HAVO 4
Naam: Michael
Klas: H5B
Datum: 15-11-2006
Leesverslag 1
Auteur: Hassan Bahara
Titel: Een verhaal uit de stad Damsko
Uitgever, plaats en jaar van eerste druk: Van Gennep, Amsterdam, 2006.
A Beschrijvingsopdracht
Korte motivatie van je boekkeuze.
Ik was op school in de bibliotheek een boek aan het zoeken voor mijn boekverslag voor Nederlands. Toen kwam ik een vriendin tegen, en ze vertelde mij dat ze al een goed boek gelezen had. Ze bood me dit boek aan, omdat ze dacht dat ik het wel een leuk boek zou vinden.
2. Eerste persoonlijke reactie (kies minstens drie beoordelingswoorden en licht je keuze met behulp van argumenten toe)
Nieuwsgierig makend: doordat het boek over iemand gaat die aan de drugs zit, leek het mij wel een interessant boek om te lezen. Ook hoe het boek geschreven is maakt je nieuwsgierig. Je wilt steeds weten wat er komt.
Vreemd: het boek bevat straattaal. Er wordt veel gescholden en gevloekt, wat je normaal niet vaak tegenkomt in een modern roman. Af en toe wordt in dit boek de straattaal te overdreven gebruikt.
Werkelijk: het is werkelijk omdat er in de buitenwijken van de grote steden veel drugs gebruikt wordt. Dit onderwerp komt in dit boek goed aan de orde. Er wordt duidelijk verteld hoe jongeren verslaafd zijn aan drugs en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn.
3. Geef nu een volledige samenvatting van de inhoud van het boek.
Kader Zeroual is een jongen van 17 jaar uit een migranten gezin. Hij heeft een vader, moeder, broer en een zus. Zijn moeder is depressief en met zijn vader en broer praat hij niet zoveel. Met zijn zus probeert hij te praten maar dat lukt niet zo goed. Hij zit op een middelbare school waar hij het niet leuk vind en hierdoor erg veel spijbelt. Op een dag komt hij een vriend Ricky tegen die hij al lang niet meer gezien heeft. Hij spreek met hem af en merkt dan dat Ricky dingen doet die niet kloppen. Hij handelt voor iemand in drugs en zit hiermee aardig in de shit. Hij vraagt of Kader hem er bij wilt helpen om hem uit de schulden te halen bij zijn baas. Hij hoeft alleen maar te helpen om een telefoonwinkel, ’s avonds laat, te overvallen. Daar aan gekomen zijn er twee jongens in de winkel en de vrouw die in de winkel werkt. Ricky en Kader hebben allebei een geweer dat ze gebruiken om te dreigen. Ricky overvalt de vrouw en Kader moet de twee jongens onder schot houden. Ricky vraagt waar ze de kluis heeft waar al het geld in opgeslagen zou moeten liggen. Zij antwoordt hierop dat er geen kluis meer is omdat de baas het geld sinds kort meteen weg brengt. Omdat Ricky dit niet gelooft wordt hij razend en vraagt het haar nog een paar keer. Maar als ze blijft zeggen dat ze het geld niet in de winkel heeft slaat hij haar helemaal in elkaar. Het lijkt of ze dood is maar haar slag ader voelt Ricky nog kloppen. Ze rennen heel snel de winkel uit, de vrouw ligt op de grond en de twee jongens staan er geshockeerd bij.
Kader zit niet zo lekker in zijn vel door de overval die hij gepleegd heeft. Als er schoolfeest is en hij te veel gedronken heeft verkracht hij een meisje. Zij was altijd al verliefd op hem geweest en hij dacht met zijn zatte kop dat dit was wat ze wilde. Als hij aan gesproken wordt voor zijn daad schiet hij uit zijn slof. Zodra de directrice van zijn school mevrouw Meertens hem hierover aanspreekt slaat hij op haar in.
De politie wordt gebeld en als hij de volgende ochtends de deurbel hoort komt de politie hem halen.
B Analyse van de tekst
Personages
a. Wie is de hoofdpersoon of wie zijn de hoofdpersonen? Geef hun voornaamste kenmerken: geslacht, leeftijd, karaktereigenschappen.
Kader Zeroual is de voornaamste hoofdpersoon. Hij is 17 jaar en zit op 4 Havo. Hij is een stil en bot persoon. Hij praat alleen als hem wat gevraagd wordt.
b. Wie is de helper of wie zijn de helpers? Waarom denk je dat?
Mevrouw Meertens. Zij is de mentrix van Kader. Zij weet dat Kader aan de drugs zit, althans dat vermoedt ze, maar ze blijft vertrouwen in hem houden. Ze probeert hem te helpen en maakt afspraken met hem dat hij naar de les moet komen. Ze doet heel vriendelijk tegen Kader. Het is dan ook onbegrijpelijk dat Kader haar slaat op het schoolfeest. Ik denk dat zij de helper is omdat ze het beste met Kader voorheeft.
c. Wie is de tegenstander of wie zijn de tegenstanders? Waarom denk je dat?
Er zijn eigenlijk geen tegenstanders in dit boek, want iedereen heeft het beste met hem voor. Hij zit dan wel aan de drugs, dat komt mede door zijn vrienden, maar dat wil niet zeggen dat zij tegenstanders zijn. Want hij kiest er ook zelf voor om drugs te gebruiken.
d. Wat zijn de relaties tussen de verschillende personages?
Kader & Nora & mevr. Zeroual & meneer Zeroual & Jamal: zijn een gezin.
Kader & Samir & Danny & Kamal: vrienden.
Kader & Louazna: vriend en vriendin, hebben samen een relatie.
Kader & mevr. Meertens: leerling en mentrix.
Kader & Ricky: vrienden van elkaar. Kader en Ricky zien elkaar steeds vaker. Maar Ricky is geen vriend van de andere vrienden van Kader.
2. Tijd
a. In welke tijd speelt het verhaal? (historische aanduiding)
In de tegenwoordige tijd.
b. Hoeveel tijd verstrijkt er in het totaal (inclusief flashbacks) ?
Ongeveer een maand.
3 . Ruimte
a. Waar speelt het verhaal zich af? ( geografische aanduiding )
Amsterdam.
b. Geef een beschrijving van de ruimte (s).
• Bij Kader thuis.
• Bij zijn vrienden thuis.
• In de discotheek.
• In de Mac Donald’s
• Op school.
• In de bioscoop.
• In de telefoonwinkel.
4. Perspectief
a. Welke vertelsituatie heeft de tekst?
De personele verteller, want je ziet het door de ogen van Kader.
b. Is er sprake van een meervoudig perspectief? Zo ja, wie hebben het perspectief dan?
Nee, er is geen sprake van een meervoudig perspectief.
5. Tijd en structuur
a. Is er een verdeling in hoofdstukken en/of delen? Zo ja, geef die verdeling.
Ja, er is een verdeling in hoofdstukken. Elk hoofdstuk begint op een nieuwe bladzijde en is aangegeven met een Romeins cijfer.
b. Wijkt de fabel af van het sujet? Zo ja, hoe dan?
Nee, het fabel wijkt niet af van het sujet.
c. Hoe is het verhaal verteld? Chronologisch of niet?
Het verhaal is verteld in chronologische volgorde.
d. Is er één verhaallijn, of zijn er meerdere? Indien het er meerdere zijn, welke zijn dat dan?
Er is maar één verhaallijn.
e Heeft de tekst een open of gesloten einde? Motiveer je antwoord.
De tekst heeft een open einde. Op het laatst wordt Kader wakker op zijn eigen kamer en dan staan er een aantal politieagenten die hem komen arresteren. Maar je weet niet wat er daarna met Kader gebeurt.
6. Thematiek
a. Wat is de thematiek van de tekst?
Eenzaamheid.
b. Welke belangrijke motieven tref je aan in de tekst?
Ik tref geen belangrijke motieven aan in deze tekst.
c. Verklaar de titel.
Het gaat over een verhaal dat zich afspeelt in Amsterdam. Damsko betekent Amsterdam.
d. Wat is de relatie tussen de titel en de thematiek?
Daar is geen relatie tussen.
e. Is er een motto? Zo ja, welk?
Nee, er is geen motto.
C Beoordeling
Het boek dat ik gelezen heb vond ik wel de moeite waard. Maar ik vond het niet een boek ‘dat je gelezen moet hebben’. Het is wel makkelijk te lezen, maar er wordt te veel straattaal gebruikt. Er wordt te veel gevloekt en gescholden om niets. Dat vind ik te overdreven aan dit boek. Het is wel een sterk verhaal dat zomaar echt gebeurd zou kunnen zijn. Het boek laat je wel mooi zien wat de gevolgen van drugs kunnen zijn, bijvoorbeeld die overval op de telefoonwinkel en de vechtpartij in de discotheek. Al met al; een goed boek, maar niet super.
REACTIES
1 seconde geleden
T.
T.
thnx man :D
14 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
inhoudelijk zwaar onvoldoende, er is door Michael nauwelijks denkwerk verricht. Niet gebruiken ales uitgangspunt!
14 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
hier klopt geen shit van!
het schoolfeest was eerst en toe pas de overval en voor de overval is hij opgepakt en niet voor dat verkrachten!
13 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Deze samenvatting klopt totaal niet. zo worden er dingen bij verzonnen en is de volgorde van gebeurtenissen niet goed.
9 jaar geleden
Antwoorden