A. KORTE INHOUD
Benjamin De Schutter, of ook wel Benny genoemd die vijftien, bijna zestien is, besluit op de voorlaatste dag van de vakantie een dagboek te gaan schrijven. Hij krijgt veel stof tot schrijven. Zijn vader speelt een belangrijke rol in het leven van Benny, hij is een rare, poëtische en filosofische man. Ook wel soms aan de depressieve kant. 1 september, de eerste schooldag, gaat Benny met tegenzin naar school. Er valt hem een zekere Koenraad op, een jongen vol onderneming en durf. Een stoere jongen, zou je wel mogen zeggen. Op 2 september ontmoeten de klasgenoten van Benny de nieuwe lerares Nederlands: Lucinda. Benny heeft er meteen interesse voor. Hij is een jongen die houdt van boeken en poëzie, hij snuffelt vaak in de dichtbundels die vader overal laat rondslingeren. Hij vindt zijn vader maar raar. Benny heeft 2 zussen; Veerle en Elly. Zijn jongste zus Veerle krijgt hij makkelijk kwaad, en de oudste zus Elly drijft hem vaak tot wanhoop. Elly heeft één jaar universiteit achter de rug, Benny vindt dat ze zich daarom soms als moeder t.o.v. hem gedraagt. Hij zit geklemd tussen 2 zussen, en vindt het soms geen leven. Vader hangt dikwijls een briefje op het prikbord in de keuken, met daarop soms een klein gedicht met een filosofische betekenis. Op zaterdag 11 oktober komen er een jongen en een meisje aanbellen aan de deur. Ze willen hier op de wijk met een jeugdclub voor zestien-plussers starten. Daar wil Benny wel bij zijn. Op dinsdag 13 oktober komt Benny nog eens te laat op school, d.w.z. naar de directie. Benny verzint dat er een jongen hem lastig valt. Vrijdag 23 oktober komt Benny nog maar eens te laat op school, dus weer naar het directeursmatje. Benny vertelt weer het verzonnen verhaaltje van die brommerjongen die hem pest onder de weg. De directeur besluit nog even af te wachten, voordat hij iets gaat ondernemen. Koenraad komt eens naar de jeugdclub, alhoewel hij niet in de wijk woont van Benny. Hij voelt zich meteen thuis, en hij is ook de ‘held’. Donderdag 12 november; opnieuw te laat op school, dus weer op het directeursmatje. De directeur luistert aandachtig en zijn laatste zin is: \"je hoort nog van me\". Benny weet niet goed wat hij daarmee bedoelt. Woensdag 18 november krijgen zijn ouders een brief van de directeur omwille van de gebeurtenis van de brommerjongen. Benny vertelt ze gewoon de waarheid. Vader lacht ermee. Donderdag 26 november; nogmaals te laat op school; directeur zei dat hij Benny niet in de steek zou laten
Op donderdag 7 januari komt de directeur binnen samen met een politieman en ze vroegen naar Benny De Schutter! Ze zeggen dat ze die brommerjongen te pakken hebben, bij een winkeldiefstal. Benny slaat tilt. Woensdag 13 januari, Benny verjaart; eindelijk 16! Zaterdag 13 februari; een nieuw lid bij de pioniers; Ysmalda, een lief gezicht. Hij is op slag verliefd, en blijkt dat zij ook een oogje op hem heeft. Algauw zijn ze een koppel en is Benny’s verliefdheid voor Lucinda voorbij.
B. BOEKBESPREKING
Tijd, plaats, ruimte: ‘Geen wonder dat moeder met de goudvissen praat’ speelt zich af in het heden. Er worden geen jaartallen gegeven, maar dat kun je uit de context afleiden. Benny begint zijn dagboek op 30 augustus ( de laatste dag van de grote vakantie!) en eindigt op 17 juni, bijna een volledig schooljaar dus. Het verhaal vindt in alle waarschijnlijkheid plaats in België, mar dat wordt niet specifiek gezegd. De belangrijkste plaatsen zijn de school, daar ziet Benny Lucinda altijd, het jeugdhuis, daar ziet hij Ysmalda en Koenraad( mar die ziet hij ook op school) en bij hem thuis, omdat er tamelijk veel over thuis wordt geschreven, vb ruzies, nieuwe vriendjes van zijn zus,...
-Vertelsituatie:
‘Geen wonder dat moeder met de goudvissen praat’ is een dagboek en wordt dus verteld in de ik-vorm, alleswetend van Benny, zonder dat men de gedachten en gevoelens van de andere personages weet.
- Hoofdpersonages:
- Benny: degene die het dagboek schrijft. Hij is 1st verliefd op zijn lerares Nederlands, Lucinda, maar later ook op een meisje dat bij hem in de jeugdclub zit, Ysmalda.
- Ysmalda: de vriendin van Benny. Ze zit bij hem in de jeugdclub en is donker van huidskleur.
- Benny’s vader: een stille man, hij praat bijna nooit, maar hij schrijft gedichten en maakt zo dichtbundels.
- Veerle: Benny’s jonge zus: ze is 12 of 13 jaar, dat staat nergens geschreven. Ze ligt vaak in de clinch met Benny.
- Elly: Benny’s oudste zus. Sinds ze op de unief zit, is ze en soort moederfiguur voor Benny. Ze neemt graag de leiding en gaat nooit akkoord met haar moeder.
- Lucinda: Benny’s lerares Nederlands. Benny is verliefd op haar, maar na een tijdje heeft ze dat wel door.
. EIGEN LEESERVARING
Ik vond het een goed boek, het was humoristisch en erg vlot leesbaar. Ik zou mezelf soms helemaal in Benny’s plaats kunnen stellen….
D. INFORMATIE OVER DE SCHRIJVER
Ed Franck is de schrijversnaam van Eduard Vrancken. Ed Franck werd op 27 juli 1941 in Beringen geboren. Hij groeide op in een gezin met dertien kinderen. Hij bracht zijn jeugd door met zwerven langs de boorden van de Maas en op de verwilderde ophogingen langs het Albertkanaal. Na zijn middelbare school ging hij Nederlands en Engels studeren en werd leraar in Hassek aan jongens tussen 14 en 17 jaar. Op zijn vierenveertigste debuteerde hij met Spetters op de kermis bij uitgeverij Clavis. Sinds 1996 heeft hij het onderwijs verlaten om voltijds schrijver te zijn. Ondertussen zijn er al meer dan 50 boeken van hem verschenen! Het is onmogelijk zijn boeken onder één noemer te plaatsen, want hij is van alle markten thuis. Zo schreef hij liedjes en verhalen voor kleuters, verhalen over het gewone leven van kinderen, historische verhalen, harde detectives, psychologische romans en poëzie voor jongeren. In alle genres valt zijn gevarieerde taal op. De hoofdfiguren in zijn boeken voor kinderen zijn tegen machtsvertoon, vertrouwen vooral op zichzelf en zijn heel creatief. Ed Franck: \"Als kind las ik me te pletter, overal waar het niet te heet of te koud was of de stormwind mijn boeken niet wegwaaide.\" Over jeugdboeken zegt hij: \'Het heeft iets universeels. Er is misschien een benedengrens, een leeftijd van waarop iemand een bepaald boek kan beginnen lezen. Een bovengrens is er niet.\" En zijn ideeën haalt hij overal: \"Een schrijver is een enorme spons. Alles komt terecht in een kookketel waarin de schrijver nog de sappen van zijn hersenen laat vloeien en zo ontstaat een gek brouwsel dat men \'kinderboek\' noemt.\" \"Over mezelf of mijn leven vertel ik niet graag. Bij een schrijver gaat het om zijn boeken, niet om zijn lievelingseten, favoriete kleur, huisdieren, schoenmaat e.d.. Mijn jeugdromans gaan over jongeren die door het leven gekneusd worden, maar uiteindelijk toch hun rug rechttrekken en zeggen: \'Ik laat me verdomme door het leven niet onderspitten\'. Dwarse, nadenkende, gevoelige, intelligente jongeren die moeizaam hun eigen weg zoeken. In mijn boeken preek ik niet, ik laat gewoon zien hoe het soms gaat in het leven. In het beste geval schenken mijn boeken de lezer stof tot nadenken, een beetje troost en een portie taalgenot. Mijn boeken zijn meer dan zomaar een verhaal. Ze gaan over het leven. En over jou misschien.\"
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden