1 Titel: Groeten van Rottumerplaat.
2 Schrijver: Jan Wolkers.
3 Uitgever: De zesde druk, die ik heb gelezen, is uitgebracht door Thomas Rap, de eerste druk door Elsevier.
4 Jaar van uitgave: Ik heb de zesde druk gelezen, die is uitgebracht in 1987, de eerste druk is in 1971 uitgebracht.
5 Aantal bladzijden: 105 bladzijden.
6 Verklaar de titel van het boek: Jan Wolkers verbleef één week op het onbewoonde eiland Rottumerplaat. De titel is net als een tekst op een ansichtkaartje. Met deze titel kun je meteen weten waar het boek overgaat namelijk de avonturen die Jan Wolkers heeft beleefd op Rottumerplaat.
7 Waar speelt het verhaal zich af: Het verhaal speelt zich af op Rottumerplaat. Hier beleeft Jan verschillende avonturen.
8 In welke tijd speelt het verhaal zich af: Het verhaal speelt zich af in de week van zaterdag 17 juli tot zaterdag 24 juli 1971. Jan schrijft zijn avonturen per dag van zijn verblijf op. Je kunt het zien als een vakantiedagboek.
9 Hoe lang duurde het verhaal: Het verhaal duurde maar één weekje. Jan heeft, zoals uit vorige vraag al bleek, zijn avonturen per dag op geschreven.
10 Hoofdpersonen: A naam: Jan Wolkers
B functie in verhaal: Jan is de ( enige ) persoon, hij verblijft namelijk op het onbewoonde eiland Rottumerplaat. Hij beleeft de avonturen en is dus de smaakmaker van het boek.
C uiterlijk: In dit boek staan zelfgemaakte foto’ s van bloemen, zeehon-den en één foto van Jan zelf tijdens zijn verblijf op Rottumerplaat. Gedurende het verhaal wordt er over het uiterlijk van hem niks verteld. Via de foto zie je dat hij (in de tijd dat hij het schreef, dus 1971) donkerblond krullend haar tot iets over het oor, een baard en snor en een stevig postuur. Over kleren kun je niks zeggen want het was een naaktfoto. Jan liep namelijk de hele vakantie naakt.
D Karakter: Jan wolkers is erg avontuurlijk. Dit boek heeft hij zelf over zichzelf geschreven. Voordat de vakantie op Rottumerplaat begon wist Jan dat hij op dit eiland avonturen zou beleven. Jan was ook erg emotioneel. Bij de avonturen met vooral de zeehonden en ekster was hij zeer emotioneel. Hij kon bij redding wel janken van geluk.
E Leeftijd: Ik schat zo rond de veertig, natuurlijk wel in 1971. De schatting is gebaseerd op de foto in het boek.
F Beroep: Jan’ s beroep is schrijver en beeldhouwer. Tijdens de vakantie kon hij dit niet uitvoeren. Wanneer je vindt dat een dagboek schrijven een beroep is dan heeft hij het beroep schrijver wel uitgevoerd.
G interesses / hobby’s: Schrijven, schrijven ligt voor de hand want dat is zijn beroep. Verder kon ik geen interesses en of hobby’ s in het boek vinden. Het vinden lukte niet omdat hij in zijn eentje met alleen de nodigen dingen, zoals eten en drinken, om zich heen leefde. Jan had het te druk met avonturen beleven (misschien is dat wel een hobby van hem) zodat hij geen tijd had om over zijn hobby’ s te praten.
H Verhouding tot andere personen: n.v.t. omdat er maar één persoon in het hele verhaal speelt.
11: Bijpersonen: niet van toepassing omdat er maar 1 persoon in het hele verhaal speelt.
12 a en b: ook niet van toepassing.
13a: Welk deel vind je het best en waarom? Ik vind het gedeelte dat Jan de zeehond van de dood redt een heel mooi stukje. Het is een stukje waar hij zijn gevoelens op een mooie manier opschrijft. Door deze manier van schrijven kon je er erg goed in meeleven. Het stukje was ook erg spannend, niet in de zin van eng maar meer het hopen dat de zeehond blijft leven, doordat de zeehond dringend voedsel en drinken nodig had. De zeehond kotste het de hele tijd uit dus het was spannend of hij het wel zou halen. Er waren namelijk al 2 zeehonden doodgegaan op het eiland dus was deze redden extra belangrijk voor Jan.
13b: Er waren verschillende slechte stukjes. In één zo’n slecht stukje beschreef hij het nut van de duinen. Echt verschrikkelijk saai.
14: Bevalt jou het slot van het verhaal: Ja er is geen andere mogelijkheid mogelijk. Het verhaal stopt als de vakantie stopt dus het bevalt me wel. Het is goed afgesloten met de laatste zin. “Dat was het laatste wat ik van de scholekster had gezien”.
15 Zou je het boek aanraden aan iemand anders om te lezen? Nee, er zitten heel veel saaie stukjes in waar niks in gebeurd. Er staan maar enkele spannende stukjes in. Als er iets meer spannende stukjes in zaten zou ik hem zeker aanraden maar nu is het al met al een saai boek.
16 Maak een samenvatting.
Jan Wolkers wordt uitgenodigd door de VARA om een week op Rottumerplaat te verblijven als een soort vakantie. Jan vond dit erg leuk en bedacht om over zijn avonturen op het eiland te schrijven. Rottumerplaat is meestal bewoond omdat er mensen van Rijkswaterstaat werken. In de week dat Jan op het eiland zit hebben de werkers vakantie.
Op zondag, zijn tweede dag op het eiland, vond Jan een scholekster. Dit diertje kon niet lopen. Jan had hem gegipst, natuurlijk niet met echt gips maar met gaas en leukoplast. Het ekstertje vrijlaten vond hij niet slim, het diertje kon namelijk nog niet lopen en had zo een grote kans om voer te worden voor de meeuwen. Hij deed de scholekster in een papegaaikooi en ging een stukje wandelen. Wat hij toen aantrof was echt verschrikkelijk. Het was een dode zeehond, die waarschijnlijk zwanger was. Jan durfde niet in de zeehond te snijden, hij was te bang dat zijn vermoedens klopten. Jan had zich voorgenomen om op deze dag in de zeehond te snijden. Na een aantal nutteloze dingen te hebben gedaan ging hij naar de zeehond toe. Hij verzamelde al zijn moed en sneed door die enorme vetlaag heen. Jan sneed dieper en nog een stukje dieper, een ondraagbare stankgeur was het resultaat. Jan hield zijn adem in en sneed verder. De vermoedens van Jan klopten, hij zag een kleine zeehond. Jan kon zijn tranen niet binnen houden en rende hard naar zijn tent toe. Daar zat zijn scholekster. Het gaat goed met het diertje, het lukte al beter met lopen en het scholekstertje at ook al meer. Toen Jan begon met zijn zoveelste wandeling, zag hij iets op het strand liggen. Het was een klein diertje. Het was een jonge zeehond. Het zeehondje leefde maar zag er zeer hongerig uit. Jan had via de radio gehoord dat je koffieroom met verdund water door een slang, 25 centimeter in het keelgat van de zeehond moest doen. Hij had geen koffieroom maar wel koffiemelk. Hij deed het hiermee maar tevergeefs. Het zeehondje kreeg het vloeibare spul binnen en kotste het weer uit. Jan probeerde het nog eens, nog eens en nog eens. Het lukte niet en Jan probeerde het de volgende dag weer. Hij had een manier bedacht dat het spul binnen zou blijven, als het slangetje in het keelgat zou zijn, de mond van de zeehond dicht te knijpen. Het lukte, Jan hoorde kotsgeluiden, hield de mond van de zeehond dicht en het bleef binnen. Jan kon wel janken van geluk. Jan had een zeehond gered van de dood. Op het strand landde een helikopter, die beloofd had koffieroom te brengen, in plaats daarvan namen de mensen uit de helikopter de zeehond mee. Jan vond het niet leuk maar wist dat dit het beste was voor de zeehond. Jan was na dit avontuur bijna zijn scholekstertje vergeten. Het ging goed met hem. Hij at veel van de garnalen die Jan voor hem had gemaakt. Jan kon hem aan het eind van zijn vakantie, met een gerust hart, vrijlaten.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
Je uittreksel mist een belangrijk deel van het Rottumerplaatverhaal. Het verblijf van Jan had een directe link naar het verblijf van nog een andere bekende Nederlander op Rottermerplaat in diezelfde periode. Dat was de schrijver Godfried Bomans. Ik was destijds een meisje van 21. Ik herinner mij dat er een soort competitie was tussen deze twee mannen. Wie zou zich het best redden op het eiland. Nou, het lijdt geen twijfel, dat was Jan, die zich in de stilte en de natuur op zijn best voelt. Godfried echter was na 1,5 dag of zo al helemaal uitgekeken op het eiland en vooral de eenzaamheid. Hij bibberde van de kou in zijn tentje en hij heeft zich dus al heel snel laten ophalen door de helicopter. Jan heeft, zoals je ook beschreven hebt, de week helemaal vol gemaakt.
Dit even ter aanvulling
21 jaar geleden
Antwoorden