Over de schrijver
Ronald Edgar Giphart. Hij werd op 17 december 1965 geboren in Dordrecht, in de Bankastraat. Na hem volgde nog twee zusjes. Zijn moeder Wijnie Jabaai was een kamerlid van de PvdA. Giphart bracht zijn pubertijd door in Soestdijk. Daar ging hij naar het Baarnsch Lyceum, dezelfde school waar prins Willem-Alexander ook zat. Giphart is daar bevriend geraakt met Bert Natter waar hij later een literaire schoolkrant/jongerenblad (De Uitlaat) mee maakte. Samen schreven ze toneelstukken, richtten een tijdschrift op (De ergoego gids) en begonnen ze zelfs aan een trilogie, geïnspireerd door Jeroen Brouwers.
In 1987 verhuist Giphart naar Zuilen in Utrecht om Nederlands te gaan studeren. Hij is na 3 jaar echter gestopt om schrijver te worden. Jarenlang werkte hij als nachtportier in een Utrechts ziekenhuis, maar vanaf 1994 is hij fulltime schrijver.
In 1997 trouwde hij met Mascha en in 1998 krijgen zij hun eerste kind, een zoon. Twee jaar later wordt hun dochter geboren.
Gipharts debuut Ik ook van jou komt uit in 1992. Dit boek werd bekroond met het Gouden Ezelsoor voor het best verkochte debuut en in 2001 verfilmd met o.a. Antonie Kamerling, Angela Schijf en Beau van Ervendorens. Een jaar later (maart 1993) verscheen zijn tweede roman: Giph. Het boek waar hij zogezegd ‘vadermoord’ pleegt op zijn literaire held Jeroen Brouwers en zijn ‘grote queeste naar literatuur en seks’ vervolgt. Het Utrechtse studentenleven, waar het boek zich in afspeelt, wordt door hem ‘één groot geil gezellig feest’ genoemd.
In hetzelfde jaar maakte Giphart samen met Bert Natter (onder de pseudoniemen Arnold Hitgrap en Brett Tanner) het boek Kwadraats Groot Literair Lees Kijk Knutsel en Doe Vakantieboek. In 1995 komt zijn verhalenbundel Het feest der liefde uit en in 1996 de roman Phileine zegt sorry, waarvan de filmeditie in oktober 2003 is uitgekomen met in de hoofdrol Kim van Kooten. Verder zijn van Giphart o.a. de boeken De voorzitter (1999), Ik omhels je met duizend armen (2000) en Ten liefde! (2001) verschenen. In 1998 heeft hij met Gerard van Kalmthout het toneelstuk Frühstück no future geschreven.
In 2002 zijn plannen gemaakt om na Phileine zegt sorry en Ik ook van jou ook De voorzitter en Ik omhels je met duizend armen te gaan verfilmen.
In 2004 of 2005 verschijnt Gipharts nieuwe roman.
Waarom ik dit voor dit boek heb gekozen
Omdat ik van Ronald Giphart Het feest der liefde, Phileine zegt sorry en Ik ook van jou al eerder heb gelezen, leek het mij leuk om voor dit leesverslag het boek Giph te lezen, van dezelfde schrijver dus. Omdat ik de eerste drie boeken erg grappig vond en ik de titel van het boek vaak gehoord had, was ik er van overtuigd dat Giph ook een leuk boek zou zijn.
De voor- en achterkant
Op de voorkant is een naakte vrouw afgebeeld. Haar hoofd en rechterarm zijn niet te zien en het is ook geen duidelijke tekening. De vrouw is paars en de schaduwen op haar lichaam zijn donkerpaars tot zwart. Door de vorm van haar lichaam lijkt het of ze op de lichtblauwe vlek onder haar zit. De achtergrond rechtsboven in de tekening is roze. De naam van de schrijver staat boven in het geel, de titel van het boek staat in grote lichtroze letters iets onder het midden en de naam van de uitgever in kleine paarse letters linksonder.
Op de achterflap is in de rechter bovenhoek een zwart-wit foto van Giphart te zien. Onder deze foto staat dat Ronald Giphart (1965) in 1992 met Ik ook van jou debuteerde (bekroond met Gouden Ezelsoor) en dat hij Het feest der liefde en Phileine zegt sorry geschreven heeft.
Daaronder staan twee positieve citaten uit recensies: ‘Het meest amusante boek dat ik in lange tijd las.’ (Hans Warren in De Provinciale Zeeuwse Courant) en ‘Ik heb om Gipharts boek geschaterd.’ (Arjan Peters in De Volkskrant). Aan de linkerzijde van de achterkant staat in een paar zinnen met trefwoorden wat voor boek het is en waar het over gaat.
Samenvatting
Het boek bestaat uit 11 hoofdstukken die in briefvorm door de hoofdpersoon Giph opgeschreven zijn (het elfde hoofdstuk is een epiloog). Giph woont in een studentenhuis in Utrecht samen met zijn beste vrienden Monk en Thijm en een aantal andere studenten. Ze willen alledrie schrijver worden en hun favoriete gespreksonderwerpen zijn literatuur en seks. Naast Monk en Thijm heeft Giph nog veel meer vrienden. Veel van hen hebben, net als hijzelf, in het eetcafé ‘de Wingerd’ gewerkt en/of komen daar vaak. Giph is al een lange tijd op Noëlle (negen jaar jonger dan hem) verliefd, maar zij (denkt hij) niet op hem. Hij denkt dat ze onbereikbaar is voor hem, dus hij gaat ook veel met andere meisjes om. Giph voelt zich ook erg aangetrokken tot de elf jaar oudere Freanne, de moeder van Noëlle. Omdat zij de moeder is van een vriendin van hem, elf jaar ouder en getrouwd is, neemt hij niet eens de moeite om haar te verleiden. Het enige wat hij doet is naar haar kijken, haar bewonderen en over haar fantaseren.
Op oudejaarsavond 1990 organiseren Giph en zijn huisgenoten een groot feest. Noëlle, Freanne en nog veel meer leuke meisjes zijn er ook. Tijdens een spelletje in het donker, als iedereen flink aangeschoten is, zoent Giph met Freanne. Eerder die avond heeft hij ook al met twee andere meisjes gezoend.
Eind februari gaat Giph met een groep vrienden naar Veysonnaz op skivakantie. De laatste avond wordt hij een beetje verliefd op de skilerares Constance, waar hij ook mee zoent.
Als ze weer thuis zijn krijgt hij van Freanne en brief waarin ze laat merken dat ze Giph wel leuk vind. Bij de brief zit een uitnodiging voor het boekenbal in Amsterdam. Hij neemt Monk en Thijm mee. Na het boekenbal gaat Giph met Freanne mee naar haar huis. Daar hebben ze voor het eerst seks en verteld Freanne dat ze ervan droomt om naast haar man Nic, nog 10 minnaars te hebben. Giph blijft vaak bij Freanne slapen. Als hij een keer mee is naar haar huis in Baarn komen Nic en Noëlle onverwachts thuis. Nic lijkt het niet erg te vinden en hij en Freanne laten Giph en Noëlle alleen achter. Die nacht ontmaagd Giph Noëlle op een boot, nadat zij heeft toegegeven al een hele tijd op Giph verliefd te zijn.
In de zomer geven een paar vrienden van hem een groot feest op een boot. Thijm, Monk en hij zijn niet officieel uitgenodigd, maar gaan er toch heen. Giph wordt heel dronken en maakt het zichzelf weer eens niet makkelijk door allerlei voor hem onbekende mensen de grond in te boren.
Thijm, Monk en Giph gaan een paar dagen kamperen in de Ardennen. Op de camping ontmoeten ze twee leuke meisjes. Nu zijn ze dus met drie jongens en maar twee meisjes. Daarom besluiten ze een weddenschap te houden; wie verliest en dus alleen overblijft, krijgt van de andere twee een fles drank. Thijm, Monk en de twee meisjes hebben het heel leuk, maar Giph valt duidelijk buiten de groep. Op een avond spelen ze ‘truth-or-dare’. Giph krijgt als vernederende opdracht om in zijn tent te gaan liggen en te gaan slapen. Hij voelt zich erg beledigd en is boos op zijn ‘beste vrienden’.
Als hij later weer een feest heeft van Freanne zoent hij eerst met Noëlle. Freanne ziet dat en loopt boos naar haar werkkamer. Als Giph haar achterna gaat ligt ze huilend op de slaapbank en ze zegt dat ze te veel voor hem is gaan voelen. Giph troost haar en een paar minuten later komt Noëlle huilend de kamer binnen. Ze blijven daar de hele avond zitten en bemoeien zich niet meer met het feest. Ze drinken en praten veel. Uiteindelijk bedrijven ze met z’n drieën de liefde en vallen in slaap. De volgende ochtend wordt Giph alleen wakker; Noëlle is om onduidelijke reden boos terug naar Utrecht en Freanne zit in de keuken een sigaret te roken. Giph is ineens erg geïrriteerd en laat Freanne verbaasd, verdrietig en alleen achter.
Een paar weken later heeft Giph weer een feest, dit keer van Sub Rosa, de uitgeverij van Nic en Freanne. Hij is niet van plan te gaan; hij heeft Noëlle of Freanne sinds hun triotje niet meer gesproken en hij is niet officieel uitgenodigd. Maar als Monk en Thijm beweren dat Jeroen Brouwers ook uitgenodigd is, gaat hij uiteraard wel. Ook op het feest negeren Freanne en Noëlle hem. Als Giph net besluit weg te gaan komt Brouwers met een onbekende vrouw aanlopen. Giph, Monk en Thijm blijven als drie kleine, bange jongetjes op een afstandje luisteren naar de gesprekken die Brouwers voert. Op een gegeven moment zijn ze toch in het gesprek betrokken geraakt en zijn bijna alle gasten (inclusief Freanne en Noëlle) vertrokken. Brouwers herkent Giph nog van de eerste keer dat ze elkaar zagen op een feest bij Geerten Meijsing. Hij herinnert zich nog dat ze elkaar een hand hebben gegeven en dat Giph een bepaalde opmerking had gemaakt. Giph is in de wolken. Als alle drank op is nodigt Nic iedereen uit om uit eten te gaan. Giph en Brouwers hebben het de hele avond over literatuur. In de loop van de avond worden vooral Brouwers, Thijm en Nic steeds meer dronken. Na het eten besluiten Brouwers, Coco (de vrouw die met hem mee was gekomen), Monk en Giph naar Coco’s huis te gaan. Daar gaan ze door met praten en drinken. Brouwers drinkt veel te veel en gaat zich raar gedragen. Hij veranderd van het ene op het andere moment van stemming en beschuldigd Giph ervan dat hij helemaal niets over zijn werk weet. Weer een moment later zegt hij dat hij moe is van het schrijven en dat Giph het van hem over moet nemen. Giph vind het erg vervelend worden en besluit weg te gaan. Hij vindt het absoluut niet leuk hoe Brouwers zich gedragen heeft. Als Giph thuis komt voelt hij zich beroerd. Hij is misselijk en dronken. Op de w.c. moet hij overgeven en hij heeft diaree. Hij kijkt in de spiegel en denkt na over de afgelopen avond en vooral over zichzelf. Hij komt tot de conclusie dat hij eigenlijk weinig voorstelt en noemt zichzelf apathisch en vooral lelijk.
Titelverklaring
Het boek heet simpelweg Giph omdat de hoofdpersoon Giph heet. Deze naam is overduidelijk van de achternaam van de schrijver afgeleid, de laatste drie letters van Giphart zijn weggelaten. Het leven van Giph lijkt ook een beetje van het leven van Giphart afgeleid te zijn. Hij studeert bijvoorbeeld, net als Giphart, in Utrecht, wil graag schrijver worden en Jeroen Brouwers is als een literaire held voor hem. Ik heb ergens gelezen dat Giph een woordspeling is en ook als ‘gif’ gelezen kan worden. Dat zou te maken hebben met de giftigheid van Giphs karakter. Ik vind dat wel een beetje ver gezocht, dus ik denk niet dat het zo bedoeld is.
Thema
Het boek gaat dus over Giph, een jonge Utrechtse schrijver. Giph en zijn vrienden beleven veel (grappige) dingen. Hij vertelt in het boek op een redelijk sombere maar humoristische manier over recente gebeurtenissen in zijn (liefdes)leven en over dingen die hij eerder in zijn jeugd heeft meegemaakt. Hij houdt van het schrijversvak en is bijna 24 uur per dag bezig met literatuur. Ook houdt hij veel van seks en vrouwen. Samen met twee goede vrienden en huisgenoten praat hij veel over deze onderwerpen en over hun gezamenlijke literaire held Jeroen Brouwers. Giph is verliefd op Noëlle en op haar moeder Freanne. Als hij er achter komt dat zij ook gevoelens voor hem hebben, weet hij niet wie hij moet kiezen.
Personages
Giph is een jongen van een jaar of 25. Of Giph zijn echte naam is weet ik niet. Ik vind het een vreemde voornaam, dus misschien is het zijn achternaam en wordt hij gewoon altijd zo genoemd. Hij beleeft veel, gaat vaak naar feesten, heeft geen vaste baan (wel werkt hij soms voor uitgeverij Sub Rosa) en zijn studie heeft hij niet afgemaakt. In het studentenhuis waar hij woont, wonen nog veel meer jongeren, de meeste daarvan zijn ook zijn vrienden. Ze gaan vaak naar het eetcafé ‘De Wingerd’, waar hij zelf ook gewerkt heeft en veel mensen kent. Zijn twee beste vrienden zijn Monk en Thijm, zij wonen in hetzelfde huis en hebben dezelfde interesses. Giph is schrijver en schrijft graag over seks en literatuur. Hij is nog geen bekende schrijver, maar verwacht dat wel te worden. Giph meent niet alles wat hij zegt, maar is ook vaak heel eerlijk, lief en open. Veel mensen vinden hem grappig en leuk en hij heeft veel vrienden. Zijn uiterlijk wordt niet beschreven, maar hij lijkt mij dat hij er goed uitziet. Hij klaagt er in ieder geval niet over en heeft veel en snel aandacht van meisjes.Als hij nieuwe mensen ontmoet of dronken is, maakt hij zichzelf niet altijd even geliefd. Hij kan dan heel bot overkomen en veel mensen snappen zijn grappen niet. Giph lijkt heel zeker van zichzelf en zegt regelmatig dat hij zichzelf eigenlijk wel heel leuk, grappig, goed en geweldig vindt. Ook over zijn schrijverstalent is hij zeer tevreden en is zeer kritisch over andere schrijvers en de literatuur. Over andere mensen heeft hij ook snel een oordeel klaar liggen, meestal negatief. Giph zegt op alle vrouwen verliefd te zijn, maar echte verliefd is hij op Noëlle en Freanne. Hij kan niet kiezen tussen hen en dat wordt nog moeilijker als zij allebei ook op hem verliefd blijken te zijn. In de loop van het boek wordt Giph meer volwassen en veranderd zijn beeld over zijn idool Jeroen Brouwers. Zijn ideeën over literatuur en het leven veranderen niet veel. Ook al denkt en schrijft hij er wel veel over. Hij klinkt vaak droevig en praat regelmatig over zelfmoord, wel altijd op humoristische wijze. Aan de manier waarop hij de feestjes en zijn belevenissen met vrienden beschrijft is te merken dat hij ook wel lol in het leven heeft en niet serieus over zelfmoord nadenkt.
Ik kan me goed voorstellen dan veel mensen Giph een rare jongen vinden. Als hij nieuwe mensen ontmoet, maakt hij vrijwel altijd een rare opmerking of gedraagt zich vreemd. Maar als je hem beter leert kennen is hij eigenlijk heel lief en grappig. Als ik Giph was zou ik toch proberen een betere eerste indruk achter te laten. Doordat hij zo reageert, willen maar weinig mensen hem beter leren kennen. Ook zou ik dus proberen wat minder bot te zijn.
Monk (ook Monk lijkt mij een rare voornaam; ik denk dat het zijn bijnaam is) en Thijm zijn twee belangrijke personages uit het boek. Ze werken net als Giph soms voor Sub Rosa. Het zijn Giphs beste vrienden en ze doen veel samen. Ze hebben bijna nooit ruzie en vertrouwen elkaar veel (maar niet alle) geheimen toe. Toch wordt er erg weinig over deze jongens verteld. Op bladzijde 160 van het boek zegt Giph: ‘Vind je niet dat het tijd wordt dat ik Monk en Thijm eens even bij je introduceer, want anders blijven die karakters toch een beetje hangen, denk je niet?’ In het daarop volgende stukje tekst wordt verteld hoe Giph, Monk en Thijm elkaar kennen, maar over de karakters zelf word je niet geïnformeerd.
Monk, Thijm en Giph kennen elkaar al zes jaar. Ze zaten toevallig in hetzelfde groepje tijdens de nuldejaarsintroductie die door de stad en universiteit werd aangeboden. Die paar dagen zijn ze veel met z’n drieën opgetrokken. Op de laatste dag hadden ze besloten een clubje te vormen. ‘We kwamen in hetzelfde huis wonen, we gingen hetzelfde studeren, we lazen dezelfde boeken, we trokken er in de zomer gedrieën op uit, we aten bij dezelfde snackbar en we kregen, ondanks een heftig bevochten erecode, dezelfde vriendinnen.’
Freanne is een 36-jarige uitgeefster. Samen met haar man Nic zijn ze de eigenaren van Sub Rosa. Ze is de moeder van Noëlle en de zus van Thijm. Behalve dat ze lang blond haar heeft en vaak mantelpakjes draagt verteld Giph niets over haar uiterlijk. Het is een wijze vrouw die veel over literatuur weet. Ze is getrouwd met Nic maar houdt er verschillende minnaren op na; ze gaat er van uit dat Nic ook vreemdgaat.
Nic is mede-eigenaar van Sub Rosa en zijn broer is de eigenaar van ‘de Wingerd’. Hij is niet de biologische vader van Noëlle, maar is al jaren met Freanne getrouwd en woont ook bij haar in huis. Nic en Freanne zijn redelijk rijk; ze hebben twee grote huizen: één in Baarn en één in Utrecht. Nic weet dat Freanne regelmatig vreemd gaat, maar hij lijkt het niet heel erg te vinden.
Noëlle is 19 jaar oud, heeft kort, jongensachtig haar, draagt jongenskleren en gedraagt zich een beetje jongensachtig. Volgens Giph is ze ‘bruusk, verveeld, verwend en tegelijkertijd (of misschien wel daarom) heel erg mooi en leuk’. Giph is al lange tijd verliefd op haar. Ook zij werkt bij ‘de Wingerd’. Noëlle speelt een belangrijke rol in het verhaal, maar je komt niet veel over haar karakter te weten.
Jeroen Brouwers is ook een belangrijk persoon. Hij is Giphs grote voorbeeld, hij wil zelfs net zo leven als hem. Hij wordt door Brouwers geïnspireerd en samen met Monk en Thijm heeft hij soms gesprekken in Brouwers-citaten.
De andere personages zijn achtergrondpersonen. Ze behoren tot de vriendengroep waar Giph ook bij hoort of hij komt ze ergens tegen. Sommige komen vaker voor in het boek en andere kom je maar één keer tegen.
Opbouw
Het verhaal begint midden in de gebeurtenissen, maar je krijgt ook veel informatie; Giph verteld dat hij net terug is uit Zandvoort met Monk en Thijm terwijl hij in ‘de Wingerd’ zit. In de eerste paar bladzijden geeft hij ook uitleg over hoe zijn vriendengroep in elkaar zit en hoe hij zelf is. Hij besluit nooit meer over seks te praten (omdat de mensen om hem heen dat onderhand vervelend beginnen te vinden) en alleen nog maar over literatuur. Een paar bladzijden verder kom je er al achter dat hij die belofte niet na komt.
Het boek heeft een redelijk gesloten einde. Het loopt af met het feest van Sub Rosa en de nacht bij Coco thuis. Hij heeft besloten zich niet meer met Freanne of Noëlle te bemoeien en Jeroen Brouwers is door de mislukte avond van zijn voetstuk gevallen. Thuis zit Giph op het toilet en kijkt naar zichzelf in de spiegel. ‘Recht in z’n ogen keek ik hem, die gozer. Ik stelde vast dat hij een raar gezicht trok. Nu zag ik ook eindelijk wie hij was. Ik heb het gezien. Giph heeft alles gezien. Hij had rooddoorlopen ogen, een bevuild gezicht, op zijn voorhoofd plakkende haren. Hij hijgde niet alleen apathisch, maar hij was ook zo lelijk. Dat was het erge, dat hij zo lelijk was. Zuchtend stonden we elkaar aan te kijken, minutenlang. Hoe moet dat nou, dachten we samen. Hoe moet dat nou met ons, mijn jongen.’
Ik vind het een goed einde. De ‘problemen’ die hij had met de drie belangrijkste personen uit het boek heeft hij opgelost/afgesloten. Met Freanne en Noëlle heeft hij een leuke tijd gehad, maar ze zijn erachter gekomen dat het niet werkt zo. Het werk van Brouwers vindt hij nog steeds goed, maar de Jeroen Brouwers zelf vindt hij niet leuk. Hoe graag hij hem ook wilde ontmoeten, na die rampzalige avond had hij hem misschien zelfs liever niet ontmoet.
Tijd
Het verhaal speelt zich af in de maanden tussen januari 1990 en de nazomer van 1991 (alles is in de verleden tijd geschreven). In het boek worden sommige data als een soort tussenkopje gebruikt. Daardoor weet je dat het verhaal chronologisch is opgebouwd. Tussen de chronologische gebeurtenissen vertelt Giph ook dingen uit het verleden. Het zijn geen echte flashbacks maar meer vertellingen van eerder gebeurde dingen door het gewone verhaal heen. Er zit dan ook geen echte verhaallijn in. Giph verteld wat hij meemaakt en daarin is zijn jacht op Freanne en Noëlle de rode draad. Door de manier waarop Giph over dingen (seks vooral) praat, is te merken dat het verhaal zich rond deze tijd afspeelt. En dan natuurlijk de alledaagse dingen waardoor je weet dat het niet lang geleden is (vliegtuig, auto’s, koffiezetapparaat).
Ruimte
Het verhaal speelt zich voor een groot gedeelte in de buurt van Utrecht af. Giph is een paar keer op vakantie, daar is hij vaak vrolijker dan thuis en filosofeert hij meer. De plaats van de gebeurtenissen heeft invloed op de personages door bijvoorbeeld de drank op de feestjes. Dan gedragen ze zich anders dan als ze nuchter zijn. Omdat er in het verhaal veel feestjes en veel dronken mensen zijn, wordt het verhaal dus beïnvloed door de plaats. Als Giph, Freanne en Noëlle op het tuinfeest van Freanne bijvoorbeeld geen alcohol gedronken hadden, hadden ze waarschijnlijk geen seks gehad. Als dat niet was gebeurt, was het hele verhaal anders afgelopen.
Perspectief
Het verhaal is geschreven in het ik-perspectief. Het boek is geschreven door Giph. Het zijn eigenlijk allemaal brieven, geadresseerde onbekend. Ik heb ergens gelezen dat Giph of Giphart zelf de ‘jou’-persoon moet voorstellen. Ik denk dat dat wel kan kloppen. Het is in ieder geval een man. Giph zegt in de eerste regels van het boek: ‘Ik schreef eens: als ik een homo was, zou ik jou in mijn bed willen.’ Uit andere voorbeelden is af te leiden dat het inderdaad aan zichzelf gericht zou kunnen zijn. Het is niet altijd merkbaar dat het brieven zijn. Een enkele keer maar schrijft Giph ‘jou’ of ‘deze brieven’.
In het begin was ik erg benieuwd aan wie de brieven gericht zouden zijn. Omdat het ook weer niet echte brieven zijn maar gebeurtenissen en gevoelens die beschreven worden, net als in veel andere boeken, doet het er niet veel toe voor wie ze bedoeld zijn.
REACTIES
1 seconde geleden
F.
F.
he bedankt ik heb veel aan je verslag gehad...nu maar hopen dat ik een goed cijfer heb..:) see ya fianne
20 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
best goed over genomen
20 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
dankjewel dirk... kheb hier zeer veel aan gehad!!... egt zeer relax verslag:)
19 jaar geleden
Antwoorden