Ella
Ella is een rijk meisje dat status en geld erg belangrijk vindt. Ze staat graag in het middelpunt van de belangstelling en voelt zich verheven boven ‘simpele’ lui, of zoals ze zelf zegt: “Voor mij bestaan geen eenvoudige mensen.” Ella doet er alles aan om de jonkheer voor zich te winnen en is jaloers als hij met de andere meiden praat. Ze keurt het gedrag van Pit af en begrijpt niet hoe Pit met een gewone chauffeur kan praten. Ook Jef is maar een ordinaire lomperik volgens Ella.
Lenie
Lenie is het nichtje van Pit en lijkt qua uiterlijk veel op haar. Qua karakter is ze het tegenovergestelde: Lenie is een lief en zoet meisje dat zichzelf een beetje op de achtergrond houdt. In het begin van het verhaal loopt ze achter Ella aan maar op het eind maakt ze zich los van Ella en doet wat haar hart haar ingeeft: achter Gerrit Jan aan gaan.
Mia
Mia is een verlegen en lief meisje en de beste vriendin van Lenie. Ook zij loopt in het begin achter Ella aan maar negeert later Ella’ s mening en gaat haar eigen gang met Charles.
Gerrit Jan
Gerrit Jan is een vriend van Robbert. Hij is een niet al te knappe boerenzoon die weinig aandacht krijgt van de vrouwen. Dat verandert als Gerrit Jan zich als jonkheer voordoet, waarbij zijn gedrag verandert: hij wordt verwaand en hierdoor wordt zijn vriendschap met Robbert wat minder. Hij draagt niet graag de gevolgen van zijn daden. Hij moet niets hebben van Ella’ s aanhankelijkheid, hij zou zichzelf liever zien met Pit of Lenie.
Reep
Reep is een mede- student en vriend van Robbert. Deze sympathieke jongen geeft niks om rangen en standen. Hij houdt wel van een beetje pit, wat hem ook zo aantrekt in Dot.
Paul
Paul is ook een vriend van Robbert en houdt zich een beetje op de achtergrond. Deze romantische jongen leeft helemaal op wanneer Robberts zuster verschijnt.
Jef
Jef is de gezelligste vriend van Robbert. Hij is de gangmaker van het stel en gaat zijn eigen gang. Hij vindt de hele situatie rond Gerrit Jan wel grappig en met zijn bijdehante opmerkingen weet hij GJ keer op keer zenuwachtig te maken.
Perspectief
Dit verhaal wordt verteld door een alwetende verteller. Hij weet alles van alle personen: hij weet wat ze zien, horen, denken en voelen. Het gevolg van deze alwetende vertelsituatie is dat je een ongekleurd beeld hebt, je weet altijd twee kanten van het verhaal en de personages hebben geen geheimen voor de lezer, je ziet iedereen van de binnen- én buitenkant.
Voorbeeld van het perspectief:
‘Ze voelde zich omvat door zijn sterke arm. Over het zachte gras dansten ze samen. En Robbert dacht: De schát. Ze denkt er niet eens aan, dat ze misschien gezien kan worden. ze dansten samen. Pit dacht: Niemand danst zo goed als hij. Het was als een sprookje, het dansen bij het maanlicht op het fluwelen gras. Hij dacht: Wat is ze lief, wat is ze lief…’
Plaats, ruimte en sfeer
Het verhaal speelt zich ergens op de Veluwe af, in een rustige omgeving met veel natuur. De personages bevinden zich vooral op landgoed Sonnewende of op landgoed de Burcht en omgeving. Daar tennissen of zonnen de jongelui, daar dansen ze of maken ze gewoon een wandeling. Pit en Robbert gaan iets verder weg dan de anderen tijdens de autorijlessen maar blijven wel in de buurt op de weg.
De omgeving waarin het verhaal zich afspeelt wordt goed beschreven zodat je je er een duidelijke voorstelling bij kunt maken. De ruimtebeschrijving roept een romantische sfeer op: de omgeving is lieflijk en het weer is mooi.
Tijd
‘Een zomerzotheid’ is geschreven in 1929, en het verhaal speelt zich ook ongeveer in die tijd af. Dat merk je onder andere aan de elektronica en het taalgebruik. Een telefoon is al een hele luxe. De manier waarop de heren met de dames omgaan past niet echt in de tijd van nu, na één zoen zijn Gerrit Jan en Ella bijvoorbeeld al verloofd. Bij wijze van vermaak pakt Lenie er een breiwerkje bij en bestudeert ze handwerkboeken. Ook de kleding die beschreven wordt is ouderwets, de dames dragen alleen maar jurken terwijl de heren in hun vrije tijd in pak rondlopen.
Het verhaal wordt op chronologische volgorde verteld en er komen geen flashbacks of flash forwards in voor. Er verstrijken een kleine acht weken binnen dit verhaal, dat weet je doordat de jongelui acht weken op de Veluwe verblijven. Het verhaal begint een paar dagen na het begin van de vakantie en eindigt op de allerlaatste dag.
Opbouw en stijl
Het verhaal wordt verteld in de logisch- chronologische volgorde. De gebeurtenissen worden verteld in de volgorde waarin ze plaatsvinden. De ene gebeurtenis komt logisch voort uit de vorige en je leest na elkaar wat er is gebeurd, zoals in de werkelijkheid.
Het verhaal heeft een ab ovo: het begint met inleidende beschrijvingen bij het begin.
Het taalgebruik en het verhaal zelf maken een ouderwetse indruk, ondanks de correcties die in deze druk zijn aangebracht. De stijl is dus ouderwets, maar doordat de personages in een vakantiestemming zijn, krijgt het boek ook een jolige en zorgeloze sfeer.
Thema en motieven
Een lijn die als een rode draad door het verhaal loopt, is de naamverwisseling van Gerrit Jan en Robbert. Dit doen ze om de verwaande Ella een lesje te leren. Ella’s hooghartigheid kom je in het hele boek tegen en hierdoor bereikt zij het tegenovergestelde van wat ze wil. Het leidt echter wel tot liefde, alleen niet tot liefde voor Ella: met haar gedrag drijft ze de jonkheer in de armen van Lenie. Haar verwaandheid komt voor uit het verschil in standing: Ella heeft zelf erg rijke ouders en kijkt daardoor neer op mensen. Ook tussen de vakantievierende jongelui is er veel standsverschil: Robbert is een rijke adellijke student, terwijl Dot het thuis niet bepaald breed heeft. Door het verschil ontstaat de hele situatie rond de naamverwisseling en hieruit ontstaan weer stelletjes. Ook vakantie is erg belangrijk. Alle personages zijn in een vakantiestemming en dat geeft het boek een bepaalde sfeer. De personages vieren hun vakantie ook echt: ze picknicken, wandelen en worden verliefd. Vakantie leidt dus ook tot liefde.
De motieven vakantie en standsverschil vormen samen het thema liefde.
De moraal van het verhaal: hoogmoed komt voor den val en eerlijkheid duurt het langst. Laat je oordeel over anderen niet al te veel beïnvloeden door uiterlijkheden en behandel je medemens met respect.
Mijn mening over het boek
Boekkeuze
Toen ik in de bieb was om een boek uit te zoeken voor dit verslag, kwam ik ‘Een zomerzotheid’ tegen. Ik herinnerde me dat ik dit boek ergens als tip in een tijdschrift had zien staan en de beschrijving van het verhaal op de achterkant klonk wel leuk. Ook de kaft sprak me wel aan: de jongen op de voorkant ziet er erg leuk uit en het hele plaatje oogt vrolijk. Ook leek het me wel grappig zo’n oud boek te lezen omdat in de tijd dat dit verhaal speelt de mensen heel anders waren en het allemaal één tuttige bedoeling was.
Eerste reactie en uiteindelijke reactie
Toen ik net aan het boek begon, vond ik het redelijk saai omdat er in het begin eigenlijk niks gebeurt. Op het moment dat Pit in het verhaal komt, wordt het al leuker: door Pits spontane karakter wordt het verhaal wat vlotter. Ik vond Pit ook gelijk sympathiek, terwijl Ella verwaand overkwam en je van de andere meiden niet veel wist. Als de studenten in het verhaal komen, wordt het verhaal echt leuk. Als dan op een gegeven moment de naamsverwisseling plaatsvindt en de studenten kennis maken met de meiden, gebeurt er eindelijk wat.
Ik vond Robbert gelijk een leuke jongen: knap, rijk en slim maar niet hooghartig. Zodra hij in het verhaal komt, weet je eigenlijk al dat het wel iets wordt tussen Pit en hem en dat Ella een lesje zal leren. Het verhaal is dus heel voorspelbaar en dat is wel jammer. Doordat je al weet hoe het afloopt is het boek niet spannend om te lezen maar toch leuk omdat je weet dat het goed afloopt.
Het is erg leuk om te lezen hoe tuttig de mensen in die tijd waren. Het is gewoon komisch dat na een zoen Ella en Robbert al verloofd zijn, in deze tijd is dat bijna niet voor te stellen.
Het boek leest lekker makkelijk weg, er staan geen moeilijke woorden of moeilijke zinnen in. Het verhaal is simpel en eenvoudig te volgen. Je kunt dit boek dus lekker lezen zonder dat je veel na hoeft te denken.
Hoewel het boek leuk wegleest vind ik het einde wel een beetje teleurstellend. Robbert zegt tegen Pit dat hij kennis zal komen maken met haar ouders hetgeen in die tijd vast veel betekend heeft maar in onze tijd niet veel voorstelt. Met een zoen erbij zou het al heel wat smeuïger overkomen.
Mening na hoofdstuk 2
Toen ik bij het maken van het onderdeel ‘Thema en motieven’ eens goed aan het nadenken was over wat de schrijfster nu precies bedoelde met dit boek, kwam ik er achter dat er ook echt een moraal in dit verhaal zit. Tijdens het lezen van het boek vond ik het een leuk, lichtzinnig verhaal waarvan ik dacht dat het alleen bedoeld was om de lezer te vermaken. Na het maken van hoofdstuk 2 denk ik daar anders over, ik weet nu dat er ook een bedoeling achter dit verhaal zit. Het boek blijft luchtig maar er zit dus wel een moraal in, hetgeen ik een hele goede combinatie vind. Na het maken van hoofdstuk 2 is mijn mening over het boek alleen maar positiever geworden.
Verwerkingsopdracht
Als verwerkingsopdracht heb ik ervoor gekozen een ander einde aan het verhaal te schrijven, omdat ik niet tevreden ben over de huidige afloop. In 1930 was dit misschien een goed einde maar voor de lezer van nu mag het wel wat heftiger zijn. Het einde in het boek gaat als volgt:
Erica en Robbert staan op de laatste avond van de vakantie samen bij het hek.
Robbert zei: „Wat ben je stil de hele avond, Erica,” zei Robbert tenslotte. „Ik ben kapot van al die onthullingen,” zei Pit. „Nee, er mankeert wat anders aan, Erica,” drong Robbert. Pit keek hem even aan. Ze keek weer voor zich. Dan zei ze: „Wat zul je om me gelachen hebben met de jongens. Stel je voor, ik die je Engelse les gaf. Wat zullen jullie gebruld hebben om mij.” Haar stem beefde even. „Nee, Erica!” Zijn handen waren nu vlak naast de hare. „Daar heb ik nooit over gesproken, Erica. Dat was me veel te dierbaar!” „Oh!” zei Pit. Ze hield even haar adem in. En nu lag zijn hand om de hare heen. En hij zei zacht: „Volgende zondag, dan kom ik met de auto naar Amsterdam, Erica!” Ze keek naar hem op. „Goed… Robbert,” zei Pit. „Dan kom ik kennis maken met je ouders, Erica!” „Goed… Robbert,” zei Pit. „En dan kom je met Kerstmis bij ons in Den Haag. Bij Hetty logeren, Erica!” „Goed… Robbert,” zei Pit. „En volgende zomer gaan we weer naar Sonnewende, Erica!” „Goed… Robbert,” zei Pit. Het was even stil. Haar hand zat gevangen in de zijne. Haar hart zong! Dan boog hij zich dicht naar haar over. „Wie vind je liever… Lucas of Robbert?” „Nu, ik geloof… Ik gelóóf… ik geloof warempel Lucas!” zei Pit.
Mijn einde:
Erica en Robbert staan op de laatste avond van de vakantie samen bij het hek.
Robbert zei: „Wat ben je stil de hele avond, Erica,” Pit keek van Robbert weg, aarzelde en zei: „Robbert… waarom… waarom heb je dit gedaan? Vertrouwde je me niet?” „O Erica, daar ging het niet om. Het ging niet om jou, we moesten Ella een lesje leren. Het spijt me dat dat ten koste van jou is gegaan. Ik… ik zou je nooit opzettelijk kwetsen, Erica.” Pit keek even op. Robbert ging verder: „Erica, zie je niet… zie je dan niet dat ik om je geef?” „Oh, Robbert!” zei Pit, terwijl ze diep in Robberts mooie ogen keek. „Ik geef ook veel om jou, heel veel…” De maan kwam achter de takken van de boom vandaan en wierp haar licht op het verliefde stelletje. Pit legde haar hoofd op Robberts schouder en zo keken ze samen naar de maan en de vele sterren van die avond. Plots zei Pit: „O Robbert, kijk! Een vallende ster!” Robbert keek haar aan en zei zacht: „Oh Erica, ik wens… ik wens dat ik je nooit meer kwijtraak.” Hij keek diep in Pits ogen. Verwachtingsvol keek ze terug. Robbert boog voorover. Het was alsof de natuur ademloos wachtte op de zoen die hij haar geven zou. Hij kuste haar hartstochtelijk. Pit en Robbert vergaten alles om zich heen. Ja, mooier dan dit kon het nooit worden…
Robbert zei: „Wat ben je stil de hele avond, Erica,” Pit keek van Robbert weg, aarzelde en zei: „Robbert… waarom… waarom heb je dit gedaan? Vertrouwde je me niet?” „O Erica, daar ging het niet om. Het ging niet om jou, we moesten Ella een lesje leren. Het spijt me dat dat ten koste van jou is gegaan. Ik… ik zou je nooit opzettelijk kwetsen, Erica.” Pit keek even op. Robbert ging verder: „Erica, zie je niet… zie je dan niet dat ik om je geef?” „Oh, Robbert!” zei Pit, terwijl ze diep in Robberts mooie ogen keek. „Ik geef ook veel om jou, heel veel…” De maan kwam achter de takken van de boom vandaan en wierp haar licht op het verliefde stelletje. Pit legde haar hoofd op Robberts schouder en zo keken ze samen naar de maan en de vele sterren van die avond. Plots zei Pit: „O Robbert, kijk! Een vallende ster!” Robbert keek haar aan en zei zacht: „Oh Erica, ik wens… ik wens dat ik je nooit meer kwijtraak.” Hij keek diep in Pits ogen. Verwachtingsvol keek ze terug. Robbert boog voorover. Het was alsof de natuur ademloos wachtte op de zoen die hij haar geven zou. Hij kuste haar hartstochtelijk. Pit en Robbert vergaten alles om zich heen. Ja, mooier dan dit kon het nooit worden…
Over de schrijver
‘Een zomerzotheid’ is in 1929 geschreven door Setske Beek- de Haan, die onder het pseudoniem Cissy van Marxveldt schrijft.
Setske Beek- de Haan werd op 24 november 1889 geboren in Oranjewoud in Friesland. Zij was het enige kind van bovenmeester Ynze de Haan en Froukje de Groot. Setske kon het beter vinden met haar vader dan met haar moeder en dat is herhaaldelijk terug te vinden in haar boeken. Haar vader wilde dat ze na de H.B.S. Engels ging studeren, maar daar had Setske geen zin in en ze werd leerling- journaliste bij de Drachtster Courant. Ze schreef later in Amsterdam onder de pseudoniemen Betty Bierema en Ans Woudt. In 1916 trouwde Setske met Leo Beek, met wie ze later ook een zoon kreeg. Een jaar later begon ze onder pseudoniem Cissy van Marxveldt boeken te schrijven en werd hiermee zeer succesvol. Haar boek ‘Joop ter Heul’ werd opgevoerd als toneelstuk en later opgenomen als tv- musical.
Na tientallen boeken schreef ze in 1927 ‘Een zomerzotheid’, een boek voor oudere meisjes. Het verhaal werd erg geliefd en is op het toneel gebracht. Op 31 oktober 1948 stierf Cissy van Marxveldt op 59- jarige leeftijd.
In 1997 herschreef Cissy’s zoon ‘Een zomerzotheid’ onder pseudoniem Jan van Marxveldt. Hij paste het boek aan aan deze tijd, zonder het verhaal te veranderen. Uitgeverij Westfriesland bracht deze geheel nieuwe en herziene druk uit en tot op heden zijn er 1.1 miljoen exemplaren van het boek verkocht. Naar schatting hebben inmiddels 5 miljoen mensen het boek gelezen, van generatie op generatie.
Het toneelstuk ‘Een zomerzotheid’ wordt in verschillende steden nog steeds opgevoerd.
Dit jaar wordt het boek zelfs verfilmd en zal in 2005 in de bioscopen draaien.
REACTIES
1 seconde geleden