Vraag 27: Wat verstaat gij door de voorzienigheids Gods? Antw: De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met zijn hand nog onderhoud, en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen. Samenvatting: Aan het begin van het verhaal is de dertig - jarige Maarten aan het terugdenken aan zijn jeugd: zijn schoolcarrière, zijn vader, zijn moeder en hoe hij uiteindelijk op 30 jarige leeftijd hoogleraar in de weefselkweek is geworden. Zo zou je een geliefd iemand weer kunnen opwekken uit de dood, je kopieert die persoon. Je zou ook jezelf kunnen namaken en aan je kopie, die natuurlijk jonger is dan jij, ervaring kunnen doorgeven, Die avond zit hij op de bruiloft van zijn beste vriend Jackob en daar ziet hij een meisje en hij denkt dat zij Martha is. Martha is zijn vroegere jeugdliefde, die hem afwees en waar hij nooit overheen is gekomen. Het meisje blijkt niet Martha, maar de zus van Martha te zijn. Hij praat wat met haar en komt erachter dat ze dezelfde interesses hebben en hij maakt een afspraak met haar om naar een concert te gaan, maar eerst moet hij nog naar een congres in Zwitserland. Een paar dagen later krijgt hij een visioen en in dat visioen ziet hij zijn eigen dood, vanaf dat moment weet hij zeker dat hij niet meer dan twee weken te leven heeft. Vanaf dat moment denkt hij veel na over vroeger, zoals de dood van zijn moeder en over Martha en hoe hij haar bewonderde. Zij was de enige, op zijn moeder na, waar hij zich een klein beetje opende en waar zijn afstandelijke gevoelens verdwenen.Tot nu toe was dat bij niemand anders gelukt en juist omdat zij hem afgewezen had, was hij nog geslotener geworden. In zijn laboratorium op de universiteit, waar hij uit een paar cellen organismen probeert te kweken, struikelt hij en bijna wordt hij geëlektrocuteerd, doordat er een lamp in een bak met water valt. Hij is nu helemaal overtuigd dat hij binnenkort doodgaat. Toch gaat hij gewoon naar het congres in Zwitserland. Onderweg stopt hij in een klein Duits stadje, waar zojuist groot feest aan de gang is. In zijn eentje gaat hij in de dringende mensenmassa op zoek naar een restaurant, waar het niet overbezet is. Hij wordt volkomen genegeerd door iedereen in de vriemelige massa en zelfs de ober die zijn bestelling opneemt negeert hem. Maarten vindt het prettig om in zichzelf gekeerd te zitten en naar de anderen te kijken. De volgende dag komt hij aan in Bern, waar het congres plaatsvindt. Als hij de auto heeft geparkeerd, kan hij de uitgang van de garage bijna niet meer vinden en als hij boven op het dakterras komt en in de verte de bergen ziet, vergeet hij voor enkele momenten de wereld om zich heen. Zoiets moois had hij nog nooit gezien, alle natuur die hij thuis had gezien vervaagde. Hier ontmoet hij Adrienne Ponchard, een collega van hem, die hij op een eerder congres ontmoet had. Zij brengt hem naar zijn hotel en die avond gaan ze samen iets eten. Zij doet hem denken aan Martha, terwijl ze er helemaal niet op lijkt. Zoals ik twee dagen eerder naar Martha had gekeken, zo keek ik nu naar Adrienne, niet omdat ze op Martha leek, maar omdat ze ook een vrouw was behoorde tot de sekse van Martha, De volgende morgen als ze naar het congres gaan, ontmoeten ze professor Ernst Bitzius, de woordvoerder van het congres. Hij raakt bevriend met de professor en ze gaan met z'n drieën iets eten. Ze trekken nu veel met z'n drieën op en aan het eind van het congres nodigt Ernst Maarten en Adrienne uit om bij hem thuis nog een paar dagen te blijven logeren. Maarten weet het nu zeker, hij zal in Zwitserland sterven. Ze besluiten om een berg te gaan beklimmen, maar Maarten heeft dit nog nooit gedaan. Als ze op de helft van een berg staan, merkt hij dat Ernst en Adrienne meer oog voor elkaar hebben dan normaal. Eigenlijk durft hij niet af te dalen, maar hij doet het toch, omdat Adrienne erbij is en hij eigenlijk toch meer dan vriendschap voor haar voelt. Alleen doet hij iets te erg zijn best. Hij glijdt uit en valt naar beneden in de richting van de puntige stenen onder hem. Hij kan zich nog net vastpakken in zijn val, glijdt dan met zijn vingers weg en valt weer. Pas als hij een tiental meters omlaag gegleden is over de helling, tezamen met het meeglijdende steengruis, denkt Maarten verbaasd: "ik val omlaag." Nog altijd is hij niet bang. Hij ziet diep onder zich de steeds breder wordende steenhelling met steeds grotere, puntigere stenen tot diep in het dal waar ze nog slechts hier en daar verspreid op een groene weide liggen. Als hij op de grond ligt, beseft hij dat hij nog niet dood is en dat hij ook niet dood zou gaan. Zijn visioen betekende dat hij een nieuw leven zou krijgen. Met zijn val had hij Ernst en Adrienne dichter bij elkaar gebracht (Alles is onwezenlijk, bevindt zich achter glas en juist daarom weet ik dat Adrienne en Ernst van elkaar houden, hoewel zij het zelf nog niet weten) en zichzelf op de goede weg gebracht in zijn nieuwe leven, waarin hij opener zou zijn.
Een vlucht regenwulpen door Maarten 't Hart
7.6
Maarten 't Hart (1944, Maassluis) studeerde biologie aan de universiteit van Leiden en werd er ook docent. Hij debuteerde als schrijver in 1971 met 'Stenen voor een ransuil'. In 1975 kreeg hij voor 'Het vrome volk' de Multatuliprijs, zijn eerste belangrijke literaire onderscheiding.
Met 'Een vlucht regenwulpen' brak hij in 1978 voor het …
Maarten 't Hart (1944, Maassluis) studeerde biologie aan de universiteit van Leiden en werd er ook docent. Hij debuteerde als schrijver in 1971 met 'Stenen voor een ransuil…
Maarten 't Hart (1944, Maassluis) studeerde biologie aan de universiteit van Leiden en werd er ook docent. Hij debuteerde als schrijver in 1971 met 'Stenen voor een ransuil'. In 1975 kreeg hij voor 'Het vrome volk' de Multatuliprijs, zijn eerste belangrijke literaire onderscheiding.
Met 'Een vlucht regenwulpen' brak hij in 1978 voor het eerst door bij een groot publiek. In de autobiografisch geïnspireerde roman rekent de schrijver af met het strenge gereformeerde milieu waarin hij opgroeide. Het hoofdpersonage is Maarten, zoon van een tuinder, die dankzij een academische bliksemcarrieère als bioloog aan zijn achtergrond ontsntapt. Van het boek zijn intussen meer dan een miljoen exemplaren verkocht. De verfilming uit 1981 geldt net als het boek als een klassieker. Het leven in een streng gelovige familie is een belangrijk thema in 't Harts oeuvre. In 1984 verschiijn zijn autobiografie 'Het roer kan nog zes maal om'. Niet alleen zijn romans en verhalen bereiken een groot publiek, ook zijn essays doen soms heel wat stof opwaaien, zoals 'De vrouw bestaat niet' (1981) tegen het feminisme. Met 'Het woeden der gehele wereld', een moordverhaal uit 1994 kreeg hij de Gouden Strop voor het spannendste boek.
Oefenen voor je mondelingen?
Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Beste lia ik hebt een vraagje: hoort dat ene over god bij het boek of is dat iets wat je er aan hebt toegevoegd. ik heb as donderdag 4juli mijn spreekbeurd en ik zie dus je andwoord met spanning tegemoet. Groetjes Reinier
22 jaar geleden
Antwoorden