Titel: Familieziek
Schrijver: Adriaan van Dis
Geschreven in: 2002
Aantal pagina’s: 202
Niveau: 3
Uitgever: Augustus, Amsterdam – Antwerpen
Samenvatting
In het boek komen verschillende kleine verhaaltjes voor, niet elk hoofdstuk gaat verder op het vorige hoofdstuk. Daarmee willen we zeggen, dat de verhaallijn onderbroken wordt. In grote lijnen gaat het boek over een familie uit Nederlands-Indië. Tijdens de oorlog waren moeder en de 3 zussen in en kamp geplaatst en was vader oftewel meneer Java een soldaat. Toen de oorlog over was ontmoeten meneer Java en moeder elkaar en gingen samen naar Nederland. Hier kregen ze nog een kind. Hij wordt in het boek nooit bij zijn naam genoemd. Meneer Java is verzot op zijn zoon en wil hem veel zelf leren. Daardoor gaat de jongen pas op een late leeftijd naar school. Meneer Java is getraumatiseerd door de oorlog en daardoor uit hij geen of nauwelijks emotie. Later komt hij door deze trauma’s in een instelling. Het boek eindigt met meneer Java die veranderd is en belooft zijn leven te beteren.
Ik vond het een interessant boek. Het onderwerp was interessant en de personages waren erg leuk en ze waren ook goed omschreven, waardoor je ze echt goed voor je kan zien. In het begin was het boek lastig te volgen, omdat er geen namen worden gebruikt en de personages zelf niets vertelden.
Ik vond het een mooi boek, want je merkt wel dat meneer Java erg last heeft van zijn trauma’s, maar hij probeert wel zijn best te doen om zijn zoon van alles te leren. Ook ik vond dat het boek in het begin lastig te volgen was, omdat het niet duidelijk was vanuit welk perspectief verteld werd.
Tijd
De gebeurtenissen in het boek staan in niet-chronologische volgorde. Er zijn vaak flashbacks naar de oorlog en dit maakt het boek niet-chronologisch.
De fabel en het sujet zijn niet gelijk aan elkaar, omdat het sujet door flashbacks wordt onderbroken en de fabel het chronologische verhaal wat men onder anderen moet samenstellen uit de flashbacks. Het verhaal loopt niet van vroeger naar nu maar je komt er middenin en krijgt dan flashbacks. Dit geeft ook weer aan dat het verhaal in niet-chronologische volgorde staat. Er wordt in de fabel vooral veel tijd besteed aan de wijze lessen die meneer Java aan de jongen wil leren.
Het verhaal wordt niet-continu verteld, omdat het verhaal steeds wordt onderbroken door flashbacks en terugwijzingen.
De belangrijkste flashbacks waren de flashbacks naar de oorlog, bijvoorbeeld een flashback naar hoe het gezin bij elkaar is gekomen. Terugwijzingen waren er erg weinig.
Het verhaal speelt zich af in de jaren 50. Dat kom je te weten, omdat Soekarno (genoemd als aap) en de Tweede Wereldoorlog veel genoemd worden.
De verteltijd is 202 bladzijden en de vertelde tijd is niet erg duidelijk. Het kan een paar maanden zijn maar het kan ook een paar jaar zijn. Wij vermoeden echter dat de vertelde tijd een paar jaar is.
Personages
De jongen is een slimme, aardige en nuchtere jongen. Zijn uiterlijk wordt niet besproken. De relatie met zijn moeder is matig, ze vindt hem vaak ondankbaar en als hij steun nodig heeft loopt ze weg. De relatie met zijn drie zussen is ook niet erg goed. De zussen pesten de jongen graag en ze vinden hem ook lelijk. De relatie tussen de jongen en meneer Java is erg goed. De jongen bewondert zijn vader maar is tegelijkertijd ook wel een beet je ban voor Java. De jongen is bang voor zijn vader als hij een uitbarsting krijgt of als de jongen zelf iets fout heeft gedaan.
Meneer Java is een apart persoon. Door trauma’s uit de Tweede Wereldoorlog is Java erg kil en erg driftig. Ook al is hij erg kil, heeft hij ook wel zachte trekjes. Hij houdt veel van zijn zoon, maar kan hem ook ontzettend irriteren. Meneer Java houdt van zijn vrouw. De drie zussen (zijn half- dochters) vindt hij erg irritant. Meneer Java wordt steeds gekker en daardoor komt hij in een inrichting. Blijkbaar is er toen iets gebeurd waardoor Java belooft zijn leven te beteren.
Moeder is een zelfstandig persoon. Ze houdt van haar dochters en haar zoon ook wel maar dat laat ze minder blijken. Ze wou eerst bij meneer Java weg maar dat deed ze toch niet .
De drie zussen zijn plagerige, niet sympathieke meiden. Ze proberen niet eens aardig te doen voor de jongen en meneer Java.
Opbouw
De geleding in het boek is erg overzichtelijk, omdat het duidelijk is wanneer een nieuw hoofdstuk begint. Er wordt goed aangegeven als flashbacks afgelopen zijn. De vele kleine hoofdstukjes hebben ongeveer een lengte van 2 bladzijden. In de verhaallijnen maakt iedereen iets anders mee. Terwijl meneer Java zijn trauma’s verwerkt, zit te wachten op het slechte nieuws van nog een atoombom of oorlog en zijn zoon wat levenslessen probeert bij te spijkeren, ziet de jongen hoe het steeds slechter gaat met de familie en vooral met zijn vader. De moeder maakt het ook weer van een andere kant mee en wil graag dat haar man zich beter gaat voelen en dat hij minder gek doet. Ook vindt ze dat de jongen minder raar moet doen. De zussen willen dat meneer Java weggaat want zij vinden hun moeder het belangrijkst.
Het verhaal begint met de gebeurtenis dat moeder weg wil. Het boek begint dus midden in een actie. Er is geen sprake van een cyclische opbouw, omdat het einde niet weerspiegelt in het begin. Aan het einde komt meneer Java thuis van de inrichting waar hij zat en wordt hij in bad gedaan door zijn vrouw. Meneer Java belooft zijn leven te beteren en minder hard te zijn. Moeder denkt dat de gekte in hem zit en dan vraagt meneer Java of ze het van hem af kan boenen. Ondertussen kijkt de jongen toe en ziet hij hoe alles is veranderd. Het boek heeft volgens ons een gesloten einde, omdat het verhaal klaar is. Als meneer Java bijvoorbeeld weer gek was zou dat niets nieuws toevoegen.
Vertelsituatie
Het boek wordt verteld uit her perspectief van de alwetende, omdat de lezer ook vanuit andere perspectieven dan de jongen het verhaal beleeft. Maar het wordt nooit vanuit het ik-perspectief verteld. De auteur zou hiervoor kunnen hebben gekozen, omdat we zo veel kanten van het verhaal zien, zodat je een idee krijgt wat er bij iedereen speelt. Het effect op ons is dat wij meer weten van meerdere kanten, maar ook dat het in het begin moeilijk te volgen was.
Thematiek
Het motto is :
Pour fabriquer une bombe ‘A’
Mes enfants croyez-moi
C’est vraiment de la tarte
La question du détonateur
S’résout en un quart d’heur’
C’est de cell’s qu’on écarte
En c’qui concerne la bombe ‘H’
C’est pas beaucoup plus vach’
Mais un’ chos’ me tourmente
C’est qu’cell’s de ma fabrication
N’ont qu’un rayon d’action
De trois mètres cinquante
Y’a quéqu’chos’qui cloch’ là-d’dans
J’y retourne immédiat’ment
Boris Vian, ‘La java des bombes atomiques’
Het verband tussen het motto en het boek is dat beide veel met oorlogen te maken hebben. Familieziek gaat over een man die door oorlog getraumatiseerd is, en het nummer waarin het motto staat gaat over verschillende bommen, wat ze kunnen aanrichten en hoe makkelijk het is om bommen met bommen om te gaan. De bommen zouden ook een symbool kunnen zijn voor oorlog.
Als al een bom een reusachtig invloed kan hebben op iemands leven, hoeveel invloed kan dan een hele oorlog hebben?
Het motto zou de lezer kunnen helpen beter meneer Javas trauma te kunnen snappen.
Het motto wil zeggen dat het maken van een bom iets belachelijks is. Het is maar een korte knal. Deze knal verwoest alles en waarom zou men dat willen doen?
Het thema van het boek is terugkijken en achterlaten wat je had, waar je gelukkig was en je thuis voelde. Je ziet dit in de motieven:
- Fotoalbum: Als meneer Java het fotoboek open sloeg vertelde hij over zijn vaderland Nederlands-Indië. Hier kijkt hij terug naar waar hij was opgegroeid en laat hij merken dat hij het mist om daar te wonen.
- Kopkracht: kopkracht is een ander woord voor verbeelding en een door Van Dis zelf verzonnen woord. Meneer Java wil dit aan de jongen leren om zo de aankomende oorlog (die niet zal komen) te overleven. Dit is echter niet waarvoor meneer Java de kopkracht gebruikt. Hij gebruikt het om terug te denken aan Nederlands-Indië.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in een dorpje in Nederland aan zee. Ook al wordt er niet gezegd waar in Nederland vermoeden wij dat het ergens in Zeeland is. De ruimte is geconcretiseerd, omdat er echte plaatsen worden beschreven. Zo wordt het hotel en de binnenkant van de stad erg gedetailleerd beschreven maar ook de ruimte achter het huis van de familie wordt uitvoerig beschreven.
Een voorbeeld van een functionele ruimtebeschrijving is het moment dat iedereen op bezoek was bij meneer Java toen hij in het tehuis zat. De kamer werd als heel grauw en grijs beschreven, heel deprimerend eigenlijk. Later in hetzelfde hoofdstuk staat er dat moeder en meneer Java samen op het bed zaten en dat ze naar buiten gingen kijken en de natuur die ze zagen werd als prachtig en kleurrijk beschreven. Heel vrolijk dus. Dit heeft ook wel iets symbolisch, omdat je de kamer als het deprimerende nu kunt zien en de buitenkant kunt zien als de vrolijke, kleurrijke toekomst die de familie te wachten staat.
Taalgebruik
Het taalgebruik is niet heel erg moeilijk. Heel soms zijn er een paar lastige woorden maar anders niet. Dit zorgt ervoor, dat je het verhaal goed begrijpt en dat je niet zinnen drie keer moet lezen, omdat je de zin niet snapt.
Literaire kritiek
Onder de dreiging van de Koude Oorlog wordt een jongen voor de toekomst klaargestoomd. Hij moet zich leren weren in een kwade wereld, en de bom tikt, ook in huis… De opvoeder – meneer Java – is een door de oorlog beschadigde man die zijn zoon steeds meer bij zijn waanwereld betrekt. De jongen is de stille getuige, die alles ziet en niets vergeet. De waanzin raast door het huis en zijn moeder en zusters vormen een sceptisch koor dat commentaar levert op de gebeurtenissen.
Adriaan van Dis heeft met Familiziek opnieuw een roman geschreven waarin Indië, een onverwerkt oorlogsverleden en een mannelijke hoofdpersoon die nakomer en buitenstaander is de hoofdingrediënten vormen voor het verhaal. Waar Indische Duinen voor mij een stuk inleving mist, een stuk meeleven met de hoofdpersoon, wordt zijn positie en leven in deze roman beklemmend duidelijk.
Deze zeer leesbare roman beschrijft vooral vanuit het perspectief van de jongen de afstand die er bestaat tussen de gezinsleden en vooral tussen de moeder en haar dochters uit haar eerste huwelijk en de nieuwe vader met zijn zoon. Die afstand wordt versterkt door het ontbreken van namen in het boek. Alleen de verhoudingen worden duidelijk (“eerstezus”, “de jongen”, “moeder”).
Het boek leest als een trein, laat je meeleven met de hoofdpersoon waarvan de problematische psyché steeds duidelijker wordt en kan (binnen Van Dis’ oeuvre) enkel als aanrader bestempeld worden! De titel van de recensie is de titel van het boek, dus ‘familieziek’. Er wordt geschreven over wat er in het boek gebeurt, en dat Adriaan Van Dis vaak romans over Indië schrijft met mannelijke hoofdpersonages. Ook vertelt Wim Pelgrim hoe veel het boek je kan laten meeleven en hoe beklemmend de positie van de personages worden kan.
Hij vindt het een leesbare, mooie roman, terwijl wij het boek wat moeilijker te lezen vonden, omdat het in het begin voor ons niet duidelijk was vanuit wiens perspectief het geschreven is. Pelgrim zegt ook dat tijdens het lezen van Familieziek, men erg meeleeft met de personages, terwijl men niet eens weet hoe ze heten. Ook worden alleen de posities van de personages in de familie en hun karakters duidelijk, wat het moelijker kan maken om duidelijk te snappen over wie het gaat. Hij verwijst onder anderen naar het motto, wat zijn samenvatting van Familieziek nog wat levendiger maakt. De positie van de mannelijke hoofdpersoon en zijn leven zijn volgends Pelgrim erg beklemmend, wat hij nog duidelijker maakt in de tweede alinea.
Wij vinden zijn recensie van het boek overtuigend, omdat het erg enthousiast is geschreven, terwijl wij nu na het gelezen te hebben, er anders over denken. We vinden het wat moeilijker te lezen en mee te leven, dan dat Wim Pelgrim verteld.
Evaluatie
Het begin was het moeilijkst om te begrijpen, omdat je er even over doet om te ontdekken wie de verteller is in het boek. Hierdoor was het moeilijk om in het boek te komen. Wij vonden het boek lastig te lezen en het verhaal was niet helemaal duidelijk in het begin, waardoor we al minder enthousiast werden.
Het verslag maken vonden we erg lastig, maar we zijn wel blij met het resultaat. We zijn er lang bezig geweest maar we hebben wel daarom ons best gedaan.
REACTIES
1 seconde geleden