Primaire gegevens
Auteur: Joost Zwagerman
Titel: Gimmick!
Ondertitel: geen
Verschenen: 1989
Aantal bladzijden: 283
Leestijd: 6 en een half uur
Uitgelezen op: 15 februari 2005
Verantwoording van de keuze
Ik hoorde dat het een leuk boek was en ook echt iets voor mijn leeftijd. Ik zocht het boek dus op en zag dat het een bestseller is. De tekst op de achterflap sprak me ook aan. Dat is de rede voor mijn keuze.
Verwachting vooraf
Het is een bestseller en voor mijn leeftijd en daarom had ik er wel een goed gevoel over. Ik dacht dat het over jongeren van mijn leeftijd zou gaan en over – wat al uit de achterflap blijkt – drugs, drank, seks, geld en de moderne media.
Eerste reactie achteraf
Jammer van het open einde, ik heb altijd liever dat een boek goed wordt afgesloten. De verwachting vooraf bleek niet te kloppen, het ging over volwassen kunstenaars. Ik vond het toch wel een redelijk boek. Het was niet saai met al het levendige taalgebruik, maar een echte aanrader wil ik het niet noemen.
Samenvatting
Het is oktober, Walter van Raamsdonk is een veelbelovende post-moderne jonge kunstenaar. Door zijn vrienden wordt hij ‘Raam’ genoemd. Nadat Suzanne, die Sammie wordt genoemd en Raams vriendin is, Raam verlaat, wordt Raam zwaar depressief. Hij gaat steeds meer aan de drugs en hij heeft geen zin meer in schilderen. Raam zoekt steun bij zijn net zo getalenteerde medekunstenaars en vrienden Groen en Eckhardt, deze tonen echter niet veel interesse in het leven van Raam. Groen en Eckhardt proberen Raam wel weer aan het schilderen te krijgen en ze zeggen hem dat hij Sammie moet vergeten. In de avonden gaan Raam, Groen en Eckhardt naar de discotheek ‘Gimmick!’, waar de titel van het boek op slaat. Raam probeert ‘s avonds in de Gimmick zijn verdriet weg te drinken. Hier in Gimmick ontmoet hij een meisje met een zonnebril. Hij gaat met het meisje mee naar huis, maar het enige wat Raam in dat huis doet is een videoband bekijken. In januari gaat Raam op reis naar Florence, waar hij zijn tienerliefde opzoekt, ze heet Pet (Mariëtte voluit). In Florence komt Raam in haar studentenhuis terecht. Hier wonen, behalve Pet, twee jongens uit London, een oerlelijke Italiaans meisje en een boeiende en indrukwekkende vrouw uit Hannover. Raam doet weinig in Florence, hij doet er eigenlijk helemaal niets. Wanneer Raam terugkomt uit Florence wil Groen hem meenemen op reis. Hij wil naar Tenerife gaan, wat volgens hem het kunstcentrum van de wereld is. Ze gaan allebei naar Tenerife. Hier gaat Groen met een meisje dat Rosita heet. Raam slaapt ook met dit meisje maar blijft ondertussen aan Sammie denken. Voor de rest ontmoeten ze hier nog een aantal kunstenaars zoals galeriehouder en beeldend kunstenaar Sergio Valla en de kunstfotograaf Martin Moreno. Ook George Bleichfeld, die ze eerder in de expositie in Amsterdam hebben gezien, zien ze weer in Tenerife. Op een dag krijgen Sergio Valla en Martin Moreno ruzie en er ontstaat een vechtpartij tussen de twee kunstenaars. Ineens kent bijna niemand hen meer en de meeste kunstenaars vertrekken. In april gaan Raam en Groen vanuit Tenerife naar New York waar ze in een YMCA belanden (heel fout!). Hier bezoekt Groen vele kunsthallen en peepshows. Raam heeft hier na een tijdje genoeg van. Wanneer hij dan een eenzame vrouw ontmoet van in de veertig trekt hij voor een tijdje bij haar in. Zij denkt dat hij homo is. In haar huis doet Raam niet veel meer dan een beetje rondhangen en schoonmaken. Hij leeft als een kamerplant. Op een gegeven moment heeft hij er genoeg van en vertrekt zomaar. Als afscheid schrijft hij een briefje en legt dat bij de zwarte dildo die hij in haar huis heeft gevonden, waar hij een strikje om doet. Wanneer hij terug komt in Nederland, gaat Raam naar een feestje van zijn moeder waar hij alles over New York vertelt. Zijn moeder vertelt hem ook dat hij niet om Sammie moet treuren. De Raad van Kunst wil hem een subsidie van 40.000 gulden geven, maar dan moeten ze eerst even bij hem langs om werk van hem te zien. Omdat hij geen nieuw werk heeft laat hij drie schilderijen van een vriend zien. Hij krijgt de 40.000 gulden. Later gaat Raam coke kopen bij zijn dealer. Hier ontmoet hij Sammie weer voor het eerst sinds lange tijd Ze gaan samen naar een café. Raam zegt dat hij nog steeds verliefd op haar is. Maar Sammie zegt dat ze Raam echt niet meer wil. Ze vertelt dat Groen haar wou versieren. Ze heeft Alex, een vriend van Raam, ontmoet. Misschien wordt het wel wat. Alex is degene waar de schilderijen van waren. Aan het eind van het boek gaat Raam naar een opening van een grote tentoonstelling in het Stedelijk Museum, waar werk van hem en zijn vrienden hangt. Hij vindt steeds meer dat zijn vrienden opgeblazen kunstenaars zijn en alleen maar aan geld denken. Raam vindt de opening maar één grote poppenkast, iedereen zit onder drugs en loert naar mooie vrouwen. Raam neemt te veel drugs, en wordt onwel. Op het laatst komt Raam in de Gimmick terecht, voor het eerst sinds tijden. De Gimmick is niet meer trendy en is overgenomen door studenten en ander raar volk. Wanneer Raam coke gaat snuiven op de wc, wordt hij eruit gegooid. Bij de uitgang ziet hij het meisje met de zonnebril en gaat met haar mee naar huis. Als hij met haar naar bed gaat, krijgt Raam een bloedneus en het meisje wordt boos op hem. Het meisje vraagt wat hij wil. Geen gekke vraag denkt Raam, en hij zegt dat hij een taxi wil. Dit is een goed einde van het boek want het symboliseert hoe Raam altijd voor alles wegvlucht. Begin- en eindsituatie zijn in dit verhaal bijna hetzelfde, het enige verschil is dat de Gimmick van een goede in een flut discotheek is veranderd. Uiteindelijk heeft Raam iedereen verloren; zijn vriendin, zijn vrienden en zijn inspiratie voor het maken van kunst. Hij heeft echt helemaal niets meer.
Titelverklaring
Gimmick is een Amsterdamse discotheek uit de jaren ’80. Walter van Raamsdonk en zijn medekunstenaars komen hier vaak samen. De discotheek heeft zo’n beetje dezelfde sfeer als de wereld waarin deze kunstenaars leven; een leven beheerst door drank, drugs, seks en opschepperij. Aan het eind van het boek verandert dit, wanneer Raam dan in de Gimmick komt, is het er een stuk strenger, geen drugs enzo meer. Het is alsof de discotheek net als alles om Raam heen vooruit gaat naar een beter, meer volwassen leven. Raam daarentegen blijft hangen in het verleden en zakt steeds verder af.
Thema & Motieven
Een thema in dit boek is liefdesverdriet. Dit is het belangrijkste thema, omdat Walter nogal overstuur is om het verlies van Sammie. Hij heeft zo veel liefdesverdriet dat hij zichzelf helemaal gek maakt. Kunst is ook een thema. Het draait om de levens van een stel kunstenaars die zich staande moeten houden in de harde kunstwereld. Drugs en seks zijn veel voorkomende thema’s. Heel het boek door wordt er door de hoofdpersonen drugs gebruikt en ze zijn altijd wel bezig met seks. Is het niet dat ze seks hebben, dan praten ze er wel over of denken ze eraan.
De motieven voor het thema liefde zijn wel duidelijk. Raam mist zijn ex Sammie. Als hij in gaat zien dat ze nooit meer samen een leven zullen hebben, wordt hij steeds wanhopiger. In het begin lijkt Walter nog wel een normaal mens te zijn. Naarmate het verhaal verder komt, wordt hij chaotischer en verward.
Genre
Het genre van dit boek is een autobiografische roman. Het boek is in populair taalgebruik. (op internet opgezocht).
Opbouw
Het boek begint met een proloog. In dit proloog wordt verteld over peepshows in New York en je maakt voor het eerst kennis met Raam en Groen. In de loop van het verhaal kom je erachter dat dit proloog eigenlijk een deel van het verhaal is. Raam en Groen gaan op een gegeven moment naar New York, maar daar wordt niks over verteld. Achteraf kom je er achter dat het proloog eigenlijk op die plaats in het verhaal had moeten staan. Verder wordt het verhaal aardig chronologisch vertelt. Wel vertelt Raam vaak over het verleden. Er zitten dus aardig wat flashbacks in. Je komt in de loop van het verhaal achter de gebeurtenissen en er gaat aardig veel kloktijd voorbij: het verhaal begint in oktober en eindigt in april. Dat zijn 7 maanden. Wel gebeurt er heel veel in deze tijd. Je krijgt heel veel informatie in een korte tijd. Ook worden er een heleboel personen beschreven.
Personages
De hoofdpersoon is Walter Raam, eigenlijk Walter van Raamsdonk genaamd. Hij is 25 jaar. Hij is schilder en behoort met Groen en Eckhardt, twee vrienden van hem, tot de top drie van jonge, belangrijke schilders in Nederland. Raam is de enige die niet extreem gericht is op geld verdienen met kunst, de anderen wel. Zij denken dat alles al eens gedaan is en proberen daarom maar gewoon zoveel mogelijk geld te verdienen. Raam is hopeloos verliefd op zijn ex-vriendin Sammie, die hem heeft verlaten. Het hele boek door blijkt zijn obsessie voor haar; sinds hij haar kwijt is kan hij niet meer werken. Dit komt ook doordat hij baalt van de hele kunstenaarsscène.
Perspectief
Je ziet het hele verhaal door de ogen van Raam. Raam spreekt in de `ik\'-vorm, en hij vertelt alsof het allemaal precies op dat moment gebeurt en niemand de afloop weet. Soms blikt hij wel terug.
Stijl
Het taalgebruik in het boek is modern en vaak vrij grof. In sommige zinnen echt het ‘kunstenaarstaaltje’. - ‘Zo zie je maar weer hoe diep een mens kan zinken. Zitten we godverdomme in een YMCA’. - ‘New York is een inspirerende stad’. - De eerste vier dagen liep ik met Groen niet alleen peepshows maar vooral allerlei galeries af in Soho en in The Lower East Side. Het taalgebruik past goed bij de personages vind ik, er zitten duidelijke verschillen tussen de manier van praten van bijvoorbeeld Walter en zijn ouders. Er zit ook verschil in het taalgebruik van de ‘kunstmensen’, Groen is altijd heel grof en Walter iets minder.
Tijd
Het boek speelt zich af in 1989. Dit is ook het jaar van uitgave. Deze tijd is zeker van belang, er wordt in het boek namelijk een beeld geschetst van de kunstenaarsscène in die tijd. Deze ‘moderne’ tijd blijkt ook uit het taalgebruik. Het einde is open. Walter Raam weet nog steeds niet wat hij wil, dat is ook de laatste zin: ‘Wat wil ik nou? Ik wil een taxi.’ Het verhaal duurt ongeveer zeven maanden, zoals ook uit de hoofdstukken blijkt. Het is niet geheel chronologisch verteld, de proloog hoort eigenlijk aan het eind van deel 2. Er is een proloog, die gevolgd wordt door drie delen. Deze proloog hoort qua tijd eigenlijk verder naar achter in het boek, aan het eind van het tweede deel.
Ruimte
Het boek speelt zich af op verschillende plaatsen; Amsterdam, New York, Florence en Tenerife. Deze plaatsen zijn in zoverre van belang dat ze gebieden moeten aangeven waar ‘het’ gebeurt. Als kunstenaar die geld wil verdienen moet je erbij zijn, zoals het duidelijkst blijkt op Tenerife. Daar heeft de hippe moderne kunstenaarsscène zich verzameld.
In het boek zitten niet echt duidelijke ruimtebeschrijvingen. Wel worden er een paar kamers beschreven, bijvoorbeeld dat het er een ontzettende rotzooi is of waar wat ligt. Ik vind dat dat het verhaal niet echt duidelijker maakt, zo belangrijk vind ik het niet om te weten dat er naast de tv een stapel tijdschriften ligt.
Mening
Er worden een heleboel personages beschreven in dit boek. Soms was dat irritant, omdat ik af en toe vergat wie wie ook alweer was. Het was wel leuk dat er veel in gebeurde, daardoor was het absoluut geen saai boek. Ook het taalgebruik zorgde voor een levendig verhaal, niet bepaald saai te noemen. Toch vond ik het geen fantastisch boek. Je schoot er weinig mee op eigenlijk, in het begin van het verhaal wist je bijna even veel af van Walter als aan het einde van het boek. Ook (zoals al in de ‘eerste reactie achteraf’ staat) vond ik het open einde jammer, het zet je wel aan het denken, maar ik heb liever dat het boek goed wordt afgesloten. Ik wil het geen echte aanrader noemen, maar het lezen was de moeite waard.
REACTIES
1 seconde geleden