A: Auteur: Connie Palmen
B: Inhoud:Geheel De Uwe, Prometheus, Amsterdam, 2002-1, 383 blz.
C: Genre: Roman
2: Eerste reactie
Inhoud: het is een mooi boek, kort maar krachtig. Het boek is wel erg ingewikkeld. Dat komt door dat er vijf mensen aan het woord zijn over een persoon, in de daarbij nog vier verschillende hoofdstukken. In het begin van het boek zijn er ook vijf verschillende verhalen, maar de kenmerken van die ene man, Salomon Schwartz (Mon), komen telkens terug. Aan het einde, voornamelijk in ‘De verloren vader’, komen de verhaallijnen gedeeltelijk weer bij elkaar. In het epiloog valt alles, met wat enige uitleg, samen.
3: Verdieping
A: Samenvatting:
Het boek wordt geschreven vanuit een ikpersoon, Charlie Bleeker. In het proloog en epiloog is dat heel duidelijk merkbaar dat het om een ikpersoon gaat. In het middenstuk zijn er ook ander mensen aan het woord waar door de ikfiguur een beetje op de achtergrond komt te staan, behalve in het deel C.. Daarin beschrijft ze haar eigen ervaringen met Mon via vriendinnen, Cis en Catherina.
Zie uitgebreidere samenvatting: www.knipselkranten.nl (alleen in de bibliotheek mogelijk)
Personen: Salomon Schwarts, Mon voor vrienden.
Saar de Vries, Schutz een bijnaam van Mon voor Saar: zijn laatste vriendin, bij wie hij bleef
Judit: actrice die Mon lief had
Zuster Monica: een non waar hij heel veel gespreken mee had, religieus en over seks.
Lili: een prostituee waar Mon veel kwam, niet voor de seks maar voor een goed gesprek
C.: een samen voeging van drie vriendinnen, Chacathci ofwel Charlie, Catherina en Cis. Het draait daar om Charlie.
Andere belangrijke personen zijn:
Dr. Isaac Spiegelman: hij is een goede vriend van Saar, ze zijn allebei psychiaters. Tevens helpt hij Charlie bij het schrijven van haar eind scriptie voor haar literaire studie en bij haar eerste boek, Het verborgen Ik
Cis: een vriendin van Charlie. Zij is transsexueel.
Catherina: een vriendin van Charlie. Zij heeft een aanleg voor manie depressiviteit.
Zuster Helena: een vriendin van Zuster Monica. Zij zijn uit het klooster gegaan en zijn nu min of meer twee maatschappelijk werkers. Zij wonen met z’n tweeën op een woonboot.
Mosje Schwartz: de vader van Mon. Hij heeft een waar complex aan deze tiranniserende man over gehouden.
Het boek speelt zich af in Amsterdam. Op 21 december 1999 begint het boek, in werkelijk speelt het verhaal veel eerder. Er wordt namelijk verwezen naar boeken die eerder geschreven zijn. Plus het feit dat het gaat over een man die in 1995 overleden is. Zijn leven wordt verteld doormiddel van de gespreken met de vijf vrouwen.
Wat er gebeurt is moeilijk te omschrijven. Het gaat er namelijk om wie Mon was en niet wat de vrouwen doen en laten. Mon was een vrouwenjager, dat bevestigen al de vrouwen. Hij was egocentrisch, zolang hij maar aandacht kreeg was het goed, dit blijkt ook uit de speech van Zuster Monica (blz.344/346)
In het proloog en epiloog loopt het verhaal op z’n einde. In het proloog wordt beschreven waarom Charlie de biografie van Mon op zich neemt, de brief van Saar (blz.11/14). In het epiloog wordt duidelijk waarom Saar een brief schreef aan Charlie. Het middenstuk is dus de biografie van Salomon Schwartz. De pro- en epiloog zijn samen één deel, buiten het middenstuk om.
Thematiek: het draait voor al om kennis en inzicht. Inzicht in de werkelijkheid, in mensen. De kennis is gebaseerd op Connies eigen kennis op filosofisch en psychologisch gebied. De vragen die ze daarbij heeft, laat ze ook in gesprekken terug komen.
B: Onderzoek van de verhaaltechniek.
1: Schrijfstijl: De schrijfstijl is duidelijk en helder. Het is wel zo dat er verschillende stijlen door elkaar gaan. Bijvoorbeeld Lili, prostituee, praat anders dan Charlie, student literatuur. Tevens blijkt uit de schrijfwijze van Connie dat ze de achtergrond van sommige figuren in het boek naar voren wil laten komen. Dit is het geval bij Zuster Monica, in haar praten is haar achtergrond zichtbaar.
2: Ruimte: De ruimte, in plaats, is klein, Amsterdam en soms een kleine blik op een andere stad in Nederland. Maar de ruimte op zich is heel groot. Namelijk van prostituee tot non en van psycholoog tot actrice. Wat er wel hetzelfde is aan al die verschillende omgevingen is dat ze allemaal anders zijn dan de normale omgeving.
3: Verhaalfiguren:
· Zuster Monica – Non- innerlijk: houdt van de kerk en van God een gesprekspartner van Mon vooral in een geestelijke richting.
· Lili – Prostituee- innerlijk: houdt van haar werk- mensen een goed gevoel en aandacht geven
· Schutz – psycholoog- innerlijk: houdt heel veel van Mon, ‘Ze vullen elkaar helemaal aan’ zei Zuster Monica. Haar werk is vooral inleven in een ander persoon. Deze eigenschap gebruikt ze ook als ze ruzie heeft met Mon. Ze laat hem dan praten of dat zij alleen zijn psycholoog is zodat ze toch te weten komt wat Mon op zijn kerfstok heeft.
· Judit – actrice- innerlijk: inleven in personages – een bepaalde rol neerzetten. Zij is ook een oude vriendin van Mon en weet precies hoe hij is.
· C. – Innerlijk: drie keer verschillend.- Charlie - oppervlakkig normaal persoon
- Cis - transseksueel, zij heeft ook een probleem op het gebied van iemand liefhebben, zij gaat er 100% voor en wil een slaaf van die persoon worden als dat kan. Chaterina en Mon
- Chaterina – manie depressief persoon. Zij leert Mon
kennen en wil hem voor haar alleen hebben.
4: Situaties: er zijn vier verschillende situaties
· Zuster Monica: de handeling die zijn verricht is voor het boek belangrijk. Zij probeert Mon in te laten zien dat de wereld er anders uit ziet voor een non dan voor een doorsnee burger, i.v.m. het celibaat ed.
· Schutz: zij probeert vooral het leven van een ander te verduidelijken bij Mon. Niet iedereen is gelijk en dat mensen ook verdriet kunnen hebben door dat hij hen verlaat. Daarbij heeft zij een grote invloed op Mon, hij blijft haar trouw bij de andere vrouwen deed hij dat niet.
· Lili: praat veel met Mon over haar leven, hoe het is als prostituee, hoe je in het vak komt. Dat het een beroep is waar je voor kiest, dat je er tegen moet kunnen. Zij zet een knop in der eigen om. Plus dat zij nog een keer misbruikt is door haar stiefvader, ook bij haar een probleem met een vader, Mon had/heeft dat ook.
· Judit: deze verteller is op een vlak het zelfde met Mon. Zijn vader was de geschiedenisleraar waar zij les van kreeg. Zij weet ook wat voor een tiran het was. Aan de andere kant is het ook zo dat zij een actrice was en waar Mon ergens van hield was het wel het theater en acteurs. Zij schrijft zijn gedrag toe aan een verlatingsangst (p43).
· C.: -Charlie: zij kent Mon zelf persoonlijk niet, behalve vanuit het gesprek in de trein. Maar zij weet wel hoe hij is, haar vriendinnen vallen als blokken voor hem.
-Cis: zij leert Mon kennen en wordt verliefd, ook al is ze transseksueel. Zij gaat als een blok voor hem en wordt zijn slaaf. Verder brengt zij Mon niks bij zodat hij verandert.
-Chaterina: zij leert Mon kennen via Cis, als ze samen een keer op bezoek zijn. Zij is van de eerste seconden aan zijn lippen geplakt. Dit heeft tot het gevolg als Mon haar verlaat gaat ze hem stalken als hij bij Saar de Vries zit. Schutz is er rustig onder maar Mon vindt het maar eng, je weet nooit wat ze gaan doen tegen je.
5: Vertelwijze: De vertelwijze is van vanuit een ikpersoon. In heel het boek wordt er verteld van uit Lili, Judit, zuster Monica, Schutz en C. Er zitten ook stukjes in waarbij Mon ook mee speelt in een gesprek. De vertelwijze daar wordt anders je krijgt dan een auctoriale verteller.
In het proloog en epiloog is de vertelwijze het zelfde als in het boek, een ikpersoon in dit geval Charlie.
C: Opzoek naar de thematiek.
1: Thema: in het boek draait het vooral om de zoektocht naar kennis en inzicht. Dat is een kwaaltje van Connie Palmen mede door haar studie filosofie en psychlogie.
2: Motto: het boek in zijn geheel bevat geen motto. De hoofdstukken alleen bevatten samen twee motto’s die betrekking hebben op de inhoud van die hoofdstukken.
3: Titel: de titel komt van de Latijnse afkorting tt wat geheel de uwe jouwe betekend. Die tt slaat weer terug op de column (TT) van Mon in de Wereld. En het slaat terug op zijn vader die een vijandige brief ondertekende met tt.
D: Plaats in de literatuurgeschiedenis.
1: Uitgave: het boek is uitgegeven in 2002.
2: Schrijver: de schrijfster is Connie Palmen. Zij schrijft boeken, die ik tot nu toe gelezen heb, waar mee ze iets duidelijk wil maken. In I.M. de liefde die je voor iemand kan hebben. In Geheel de Uwe wil ze ook weer duidelijk maken hoe je van iemand kan houden maar allemaal op een verschillenden manier. Ook laat ze zien dat een persoon heel anders bij iemand kan zijn. Mon die zou zuster Monica nooit verlaten, het gene wat hij wel bij alle andere vrouwen deed.
3: Stroming: het werk is nog niet zo oud, 2002. De relatie die te leggen is tussen het werk van Connie Palmen is dat het boeken zijn die echt kunnen gebeuren, fact, maar het kan ook helemaal verzonnen zijn, fictie. Het mooie wat ik er aan vindt is dat het een wat ingewikkelder boek is, net als I.M. en De Erfenis.
4: Typerend: het werk is heel typerend voor de schrijfster. Hoe meer ik aan haar boeken, Geheel de Uwe, I.M., De Erfenis, denk, des te meer ga ik er een puzzel van maken.
De Erfenis
*Lotte Inden laat haar hele boekenscala achter aan Max die er ook een boek van moet schrijven Saar de Vries laat ook haar boekenscala achter aan Charlie om er een biografie van te maken over Mon
*TT van Tobias Tallicz, tevens ook een grote liefde van de hoofdpersoon, kan terug slaan op de TT van Salomon Swartz.
I.M.
*Gaat over de liefde voor een persoon, Ischa Meijer kan Salomon Swartz zijn.
*Allebei hebben een column (De Dikke Man en TT)
*Ze gaan op de zelfde manier dood, aan een hartaanval.
In elk van de drie boeken speelt het vak schrijven een rol. Er is altijd een psychiater aanwezig. Er gaat in alledrie een geliefde dood.
(De relaties zijn telkens met Geheel de Uwe)
4: Beoordeling
Het is een heel mooi boek dat voorop. Vooral hoe het geschreven is, de veelbetekenende en aangrijpenden stukken spelen daar bij mee. Er is niks aan dit boek wat negatief is. Misschien de schrijfstijl van Connie Palmen wat bij mij past. Want er is geen een verhaal element die negatief is.
Net als I.M. vind ik het proloog en epiloog heel mooi. Ook in Geheel de Uwe valt alles dan beter in elkaar, net als in I.M. Ik moet eerlijk zeggen het is een moeilijk boek en ik heb er aantekeningen van gemaakt.
Vergelijking met ander boeken zie plaats literatuurgeschiedenis
REACTIES
1 seconde geleden