader de Wit is de biologische vader van Han. En dit noem ik maar omdat Vader de Wit en Han de Wit verder absoluut geen gelijkenissen tonen. Zo is Vader bijvoorbeeld kolensjouwer, terwijl zijn zoon neerkijkt op arbeiders. Vader is jaloers op zijn zoon omdat Han een aanzienlijke talenkennis heeft en omdat Han de hele dag lekker bij moeder thuis op de bank kan zitten. Ook kreeg Han bij het bedrijf waarvoor zijn vader kolen sjouwt al gauw een hogere functie en deze jaloezie uitte zich dan ook vaak in ruzies waarin Han er flink van langs kreeg van zijn vader. Ze hebben in feite slechts een ding gemeen: ze houden allebei zielsveel van moeder. Verder is de vader van Han voornamelijk chagrijnig, humeurig en is hij snel op de teentjes getrapt.

Moeder de Wit speelt een belangrijke rol in het leven en de gedachtengang van hoofdpersoon Han de Wit. Han houdt namelijk erg van zijn moeder en hij is van plan om met haar te trouwen zodra zijn vader onder de grond ligt. Moeder de Wit zorgt voor het huishouden bij de familie de Wit thuis. Als Han en zijn vader op een gegeven moment geen baan meer hebben gaat zij noodgedwongen werken. Moeder probeert vaak de beide partijen weer te kalmeren als er weer eens een conflict is of dreigt tussen Han en zijn vader.

Vertelperspectief:
Er is steeds een kleine cursief gedrukte inleiding aan het begin van elk hoofdstuk. In deze alinea's wordt steeds in vogelvlucht de gebeurtenissen tussen de hoofdstukken in beschreven. In deze kleine inleidingen is steeds sprake van een auctoriale vertelinstantie. Een uitzondering hierop is de inleiding op het eerste hoofdstuk: hier is sprake van een auctoriale verteller. In de hoofdstukken zelf kun je spreken van een personale vertelsituatie.

Ruimte:

Het verhaal speelt zich voornamelijk af in de kleine arbeiderswoning van de familie De Wit, dat nodig gesaneerd moet worden. Het is gelegen in een arbeiderswijk met in de buurt een fabriek die voor de nodige rookwolken en stankoverlast zorgt. Deze ruimte laat duidelijk zien hoe saai en gewoontjes het leven van de familie wel zal moeten zijn geweest. De ruimte zorgt voor een bedompelde sfeer en dit past zeer goed bij de situatie en de omgeving van de familie. Verder worden er in het boek nog het kantoor van brandstoffenhandel Brandaris en een kantoortje van de veerman beschreven.

Tijd:
Het verhaal is verteld in chronologische volgorde en staat in de verleden tijd. Het valt op dat de inleidingen in vergelijking met de hoofdstukken zelf een veel groter tijdsvlak beslaan, terwijl de hoofdstukken zelf groter van omvang zijn. Verder valt erg op dat er (vrijwel) geen flashbacks en vooruitwijzingen te vinden zijn. Het verhaal speelt zich af in de jaren '60 en duurt ongeveer een paar jaar.

Moraal / Hoofdgedachte:
De schrijver heeft met het schrijven van dit boek duidelijk willen maken hoe saai, uitzichtloos en voornamelijk ambitieloos het leven van een standaard gezin in de jaren '60 was. Hij doet dit door de eerder beschreven saaie ruimte en een wat langdradige schrijfstijl. Het boek is een parodie op jongensboeken uit die tijd over degelijke en gewone Hollandse knapen (met ook oer-Hollandse namen: zoals 'De Wit', die allerlei stoere heldendaden verrichtten. Maar Han de Wit is juist helemaal niet heldhaftig. Zijn leven is saai, uitzichtloos en daar kan hij niets aan veranderen. Heere Heeresma heeft dus willen zeggen dat het leven in de jaren '60 absoluut niet zo avontuurlijk was als werd beschreven in die jongensboeken uit die tijd.

Mening over het boek:
Ik vond het uitermate plezierig om dit boek te lezen en dit heb ik zo ervaren vanwege enkele aspecten van het boek. Ten eerste is alleen de kaft al fenomenaal: de voorkant geeft een zeer goed beeld van de situatie, de hoofdpersoon en de spot in het boek. Tevens is het boek met veel humor geschreven en wordt met een flink aantal dingen de spot gedreven en dit sprak mij zeer aan. Bovendien vind ik het ongelooflijk hoe Heeresma over een saai, ambitieloos en vooral burgerlijk leven een dergelijk spannend en humoristisch boek heeft kunnen schrijven. Concluderend kan ik zeggen dat dit boek een van de betere, maar vooral een van de meest bijzondere boeken is die ik in mijn (nog jonge) leven gelezen heb. Het bijzondere aan het boek vind ik toch, en dat herhaal ik maar weer eens, dat iemand over zo'n saai onderwerp een dergelijk bizar boek kan schrijven: Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp.

Samenvatting:
Han de Wit is aan het begin van het boek net een tijdje leerling op het gymnasium. Zijn vader is kolensjouwer en is naar alle waarschijnlijkheid nooit verder gekomen dan de lagere school. Aan de tijd van Han als gymnasiast komt echter al gauw een abrupt einde. Vader de Wit werd namelijk al sinds Han op zijn nieuwe school zat constant verbeterd als zij aan het eten waren aan de eettafel. Bovendien citeerde Han de Wit aan deze eettafel ook nog eens een reusachtige hoeveelheid Latijnse spreuken. En deze dagelijkse gebeurtenissen irriteren zijn vader op een gegeven moment zo mateloos dat hij er genoeg van krijgt: 'Han moest maar eens een vak leren!'
Han de Wit wordt van school gehaald en hij belandt in de kolenbranche, waar ook zijn vader werkt. Han helpt zijn vader met het sjouwen van kolenzakken en hij komt erachter dat zijn vader flink wordt getreiterd en dat er erg op hem neergekeken wordt door zijn collega's. Hans vader mag bijvoorbeeld niet in de cabine van de vrachtwagen plaatsnemen: hij moet in de open laadbak plaatsnemen. Han werkt dan inmiddels al op het kantoor van het bedrijf waarvoor ook zijn vader werkt: 'Koolstoffenhandel Brandaris.' Hier houdt de arbeiderszoon de boekhouding bij. Enige tijd later wordt Han echter ontslagen nadat hij een discussie over poezie had gehouden met de baas en zijn zoon, waarin hij toonde dat hij op het gebied van poezie (en proza) een behoorlijke wijsneus was. Na het ontslag van Han de Wit valt zijn vader van de laadbak van de vrachtwagen na een scherpe bocht en hij wordt hierdoor arbeidsongeschikt. De magere arbeidsongeschiktheidsuitkering is echter niet genoeg voor de familie om van te leven. Om die reden is het noodzakelijk dat Han weer een baantje neemt. Hij krijgt een tijdelijke aanstelling bij Rijkswaterstaat. Maar als Han merkt dat hij door zijn chef en door een oude veerman in de maling wordt genomen besluit hij om ontslag te nemen. Hierna krijgt hij nog verschillende baantjes, maar steeds opnieuw wordt hij tijdens de proeftijd ontslagen. Om toch genoeg geld binnen te krijgen gaat de moeder van Han zwart werken als schoonmaakster. Op een dag wordt zij echter door twee mannen van het schoonmakersbedrijf in een stoel thuisgebracht: Moeder is door haar rug gegaan en kan een hele tijd lang niet werken. Nu staat Han er alleen voor in het huishouden. De jongen moet nu in zijn eentje voor zijn zieke ouders zorgen en veel te besteden is er niet. Later schiet de buurvrouw de familie te hulp. Ondertussen moet Han zich wel eens afreageren, omdat zijn verkering met Nellie tot niets is uitgelopen. Hij uit zich dan bijvoorbeeld door het graven van metersdiepe kuilen in de tuin. Als Han dan tijdens het eten eens begint te preken over kolonialisme en uitbuiting, komen zijn ouders met een fantastisch idee: 'Han moet in de ontwikkelingshulp!' Op de televisie hadden Vader en Moeder laatst namelijk een programma gezien waarin gevraagd werd om kandidaten om de ontwikkelingshulp in te gaan. Han wordt overgehaald en hij moet een studie tot ontwikkelingswerker gaan volgen. Han de Wit wil eigenlijk helemaal niet weg bij zijn moeder en hoopt dat hij ooit nog eens als verkoper in een derdewereldwinkel kan gaan werken, zodat hij thuis kan blijven. Na een soepele keuring, waarbij men geen problemen maakt van alle kwaaltjes die Han heeft, wordt hij aangenomen. Het is een groot feest in de kleine arbeiderswoning van de familie De Wit! Op een dag gaat Han dan naar het Tropeninstituut in de stad om zijn eerste lessen te volgen. Onderweg komt Han de Wit echter met het wiel van zijn Solex in de tramrails terecht. De arbeiderszoon, wiens eerste grote stap in zijn leven nu gezet moet gaan worden, verongelukt en vertrekt richting hemel.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.