Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Familieziek door Adriaan van Dis

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover Familieziek
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1170 woorden
  • 23 oktober 2005
  • 164 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
164 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Adriaan van Dis
Genre
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2002
Pagina's
202
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Cultuurverschillen,
Kindertijd & Kinderleed

Boekcover Familieziek
Shadow
Familieziek door Adriaan van Dis
Shadow
ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen

Uitgeverij Augustus, Amsterdam, 2002
ISBN 90-457-0041-7

Samenvatting

Familieziek gaat over een jongen die met zijn vader, moeder en drie halfzussen aan een plaatsje aan de Noordzee woont. Het verhaal speelt zich af in de jaren vijftig van de 20e eeuw, heb ik af kunnen leiden uit de gebeurtenissen in het boek. Voorbeeld: Ongeveer op de helft van het boek vindt de watersnoodramp plaats. Dat was in 1953. Zijn vader en moeder hebben elkaar in Indië leren kennen. Moeder had al drie dochters van haar overleden man en zat in een kamp, het was namelijk oorlog. Vader, die overigens nooit ‘vader’ wordt genoemd, maar altijd ‘Paardman’, ‘Meneer Java’, enzovoorts, zat in het leger. Het nieuwe gezin gaat naar Holland en er wordt een zoon geboren: ‘de jongen’, zoals hij altijd wordt beschreven. Zijn echte naam wordt niet in het boek genoemd. De jongen heeft de tweede wereldoorlog niet meegemaakt, maar de andere gezinsleden wel. Vooral Meneer Java heeft zo de nodige trauma’s opgelopen. Hij heeft het áltijd over de oorlog, luistert vaak naar de radio, leert de jongen de meest gruwelijke woorden die met de oorlog te maken hadden. Hij is eigenlijk compleet doorgedraaid. De drie halfzussen en de moeder van de jongen lijken een beetje een hekel aan hem te hebben. Alleen Meneer Java kijkt naar hem om, maar dat is alleen als hij de jongen iets wilt leren over de oorlog. Na een paar jaar is de familie Meneer Java en zijn gedrag zo zat dat hij naar een inrichting gaat. Daar kan hij uitrusten en kan genezen van zijn trauma’s. Helaas was het al te laat en is de jongen zo gek gemaakt dat ook hij oorlogs-gek is geworden. Hij moet bij familie gaan logeren. Als hij weer thuis komt is Meneer Java alweer een tijdje thuis en lijkt te zijn genezen. De jongen echter niet.

Biografie van Adriaan van Dis

Adriaan van Dis is geboren op 16 december 1946 in Bergen. Net als het dorpje waarin de familie uit Familieziek woont ligt dit aan het strand. Hij groeide op temidden van zijn halfzussen en zijn ouders. Zijn moeder is van Indische afkomst en zijn vader is blank. Zijn vader was een ex-militair die uit het Koninklijk Nederlands Indische Leger komt. Hij is door zijn oorlogservaringen en zijn fysieke conditie arbeidsongeschikt geworden en voedde Adriaan op met harde hand. Ook Meneer Java had geen baan en focuste zich daardoor helemaal op zijn zoon.

Adriaan van Dis heeft een HBS-opleiding gevolgd en wanneer hij deze heeft afgerond gaat hij een studie Nederlands op een MO-opleiding volgen in Amsterdam. Hij haalt zijn diploma en gaat in 1969 op reis richting India. Een half jaar later is hij alweer terug en blijkt dat hij niet verder is gereisd dan Afghanistan. Hij gaat zijn opleiding verder afronden. Dan richt hij zich op een andere studie, namelijk een studie Zuid-Afrikaans. Als hij deze opleiding heeft afgerond werkt hij als chef bij het NRC handelsblad en tot 1985 is hij “redacteur features” bij deze krant.
In 1983 schrijft hij zijn debuut: een novelle ‘Nathan Sid’ . Hiervoor krijgt hij een prijs, het gouden Ezelsoor (1984). Veel van zijn boeken zijn autobiografisch, zoals Nathan Sid. Zijn boeken gaan vaak over Indië en andere verre landen (hij heeft veel gereisd) en over de oorlog.
Bron: http://www.adriaanvandis.nl
Perspectief

Het verhaal is vanuit een soort engel verteld die boven het huis van de familie hangt en alles ziet. Alle personages in het boek worden vanuit de derde persoon beschreven. Er is dus geen ikpersoon. Wel vind ik dat de ‘engel’ voornamelijk over de schouder van de jongen het verhaal volgt. Je volgt het meest van wat hij ziet en voelt, maar wat de jongen ziet en voelt gaat bijna altijd over Meneer Java. Familieziek vertelt dus eigenlijk een verhaal over Meneer Java, wat vanuit de jongen wordt bekeken, hoe de jongen op Meneer Java reageert. Je kan dus wel stellen dat er twee hoofdpersonen zijn.

Personages

Het boek gaat vooral over wat er allemaal gebeurt, waardoor de jongen helemaal gek wordt. Bijna het hele boek speelt zich in dezelfde ruimte af, het huis van de familie, en als het in een andere ruimte is doet het er niet heel veel toe. Het gaat er meer om wat de personages doen, daarop reageren en hoe ze veranderen. En over de relaties tussen de familieleden. Daarom ga ik personages iets uitgebreider behandelen.

* Meneer Java
Meneer Java is een man, geboren in Indië. Hij werd daar soldaat. Tijdens die periode ontmoette hij moeder en haar dochters. Hij was toen erg zorgzaam, netjes en beleefd, maar maakte ook veel lol. Dat blijkt uit het volgende citaat:
Citaat blz. 159
Volgens mij heeft Meneer Java de tweede wereldoorlog in Indië meegemaakt. Ik denk dat omdat Meneer Java een enorme hekel heeft een Aap, hij heet eigenlijk Soekarno. Soekarno werd geboren in 1901 in Indië en streefde naar onafhankelijkheid voor Indië. Waarschijnlijk had Meneer Java niet veel over Soekarno geweten als hij toen al in Holland woonde. Als hij over Indië praat, wat hij liever niet doet, gebruikt hij nooit het woord ‘Indië’ maar ‘de Tropen’ of ‘het paradijs’. Ik weet niet in welk jaar, maar ze gingen in Holland wonen. Meneer Java kreeg toen een zoon met moeder, de jongen. Dat was denk ik na de oorlog. Hij is in de oorlog helemaal de weg kwijt geraakt en voedt de jongen op ‘met oorlog’. Hij leert hem woorden uit de oorlog, vertelt hem over de nieuwste bommen, etc… Hij is zo gek van oorlog dat hij van het laatste huishoudgeld een televisie koopt om zo de laatste nieuwtjes over een eventuele oorlog te kunnen horen én zien. Meneer Java houdt wel veel van zijn zoon. Hij wil hem bij zich hebben als hij naar de inrichting moet en wil hem alles leren wat hij zelf al weet. Zijn jongen is ‘zijn pupil’ die hij moet klaarstomen voor de oorlog. Meneer Java is werkloos en heeft dus alle tijd om zijn zoon ´op te leiden´. Meneer Java denkt namelijk dat er snel een derde wereldoorlog zal komen. Hij is ook bezorgd over zijn zoon. Hij houdt hem weg van school, omdat hij het Hollandse onderwijs niet vertrouwd.
De relatie met zijn vrouw is vrij slecht. Nergens lees je dat ze écht met elkaar praten of elkaar een kus geven. De relatie met zijn stiefdochters is ook slecht. Ook hierbij lees je nooit dat ze met elkaar praten.
Meneer Java is vrij deftig. Vaak wordt gesproken over een rechte rug en nette kleren, hij loopt meestal in tweedbroeken of in pak. Ook heeft hij ontzettend veel schoenen. In het begin van het boek heeft Meneer Java een paar schoenen gekocht, terwijl ze die maand al bijna niet uitkwamen. Het volgende citaat gaat over de nette kleding van Meneer Java:
Citaat blz. 158
Je merkt ook dat hij erg schoon is en geordend. Alles moet altijd netjes en op rijtjes liggen. Als meneer Java in de inrichting zit is het dan ook meteen een troep in huis.
Citaat blz. 166
Citaat blz. 187 <”De zakken van mijn broek uitzuigen met de stofzuiger,” daar verlangt hij naar. Hij mist het mooie geluid van de zuigtuit die de voering van een binnenzak inslikt: plupferflfffplepf. En alle brieven op stapeltjes leggen… ja, dat zou hij ook graag willen; moeders suggesties gaan langs hem heen: “Stapel ingaande en uitgaande post. Het huis vimmen. Alle beschadigingen wegtippen. Wc repareren. De haarkammen van de meisjes met ammoniak wassen…”
In het laatste hoofdstuk merk je dat Meneer Java genezen is. Hij is dan weer thuis.
Citaat blz. 202
Dat hij anders praat, rustiger, en anders uit zijn ogen kijkt zegt dat hij niet meer de hele dag hyper is en gespannen, alleen maar aan de oorlog denkend.
* De jongen
De jongen is na de oorlog geboren. Hij wordt voornamelijk door zijn vader opgevoed, Meneer Java. Hierdoor weet hij heel veel over de oorlog en kent hij woorden die leeftijdsgenootjes niet kennen. Ook leert Meneer Java hem schrijven. Alle woorden die hij leert schrijft hij in zijn schrift. Meneer Java laat hem regelmatig foto´s zien uit een oud album, met foto´s van toen ze nog in Indië woonden.
Citaat blz. 28
De relatie tussen Meneer Java en de jongen verschilt. Ze geven allebei wel om elkaar, maar kunnen dat moeilijk uiten. Het gesprek blijft altijd oppervlakkig, Meneer Java uit zijn liefde door de jongen goed op te voeden. De jongen uit zijn liefde door alles te doen wat van hem verwacht wordt.
Citaat blz. 34 <“Wat doe je nou,“ vraagt meneer Java met een vies gezicht. En hij slaat zijn pupil tot orde.
Pupil? Hij is die naam niet waard… Als zijn oren rood genoeg zijn, laat de pupil zich onder tafel glijden. Een egel zou zijn stekels op zetten, maar hij werpt zich als een hond op zijn rug.
“Sta op of ik trap je rechtop! “ Meneer Java´s schoenen doen wat hij zegt.
Gekreun onder tafel, maar daarboven niet minder: Meneer Java bijt in zijn eigen hand… zo heeft hij het niet bedoeld… “sorry sorry sorry. “ Hij slaat op het tafelblad. Uit spijt. Harder, steeds harder… tot het eelt op zijn vingers kookt en hij gebroken de kamer uit sloft. …… Een uur later knarst Meneer Java de kamer in. Voor hij zich kan omkleden, werpt de pupil zich in zijn armen. Twee handen krioelen door de jongenskrullen, smoren zijn gezicht in de elleboog van zijn paardenjas.>
Aan dit citaat merk je dat er een haat-liefde verhouding is tussen de twee, die Meneer Java niet onder controle heeft. De jongen weet hierdoor nooit hoe hij zich moet gedragen.
Er wordt veel van hem verwacht. Hierdoor staat hij onder druk.
Citaat blz. 30 <“Vandaag zal ik je iets bijzonders leren, “ zegt Meneer Java, “we gaan de letters aan elkaar schrijven. Niet langer dan onbeholpen bloklettergekriebel, maar hele woorden en zinnen maken, vloeiend aaneen en goed gespeld“ …… Het is de bedoeling dat de jongen de eerste klas zal overslaan, maar in de praktijk streeft meneer Java naar meer: meteen door naar de derde klas! De vierde!>
Hij lijkt soms te lijden onder de harde hand van Meneer Java. Toch ziet hij hem als een soort voorbeeld en volgt hij alle aanwijzingen braaf op. Hij lijkt vaak ook geïnteresseerd in de verhalen van Meneer Java. Als Meneer Java naar de inrichting gaat mist de jongen hem. Hij begint van de oorlog te dromen en steeds meer op meneer Java te lijken. Wanneer de jongen op de boerderij logeert vertelt hij de verhalen door aan zijn familie. Hij draait door.
Citaat blz. 188 Hij heeft drie halfzussen en kan daar niet goed mee opschieten.
Citaat blz. 200
Ook met zijn moeder heeft hij niet echt een goede relatie.
* Moeder
Ook moeder is in Indië geboren. Zij heeft echter geen trauma aan de oorlog en ergert zich vaak aan het gezeur van Meneer Java. Al aan het begin van het boek wordt het haar bijna te veel en besluit ze bijna om met haar dochters weg te gaan. Om haar zoon ook mee te nemen komt niet bij haar op. Ze heeft geen goede relatie met haar zoon.
Citaat blz. 199
Ze wil Meneer Java wel helpen, want ze stuurt hem naar een inrichting en laat daarvoor regelmatig de arts langskomen.
* De meisjes
Ze hebben een hekel aan hun stiefvader en hun halfbroertje. Dat blijkt wel uit onderstaand citaat:
Citaat blz. 10 “Te lui om te werken” zegt de oudste.
“Jij hebt hem uitgekozen” zegt moeder.
“Ja, toen…”
“Omdat jij zei dat we een vader nodig hadden,” zegt de middelste.
“Maar niet nog een broertje,” zegt de jongste.
“Die heel anders is…”
“Niet van ons…”
“Nee, dan was hij veel mooier geweest.…” De meisjes praten en lachen door elkaar heen.>
Ik denk dat de zusje niet veel verschillen van leeftijd. Aan het eind van het boek doet de oudste examen en wil ze op kamers. Ik denk dat ze dan dus alle drie tussen de 18 en de 15 zijn ongeveer.
Behalve dat de zusjes vrij kattig doen tegen hun stiefvader en halfbroertje krijg je niet echt een goed beeld van ze. Zij irriteren zich wel aan Meneer Java, maar draaien niet door. Meneer Java praat ook nooit tegen hun over de oorlog.
Mening

Toen ik net begonnen was aan Familieziek vond ik het een vaag boek. Dat kwam voornamelijk doordat ik het eerste deel van het boek in kleine stukjes heb gelezen. Elke avond een beetje… Dat schoot niet op. De tweede helft heb ik in tweeën gelezen. Ik begreep alles toen veel beter en je ziet de verhaallijn beter. Als je in één keer doorleest zie je de personages ook beter veranderen.

Ik moest wel even wennen aan de schrijfstijl van Adriaan van Dis. Het is niet echt een lopend verhaal, het zijn allemaal kleine stukjes. Het is ook niet echt een spannend boek, niet onvoorspelbaar. Er is ook weinig dialoog, wat soms best saai is. Je leest dan alleen maar beschrijvingen van de situatie. Soms waren de hoofdstukken te lang, dan ging het zo lang over hetzelfde. Dan waren de hoofdstukken weer heel kort, soms een halve bladzijde. Deze hoofdstukken vond ik meestal nergens over gaan. Het maakt het verhaal nog losser, minder een geheel.

Wat ik ook erg lastig vond, was dat ik aan het begin niet wist wat nou precies de relaties waren tussen de personages. Was het zijn moeder of stiefmoeder? Waren de dochters van Meneer Java of van een andere vader? Hadden ze allemaal in Indië gewoond of alleen vader en moeder, of ook de meisjes? Pas na een tijdje had ik alles voor mezelf op een rijtje en toen begon ik alles ook meteen beter te snappen. Het duurt even voor je weet wat voor relatie de een heeft met de ander en of die goed is of slecht. Ook wist ik niet hoe oud de meisjes en de jongen waren. Nog steeds niet zeker, maar ik heb nu wel een idee. Adriaan van Dis beschrijft heel veel, maar laat dat soort belangrijke dingen dan weer weg. Het zal uiteindelijk dan niet echt belangrijk zijn geweest, anders had hij het vast wel verteld…

Leuk aan het boek vond ik de veranderingen die Meneer Java en de jongen meemaakten. Meneer Java was gek, werd gekker en toen minder gek. De jongen was normaal en werd toen steeds gekker. Hoe verder ik in het boek kwam, des te meer ik te weten kwam, des te leuker ik het boek begon te vinden.

Het taalgebruik vond ik goed. Ik erger me wel eens aan veel lastige woorden, oud Nederlands of veel niet-bestaande woorden, maar bij Familieziek heb ik daar geen last van gehad. Zinnen waren niet te lang.

Er werd best veel gesproken over vroeger, over de oorlog, over bommen. Je hoefde daar niet veel vanaf te weten om het verhaal te snappen, al is het natuurlijk wel leuk als je meteen weet waar ze het over hebben als ze over Soekarno spreken. Ik heb dat opgezocht, maar dacht eerlijk gezegd al dat het iemand was die iets met de politieke situatie in Indië te maken had. Al die dingetjes die je moest weten om alles helemaal te begrijpen heb je niet nodig om het verhaal gewoon te snappen. Op het laatst valt alles in elkaar, als je alles weet. Achteraf gezien vond ik het toch best een leuk en goed boek.

REACTIES

M.

M.

Goed verslag. Let wel op dat je 'meneer Java' schrijft. Niet met een hoofdletter m.
Verder wilde ik nog kwijt dat er niet alleen maar haat tussen de jongen en de zussen was. Ze speelden bijvoorbeeld samen blokfluit en zongen tijdens de afwas mooi vierstemmig.
Goed dat je op de veranderingen van de jongen en meneer Java wees.

12 jaar geleden

A.

A.

je hebt citaten gebruikt bij de personages maar kan dat ook bij plaats en tijd of niet

10 jaar geleden

M.

M.

Moeder is helemaal niet in Nederlands-Indie geboren, maar in Zeeland, de jongen gaat er logeren als het hij doordraait.

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.