Fidessa door Louis Couperus

Titel: Fidessa

Auteur: Louis Couperus

Samenvatting van het boek:

Fidessa is een nimf. Ze speelt samen met haar zusters op de harp op de heide. Ze dansen in het maanlicht. Ze lachen de andere wezens uit, omdat de zusters een beter en mooier leven hebben. In het zwarte inktbos slaapt de eenhoorn. Op een nacht wordt de eenhoorn wakker van het betoverende geluid van de harp. Nieuwsgierig komt hij naar de heide. De nimfen zien de eenhoorn, lachen naar hem en omsingelen hem. Fidessa klimt op zijn rug. Van angst rent de eenhoorn snel terug het bos in. Fidessa probeert het dier te temmen, maar hij rent steeds harder. Ze durft niet van zijn rug af te gaan en houdt zich stevig vast. Dan komen ze op een weide. Fidessa spreidt haar armen, maar haar zweefkracht is te zwak. Ze valt in het gras en raakt bewusteloos. Als ze wakker wordt, ziet ze eerst alleen een stad met een gesloten poort. Dan gaat de poort open en komen er allemaal gepantserde ridders om haar heen staan. Één van hen, genaamd Sans-Joye, helpt haar met opstaan en neemt haar mee de stad in. Daar kijkt iedereen haar raar aan. Ze is de enige die niet gepantserd is. Ze is licht, naakt en een nimf. Ze zeggen dat ze een heks is. Sans-Joye beschermt haar en Fidessa kan bij hem overnachten. De volgende ochtend brengt hij haar terug naar de heide, maar Fidessa wil geen afscheid van Sans-Joye nemen, ze is van hem gaan houden. Samen gaan ze terug naar de stad. De mensen in de stad zijn niet blij met haar terugkomst, ze hoort er niet. Fidessa weet zelf ook wel dat ze er niet hoort, omdat ze naakt is. Uit liefde voor Sans-Joye wil ze zich laten pantseren. Op een nacht gaat ze naar een smid, ergens op een berg hoog in de wolken. Na zeven dagen werk van de smid is het pantser klaar en wordt ze eindelijk gepantserd. De smid vertelt haar dat ze alleen gedood kan worden door de hoorn van een eenhoorn. Fidessa kan niet terug zoals ze de top van de berg heeft bereikt; zwevend. Door het zware pantser moet ze lopend terug. Als ze weer terug is in de stad, herkend niemand haar. Sans-Joye is in de kerker gegooid, omdat hij een naakte vrouw mee de stad in nam. Fidessa heeft vreemde tekens en een hoorn van een eenhoorn op haar pantser staan, waardoor de mensen denken dat ze in spion is. Ze wordt nu ook in de kerker gegooid, naast haar geliefde. Ze zijn allebei dolgelukkig dat ze elkaar toch nog kunnen zien. Dan breekt er oorlog uit in de stad en Sans-Joye wordt gevraagd om mee te vechten. Eerst weigert hij, maar Fidessa praat op hem in en haalt hem over. Samen strijden ze voor zijn stad en winnen ze de oorlog. Sans-Joye is ernstig verzwakt en sterft in Fidessa’s armen. Ze pakt haar zwaard en steekt zichzelf door de hoorn van het pantser. Ze voelt zich weer licht en samen met haar geliefde zweeft ze naar de hemel. Fidessa moet naar het gedeelte van de nimfen, maar ze wil bij hem blijven en ze gaat mee naar het gedeelte van de hemel waar hij moet zijn.